Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van de leden Beckerman en Van Nispen over het bericht 'Leerlingen pesten elkaar met nepnaaktbeelden, middelbare scholen willen verbod op uitkleedapps'
Vragen van de leden Beckerman en Van Nispen (beiden SP) aan de Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap en de Minister van Justitie en Veiligheid over het bericht «Leerlingen pesten elkaar met nepnaaktbeelden, middelbare scholen willen verbod op uitkleedapps» (ingezonden 25 april 2025).
Antwoord van Minister Van Weel (Justitie en Veiligheid), mede namens de Staatssecretaris
van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (ontvangen 13 juni 2025). Zie ook Aanhangsel
Handelingen, vergaderjaar 2024–2025, nr. 2228.
Vraag 1
Bent u bekend met het onderzoek van Pointer (KRO-NCRV) waaruit blijkt dat op meerdere
middelbare scholen nepnaaktfoto’s en andere seksueel getinte beelden van leerlingen
worden verspreid, die met behulp van kunstmatige intelligentie (AI) zijn gegenereerd?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Wat is uw reactie op het feit dat 24 procent van de ondervraagde scholen aangeeft
dat pesten met dergelijke AI-beelden voorkomt en dat 10 procent meldt dat dit zelfs
meer dan vijf keer per jaar gebeurt?
Antwoord 2
Pesten is vreselijk en onacceptabel, of dat nu fysiek of digitaal gebeurt. Helaas
is pesten hardnekkig. Met de komst van AI is het nodig dat we met z’n allen nog scherper
zijn op het voorkomen van, en waar nodig optreden tegen, pesten. Daar waar scholen
strafbare feiten vermoeden, moedigen we hen aan dat ze aangifte doen bij de politie.
Vraag 3
Welke verantwoordelijkheid ziet u hierin voor scholen en welke voor de overheid?
Antwoord 3
Scholen hebben een wettelijke zorgplicht voor de veiligheid op school. Dat betekent
concreet dat zij veiligheidsbeleid moeten maken en een aanspreekpunt pesten en een
antipestcoördinator moeten hebben. Ook moeten scholen met de jaarlijks verplichte
schoolmonitor inzicht krijgen in de feitelijke en ervaren veiligheid, en het welbevinden,
van leerlingen.
De overheid biedt met een instellingssubsidie voor stichting School & Veiligheid ondersteuning
aan scholen bij het vormgeven van hun veiligheidsbeleid. Bijvoorbeeld met handreikingen
en e-learnings. Scholen kunnen voor individueel advies terecht bij hun adviespunt.
Bij (zeer) ernstige incidenten kunnen scholen altijd terecht bij het calamiteitenteam.
Ook de landelijke afspraak omtrent het verbod op mobieltjes in de klas draagt bij
aan een veilig schoolklimaat. Daardoor is het lastiger geworden om – in ieder geval
onder schooltijd – AI-gegenereerde beelden te verspreiden en in te zetten om leerlingen
te pesten.2
Vraag 4
Herkent u de zorgen van scholen dat zij onvoldoende middelen, kennis en ondersteuning
hebben om AI-gerelateerde pestincidenten tegen te gaan?
Antwoord 4
Wij herkennen dat het voor scholen een lastige opgave is om pesten tegen te gaan en
een positief pedagogisch klimaat op school te bevorderen. Tegelijkertijd is dat een
randvoorwaarde om tot goed onderwijs te komen. Om die reden heeft het Ministerie van
OCW vanaf 2025 extra geïnvesteerd in stichting School & Veiligheid, zodat zij meer
en betere ondersteuning aan scholen kunnen bieden.
Vraag 5
Wat doet u op dit moment om scholen, leerlingen en ouders beter te beschermen tegen
dit soort digitale beeldmanipulatie en online pesten?
Antwoord 5
Zoals aangegeven in het antwoord op vraag 4, heeft het Ministerie van OCW de ondersteuning
aan stichting School & Veiligheid geïntensiveerd.
Daarnaast is het van groot belang dat leerlingen digitaal geletterd zijn en dat ze
de betrouwbaarheid van online content kunnen beoordelen. In de nieuwe kerndoelen digitale
geletterdheid krijgen alle scholen met dit leergebied te maken: privacy, omgaan met
anderen en hoe jij je verhoudt tot anderen en tot digitale systemen, zijn allemaal
onderwerpen die aan bod komen. Het onderwerp AI heeft ook een belangrijke positie
binnen de kerndoelen: wat zijn de risico’s en beperkingen van een AI-systeem? En hoe
kan iemand herkennen dat ze te maken hebben met een AI-systeem?
Vraag 6
Wat kunt u scholen concreet extra aanbieden in de strijd tegen nepnaaktbeelden zodat
het wiel niet steeds opnieuw hoeft te worden uitgevonden?
