Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Gabriëls over de gang van zaken rondom het toepassen van staalslakken met schadelijke gevolgen voor milieu en daarbij volksgezondheid en de rol van het Ministerie, Rijkswaterstaat en andere partijen
Vragen van het lid Gabriëls (GroenLinks-PvdA) aan de Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat over de gang van zaken rondom het toepassen van staalslakken met schadelijke gevolgen voor milieu en daarbij volksgezondheid en de rol van het Ministerie, Rijkswaterstaat en andere partijen (ingezonden 4 juli 2025).
Antwoord van Staatssecretaris Aartsen (Infrastructuur en Waterstaat) (ontvangen 22 september
2025).
Vraag 1
Wanneer komt de toegezegde tijdlijn van het interne onderzoek naar aanleiding van
de reportage van Nieuwsuur?1
Antwoord 1
Naar aanleiding van de berichtgeving van NOS en Nieuwsuur op 16 mei jl. is grondig
uitgezocht wat er in het verleden heeft plaatsgevonden. De tijdlijn wordt gelijktijdig
met het antwoord op deze Kamervragen per brief aan de Kamer toegestuurd.
Vraag 2 en 3
Waarom schrijft u in uw beantwoording van eerdere schriftelijke vragen met betrekking
tot staalslakken van 16 mei jl.2 dat de regelgeving het bevoegd gezag voldoende instrumentarium biedt om preventief
te handhaven, terwijl de Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT) dit bestrijdt?
Waarom schrijft u in diezelfde beantwoording dat in de huidige regelgeving wordt geborgd
dat het toepassen van staalslakken niet ten koste gaat van de bodem- en waterkwaliteit,
terwijl de ILT stelt dat de regelgeving niét kan borgen dat milieuschade wordt voorkomen?
Hoe verklaart u het verschil met uw voorstelling van zaken?
Antwoord 2 en 3
Mijn voorganger beschreef dat de regelgeving op dit moment voldoende instrumentarium
biedt aan het bevoegde gezag om preventief te handhaven. Hij gaf daarbij aan dat het
probleem is dat bevoegd gezag niet altijd vooraf op de hoogte is van voorgenomen toepassingen.
Ook schreef hij dat toepassingen van staalslakken als bouwstof primaire bouwstoffen
kunnen vervangen en dat stort kan worden voorkomen. Hij gaf aan dat dit niet ten koste
mag gaan van de bodem- en waterkwaliteit en dat dit wordt geborgd in de desbetreffende
regelgeving.
Dit standpunt is niet gewijzigd. De specifieke eigenschappen van staalslak zijn bekend,
de leverancier moet hierover informeren, en bij toepassing is de toepasser verplicht
hiermee rekening te houden. Dit geeft invulling aan de zorgplicht, en hierop kan toezicht
en handhaving plaatsvinden. Desalniettemin blijken er toch te vaak toepassingen van
staalslak plaats te vinden waar onvoldoende rekening is gehouden met de specifieke
eigenschappen van staalslak, wat heeft geleid tot risico’s voor mens en milieu. Dat
onjuiste toepassingen te vaak plaatsvinden wordt bevestigd door ILT.
Vraag 4
Waarom heeft de directeur-generaal van Rijkswaterstaat (RWS) in de hoorzitting met
Rijkswaterstaat en de ILT over de besluitvorming rond het gebruik van vervuilende
staalslakken d.d. 3 juli jl. aangegeven dat milieuproblemen géén redenen zijn geweest
om een besluit te nemen over het aanpassen van het eisenpakket voor aannemers in 2009
(met als gevolg dat er geen staalslakken meer gebruikt werden voor projecten van RWS
op land), terwijl uit eigen antwoorden van RWS op vragen van de NOS wordt gezegd:
«Eerder waren er in andere situaties al verhogingen van de zuurgraad (pH) geconstateerd
in het oppervlakte- of grondwater na het toepassen van staalslakken. Dit is al te
lezen in de circulaire van VROM.»? Kunt u hierover een feitelijke en een gevoelsmatige reflectie geven, gezien blijkt
dat er wel degelijk gevallen van milieuschade bekend waren?
Antwoord 4
In 2005 heeft de Staatssecretaris van VROM de «Circulaire Toepassing van staalslak
en hoogovenslak(zand) in aanvullingen en ophogingen» gepubliceerd. Aanleiding voor
deze circulaire was dat er in een aantal situaties negatieve milieueffecten waren
opgetreden, doordat onvoldoende rekening werd gehouden met de specifieke eigenschappen
van deze bouwstoffen.
