Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Kostic over de schokkende beelden van ernstig dierenleed op een hertenboerderij
Vragen van het lid Kostić (PvdD) aan de Minister van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur over de schokkende beelden van ernstig dierenleed op een hertenboerderij (ingezonden 15 januari 2025).
Antwoord van Minister Wiersma (Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur), mede
namens de Staatssecretaris van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur (ontvangen
4 maart 2025). Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2024–2025, nr. 1222.
Vraag 1
Heeft u de beelden gezien die door onderzoeksgroep Ongehoord zijn gemaakt op een commerciële
hertenboerderij in Nijbroek?1
Antwoord 1
Ja, ik heb de beelden gezien.
Vraag 2
Hoe beoordeelt u deze beelden?
Antwoord 2
De beelden zijn schokkend en de manier waarop met de dieren wordt omgegaan lijkt onacceptabel.
Vraag 3
Kunt u bevestigen dat uit onderzoek blijkt dat edelherten een sterke vluchtreactie
hebben en behoefte hebben aan beschutte verstopplaatsen, maar dat de dieren op de
videobeelden geen enkele manier hebben om te vluchten of zich te verstoppen wanneer
er in de stal groepsgenoten worden neergeschoten?2
Antwoord 3
Uit onderzoek blijkt inderdaad dat het edelhert een sterke vluchtreactie heeft en
gebruik maakt van beschutte verstopplaatsen. De NVWA beoordeelt de ruwe beelden. Als
daarbij overtredingen van het dierenwelzijnsregels of andere regels worden vastgesteld,
zal de NVWA handhaven.
Vraag 4
Denkt u dat het schieten met een geweer in een stal met dieren die een sterke vluchtreactie
hebben het welzijn van die dieren schaadt? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 4
Bij het doden van dieren gelden strenge regels om het welzijn te waarborgen. Voor
herten die voor de productie van vlees worden gehouden gelden de regels in de Verordening
(EG) nr. 1099/2009, en mogen in Nederland met een geweerschot gedood worden. Dit wordt
gedaan door een vakbekwaam persoon met een verlof voor het met een geweerschot doden
van grofwild dat voor de vleesproductie is gekweekt. Het dier moet met een kopschot
worden gedood, en hoeft niet bedwelmd of verdoofd te worden. De houder van de dieren
dient te handelen conform geldende wet- en regelgeving en te borgen dat er geen vermijdbaar
lijden plaatsvindt.
Vraag 5
Heeft u ervan kennisgenomen dat de Stentor heeft geverifieerd dat uit de beelden blijkt
dat een hert nog steeds in leven was vijf minuten nadat het werd neergeschoten?3
Antwoord 5
Ja.
Vraag 6
Wat ging er door u heen toen u dit hoorde?
Antwoord 6
In het algemeen moet het doden van dieren zo respectvol en pijnloos mogelijk gebeuren.
Mochten er gevallen zijn waarbij dat niet gebeurt, dan is dat onacceptabel.
Vraag 7
Kunt u bevestigen dat de Europese slachtverordening voorschrijft dat pijn, angst,
spanning en lijden van dieren bij het doden zoveel mogelijk moet worden beperkt?
Antwoord 7
Ja, dit is correct. Artikel 3, lid 1, van verordening 1099/2009 inzake de bescherming
van dieren bij het doden schrijft voor dat bij het doden van dieren en daarmee verband
houdende activiteiten de dieren elke vermijdbare vorm van pijn, spanning of lijden
wordt bespaard.
Vraag 8
Deelt u het inzicht dat de praktijken die te zien zijn op de beelden, waaronder de
ernstige lijdensweg van vijf minuten en de stress en angst bij de andere dieren, niet
stroken met het zoveel mogelijk beperken van pijn, angst, spanning en lijden bij dieren?
Antwoord 8
Op de beelden die in december op de website van Ongehoord zijn gepubliceerd, lijkt
te zien dat er een vermijdbare vorm van pijn spanning of lijden bij een dier dat na
het schieten blijft spartelen en er niet ingegrepen wordt. Ook het doorsnijden van
de keel terwijl het dier nog bij bewustzijn lijkt te zijn, strookt niet met het vermijden
van lijden.
Vraag 9
Hoe vaak is de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) aanwezig geweest bij
het doden van herten op de betreffende hertenboerderij? Hoe kan het dat er niet eerder
is ingegrepen, maar dat deze misstanden aan het licht moesten komen door beelden van
een onderzoeksgroep?
Antwoord 9
De NVWA is niet bij het doden van herten op een hertenboerderij aanwezig. De toezichthoudend
dierenarts van de NVWA keurt maximaal 24 uur voor het doden de dieren op gezondheid
en geschiktheid voor de slacht. Het is toegestaan om dieren zonder toezichthoudend
dierenarts te doden op een hertenboerderij. Ook in deze situatie geldt dat de ondernemer
er voor dient te zorgen dat er geen vermijdbaar lijden plaatsvindt.