Antwoord 6
Het Ministerie van OCW werkt aan het versterken van de digitale geletterdheid van
leerlingen via het curriculum. Het Netwerk Mediawijsheid biedt op de website doorverwijzingen
aan naar diverse netwerkpartners waar men terecht kan voor hulp. Denk hierbij bijvoorbeeld
aan de anonieme hulplijn Helpwanted van Offlimits, waar slachtoffers ondersteund kunnen
worden om content offline te halen, tips te krijgen voor het doen van aangifte of
doorverwijzingen naar andere hulporganisaties als Centrum Seksueel Geweld. Zo wordt
op een laagdrempelige manier informatie aangeboden en weten scholen of ouders waar
zij terecht kunnen.
Vraag 7
Erkent u dat het gebruik van AI-uitkleedapps en -websites een ernstige bedreiging
vormt voor de veiligheid en het welzijn van jongeren, zeker wanneer minderjarigen
doelwit zijn en wat gaat u concreet doen om dit aan te pakken?
Antwoord 7
Ja, wij erkennen dat het gebruik van AI-uitkleedapps en -websites een ernstige bedreiging
vormt voor de veiligheid en het welzijn van jongeren, zeker wanneer minderjarigen
doelwit zijn. Dit gedrag moet dan ook worden aangepakt en slachtoffers, waaronder
jongeren, dienen hiertegen te worden beschermd.
Het strafrechtelijk kader biedt verschillende mogelijkheden om tegen dit gedrag op
te treden. Zo is het misbruiken, pesten en afpersen met naaktbeelden, waaronder ook
met AI-gegenereerde nep naaktbeelden, strafbaar. De strafbaarstelling van artikel 254ba
van het Wetboek van Strafrecht omvat onder meer het, zonder toestemming van de afgebeelde,
vervaardigen van seksueel beeldmateriaal. Ook het openbaar maken en het voorhanden
hebben van dergelijke deepfakes vallen onder het bereik van artikel 254ba van het
Wetboek van Strafrecht. Wanneer het materiaal van minderjarigen betreft, is het kinderpornografisch
materiaal en valt het onder artikel 252 Wetboek van Strafrecht. Ook is het chanteren
met (nep)naaktbeelden (sextortion) strafbaar via afdreiging (artikel 318 Wetboek van
Strafrecht) of, wanneer ook gedreigd wordt met geweld, via afpersing (artikel 317
Wetboek van Strafrecht). Bovendien valt het afdwingen van seksuele interactie onder
dreiging van openbaarmaking van (nep) seksueel beeldmateriaal onder de reikwijdte
van de delictsvormen van aanranding en verkrachting (artikelen 240 t/m 243 van het
Wetboek van Strafrecht). Net als bij fysiek seksueel contact wordt op deze manier
namelijk inbreuk gemaakt op de lichamelijke en seksuele integriteit.
Naast de strafrechtelijke aanpak is het van groot belang dat de bewustwording over
de impact van misbruik met (nep)naaktbeelden vergroot wordt en aan slachtoffers passende
hulp wordt geboden. Het is om deze reden dat het Ministerie van JenV jaarlijks een
subsidie verleent aan Offlimits die sterk inzet op campagnes, voorlichting en onderzoek
op dit gebied en waar ook slachtoffers van online seksueel grensoverschrijdend gedrag
terecht kunnen. De anonieme hulplijn Helpwanted van Offlimits kan slachtoffers, zoals
bij het antwoord op vraag 6 al benoemd, ondersteunen om content offline te halen,
tips te krijgen voor het doen van aangifte of doorverwijzen naar andere hulporganisaties
als Centrum Seksueel Geweld.
Daarnaast hebben de Ministeries van OCW, VWS en JenV, samen met Rutgers, Halt, Offlimits,
School & Veiligheid en het Centrum voor Criminaliteitspreventie en Veiligheid de «Wegwijzer
in de aanpak en preventie van ongewenste sexting» gemaakt voor het primair onderwijs
en voortgezet onderwijs. De wegwijzer, waarin je onder meer toolkits, stappenplannen
en meldpunten voor advies vindt, wordt op dit moment geactualiseerd.
Vraag 8
Deelt u de opvatting van 87 procent van de scholen dat er een verbod moet komen op
AI-uitkleedapps en -websites? Zo nee, waarom niet? Zo ja, welke stappen zet u richting
een wettelijk verbod?
Antwoord 8
De zorgen van de scholen zijn terecht. We moeten hier dan ook aandacht aan blijven
besteden, bijvoorbeeld op school, maar ook thuis en als maatschappij in het geheel.
Een algemener verbod op het aanbieden van de uitkleedapps ligt op dit moment echter
niet voor de hand. Een dergelijk verbod kan makkelijk omzeild worden door nieuwe of
aangepaste technologie of aanbieders die vanuit het buitenland opereren.
