Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van de leden Bushoff en Beckerman over de immateriële schaderegeling tussen DeHaan en de NAM
Vragen van de leden Bushoff (GroenLinks-PvdA) en Beckerman (SP) aan de Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties over de immateriële schaderegeling tussen DeHaan en de NAM (ingezonden 14 oktober 2025).
Antwoord van Staatssecretaris Van Marum (Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties)
(ontvangen 4 november 2025).
Vraag 1
Kunt u reflecteren op de immateriële schaderegeling die DeHaan en de Nederlandse Aardolie
Maatschappij (NAM) zijn overeengekomen?1
Antwoord 1
Een groep bewoners heeft ervoor gekozen hun proces tegen de NAM af te wachten en niet
over te stappen naar de immateriële schaderegeling van het Instituut Mijnbouwschade
Groningen (IMG). Ik ben blij dat nu ook deze groep bewoners een vergoeding krijgt
voor hun geleden immateriële schade en gederfd woongenot. Zij kunnen nu een keuze
maken tussen deze schikking en de IMG-regeling.
Vraag 2
Is hiermee volgens u voldoende recht gedaan aan het leed van de gedupeerden, de eisers,
voor de mentale schade die zij hebben geleden als gevolg van de gaswinning?
Antwoord 2
Dit is niet aan mij als Staatssecretaris om te beoordelen, omdat het hier gaat om
een schikking tussen private partijen. Wel ben ik blij dat er nu voor deze groep mensen
een einde aan het wachten is gekomen.
Vraag 3
Gederfd woongenot wordt in de schadevergoeding, overeengekomen tussen de eisers en
de NAM, vergoed, deelt u de mening dat dat een belangrijk succes is?
Antwoord 3
Ja, die mening deel ik. Het is belangrijk dat bewoners alle vormen van schade die
zij geleden hebben als gevolg van de exploitatie of aanleg van het Groningenveld en
de gasopslagen Norg en Grijpskerk vergoed krijgen.
Vraag 4
In 2019 heeft de Hoge Raad bevestigd dat gederfd woongenot materiële schade is, hoe
kan het dat er zes jaar later nog geen regeling is om alle gedupeerden met gederfd
woongenot te compenseren?
Antwoord 4
Vanaf de start in juli 2020 heeft het IMG zich in eerste instantie gericht op het
ontwikkelen en uitvoeren van regelingen om fysieke en immateriële schade van gedupeerden
te vergoeden. Ook is er een regeling voor compensatie van waardedaling (woningen en
niet-woningen) ontwikkeld en op dit moment wordt – naar aanleiding van de parlementaire
enquête aardgaswinning Groningen en de kabinetsreactie Nij Begun in 2023 – gewerkt
aan de (verdere) uitrol van de regelingen Daadwerkelijk Herstel tot € 60.000, de Aanvullende
Vaste Vergoeding, de Vaste Herhaalvergoeding en Duurzaam Herstel. Het betreft allemaal
unieke en nieuwe regelingen waarvoor geen voorbeelden bestaan, het ontwikkelen en
uitrollen van deze regelingen vergt tijd. Het IMG heeft aan de ontwikkeling van bovenstaande
regelingen prioriteit gegeven, omdat die relevant zijn voor de grootste groep bewoners.
Wel wordt door het IMG al gewerkt aan een regeling voor gederfd woongenot, in lijn
met de uitspraak van de Hoge Raad uit 2021 dat ook deze vorm van schade moet worden
vergoed. Het IMG handelt daarmee straks ook deze vorm van schade af als gevolg van
de aansprakelijkheid van de NAM. De verwachting is dat deze regeling in 2027 van start
kan gaan.
Vraag 5
In januari 2025 gaf u in antwoord op Kamervragen aan dat er dit jaar een besluit zou
worden genomen over een regeling voor gederfd woongenot, hoe ver staat het daarmee?2
Antwoord 5
Zie antwoord op vraag 4.
Vraag 6
Vindt u dat een eventuele regeling van het Instituut Mijnbouwschade Groningen (IMG)
inzake gederfd woongenot er grofweg hetzelfde uit moet komen te zien als de overeengekomen
vergoeding tussen de DeHaan en de NAM?