De circulaire gaf aanwijzingen hoe milieu-hygiënisch verantwoord kon worden omgegaan
met deze bouwstoffen, ter invulling van de wettelijke zorgplicht. De aanleiding en
inhoud van deze circulaire was in de gehele keten bekend; bij (overheids-)opdrachtgevers,
aannemers, leveranciers en bevoegde gezagen.
De technische kaders oftewel eisen-sets van Rijkswaterstaat, zoals die voor rijkswegen,
geven de ontwerpuitgangspunten voor civieltechnische constructies. Deze hebben een
geheel ander doel dan de genoemde circulaire of de wettelijke eisen (inclusief de
zorgplicht) voor het vanuit milieu-hygiënisch oogpunt zorgvuldig toepassen van bouwstoffen.
Doel is om binnen Rijkswaterstaat (voor de eigen werken) landelijke uniformiteit aan
te brengen in de eisen op het gebied van onder meer de geometrie, zettingen, stabiliteit
en materiaalkeuze.
Tijdens de hoorzitting heeft de directeur-generaal Rijkswaterstaat uitgelegd dat er
onderscheid bestaat tussen de technische kaders of eisen-sets voor de bovenbouw (de
asfaltverhardingslagen) en onderbouw (de ondergrond) van wegen. In 2009 is er door
Rijkswaterstaat geen besluit genomen om staalslakken bij projecten op land niet meer
toe te (laten) passen. Wel gold vanaf 2009 dat Rijkswaterstaat voor de bovenbouw van
wegen mengsels met een relatief hoog percentage aan staalslakken en/of hoogovenslakken
niet langer als standaard funderingsmateriaal beschouwde. Vanaf dat moment moest er
voorafgaand aan eventuele toepassing een validatietraject worden doorlopen om de civieltechnische
geschiktheid voor de beoogde toepassing aan te tonen. In de eisen-set van 2011 is
expliciet aangegeven dat funderingen van deze mengsels helemaal niet meer konden worden
toegepast in verband met de onderhoudsgevoeligheid op langere termijn ten gevolge
van onder andere scheurvorming in het asfalt. Vanaf 2017 is in de eisen-set voor de
onderbouw van wegen aangegeven dat Rijkswaterstaat geen materiaal-specifieke toepassingsverklaring
afgeeft voor staalslakken. Daarmee werd toepassing in de onderbouw van wegen uitgesloten.
Vraag 5
Waren er in 2009 bij RWS voorbeelden van milieuschade als gevolg van toepassing van
staalslakken bekend (zoals hierboven schuingedrukt beschreven als antwoord van RWS
aan de NOS)? Zo nee, waarom staat dit dan letterlijk in een door RWS opgesteld antwoord
op vragen van de NOS?
Antwoord 5
Voor 2009 waren er voor zover bekend geen voorbeelden bij werken van Rijkswaterstaat
waar toepassing van staalslakken heeft geleid tot langdurige of ernstige milieueffecten.
Met het schuingedrukte tekstdeel is bedoeld dat deze effecten in het algemeen bekend
waren, niet zozeer dat het werken van Rijkswaterstaat betrof. Zie ook het antwoord
op vraag 4 met betrekking tot de (aanleiding voor de) circulaire uit 2005.
Vraag 6
Als er wel gevallen van milieuschade bekend waren, hoe kan het dan dat het voorkomen
van milieuschade niet als argument is meegenomen in het aanpassen van het eisenpakket
voor aannemers?
Antwoord 6
Zie het antwoord op de vragen 4 en 5.
Vraag 7
Deelt u de opvatting dat het van belang is om RWS aan te sporen tot verdere actualisering
van het eisenpakket op basis van milieuschade? Welke toezegging kunt u hierover doen?
Antwoord 7
Zoals in het antwoord op vraag 4 aangegeven, hebben de betreffende eisen-sets bovendien
een ander doel. Gelet op de aanpassingen van de eisen-sets van Rijkswaterstaat voor
de bovenbouw (sinds 2011) en de onderbouw (sinds 2017) van rijkswegen, is hier geen
aanleiding voor.