Vraag 9
Bent u bereid om samen met platforms als Telegram, TikTok en Instagram te werken aan
strengere controle op het delen van gemanipuleerde seksuele beelden van minderjarigen?
Zo ja, hoe ziet die samenwerking eruit? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 9
Online platformen zijn onder de Digital Services Act (DSA) al verplicht om te modereren
zodra zij weet hebben van online illegale content. In dit geval gaat het om seksuele
beelden van minderjarigen; dit materiaal is ten alle tijden strafbaar. De DSA voorziet
in harmonisatie van de zorgvuldigheidsverplichtingen voor tussenhandeldiensten. Dat
betekent dat de verordening het niet toestaat dat Nederland in het nationale recht
aanvullende zorgvuldigheidsverplichtingen opneemt voor aanbieders van tussenhandeldiensten
die dezelfde doelstelling hebben als de verordening. Een strenger controleregime is
om die reden niet mogelijk.
Er wordt op verschillende manieren samengewerkt met de platformen om dit materiaal
zo snel mogelijk ontoegankelijk te maken of te verwijderen. Ten eerste zijn er met
de genoemde platformen goede contacten waarbij overleg plaats vindt als er zorgen
spelen of ideeën zijn omtrent de aanpak van het tegengaan van dergelijk materiaal.
Ten tweede is er in 2023 een publiek-private samenwerking ingericht omtrent het onderwerp
online content moderatie waarin verschillende soorten internetpartijen plaatsnemen
gezamenlijk met verschillende soorten overheidspartijen. Ten slotte financiert het
Ministerie van JenV een laagdrempelig meldvoorziening bij de stichting Offlimits:
Helpwanted. Ook via deze stichting wordt regelmatig overleg gevoerd met platformen
om het weren van dit type illegaal materiaal te verbeteren.
Vraag 10
Hoe voorkomt u dat de huidige wetgeving achterloopt op de snelle technologische ontwikkelingen
rond AI en beeldmanipulatie, zeker als het gaat om de bescherming van minderjarigen?
Antwoord 10
Het kabinet heeft onderzoek laten uitvoeren door het Wetenschappelijk Onderzoek- en
Documentatie Centrum naar de regulering van deepfakes. De centrale vraag in het onderzoek
was of de wetgeving in brede zin goed is toegerust op de opkomst van deepfake technologie.
De beleidsreactie is begin 2023 aangeboden aan de Tweede Kamer. Het onderzoek concludeert
dat de meest onwenselijke deepfakes, waaronder deepnudes, door het (straf)recht goed
kunnen worden geadresseerd.3
Vraag 11
Ziet u aanleiding om de huidige wet- en regelgeving rondom digitale kinderporno en
deepfakes te herzien of aan te scherpen, zodat deze beter aansluit bij de realiteit
van AI-gebruik in pesterijen en intimidatiepraktijken?
Antwoord 11
Op dit moment wordt geen aanleiding gezien voor het herzien of aanscherpen van de
huidige wet- en regelgeving rondom online seksueel misbruik van kinderen en deepfakes.
Mede gelet op de inwerkingtreding van de Wet seksuele misdrijven, die op 1 juli 2024
in werking is getreden en waarin de strafbepalingen techniekonafhankelijk zijn geformuleerd,
sluit de huidige wet- en regelgeving aan bij de realiteit van AI-gebruik in pesterijen
en intimidatiepraktijken. Zie in dit verband ook het antwoord op vraag 7 waarin de
relevante strafbaarstellingen zijn opgenomen.
Ook in het rapport «Online seksueel geweld» van 21 maart 2025, waarin Offlimits, Stichting
Landelijk Centrum Seksueel Geweld, Privacy First, Fonds Slachtofferhulp en Boekx Advocaten
de problematiek van online seksueel geweld en de juridische aspecten daarvan in kaart
hebben gebracht, wordt geconcludeerd dat het probleem bij het bestrijden van online
seksueel misbruik niet zit in het ontbreken van regelgeving. Er zijn voldoende wettelijke
grondslagen om online seksueel geweld aan te pakken.4
Vraag 12
Bent u bereid om voorlichting over de risico’s van AI-beelden en beeldmanipulatie
op te nemen in het lesaanbod van burgerschapsonderwijs en digitale weerbaarheid? Zo
ja, hoe en wanneer? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 12
Het beoordelen van de kansen en risico’s die AI-systemen kunnen bieden is al een wezenlijk
onderdeel in het leergebied van digitale geletterdheid. Het bespreken van de risico’s
van beeldmanipulatie en het bespreekbaar maken van de negatieve impact ervan past
goed binnen zowel het leergebied burgerschap als digitale geletterdheid.
Vraag 13
Bent u bereid om toe te werken naar een landelijke laagdrempelige voorziening waar
slachtoffers van bijvoorbeeld deepfakes of ander seksueel getint online beeldmateriaal
terechtkunnen?
