Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Stoffer over christenvervolging in Afrika
Vragen van het lid Stoffer (SGP) aan de Minister van Buitenlandse Zaken over christenvervolging in Afrika (ingezonden 17 oktober 2025).
Antwoord van Minister Van Weel (Buitenlandse Zaken) (ontvangen 5 november 2025).
Vraag 1
Bent u bekend met de voortdurende aanvallen op christelijke dorpen in Nigeria, zoals
de recente moord op dertien christenen in de deelstaat Plateau?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Erkent u dat het belangrijk is om de religieuze dimensie van dergelijke moordpartijen
te onderkennen en deze niet te versmallen tot spanningen en conflicten over lokale
machtsverhoudingen? Hoe vertaalt dit zich in het Nederlandse beleid?
Antwoord 2
Het kabinet erkent de religieuze dimensie van deze aanvallen. Naast religie en etniciteit
heeft het conflict meerdere dimensies, waaronder klimaatverandering, armoede en een
afwezige overheid. Uiteraard heeft het kabinet hierbij ook oog voor de positie van
christenen.
Vrijheid van religie en levensovertuiging is een van de vijf prioriteiten in het mensenrechtenbeleid
en een belangrijke pijler in de Nederlandse inzet in Nigeria. Nederland ondersteunt
in Nigeria verschillende maatschappelijke organisaties die zich inzetten voor interreligieuze
dialoog en conflictpreventie.
Vraag 3
Welke bilaterale contacten heeft u de afgelopen maanden gehad met de Nigeriaanse overheid
om daarin op te roepen om de christelijke gemeenschappen te beschermen, straffeloosheid
tegen te gaan en berechting van de daders te bevorderen?
Antwoord 3
Nederland zet zich in bilaterale contacten blijvend in voor conflictpreventie en bescherming
van burgers in Nigeria. Zo is deze zorg ook consistent overgebracht in gesprekken
in de afgelopen maanden. Tijdens zijn bezoek aan Nigeria in mei 2025 heeft de Mensenrechtenambassadeur
uitgebreid aandacht besteed aan het recht op vrijheid van godsdienst en levensovertuiging
in contacten met overheid, religieuze leiders en maatschappelijke organisaties.
Vraag 4
Bent u bereid om de diplomatieke en humanitaire inspanningen te intensiveren?
Antwoord 4
Nederland volgt de situatie in Nigeria nauwlettend en bekijkt voortdurend hoe onze
inzet te verbeteren op conflictpreventie, stabiliteit en vrijheid van religie en levensovertuiging
binnen de beschikbare middelen. Verder vindt binnenkort een politieke dialoog plaats
met vertegenwoordigers van de Nigeriaanse overheid, waarbij ook deze kwestie aan de
orde zal worden gebracht.
Vraag 5
Bent u bijvoorbeeld bereid om in eigen persoon bij de Nigeriaanse overheid aandacht
te vragen voor betere bescherming van christenen?
Antwoord 5
De Minister-President heeft in recent contact de Nigeriaanse overheid opgeroepen tot
betere bescherming van haar burgers, waaronder christenen. Het kabinet blijft mensenrechten,
waaronder vrijheid van religie en levensovertuiging, stelselmatig aan de orde stellen
in de brede bilaterale dialoog met Nigeria en in multilaterale context op alle mogelijke
niveaus.
Vraag 6
Kunt u aangeven hoe het kabinet opvolging heeft gegeven aan de motie van het lid Ceder
c.s. (Kamerstuk 21 501-20, nr. 2254) om zich in te zetten voor gerichte EU-maatregelen ter ondersteuning van religieuze
minderheden, waaronder diplomatieke druk, veiligheidsmaatregelen en humanitaire hulp
aan getroffen gemeenschappen in Nigeria?
Antwoord 6
Het kabinet is voornemens dit onderwerp dit jaar nog op te brengen in het Politiek
en Veiligheidscomité waar mensenrechten gerelateerde onderwerpen centraal staan. Ook
tijdens de aankomende EU-AU top is Nederland van plan dit thema te benoemen. Het kabinet
zal uw Kamer hier binnenkort over informeren.
Vraag 7
Bent u bereid opnieuw via de Permanente Vertegenwoordiging in Brussel aan te dringen
op spoedige aanstelling van de nieuwe EU-Speciaal Gezant Godsdienstvrijheid?
Antwoord 7
Nederland blijft dit onderwerp consequent aankaarten in EU-verband, onder meer via
de Permanente Vertegenwoordiging in Brussel. In juni heeft mijn voorganger dit punt
ook nog besproken met mevrouw Kallas, Hoge Vertegenwoordiger van Buitenlandse Zaken.
Het kabinet blijft aandringen op een spoedige invulling van de functie, gezien het
belang van een consistente en zichtbare Europese inzet op dit terrein.
Vraag 8
Kunt u aangeven wat de Speciaal Gezant voor Religie en Levensovertuiging in de afgelopen
periode heeft gedaan om geweld tegen christenen in Nigeria, maar ook christenvervolging
in andere landen in Sub-Sahara-Afrika diplomatiek aan te kaarten?
Antwoord 8
De Speciaal Gezant volgt de situatie in Nigeria en andere landen in Sub-Sahara-Afrika
nauwgezet en zet zich actief in voor de bescherming van religieuze minderheden, waaronder
christenen. Nederland vraagt in multilaterale fora, zoals de VN-Mensenrechtenraad,
aandacht voor religieus geweld en roept op tot betere bescherming van kwetsbare groepen,
waaronder in Nigeria.
Daarnaast onderhoudt de Speciaal Gezant structureel contact met ngo’s en religieuze
organisaties en werkt nauw samen met gelijkgezinde landen, onder meer via de International
Religious Freedom or Belief Alliance om de situatie in Nigeria en andere landen in
Sub-Sahara-Afrika aan te kaarten. Ook heeft de Mensenrechtenambassadeur tijdens zijn
bezoek aan Nigeria op 22 en 23 mei jl. specifiek aandacht besteed aan de positie van
o.a. christenen en religieuze minderheden.
Vraag 9
Erkent u dat de moord op duizenden christen in Nigeria en omliggende landen te weinig
diplomatieke aandacht krijgt? Bent u bereid om het tegengaan van de christenvervolging
in de Sub-Sahara-Afrika meer prioriteit te geven in Europese en internationale gremia?
Antwoord 9
Het kabinet blijft de situatie van christenen en andere religieuze minderheden in
Nigeria en Sub-Sahara-Afrika nauwlettend volgen en aan de orde stellen.
De Nigeriaanse regering wordt door Nederland, de EU en internationale organisaties
zoals de VN-Mensenrechtenraad met regelmaat bevraagd en aangesproken over de situatie
van de rechten van de mens, waaronder vrijheid van religie en levensovertuiging, en
de noodzaak betere bescherming te bieden aan burgers. Het kabinet zal deze inzet onverminderd
voortzetten en ook in Europees en internationale gremia blijven pleiten voor deze
rechten, en aandacht voor de situatie van christenen en andere religieuze minderheden.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
D.M. van Weel, minister van Buitenlandse Zaken
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.