Vraag 8
Hoe kan het dat RWS bij consultatie bij het opstellen van een rechtsoordeel in 2017
niet heeft geadviseerd staalslakken als «afval» te bestempelen, terwijl RWS bekend
was met milieuschade én afzetproblematiek uit het verleden (beide behorend tot de
criteria waar geen sprake van mag zijn om een product als «bijproduct» te classificeren
en niet als «afvalproduct»)?
Antwoord 8
Staalslakken zijn een residu dat ontstaat bij de productie van staal. Voor productieresiduen
is het wettelijk kader om te beoordelen of er sprake is van een afvalstof of niet-afvalstof
artikel 1.1 lid 4 Wet milieubeheer (Wm), waarin de bijproductvoorwaarden staan. Het
advies uit 2017 of er sprake is van een bijproduct of een afvalstof is geschreven
op basis van de feiten en omstandigheden van dat moment en mede op basis van de gegevens
die door de verzoeker worden ingediend (in het geval van het rechtsoordeel Tata Steel
IJmuiden BV).
Er zijn vier voorwaarden voor de kwalificatie van een bijproduct. Voorwaarde (a) gaat
om de vraag of het zeker is dat het materiaal gebruikt gaat worden. Uit gegevens die
de verzoeker ter beschikking stelde, bleek dat over meerdere jaren de hoeveelheid
staalslakken die vrijkwam en werd afgezet aan elkaar gelijk was. Dat geeft aan dat
er een markt is voor het materiaal, wat gezien kan worden als argument dat het zeker
is dat het materiaal gebruikt gaat worden.
Voor voorwaarde (b) moet beoordeeld worden dat de staalslakken onmiddellijk gebruikt
kunnen worden zonder enige verder behandeling anders dan die welke bij normale productie
gangbaar is. De beschreven stappen die de staalslakken in kwestie in 2017 ondergingen,
konden geschaard worden onder de noemer «bij normale productie gangbaar». Voorwaarde (c)
gaat erom dat de staalslakken geproduceerd worden als integraal onderdeel van het
productieproces. Dat was in 2017 het geval, aangezien staalslakken altijd ontstaan
bij de productie van staal.
Voorwaarde (d) stelt dat het gebruik rechtmatig is, waarbij onder meer beoordeeld
wordt of er over het geheel genomen geen ongunstige effecten voor het milieu of de
menselijke gezondheid zijn. Dit betekent dat de mogelijke risico’s van de toepassing
aanvaardbaar moeten zijn. In de eerste plaats moet er voldaan worden aan de voor de
toepassing geldende wetgeving, in dit geval de Wet Bodembescherming en Besluit bodemkwaliteit
(Bbk). In het Bbk zijn kwaliteitseisen voor de toepassing in de bodem opgenomen. In
het bovengenoemde geval is hieraan door Rijkswaterstaat getoetst in 2017 en geconcludeerd
dat werd voldaan aan de kwaliteitseisen uit het Bbk. Echter, niet alle stoffen en
effecten zijn gedekt door de kwaliteitseisen van het Bbk. Daarom heeft RWS ook advies gegeven over de zorgplicht zoals
benoemd in art 13 Wet bodembescherming (Wbb) en art 7 Bbk. Op het moment van opstellen
van het advies was alleen algemeen bekend dat pH een effect kan hebben dat niet genormeerd
was in de kwaliteitseisen van het Bbk. Om pH-effecten te ondervangen was er door de
verzoeker een werkinstructie opgesteld en werd informatie verstrekt aan de afnemer.
Op basis van de beschikbare informatie is beoordeeld dat er werd voldaan aan de wettelijke
genormeerde eisen en zorgplicht uit het Bbk, de Wet bodembescherming en REACH. Daarmee
adviseerde RWS dat het residu als bijproduct kon worden gekwalificeerd.
Vraag 9
Hoe kan het Ministerie van IenW tot het rechtsoordeel «bijproduct» gekomen zijn, terwijl
voorbeelden van afzetproblematiek én milieuschade bekend waren?
Antwoord 9
Zie het antwoord op vraag 8.
Vraag 10
Bent u bereid dit rechtsoordeel uit 2017 in te trekken? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 10
Zoals ook in de Kamerbrief van 21 juli jl. staat aangegeven, is er geen sprake van
het intrekken van het rechtsoordeel omdat het advies is gegeven op basis van de specifieke
feiten, omstandigheden en kennis van toen en het advies niet algemeen geldend is.
