Honderd jaar algemeen kiesrecht

Donderdag 26 september 2019 werd het het jaar waarin Nederland 100 jaar algemeen kiesrecht voor mannen en vrouwen vierde, feestelijk afgesloten in het gebouw van de Tweede Kamer. Kamervoorzitter Khadija Arib nam samen met haar collega van de Eerste Kamer, Jan Anthonie Bruijn, een onderzoek in ontvangst naar Suze Groeneweg en Carry Pothuis-Smit. Zij waren de twee eerste vrouwelijke parlementariërs van Nederland. >> Lees meer.
Donderdag 27 september 2018 was de aftrap van een jaar activiteiten. Kamervoorzitter Khadija Arib opende in de Statenpassage de tentoonstelling ‘Ik vier mijn stem’ én onthulde een borstbeeld van Suze Groeneweg, de eerste vrouw in de Kamer.
Precies 100 jaar na haar eerste werkdag in de Tweede Kamer, is Suze dus teruggekeerd. Kunstenaar Siemen Bolhuis heeft in opdracht van de Tweede Kamer een bronzen buste van Suze Groeneweg gemaakt. Het beeld krijgt een vaste plek in het Tweede Kamergebouw, voor de ingang van de Suze Groenewegzaal.
Website 'ik vier mijn stem'
Meer informatie over de geschiedenis van het algemeen kiesrecht vindt u op de speciale website www.ikviermijnstem.nl. Daar staan ook alle activiteiten die tijdens het feestjaar georganiseerd worden.
Stuurgroep
De activiteiten rondom honderd jaar algemeen kiesrecht werden georganiseerd onder leiding van een stuurgroep van Kamerleden en ambtenaren. Tweede Kamervoorzitter Khadija Arib was voorzitter van de stuurgroep. De andere leden waren Marianne Thieme (PvdD), Judith Tielen (VVD), Monica den Boer (D66), Kirsten van den Hul (PvdA), Mahir Alkaya (SP), Arne Weverling (VVD), Eddy Habben Jansen (directeur ProDemos), Eric Stokkink (ministerie van BZK) en Simone Roos ( Griffier). De ambtelijke organisatie van de Kamer ondersteunt hen.

Algemeen kiesrecht in stappen
Tot 1917 mochten alleen bemiddelde en goed opgeleide mannen stemmen. In 1917 kregen álle mannen vanaf 25 jaar kiesrecht. Het aantal stemgerechtigden nam hierdoor toe met 40 procent. Ook kregen in 1917 vrouwen het recht om zich verkiesbaar te stellen (het passieve kiesrecht). Deze grondwetsherziening van 1917 was een belangrijk moment in onze parlementaire geschiedenis. In 1919 volgde een nog grotere uitbreiding van het aantal kiezers: toen kregen vrouwen ook het recht om zelf te kiezen en steeg het aantal kiezers met 117 procent.
Nederland was er vroeg bij
Het Presidium ziet het honderdjarig jubileum in 2019 als een uitgelezen kans om de aandacht te vestigen op het thema algemeen kiesrecht. Daarbij kan de bijzondere positie van Nederland worden benadrukt. Als het gaat om vrouwenkiesrecht, was Nederland er relatief vroeg bij. Een paar landen gingen ons voor, zoals Nieuw-Zeeland, Finland en Rusland. Suze Groeneweg was in 1918 de eerste vrouw die in de Kamer kwam, toen nog gekozen door mannen. In 1919 werd een initiatiefwet aangenomen die het actief vrouwenkiesrecht regelde. In België werd het actief vrouwenkiesrecht pas in 1948 in de wet verankerd; in Zwitserland duurde het zelfs tot 1971.
Steeds jongere kiezers
Ook de leeftijd voor deelname aan verkiezingen is in de afgelopen eeuw gewijzigd. In 1919 lag de stemgerechtigde leeftijd op 25 jaar, in 1946 werd dat 23 jaar, in 1965 werd de leeftijd verder verlaagd naar 21 jaar en vanaf 1972 mogen jongeren vanaf 18 jaar naar de stembus. In de activiteiten die de Tweede Kamer zal ontplooien, zal aandacht zijn voor het feit dat het kiesrecht geen statisch gegeven is, maar altijd in ontwikkeling is (geweest).
3 juli 1918: eerste vrouw gekozen als Kamerlid

Suze Groeneweg
Dinsdag 3 juli 2018 was het precies honderd jaar geleden dat Suzanna (Suze) Groeneweg gekozen werd tot Tweede Kamerlid. Ze stond op de lijst voor de Sociaal Democratische Arbeiderspartij (SDAP) en was de eerste vrouw die zitting nam in de Kamer.
Passief kiesrecht
Groeneweg was 43 jaar toen ze in de Tweede Kamer werd gekozen. Haar kiezers waren allemaal mannen; vrouwen hadden alleen nog maar passief kiesrecht. Ze mochten niet kiezen, maar wel gekozen worden. Het zou nog een jaar duren voordat, op 10 juli 2019, vrouwen actief kiesrecht kregen. Tot 1921 zou Suze Groeneweg de enige vrouw tussen 99 mannen blijven.
Onrust
De komst van Groeneweg veroorzaakte behoorlijk wat onrust in de Kamer. Veel mannelijke Kamerleden hadden moeite met een vrouw in de Kamer. Dat uitte zich in allerlei flauwe uitspraken. Over die flauwiteiten werd gedicht:
Kijk, nu zitten jullie knusjes
In de Kamer bij elkaar
‘k Hoor je al interpelleren
Suze, is de koffie klaar?
Kijk, nu wordt het pas gemoed’lijk.
Jullie zitten net als thuis.
Zij zit achter de verstelmand
Of ze stopt een sok van Duys*.
*Duys was een (mannelijk) Kamerlid
Ook op praktisch vlak zorgde de komst van Suze Groeneweg voor veranderingen. Er moest bijvoorbeeld een damestoilet worden aangelegd. Zelfs de troonrede veranderde. Die opende niet langer met ‘Mijne Heeren’. Sinds 1918 opent de troonrede met ‘Leden der Staten-Generaal’.