Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van de leden Van Vroonhoven en Idsinga over het behoud en exploitatie van de bruine vloot
Vragen van de leden Van Vroonhoven en Idsinga (beiden Nieuw Sociaal Contract) aan de Ministers van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap en van Economische Zaken over het behoud en exploitatie van onze bruine vloot (ingezonden 18 augustus 2025).
Antwoord van Minister Karremans (Economische Zaken), mede namens de Minister van Onderwijs,
Cultuur en Wetenschap (ontvangen 6 oktober 2025). Zie ook Aanhangsel Handelingen,
vergaderjaar 2024–2025, nr. 3041.
Vraag 1
Heeft u kennisgenomen van het artikel «Historische Vloot meert aan in Giethoorn op
weg naar Sail Amsterdam», waarin wordt beschreven hoe maar liefst 34 historische schepen
voor een tussenstop afmeerden in de haven aldaar?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Erkent u de waarde van deze bijzondere historische vloot, ook omdat het de kans geeft
om onze maritieme historie en de daarbij horende verhalen levend te houden?
Antwoord 2
Ons varend erfgoed geeft een beeld van onze rijke maritieme historie. Alle betrokkenen
bij dit cultureel erfgoed, vaak vrijwilligers, houden de verhalen levend en zorgen
er daarmee voor dat de volgende generaties hiervan kennis kunnen blijven nemen. Ook
druk bezochte evenementen als Sail dragen daar aan bij.
Vraag 3
Bent u op de hoogte van het pilotproject in de gemeente Harlingen om de toekomst van
de historische zeilvaart veilig te stellen?2
Antwoord 3
Ja, ik ben op de hoogte van de pilot «Rendabele Chartervloot».
Vraag 4
Deelt u de analyse dat het toekomstperspectief voor de historische zeilvaart door
eisen op het gebied van milieu en veiligheid onder druk staat en dat eigenaren/exploitanten
voor een grote opgave staan om hun schepen rendabel en duurzaam te maken?
Antwoord 4
Voor de veiligheid van de bruine vloot is het Ministerie van Infrastructuur & Waterstaat
(I&W) in samenwerking met de Inspectie Leefomgeving en Transport verantwoordelijk.
I&W is in samenwerking met de sector bezig de veiligheidsregelgeving te moderniseren.
Zij zijn zich terdege bewust van de beperkte financiële draagkracht van de ondernemers
in de sector en houden daar bij het stellen van de eisen rekening mee. Het aantoonbaar
verhogen van de veiligheid van de historische zeilvloot staat voorop. Naar aanleiding
van enkele dodelijke ongevallen is in de Kabinetsreactie op het OVV-rapport en de
Kamerbrieven benadrukt dat dit een gezamenlijke opgave is van alle partijen in de
keten. Hierin hebben de exploitanten, samen met de andere actieve partijen in deze
sector een gezamenlijke opgave.
Ook om de milieu-gerelateerde uitstoot van schepen terug te dringen leveren partijen
over de hele keten inspanningen.
Vraag 5
Op welke wijze is de Rijksoverheid bij deze pilot om de sector in deze opgave te ondersteunen
in Harlingen betrokken?
Antwoord 5
De pilot wordt gefinancierd vanuit de Regio Deal Noardwest Fryslân. Aan die Regio
Deal levert de Rijksoverheid een rijksbijdrage. In de Regio Deals werken Rijk en regio
samen aan een betere woon-, werk- en leefomgeving voor bewoners en ondernemers in
de regio. De Regio Deals: hoe werkt het? | Regio's | Rijksoverheid.nl
Vraag 6
Deelt u de mening dat we in Nederland trots moeten zijn op de historische chartervaart
als onderdeel van ons maritiem erfgoed en dat het daarom van belang is dat eigenaren/exploitanten
van historische zeilschepen toekomstperspectief hebben?
Antwoord 6
Nederland heeft een rijke maritieme geschiedenis. Voor de zorg van historische schepen
zetten vele (behouds)organisaties, eigenaren en vrijwilligers zich in. De chartervaart
draagt hieraan bij door schepen commercieel te exploiteren. Hieruit wordt het onderhoud
van de schepen gefinancierd. Toekomstperspectief is uiteraard van belang. De wijze
van exploitatie is een zaak van de desbetreffende ondernemers.