Vraag 10
Bent u van mening dat de dodingspraktijk die te zien is op de beelden getuigt van
voldoende aantoonbare kennis en vaardigheden om het doden «humaan» en doeltreffend
uit te voeren, zoals als eis wordt gesteld door de NVWA, op basis van de Europese
slachtverordening? Zo ja, waarop baseert u dat?4
Antwoord 10
Het onderzoek van de NVWA naar deze beelden loopt, waardoor er over deze vraag nog
geen uitspraak gedaan kan worden.
Vraag 11
Klopt het dat diegene die op de beelden de herten neerschiet door de NVWA is beoordeeld
en een goede score haalde voor onder meer de categorieën «welzijn voor het slachten»
en «welzijn tijdens het slachten»? Hoe verklaart u dit?
Antwoord 11
Nee, dit klopt niet. Een dergelijke beoordeling doet de NVWA niet.
Vraag 12
Wat betekenen de beelden voor de beoordeling van de betreffende hertendoder?
Antwoord 12
Zie het antwoord op vraag 11.
Vraag 13
Deelt u de mening van de NVWA dat de werkwijze van deze hertenboerderij, zoals te
zien op de beelden, «absoluut onacceptabel» is? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 13
Ik deel de mening van de NVWA.
Vraag 14
Kunt u bevestigen dat de NVWA sinds de inwerkingtreding van de Wet aanpak dierenmishandeling
en dierverwaarlozing de bevoegdheid heeft om een bedrijf te sluiten als het welzijn
van dieren in gevaar wordt gebracht?
Antwoord 14
De NVWA kan op basis van de Wet dieren, zoals gewijzigd bij de Wet aanpak dierenmishandeling
en dierenverwaarlozing, een bedrijf tijdelijk sluiten. Dit is een bestuursrechtelijke
maatregel die herstel als doel heeft en daarom alleen voor een beperkte periode kan
worden opgelegd. Een zwaar middel als een tijdelijke sluiting kan door de overheid
worden ingezet wanneer dat in het concrete geval voldoende evenredig en proportioneel
is.
Vraag 15
Kunt u bevestigen dat het welzijn van de edelherten in gevaar is gebracht op de betreffende
boerderij?
Antwoord 15
De NVWA beoordeelt de ruwe beelden. Als daarbij overtredingen van het dierenwelzijn
of anderszins worden vastgesteld, zal de NVWA handhaven.
Vraag 16
Is de hertenboerderij gesloten na het verschijnen van de beelden van het ernstige
dierenleed? Zo nee, bent u, in samenwerking met de NVWA, alsnog van plan om dit bedrijf
te sluiten? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 16
Zie het antwoord op vraag 15.
Vraag 17
Kunt u aangeven hoeveel commerciële hertenboerderijen er in Nederland zijn?
Antwoord 17
Op dit moment zijn er in I&R 191 locaties met hertachtigen geregistreerd. Uit deze
registraties kan echter niet afgeleid worden met welk doel de dieren worden gehouden;
dit getal bevat bijvoorbeeld ook hertenkampen, kinderboerderijen en particulieren
die herten houden. Het exacte aantal hertenboerderijen met als doel vleesproductie
is dus niet bekend.
Vraag 18
Hoeveel van deze boerderijen maken gebruik van een vuurwapen om de dieren te doden?
Hoeveel van deze boerderijen brengen de dieren naar een slachthuis?
Antwoord 18
Zoals benoemd in de beantwoording van vraag 17 is het exacte aantal hertenboerderijen
met als doel vleesproductie, en daarmee ook het aantal dat gebruik maakt van een vuurwapen
bij het doden, niet bekend.
Vraag 19
Hoeveel NVWA controles zijn er in de afgelopen drie jaar, uitgesplitst naar jaar,
geweest bij commerciële hertenboerderijen? Hoeveel overtredingen zijn hierbij geconstateerd,
hoeveel waarschuwingen zijn er gegeven en hoeveel boetes zijn er opgelegd?
Antwoord 19
Er zijn in de afgelopen drie jaar geen inspecties geweest bij commercieel gehouden
hertenboerderijen, anders dan de AM-keuring die plaatsvindt voor het doden van de
dieren (zie vraag 9).
Vraag 20
Hoe vaak is de NVWA de afgelopen drie jaar, uitgesplitst naar jaar, aanwezig geweest
bij hetdoden van herten op hertenboerderijen? Hoeveel overtredingen zijn hierbij geconstateerd,
hoeveel waarschuwingen zijn er gegeven en hoeveel boetes zijn er opgelegd?