Een rechtsoordeel heeft geen juridische status. Het zijn niet-bindende adviezen over
de vraag of iets een afvalstof is in een specifieke situatie. Of iets afval is of
niet moet altijd per geval worden beoordeeld. Er kunnen geen algemene uitspraken worden
gedaan op basis van een rechtsoordeel. Aangezien het een advies ten aanzien van een
specifieke situatie betreft, kan dat dus betekenen dat veranderende omstandigheden
ertoe leiden dat het advies over de afvalstatus niet meer geldt. Alle rechtsoordelen
zijn offline gehaald om verwarring rondom, en het onterecht gebruik van, de adviezen
te voorkomen. Met het offline halen van de rechtsoordelen doet het ministerie geen
uitspraak over de inhoud daarvan.
Vraag 11
Bestaat er een relatie tussen de afzetproblematiek van Tata Steel/ Pelt & Hooykaas
met het opnieuw starten van een proefproject waarbij staalslakken gebruikt werden
in de Haak om Leeuwarden?
Antwoord 11
Dat er sprake zou zijn van het «een proefproject» berust naar alle waarschijnlijkheid
op een misverstand. Het is gebaseerd op tekstpassages uit 2021 die zijn aangeleverd
door één (helaas inmiddels overleden) oud-medewerker van Rijkswaterstaat. Waar de
passage op is gebaseerd is dus niet meer te achterhalen. Er is tijdens het interne
onderzoek geen aanwijzing gevonden dat deze passages op feiten zijn gebaseerd.
Zoals is aangegeven in het antwoord op vraag 4 geldt pas sinds 2017 dat Rijkswaterstaat
geen materiaal-specifieke toepassingsverklaring afgeeft voor staalslakken in de onderbouw.
De keuze om staalslakken te gebruiken bij het project Haak om Leeuwarden is in 2012
gemaakt door de aannemerscombinatie CDHS. Het is niet uit te sluiten dat het voor
de betreffende aannemerscombinatie financieel aantrekkelijk was om de keuze voor dit
materiaal te maken.
Vraag 12
Waarom konden staalslakken bij het bovengenoemde project plots wel weer onderdeel
zijn van het eisenpakket? Waarom konden staalslakken destijds wel weer toegepast worden
op land? Wat is er destijds veranderd ten opzichte van een eerder besluit van RWS
om het eisenpakket aan te passen?
Antwoord 12
Zie de antwoorden op de vragen 4 en 11.
Vraag 13
Was er in Leeuwarden sprake van ondiepe toepassing van staalslakken? Zo ja, waarom
is men dan daar wel doorgegaan met de toepassing, terwijl de directeur-generaal van
RWS in de hoorzitting aangaf gestopt te zijn met ondiepe toepassing van staalsakken?
Antwoord 13
Met de ondiepe toepassing in de vraagstelling wordt waarschijnlijk toepassing in de
bovenbouw bedoeld. Bij het project Haak om Leeuwarden betreft het een toepassing in
de onderbouw (als zandvervanger). Zoals is aangegeven in het antwoord op vraag 4,
geldt pas sinds 2017 dat Rijkswaterstaat geen materiaal-specifieke toepassingsverklaring
afgeeft voor staalslakken in de onderbouw.
Vraag 14
Klopt het dat het mogelijk is geweest dat de provincie Friesland al zand had besteld
of gekocht voor het infrastructurele project Haak om Leeuwarden, zoals blijkt uit
de gegevens van de Wet open overheid (Woo) (Modeldocument M000397)?
Antwoord 14
Het project «Haak om Leeuwarden» bestaat uit twee delen, Zuid en Noord. De verantwoordelijkheid
voor de realisatie van het deelproject Zuid lag bij het Rijk (Rijkswaterstaat), die
voor het deelproject Noord bij de provincie Fryslân.
Voor de aanleg van het deelproject Zuid, heeft de aannemerscombinatie CDHS ervoor
gekozen om staalslakken als zandvervanger te gebruiken in de onderbouw van de weg.
Omdat hetzelfde Programma van Eisen gold voor het noordelijke deel, heeft de aannemer
daarna aan de provincie als opdrachtgever voorgesteld om ook bij de realisatie van
het noordelijke deel staalslakken toe te passen.
Door provincie Fryslân was geen zand gekocht. Er lag zand gereed in het provinciale
depot Idskenhuizen dat voor hergebruik kon worden ingezet vanuit het programma «Grip
op Grond» (hergebruik van grond en secundaire bouwstoffen in het kader van de publieke
taak). Een deel van dit zand is gebruikt in de Haak om Leeuwarden Noord.