Vraag 7
Herinnert u zich het «plan van aanpak Nederlands varend erfgoed» dat onder begeleiding
van het Nederlands Bureau voor Toerisme en Congressen (NBTC) in 2021 is opgesteld
met de inspanningen van de vereniging voor de beroepschartervaart BBZ, vier provincies,
de Vereniging van Zuiderzeegemeenten en de Vereniging van Waddenzeegemeenten?3
Antwoord 7
Ja.
Vraag 8
Bent u bereid om met de NBTC te verkennen of en hoe de historische zeilvaart onderdeel
kan worden van de «verhaallijnen» voor Nederland, waarmee we de trots op het erfgoed
ook verbinden aan de geschiedenis van ons land en de toeristische potentie daarvan?
Antwoord 8
Nee. De verhaallijnen worden niet langer toegepast. Dit hangt samen met de afnemende
investeringsbereidheid van provincies en steden om bij te dragen aan deze verhaallijnen.
In plaats daarvan wordt ingezet op flexibelere vormen van samenwerking, onder meer
via cross-sectorale initiatieven op thema’s als Water en New Dutch. Gemeenten en provincies hebben daarmee ruimte om erfgoedbeleving op een eigen wijze
te versterken. Ook worden nieuwe initiatieven ontplooid via de Regiodeals (zie antwoord
op vragen 5 en 10).
Vraag 9
Bent u bereid om hierbij de gemeenten en provincies te betrekken waar de bruine vloot
van oudsher onderdeel is van de regionale identiteit en economie?
Antwoord 9
Nee, zie antwoord op vraag 8.
Vraag 10
Op welke wijze ondersteunt de Rijksoverheid het kwetsbare verdienmodel van de sector
op dit moment financieel en via welke faciliteiten worden eigenaren/exploitanten geholpen
bij het veiliger en duurzamer maken van hun schepen?
Antwoord 10
Via financiering van de Regio Deal. Rijk en regio zitten gezamenlijk aan tafel in
de Regio Deal. In de Regio Deal leveren Rijk en regio allebei een financiële bijdrage.
Vraag 11
Bent u bereid om te verkennen op welke wijze het aanwijzen van de historische zeilvaart
als «werelderfgoed» – ook financieel – kan bijdragen aan de instandhouding van de
vloot en daarbij bijvoorbeeld te bezien welke mogelijkheden er bestaan om het beroep
van schipper als immaterieel erfgoed aan te merken?
Antwoord 11
De UNESCO-conventie ter bescherming van immaterieel cultureel erfgoed, waar het hier
over gaat, richt zich op (het behoud van) kennis en vaardigheden die nodig zijn voor
de beoefening van een traditie, een ambacht of een sociale praktijk. Sinds december
2023 is het beroep «schipper bruine vloot» opgenomen in de Inventaris Immaterieel
Erfgoed Nederland. Daarnaast heeft het Koninkrijk der Nederlanden eens in de twee
jaar de mogelijkheid om één immaterieel erfgoed te nomineren voor de internationale
Representatieve Lijst van immaterieel erfgoed van het Unesco-verdrag. Aan de start
van de nominatieprocedure vraagt het Kenniscentrum Immaterieel Erfgoed Nederland (KIEN)
bij alle gemeenschappen op de inventaris uit, of zij zich willen kandideren voor deze
nominatieprocedure. Dit is het moment dat de gemeenschap van «schipper bruine vloot»
aan kan geven genomineerd te willen worden namens het Koninkrijk der Nederlanden.
Een nadere verkenning acht ik dus overbodig.
Alhoewel geen doel op zich kan een duiding als (immaterieel) werelderfgoed een positief
effect hebben op het aantrekken van meer nationale en internationale bezoekers en
daarmee op het genereren van extra inkomsten.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
V.P.G. Karremans, minister van Economische Zaken -
Mede ondertekenaar
G. Moes, minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.