Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Becker over het bericht: 'Circis doceert al 40 jaar Nederlands aan nieuwkomers: 'Taaleisen mogen écht verder omhoog''
Vragen van het lid Becker (VVD) aan de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid over het bericht: «Circis doceert al 40 jaar Nederlands aan nieuwkomers: «Taaleisen mogen écht verder omhoog»» (ingezonden 9 oktober 2025).
Antwoord van Staatssecretaris Nobel (Sociale Zaken en Werkgelegenheid) (ontvangen
4 november 2025).
Vraag 1
Bent u bekend met het bericht «Circis doceert al 40 jaar Nederlands aan nieuwkomers:
«Taaleisen mogen écht verder omhoog»»?1
Antwoord 1
Ja, ik ben bekend met dat artikel.
Vraag 2
Herkent u het beeld dat in het artikel wordt geschetst dat in de praktijk inburgeraars
vaker op een lager niveau taalexamen doen (A2 in plaats van B1)? Bent u het met de
VVD eens dat het doel van de Wet Inburgering 2021 juist was om de taaleis op te schroeven
naar B1? Hoe rijmt u deze beelden met elkaar?
Antwoord 2
Het klopt dat er inburgeraars zijn die in de B1-route starten, maar afschalen naar
A2-niveau. Exacte cijfers over het behaalde taalniveaus van (cohorten) inburgeraars
onder de Wet inburgering 2021 (Wi2021), zijn nog niet te geven. De inburgeringstermijn
duurt immers drie jaar en de inburgeringstermijn van het cohort 2022 is voor een grote
groep inburgeraars nog niet verstreken. In de tussenevaluatie van de Wi2021, die eind
2025 wordt opgeleverd, wordt nader ingegaan op de examens en behaalde taalniveaus.
Ik ben het met u eens dat door B1-taalniveau de kans op duurzaam werk groter is. Dat
is ook de reden dat in de Wi2021 het taalniveau verhoogd is naar B1-niveau. Het doel
van de Wi2021 is dat inburgeringsplichtigen snel en volwaardig meedoen in de Nederlandse
samenleving, bij voorkeur via betaald werk. Dit gebeurt met maatwerk en duale trajecten
die taal leren combineren met participatie.
Inburgeraars worden zorgvuldig ingedeeld in een passende leerroute op basis van een
brede intake, waarin de leerbaarheidstoets een verplicht en objectief onderdeel is.
Deze toets bepaalt of het taalniveau B1 (of A2) binnen de inburgeringstermijn haalbaar
is. Als dit niet het geval is en de overige intakegegevens dit bevestigen, wordt gekozen
voor de Z-route. Zo wordt een combinatie van toets resultaten en persoonlijke beoordeling
gebruikt om een realistische en haalbare route te bieden.
Ik zet erop in dat inburgeraars, in lijn met het beleidsdoel van de Wi2021, het voor
hen dan hoogst haalbare taalniveau bereiken. Ik stimuleer dat gemeenten hier ook naar
handelen.
Vraag 3
Deelt u de mening dat beheersing van de Nederlandse taal als sleutel kan dienen tot
een succesvolle integratie in Nederland?
Antwoord 3
Een goede beheersing van de Nederlandse taal is cruciaal voor een succesvolle integratie.
Het vergroot de kans op werk en maakt actieve deelname aan de samenleving mogelijk.
Daarnaast speelt taal een belangrijke rol in het leggen van sociale contacten, het
opbouwen van relaties en het uitbreiden van het sociale netwerk. Op deze manier draagt
taal bij aan maatschappelijke binding en versterkt het de sociale cohesie. Daarom
is het verbeteren van de taalvaardigheid van nieuwkomers een belangrijk speerpunt
in de Actieagenda Integratie en de Open en Vrije Samenleving.
Vraag 4
Hoeveel procent van de inburgeraars in de B1-route doet uiteindelijk examen op B1-niveau?
Hoeveel procent van de inburgeraars in de B1-route doet uiteindelijk examen op A2-niveau?
Kunt u de ontwikkelingen hiervan schetsen sinds de invoering van de Wet Inburgering
2021?
Antwoord 4
Zie antwoord vraag 2.
Vraag 5
Deelt u de mening, zoals geformuleerd door de heer Budak, dat het huidige inburgeringsstelsel
makkelijker is geworden voor inburgeraars in plaats van ambitieuzer? Zo ja, wat zijn
uw plannen om hier iets aan te doen? Zo niet, waarom niet?
Antwoord 5
Nee. De Onderwijsroute en de B1-route richten zich met taalniveau B1 op een hoger
taalniveau dan onder de Wi2013, waarin het beoogde taalniveau A2 was. Dit hogere taalniveau
vraagt een stevige inspanning van inburgeraars. Voor de Z-route geldt een uitgebreid
pakket aan eisen, van 800 uren taalonderwijs en 800 uren participatieactiviteiten.
Dit is een behoorlijke verzwaring ten opzichte van de Wi2013. In tegenstelling tot
de Wi2013 is het onder de Wi2021 vrijwel niet mogelijk om ontheffing van de inburgeringsplicht
te krijgen. Tot nu toe is slechts 1% ontheffing verleend, alleen op basis van een
medische indicatie, terwijl onder de Wi2013 ruim 20% werd ontheven. Dit laatste betrof
ontheffingen op basis van een medische indicatie en aantoonbaar geleverde inspanningen.