Vraag 15
Is er enige vorm van contact of druk geweest vanuit RWS of het Ministerie van IenW
om staalslakken te gebruiken bij het project Haak om Leeuwarden?
Antwoord 15
De keuze om staalslakken te gebruiken bij het project Haak om Leeuwarden is in 2012
gemaakt door de aannemerscombinatie CDHS. Bij het interne onderzoek zijn geen aanwijzingen
gevonden dat er druk is uitgeoefend vanuit RWS of het Ministerie van IenW om staalslakken
te gebruiken.
Vraag 16
Waarom gaf de directeur-generaal van RWS in de hoorzitting aan dat er geen relatie
bestaat tussen de afzetproblematiek van staalslakken en het opnieuw starten van een
proefproject waarbij staalslakken wél gebruikt mochten worden, terwijl die suggestie
wel gewekt wordt in het Woo-stuk van RWS (Pagina 10 van «Aanpak Staalslak Haak van
Leeuwarden» 29 november 2021)?
Antwoord 16
Zie het antwoord op vraag 11.
Vraag 17
Hoe zou u het onderstaande citaat doorgaans interpreteren als u inhoudelijk zou moeten
aangeven wat in deze zin de aanleiding is en wat het gevolg? Was er sprake van een
oorzaak-gevolgrelatie (oorzaak: Tata/Pelt & Hooykaas deden een melding – gevolg: Rijkswaterstaat
kreeg de opdracht)? «Omstreeks 2009 deed Tata/Pelt & Hooykaas een melding vanuit de Crisis en herstelwet
bij het ministerie i.v.m. afzetproblemen van staalslakken. Hierop kreeg RWS de opdracht
om te onderzoeken of droge toepassingen in het Hoofdwegennet een optie was. Hierop
werden de eisen voor deze pilot (Haak van Leeuwarden, zuid) op een rijtje gezet.»
Antwoord 17
De in de schuingedrukte tekst gesuggereerde oorzaak-gevolg relaties lijken te berusten
op een misverstand. Deze tekstpassages uit 2021 zijn aangeleverd door één (helaas
inmiddels overleden) oud-medewerker van Rijkswaterstaat. Waar de passage op is gebaseerd
is dus niet meer te achterhalen. Er is tijdens het interne onderzoek geen aanwijzing
gevonden dat deze passages op feiten zijn gebaseerd.
Vraag 18
Wat is er waar van het volgende antwoord van RWS op een vraag van de NOS/Nieuwsuur?
«Omstreeks 2010/2011 kwam er een verzoek binnen vanuit Pelt & Hooykaas om te bekijken
vanuit de Crisis- en herstelwet of er andere toepassingsmogelijkheden in de netwerken
van RWS waren voor staalslakken, dan wel gebruikelijke toepassingen in de waterbouw.
Hierop heeft destijds – bij wijze van proef – een alternatieve toepassing in de «Haak
om Leeuwarden» plaatsgevonden, waarbij staalslakken als constructieve zandvervanger
zijn gebruikt in de onderbouw».
Antwoord 18
Er is tijdens het interne onderzoek geen aanwijzing gevonden dat deze passages op
feiten zijn gebaseerd. Ik betreur daarom dat deze passages eerder gebruikt zijn om
vragen vanuit de media te beantwoorden. Zie ook de antwoorden op de vragen 11 en 17.
Vraag 19
Waarom zijn eerdere negatieve ervaringen ten aanzien van het gebruik van staalslakken
niet gedeeld met de provincie Friesland?
Antwoord 19
Het is niet meer te achterhalen wat destijds (omstreeks 2012) wel of niet door Rijkswaterstaat
is gedeeld met de provincie Friesland ten aanzien van civieltechnische of milieu-hygiënische
ervaringen. De aanleiding en inhoud van de «Circulaire Toepassing van staalslak en
hoogovenslak(zand) in aanvullingen en ophogingen» uit 2005 was in de gehele keten
bekend; bij (overheids-)opdrachtgevers, aannemers, leveranciers en bevoegde gezagen.
De gemeente Leeuwarden heeft als bevoegd gezag in 2012 ingestemd met gebruik door
aannemerscombinatie CDHS van LD-staalslakken ter vervanging van zand.
Vraag 20
Is er aan de provincie Friesland gemeld dat het om een pilot ging? Waarom wel of niet?