Antwoord 20
Zie het antwoord op vraag 19.
Vraag 21
Hoeveel mensen zijn in Nederland bevoegd (hebben aantoonbare kennis en vaardigheden)
om herten in stallen te doden door middel van een geweerschot?
Antwoord 21
Nederland telt ongeveer 28.000 personen met een omgevingsvergunning voor een jachtgeweeractiviteit
(voorheen: jachtakte) die in aanmerking komen voor een verlof als benoemd in de beantwoording
van vraag 4. Zoals gemeld in het antwoord op vraag 4 zijn er regels die het welzijn
van de te doden dieren beschermen (verordening 1099/2009).
Vraag 22
Kunt u uitsluiten dat meer van deze bevoegde mensen ernstig dierenleed veroorzaken
door herten te doden op vergelijkbare wijze zoals te zien is op de videobeelden? Zo
ja, op welke manier?
Antwoord 22
De houder van de dieren dient te handelen conform geldende wet- en regelgeving en
te borgen dat er geen vermijdbaar lijden plaatsvindt. De regelgeving schrijft voor
dat deze manier van doden gedaan wordt door vakbekwame personen, die in het bezit
zijn van een verlof zoals benoemd in de beantwoording van vraag 4. Toezicht vormt
daarop het sluitstuk, het is niettemin in de praktijk nooit volledig uit te sluiten
dat regels niet worden nageleefd.
Vraag 23
Hoe gaat u waarborgen dat er een einde komt aan dit ernstige dierenleed?
Antwoord 23
Dierenleed dient te allen tijde voorkomen te worden. De houder van de dieren dient
te handelen conform geldende wet- en regelgeving en te borgen dat er geen vermijdbaar
lijden plaatsvindt. Dat er bij één bedrijf misstanden lijken te zijn, betekent niet
dat het er bij alle bedrijven zo aan toe gaat. Ik zal over dit onderwerp in gesprek
gaan met de Vereniging van Nederlandse Hertenhouders, waar het merendeel van de hertenhouders
die herten houdt voor productie is aangesloten.
Vraag 24
Kunt u bevestigen dat het dierenwelzijnspanel van de Europese Autoriteit voor voedselveiligheid
(EFSA) al in 2006 stelde dat het neerschieten van commercieel gefokte herten kan leiden
tot ernstige welzijnsproblemen, omdat het dier niet altijd in één keer dood is?5
Antwoord 24
De EFSA geeft aan dat de beste methode om dieren te doden die niet gewend zijn aan
handelingen, is om de dieren in het veld of in een verzamelplaats te schieten. Het
schieten vereist dan wel een hoog niveau van kunde en training, zodat het dier in
één keer dood is. (The EFSA Journal (2006) 326, 1–18, «The welfare aspects of the
main systems of stunning and killing applied to commercially farmed deer, goats, rabbits,
ostriches, ducks, geese and quail»)
Vraag 25
Kunt u bevestigen dat de EFSA in dat onderzoek tevens stelt dat andere bedwelmings-
en dodingsmethoden voor stressgevoelige edelherten, zoals het doden in slachthuizen,
ook voor veel leed en stress zorgt door het transport en het nauwe contact met mensen?
Antwoord 25
Dat klopt. Deze herten zijn niet gewend aan handelingen, waardoor vangen en vervoeren
en slachten op een slachthuis ook veel spanning zal veroorzaken. Het betreffende rapport
stelt dat het gebruik van een vuurwapen daarom welzijnsvoordelen heeft ten opzichte
van andere methodes, zie vraag 24.
(The EFSA Journal (2006) 326, 1–18, «The welfare aspects of the main systems of stunning
and killing applied to commercially farmed deer, goats, rabbits, ostriches, ducks,
geese and quail»)
Vraag 26
Deelt u de mening dat hierdoor zeer lastig of zelfs onmogelijk is om herten op een
dierwaardige manier te fokken, houden en doden voor hun vlees? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 26
Nee, deze mening deel ik niet. Het is in Nederland toegestaan om (dam- en edel-)herten
te houden voor vleesproductie. Zoals eerder aangegeven zijn er strenge regels voor
het doden van de dieren om het leed te minimaliseren.
Vraag 27
Kunt u deze vragen één voor één en binnen de daarvoor gestelde termijn beantwoorden?
Antwoord 27
De beantwoording van deze vragen heeft coördinatie tussen de Ministeries van LVVN
en J&V, de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland, de NVWA en politie vereist, waardoor
de beantwoording langer duurde dan de daarvoor gestelde termijn.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
F.M. Wiersma, minister van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur -
Mede ondertekenaar
J.F. Rummenie, staatssecretaris van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.