Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Sneller over het artikel 'Hoofdeconoom BNP Paribas: ‘Kom gewoon met een pan-Europees regime voor bedrijven'
Vragen van het lid Sneller (D66) aan de Minister van Economische Zaken over het artikel «Hoofdeconoom BNP Paribas: «Kom gewoon met een pan-Europees regime voor bedrijven»» (ingezonden 15 januari 2025).
Antwoord van Minister Beljaarts (Economische Zaken) (ontvangen 10 februari 2025).
Vraag 1
Bent u bekend met het bericht «Hoofdeconoom BNP Paribas: «kom gewoon met een pan-Europees
regime voor bedrijven»»?1
Antwoord 1
Ja, ik ben bekend met het artikel.
Vraag 2
Erkent u het probleem dat het huidige systeem van verschillende nationale regels binnen
Europa het moeilijk maakt om grensoverschrijdend te opereren?
Antwoord 2
Ja, verschillen in regelgeving en verschillen in implementatie en toepassing van de
interne marktregels tussen lidstaten kunnen leiden tot ongerechtvaardigde belemmeringen
op de interne markt, die het vrije verkeer van goederen, diensten, kapitaal en personen
kunnen hinderen. Ondanks dat op veel terreinen al veel geharmoniseerde regelgeving
bestaat, kunnen dergelijke verschillen in nationale regels, implementatie en toepassing
nog steeds een barrière vormen die grensoverschrijdend opereren voor ondernemers,
burgers of investeerders lastiger maakt. In het regeerprogramma heeft het kabinet
benadrukt dat zij zich wil inzetten voor versterking van de interne markt, op grond
van de kabinetsbrede actieagenda, en vermindering van ongerechtvaardigde belemmeringen.
Vraag 3
Erkent u dat een goed functionerend systeem van vrij verkeer van personen, goederen
en kapitaal essentieel is voor de welvaart van Nederland?
Antwoord 3
Ja, dat erken ik. De Europese interne markt is immers het fundament van de Europese
economie en het concurrentievermogen van Europa, waar alle EU-burgers en bedrijven
in alle lidstaten van profiteren. Op de Europese interne markt hebben Nederlandse
bedrijven directe toegang tot een markt van meer dan 450 miljoen mensen, en daarmee
vormt de markt één van de bases voor onze economie en welvaart. Aanbevelingen voor
het versterken van de Europese interne markt en het vrij verkeer staan met name in
het Letta-rapport. Het kabinet onderschrijft deze aanbevelingen in grote mate2. Het Draghi-rapport verwijst hiernaar en borduurt hierop voort3.
Dankzij een succesvolle oproep vanuit EU-lidstaten, waaronder Nederland, zal de nieuwe
Commissie voor juli 2025 met een horizontale interne marktstrategie komen. Nederland
werkt samen met andere lidstaten om de Commissie hier concrete input voor te geven.
Het kabinet heeft tien concrete suggesties voor belemmeringen en onderwerpen die de
genoemde strategie moet adresseren, zoals het verbieden van territoriale leveringsbeperkingen4. Ook op het terrein van het vrij verkeer van kapitaal is de Commissie middels de
kapitaalmarktunie voornemens om deze te versterken.
Vraag 4
Deelt u de analyse dat een verdere integratie van de Europese kapitaalmarkt bevorderlijk
is voor de Nederlandse welvaart?
Antwoord 4
Die analyse deel ik. De kapitaalmarktunie is een belangrijke route voor het versterken
van het Europese en Nederlands concurrentievermogen. Door meer Europees kapitaal te
mobiliseren en het aantrekkelijker te maken om in Europese bedrijven en (innovatieve)
projecten te investeren, draagt de kapitaalmarktunie bij aan het – onder druk staande –
Europese en Nederlands concurrentievermogen en productiviteitsgroei. Zoals ook beschreven
in mijn visie op het EU-concurrentievermogen, staat toekomstige welvaart onder druk
door achterblijvend concurrentievermogen en productiviteitsgroei5. Door de gefragmenteerde en onderontwikkelde kapitaalmarkten is er voor bedrijven
onvoldoende toegang tot financiering, in bijzonder meer risicodragende vormen van
financiering, ook in Nederland. Hierdoor kunnen Europese bedrijven niet doorgroeien
en hun kennis en innovatie valoriseren. Zoals door de Minister van Financiën is toegezegd
zal het kabinet in het eerste kwartaal van 2025 zijn inzet ter versterking van de
kapitaalmarktunie uw Kamer doen toekomen.
Vraag 5
Hoe staat het kabinet tegenover een nieuw en vrijwillig Europees regelgevingskader
voor bedrijven, faillissementen, hypotheken en pensioenen dat parallel aan bestaande
nationale wetgeving van de EU-lidstaten bestaat?
Antwoord 5
Het kabinet heeft in beginsel een positieve grondhouding naar voorstellen die bijdragen
aan grensoverschrijdend opereren, de kapitaalmarktunie en het vrije verkeer op de
interne markt, gezien het eerder beschreven belang hiervan. De Europese Commissie
is voornemens om met een voorstel voor een 28e regime te komen zodat innovatieve bedrijven kunnen profiteren van één EU-breed regelgevend
kader, zoals opgenomen in de politieke richtlijnen van Commissievoorzitter Von der
Leyen6, de missiebrief voor de Eurocommissaris voor Justitie7, en de door de Commissievoorzitter opgerichte Project Groep voor start- en scale-ups8. De exacte reikwijdte hiervan is op dit moment nog niet bekend. De Commissie heeft
in het Competitiveness Compass9 aangegeven dat dit 28e regime mogelijk zal zien op (delen van) het ondernemingsrecht, insolventierecht,
arbeidsrecht en fiscaal recht. Het kabinet ziet uit naar dit voorstel en zal het beoordelen
op zijn merites in een zogeheten BNC-fiche en uw Kamer via de geëigende wegen informeren.
Het kabinet ziet op dit moment geen toegevoegde waarde van een vrijwillig Europees
regelgevingskader voor hypotheken of pensioenen, omdat deze markten een sterk nationaal
karakter kennen en in het geval van de pensioenmarkt ook met sociale partners wordt
vormgegeven. Het kabinet ziet daarom geen reden voor een 28e regime voor deze rechtsgebieden en acht het wenselijk om te focussen op terreinen
waar dit wel het geval is, zoals voor bedrijven die willen opschalen en beleggers
die (grensoverschrijdend) willen investeren in het kader van de kapitaalmarktunie.
Vraag 6
Hoe staat het kabinet tegenover het verkennen van de mogelijkheden voor een Europese
rechtsvorm voor bedrijven zodat het voor ondernemers makkelijker wordt om grensoverschrijdend
te opereren?
Antwoord 6
Het kabinet kijkt uit naar een voorstel voor een 28e regime voor bedrijven, zoals door de Commissie is aangekondigd. Zie verder mijn antwoord
op vraag 5.
Vraag 7
Bent u bereid hierover met de Europese Commissie in overleg te treden en hierover
aan de Kamer terug te rapporteren?
Antwoord 7
Zie antwoord vraag 5.
Vraag 8
Mocht de Europese Commissie niet tot initiatief over willen gaan, bent u dan bereid
dit in een volgende Raad voor Concurrentievermogen te agenderen en hierover aan de
Kamer terug te rapporteren?
Antwoord 8
Zoals toegelicht in mijn antwoord op vraag 5 is de Commissie voornemens om met een
dergelijk voorstel te komen.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
D.S. Beljaarts, minister van Economische Zaken
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.