Ik wil deze intensiteit van de Z-route behouden. Tegelijkertijd wil ik meer inzetten
op taal op de werkvloer. Daarom kies ik voor een vernieuwde invulling van de urenverplichtingen.
Ik wil inburgeraars in de Z-route de mogelijkheid bieden om 200 uur taalonderwijs
in te vullen op de werkvloer. Het is belangrijk dat deze uren op de werkvloer betekenisvol
worden ingevuld met (betaald) werk. Ik denk hierbij aan startbanen en duale trajecten
in een Nederlandstalige werkomgeving. Door deze wijziging in de urenverplichtingen
stimuleer ik dat ook de overige participatie uren in de Z-route ingezet worden voor
toeleiding naar betaald werk. Ik werk deze wijziging verder uit in het Besluit inburgering
2021.
Vraag 6
In hoeverre hebben gemeenten de ruimte om van landelijke normen af te wijken door
individuen op een lager taalniveau in te schalen dan B1?
Antwoord 6
Inburgeraars worden door gemeenten, op basis van de brede intake en de verplichte
uniforme leerbaarheidstoets (LBT), ingedeeld in een passende leerroute: de Onderwijsroute,
B1-route of Z-route. De LBT zorgt voor een objectieve inschatting van het haalbare
taalniveau en komt grotendeels overeen met de daadwerkelijke route-indeling. Uit de
CBS Statistiek Wet inburgering 2021 – periode t/m 2024 – blijkt dat binnen de Z-route
12% van de asielstatushouders een LBT-resultaat had dat «B1 haalbaar» was. In de B1-route
had 17% van de asielstatushouders een LBT-resultaat «niet haalbaar». Dit laat zien
dat wanneer gemeenten afwijken van de LBT-uitslag, inburgeraars vaker op een traject
met een hoger taalniveau worden geplaatst (bijvoorbeeld van de Z-route naar de B1-route
of Onderwijsroute) dan andersom (van de B1-route of Onderwijsroute naar de Z-route).
Vraag 7
Bent u bereid om te onderzoeken of er minder uitzonderingsmogelijkheden kunnen worden
ingebouwd in het inburgeringsstelsel waardoor B1 de norm is en blijft voor mensen
behoudens psychische en lichamelijke klachten?
Antwoord 7
Het doel van het inburgeringsstelsel op het gebied van taalverwerving is dat inburgeraars
integreren op het hoogst haalbare taalniveau, bij voorkeur op niveau B1. Ik onderschrijf
dit uitgangspunt en moedig gemeenten en taalaanbieders aan om inburgeraars te ondersteunen
bij het behalen van een zo hoog mogelijk taalniveau. Tegelijkertijd is het niet voor
alle inburgeraars haalbaar om binnen de gestelde inburgeringstermijn van 3 jaar niveau
B1 te bereiken, bijvoorbeeld omdat zij bij aanvang analfabeet zijn of weinig tot geen
onderwijs hebben genoten. Zij hebben binnen de Wi2021 een stevige verplichting om
800 uren taalonderwijs en 800 uren participatieactiviteiten te verrichten.
Vraag 8
Bent u het eens met de stelling dat het onwenselijk is dat er een traject bestaat
waarbij inburgeraars kunnen «slagen» zonder examen te hoeven afleggen, de Z-route?
Antwoord 8
De Z-route vraagt om een intensieve inzet op taalverwerving, gecombineerd met participatie
in de praktijk. Inburgeringsplichtigen volgen 800 uur taallessen en nemen daarnaast
deel aan 800 uur praktijkgerichte participatieactiviteiten, die zoveel mogelijk aansluiten
bij hun mogelijkheden. Het hoofddoel van de Z-route is activering, participatie en
het vergroten van de zelfredzaamheid.
Hoewel het behalen van taalniveau A2 geen verplichting is binnen deze route, wordt
van taalscholen verwacht dat zij inburgeraars, waar mogelijk, op de verschillende
taalonderdelen naar een zo hoog mogelijk niveau begeleiden en toetsen. Ook wordt van
gemeenten verwacht dat zij inburgeraars stimuleren om centrale examens af te leggen,
wanneer tijdens het traject blijkt dat zij één of meerdere taalonderdelen op A2-niveau
kunnen beheersen. Zoals bij vraag 5 aangegeven wil ik met aanpassing van de Z-route
de arbeidsparticipatie van inburgeraars in deze route stimuleren.
Vraag 9
Wanneer regelt het kabinet de afspraak uit het Hoofdlijnenakkoord dat voor het verkrijgen
van een Nederlands paspoort in principe altijd een taaltoets wordt afgenomen op B1-niveau?
Antwoord 9
Een concept Besluit naturalisatietoets is in voorbereiding. Dit wordt naar verwachting
dit laatste kwartaal van dit jaar in (internet) consultatie gegeven.
Vraag 10
Bent u bereid om in gesprek te gaan met ervaren taaldocenten zoals de heer Budak,
om hun praktijkervaringen te benutten bij toekomstige aanpassingen van het inburgeringsbeleid?
Antwoord 10
Ja hiertoe ben ik bereid.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
J.N.J. Nobel, staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.