Antwoord 13
Zoals ook bij het antwoord op vraag 9 aan de orde is gekomen, bestaat al een laagdrempelige
voorziening waar slachtoffers van bijvoorbeeld deepfakes of ander seksueel getint
online beeldmateriaal terechtkunnen, namelijk Helpwanted, onderdeel van Offlimits.
Helpwanted fungeert als centrale ingang voor het bieden van hulp aan slachtoffers
van online grensoverschrijdend gedrag in brede zin.
Helpwanted biedt zelf hulp aan slachtoffers, waaronder advies op maat en het verwijderen
van onrechtmatige en strafbare content, ondersteunt slachtoffers bij het doen van
aangifte of verwijst door naar specialistische hulp. Daarnaast zorgen de medewerkers
van Helpwanted ervoor dat, als er sprake is van strafbare content, het strafrechtelijke
traject wordt gefaciliteerd, onder meer door ervoor te zorgen dat eventueel bewijs
wordt verzameld en opgeslagen. Het starten en uitlopen van de opsporing blijft voorbehouden
aan de politie en het Openbaar Ministerie, maar Helpwanted helpt slachtoffers in de
aanloop naar de aangifte. Helpwanted fungeert in deze zin als eerste laagdrempelige
ingang voor slachtoffers voor het strafrechtelijke traject.
Vraag 14
Bent u bereid om met de Autoriteit online Terroristisch en Kinderpornografisch Materiaal
(ATKM) in gesprek te gaan en te bespreken of er voldoende middelen en mogelijkheden
zijn dergelijke beelden snel verwijderd te krijgen?
Antwoord 14
Uiteraard is het Ministerie van JenV doorlopend in gesprek met de ATKM over de middelen
en mogelijkheden die zij hebben ter uitvoering van hun wettelijke taken. De ATKM heeft
bevoegdheden om te handhaven op twee vormen van online materiaal: seksueel kindermisbruik
(kinderpornografisch materiaal) en terroristisch materiaal. De ATKM is een nieuwe
en relatief jonge autoriteit, waarvan de wettelijke bevoegdheden voor kinderpornografisch
materiaal pas op 1 juli 2024 in werking zijn getreden. De ATKM is onder meer opgericht
vanwege de specifieke problematiek rond online kinderpornografisch materiaal dat wordt
gehost door Nederlandse aanbieders van hostingdiensten of dat op Nederlandse servers
is opgeslagen. Zij heeft derhalve de wettelijke mogelijkheden om kinderpornografisch
materiaal (inclusief door AI gegenereerde beelden) te laten verwijderen met behulp
van een verwijderingsbevel. Voorbeelden van volwassenen heeft zij deze wettelijke
mogelijkheden niet.
Vraag 15
Kunt u met Offlimits in gesprek gaan over de online verspreiding van deepfakes op
middelbare scholen en wat er volgens Offlimits ondernomen moet worden en de Kamer
hierover informeren? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 15
Het Ministerie van JenV en Offlimits zijn regelmatig met elkaar, en andere belangrijke
partijen, in gesprek over misbruik van (nep) seksueel beeldmateriaal en de aanpak
daarvan.
Om de (online) verspreiding van dit soort deepfakes op middelbare scholen tegen te
gaan is het belangrijk dat het bewustzijn over de impact van misbruik met (nep)naaktbeelden
wordt vergroot, bijvoorbeeld door middel van campagnes, flyers en voorlichting op
school.
Daarnaast dient laagdrempelige en passende hulp beschikbaar te zijn, waaronder het
offline halen van onrechtmatige en strafbare content. Op bewustwording en hulpverlening
wordt door Offlimits op dit moment flink ingezet.
Offlimits heeft daartoe bijvoorbeeld vorig jaar een pilot met gemeente Amsterdam opgezet,
waarbij getoetst is in hoeverre meldingen vanuit Amsterdam kwamen en Helpwanted daartoe
in de behoefte voorziet, maar ook door lokaal campagnes te doen en informatie te verlenen
op scholen middels flyers en posters. Offlimits zou graag zien dat meer gemeenten
op deze wijze een stap vooruit zetten in de lokale informatievoorziening.
Daarnaast is in de aanpak van (nep) seksueel beeldmateriaal van belang dat het toezicht
vooraf, en de handhaving om achteraf snel af te dwingen dat seksueel beeldmateriaal
wordt verwijderd, wordt verbeterd, aldus de conclusies in het rapport «Online seksueel
geweld» van 21 maart 2025.5 Hierover zal de Kamer na de zomer worden geïnformeerd door middel van een kabinetsreactie
op dit rapport.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
D.M. van Weel, minister van Justitie en Veiligheid -
Mede ondertekenaar
M.L.J. Paul, staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.