Antwoord 20
Nee, het betrof een regulier project van Rijkswaterstaat. Zie verder het antwoord
op vraag 11.
Vraag 21
Waarom is er door het Ministerie van IenW nooit breed gecommuniceerd over de milieuschade
en de afzetproblematiek van staalslakken?
Antwoord 21
De afzet van staalslakken is afhankelijk van het functioneren van de markt en gaat
uit van het principe van vraag en aanbod. Het inzicht in de ontwikkeling in de markt
van vraag en aanbod bevindt zich in de eerste plaats bij de marktpartijen zelf. Het
is ook de eigen verantwoordelijkheid van marktpartijen om binnen de wettelijke kaders
voldoende geschikte afzetkanalen en toepassingsmogelijkheden te vinden. Dit kan zowel
in binnen- als buitenland. Het ligt niet in de lijn van mijn verantwoordelijkheden
om voldoende marktvraag te garanderen of over commerciële informatie van marktvraag
en -aanbod te communiceren.
Door het Ministerie van IenW is de afgelopen jaren in diverse uitingen van de Staatssecretaris
herhaald dat de toepassing van bouwstoffen, waaronder staalslakken, moet voldoen aan
de daarvoor geldende wettelijke kaders om te waarborgen dat de toepassing niet leidt
tot schadelijke effecten voor mens en milieu. Ook is herhaaldelijk gecommuniceerd
dat er risico’s zijn als bij toepassing van staalslak onvoldoende rekening wordt gehouden
met de eigenschappen van het materiaal.
Vraag 22
Waarom is er door RWS nooit gecommuniceerd over de milieuschade en de afzetproblematiek
van staalslakken?
Antwoord 22
Er was en is geen aanleiding of reden voor Rijkswaterstaat om te communiceren over
de afzetproblematiek van producten of materialen van commerciële bedrijven. Of, wanneer, met wie en op welke wijze er destijds gecommuniceerd
is door Rijkswaterstaat over de (mogelijke) milieuschade van staalslakken, is niet
meer te achterhalen.
Vraag 23
Bent u bereid om breed te communiceren dat het gebruik van staalslakken tot milieuschade
kan leiden? Waarom wel of niet?
Antwoord 23
Ja. De risico’s van het gebruik van staalslak in of op de landbodem worden beschreven
in de toelichting bij de Tijdelijke regeling verbod en vergunningplicht toepassing
LD- en ELO-staalslak. Een overzicht van veel gestelde vragen en antwoorden staat op
de website van het Informatiepunt Leefomgeving.
Vraag 24
Wat vindt u van het feit dat Tata Steel op zijn website in 2021 schermt met het rechtsoordeel
(bijproduct) en het gegeven dat RWS staalslakken gewoon gebruikt? Vindt u dat misleidend?
Vindt u bij nader inzien dat het ministerie en RWS beter hadden moeten communiceren
over de eventuele gevolgen van het gebruik van staalslakken?
Antwoord 24
Zoals ook bij de beantwoording van vraag 10 te lezen is, is het rechtsoordeel niet
algemeen geldend. Deze informatie is ook in het rechtsoordeel opgenomen. Het is dus
onjuist om zonder verdere onderbouwing het rechtsoordeel als argument te gebruiken
voor de bijproductstatus van staalslakken in nieuwe/andere situaties dan de beschreven
situatie uit 2017. Dus is het ook onjuist om het te gebruiken zonder na te gaan of
de feiten en omstandigheden veranderd zijn ten opzichte van 2017.
Vraag 25
Ziet u de noodzaak, zoals ILT aankaart, dat er geen informatie is over hoeveel staalslakken
naar Nederland geïmporteerd worden, om dit beter te registreren? Zo ja, welke actie
gaat u ondernemen?
Antwoord 25
Internationaal transport van staalslakken met een afvalstatus valt onder de Europese
Verordening Overbrenging Afvalstoffen (EVOA). De Inspectie Leefomgeving en Transport
(ILT) kan als toezichthouder informatie opvragen over deze transporten. Met ingang
van 21 mei 2026 stelt de EVOA het digitaal aanleveren van gegevens over alle internationale
afvaltransporten binnen de EU verplicht en wel voordat het transport daadwerkelijk
mag starten.
Staalslakken zonder afvalstatus mogen vrij bewegen binnen de Europese Unie onder de
product- en stoffenwetgeving. Er kan steekproefsgewijs gecontroleerd worden op materialen
die zich over landsgrenzen bewegen.