Antwoord 6
Het IMG gaat als zelfstanding bestuursorgaan over de ontwikkeling en werkwijze van
nieuwe regelingen die zien op de afhandeling van schade waar de NAM voor aansprakelijk
is. Het IMG kijkt daarbij goed naar recente ontwikkelingen en bijvoorbeeld rechterlijke
uitspraken. Ten algemene geldt dat bewoners ruimhartig vergoed moeten worden voor
de schade die is geleden als gevolg van de exploitatie of aanleg van het Groningenveld
en de gasopslagen Norg en Grijpskerk. Dit is ook wettelijk vastgelegd. Daarbij is
het ook belangrijk om aan te geven dat het IMG bij de ontwikkeling van regelingen
met andere kaders en afwegingen te maken heeft dan dat bij een privaatrechtelijke
schikking tussen twee partijen het geval is.
Vraag 7
De immateriële schaderegeling van het IMG krijgt al zeer lange tijd een negatief rapportcijfer
van de betrokkenen, wat vindt u daarvan? De laatste cijfers van het IMG laten zien
dat de regeling nog steeds slechts een 5 scoort, deelt u de mening dat dit zeer onwenselijk
is?3
Antwoord 7
Zoals ook in mijn eerdere beantwoording op vragen van de leden Beckerman en Bushoff
van 9 mei jl.4 aangeven, is het lastig om een erkenning voor ernstig verdriet of lijden als gevolg
van de gaswinningvorm te geven in een generieke schaderegeling, juist omdat leed voor
iedereen zo persoonlijk is. Het IMG ziet als mogelijke verklaring voor de lage waardering
van de immateriële schaderegeling dat het voor iedereen mogelijk is om een schadeaanvraag
voor immateriële schade te doen, los van de vraag of je binnen het effectgebied woont
of fysieke schade aan een gebouw hebt gemeld. Welk recht iemand heeft op deze vergoeding
wordt bepaald aan de hand van de bouwstenen locatie en veiligheid van de woning, de
omvang van de schade daaraan, de doorlooptijd van de schademelding en de persoonlijke
impact die iemand heeft ervaren. Een afwijzing van een aanvraag kan als een ontkenning
van persoonlijke leed worden ervaren, bewoners met een afwijzing scoren de regeling
dan ook veel lager dan bewoners die een toewijzing hebben ontvangen. Over 2024 scoort
de immateriële schadevergoeding gemiddeld een 5,5, aanvragers die de vergoeding wel
hebben ontvangen geven de regeling een 7,6. Om bewoners te helpen een inschatting
te maken of zij recht hebben op een immateriële schadevergoeding heeft het IMG een
QuickScan op de website staan, hiermee kan de bewoner snel zien of het zin heeft om
een aanvraag te doen.
Vraag 8
Erkent u de signalen van gedupeerden die immateriële schadevergoeding hebben aangevraagd
dat ze zich niet erkend voelen door een regeling bedoeld om aangedaan leed te erkennen?
Erkent u de signalen over ongelijkheid tussen gedupeerden door deze regeling? Kunt
u uw antwoord toelichten?
Antwoord 8
Zie mijn beantwoording van vraag 7. Het is lastig om met een generieke regeling erkenning
te geven aan persoonlijk leed. Met Nij Begun maatregel 8 is er een aantal verruimingen aangekondigd die inmiddels door het IMG
zijn doorgevoerd om verschillen zo veel mogelijk te voorkomen. Zo krijgt nu iedereen
binnen een huishouden, ook minderjarigen, dezelfde vergoeding en hierbij is de hoogste
vergoeding binnen het huishouden leidend. Ook wordt veiligheid van de woning nu zwaarder
gewogen bij de IMG-regeling, waardoor bewoners die door deze onveiligheid onderdeel
zijn van de versterkingsopgave of een sloop/nieuwbouwtraject altijd de hoogste vergoeding
krijgen. Ook worden aanvragen van huurders en andere niet-woningeigenaren nu op dezelfde
wijze beoordeeld.
In de gestelde vragen wordt enerzijds gevraagd naar het voorkomen van verschillen
en anderzijds erkenning voor gedupeerden. Juist omdat erkenning voor iedereen verschillend
is, zit tussen deze uitgangspunten een spanningsveld. Het IMG kijkt bij de vaststelling
van de immateriële schadevergoeding naar een aantal objectieve criteria (bouwstenen):
de locatie, de veiligheid, de omvang van de schade en de doorlooptijd van de schadeaanvraag.
Daarnaast krijgen bewoners de mogelijkheid om via een vragenlijst de persoonlijke
impact extra tot uitdrukking te brengen, deze vragenlijst kan aan aanleiding geven
om de schadevergoeding op basis van objectieve criteria naar boven bij te stellen.
Op deze manier wordt geprobeerd om recht te doen aan allebei de uitgangspunten.
Vraag 9
Hoe beoordeelt u dat er een verschil ontstaat tussen de immateriële schaderegeling
zoals nu overeengekomen tussen de eisers en de NAM en de overige gedupeerden die aangewezen
zijn op het IMG?
Antwoord 9
Naast de publiekrechtelijke schadeafhandeling via het IMG hebben bewoners nog altijd
de wettelijke mogelijkheid om in een civiele procedure de NAM rechtstreeks aansprakelijk
te stellen. Dit maakt dat dit soort verschillen niet volledig te voorkomen zijn. Voor
de groep bewoners die onderdeel is van de schikking van De Haan met de NAM geldt dat
wanneer zij voor hun immateriële schade minder ontvangen via de schikking dan dat zij van het IMG zouden ontvangen,
het mogelijk blijft om de overstap naar het IMG te maken. Deze overstap is per schadesoort.
Dit betekent dat, bijvoorbeeld, deze bewoners ervoor kunnen kiezen voor immateriële
schade over te stappen naar het IMG, maar voor gederfd woongenot gebruik te blijven
maken van de schikking tussen DeHaan en de NAM.
Vraag 10
Erkent u dat de in 2023 aangenomen motie-Beckerman (Kamerstuk 33 529, nr. 1126), met als dictum «verzoekt de regering te komen tot een rechtvaardige regeling voor
immateriële schade, waarbij ook versterking en sloop/nieuwbouw worden meegenomen,
ongewenste verschillen worden opgelost en de toegekende bedragen, met name voor kinderen,
worden verhoogd», nog niet volledig is uitgevoerd?
Antwoord 10
Nee, deze motie is uitgevoerd5. De immateriële schaderegeling van het IMG is zorgvuldig tot stand gekomen en rechterlijk
getoetst.6 Daarnaast is de regeling zoals eerder in de beantwoording aangeven op verschillende
punten verruimd zoals in Nij Begun ook is toegezegd.
Vraag 11
Bent u bereidt de immateriële schaderegeling van het IMG aan te passen?
Antwoord 11
Nee, ik ga het IMG niet vragen de regeling te herzien. Beide regelingen kennen een
andere systematiek en een andere context, zoals ik beschreef in het antwoord op vraag 6.
De regeling van het IMG is zo ontwikkeld dat een grote groep snel geholpen kan worden,
maar dat er ook recht wordt gedaan aan de individuele situatie. De schikking van DeHaan
met de NAM is voor een kleinere groep mensen en is de uitkomst van een schikking tussen
private partijen.
Voor een deel van de bewoners zal de schikking van DeHaan met de NAM nadeliger uitvallen
dan de immateriële schaderegeling van het IMG, voor een groter deel is de verwachting
dat het verschil beperkt zal zijn en voor een deel van bewoners zal de regeling van
DeHaan gunstiger uitpakken.
Zoals aangegeven in het antwoord op vraag 9 kunnen mensen alsnog overstappen naar
de regeling voor immateriële schade van IMG.
Vraag 12
Wat vindt u van het feit dat er een jarenlang juridisch gevecht voor nodig is voordat
de NAM haar verantwoordelijkheid neemt in het compenseren van de gelede immateriële
schade?
Antwoord 12
Ik vind het vervelend dat deze bewoners lang hebben moeten wachten. Zoals aangegeven
mogen bewoners de keuze voor een civielrechtelijke procedure echter zelf maken. Ik
vind het belangrijk dat bewoners altijd een goed alternatief hebben via de publiekrechtelijke
regeling van het IMG
In mijn brief van september jl.7 heb ik aangeven dat ik ten algemene aandacht heb voor de lang lopende dossiers die
nog in procedure zijn met de NAM. NAM heeft aangeven mee te willen denken over de
afronding van de nog lopende civielrechtelijke zaken. Als een dergelijke procedure
wordt beëindigd, komt de reguliere schadeafhandeling door het IMG beschikbaar.
Vraag 13
Hoe beoordeelt u bovenstaand juridisch gevecht dat ervoor nodig was om de NAM in beweging
te krijgen mede in het licht van de NAM die ook weigert meerdere rekeningen voor het
aangerichte leed in Groningen te betalen?
Antwoord 13
Zie mijn antwoord op vraag 12.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
E. van Marum, staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.