Vraag 26
Bent u van mening dat het «toeleggen van geld» (een aannemer krijgt geld mee bij het
gebruik van staalslakken vanwege de negatieve waarde) zorgt voor een ongelijk speelveld
met echte bouwstoffen? Zo ja, in hoeverre gaat u dat veranderen?
Antwoord 26
Er zijn diverse factoren die de markt en het speelveld beïnvloeden, zoals bijvoorbeeld
prijs, kwaliteit en beschikbaarheid. Een lage of negatieve prijs kan bijdragen aan
extra vraag en extra afzet. Dit hoeft in principe geen probleem te zijn zolang de
staalslakken conform de geldende wet- en regelgeving correct worden toegepast. Zo
mag een toepassing niet dikker dan noodzakelijk en moet deze functioneel zijn. Met
de tijdelijke regeling is een aantal toepassingsmogelijkheden verboden of onderworpen
aan een vergunningplicht. Feit blijft dat secundaire bouwstoffen, mits goed toegepast,
een goede vervanging zijn voor primaire grondstoffen. Zoals in de Verzamelbrief Bodem
en ondergrond van 17 april 2025 benoemd3, wordt bekeken of er prikkels zijn die een negatieve invloed hebben op het toepassen
van te veel staalslak en welke maatregelen passend zijn voor aanpak van deze negatieve
prikkels.
Vraag 27
Zijn staalslakken of producten die staalslakken bevatten voor particulieren beschikbaar
in de vorm van het product duomix via Pelt & Hooykaas? Hoe wordt hierop toegezien?
Antwoord 27
Pelt & Hooykaas zegt niet aan particulieren te verkopen. Wel helpen zij desgevraagd
particulieren aan een adres waar producten van Pelt & Hooykaas, zoals Duomix, te verkrijgen
zijn.
In het rapport «Onderzoek naar toepassing van Duomix» dat op 17 april 2025 met de Kamer is gedeeld4, staat het volgende in paragraaf 2.2: «Pelt & Hooykaas levert Duomix aan aannemers en bouwgrondstoffenhandelaars.» [...]
«Pelt & Hooykaas levert niet direct aan particulieren. Bouwgrondstoffenhandelaars
bedienen veelal de plaatselijke markt. Ze leveren aan aannemers die het in gemeentelijke
projecten toepassen, maar ook aan hoveniers die het toepassen in hun projecten. De
handelaars geven in interviews aan niet of nauwelijks particuliere afnemers te hebben.»
De ILT heeft geen informatie die iets anders doet vermoeden dan wat in het rapport
wordt beschreven. De ILT houdt sinds 1 januari 2024 toezicht op de juistheid van de
milieuverklaring bodemkwaliteit en bijbehorende afleverbon die door de leverancier
bij bouwstoffen moet worden meegeleverd. Ten aanzien van staalslakken ligt hierbij
de focus op de milieuverklaring bodemkwaliteit die door Pelt & Hooykaas wordt opgesteld.
Onderzoek hiernaar is op dit moment nog in uitvoering. Daarnaast dient deze milieuverklaring
beschikbaar te zijn bij de toepassing van bouwstoffen en het is primair aan de gemeenten
(en namens deze de omgevingsdiensten) om onder andere te controleren of de toegepaste
bouwstof is voorzien van een milieuverklaring bodemkwaliteit. Zoals eerder ook door
ILT aangegeven dient hierbij wel te worden aangemerkt dat door het (op dit moment
nog) ontbreken van een meldplicht dit toezicht lastig is voor de omgevingsdiensten.
Vraag 28
Als u zich zorgen maakt over de milieu en gezondheidsschade door staalslakken, waarom
heeft het kabinet dan tot aan april 2025 álle moties ontraden, die over aanscherping
van toezicht en regels voor gebruik van staalslakken gingen?
Antwoord 28
Zoals eerder gemeld zijn de eigenschappen van staalslak bekend, en moet hier bij toepassing
rekening mee worden gehouden. Dit betreft de invulling van de zorgplicht, zoals ook
bij het antwoord op vragen 2 en 3 toegelicht. Dit is onder meer ook beschreven in
de «Circulaire Toepassing van staalslak en hoogovenslak(zand) als bouwstof in een
werk» die dateert uit 2005 en die in 2024 is herzien. Helaas blijkt er in de praktijk
niet in alle gevallen voldoende rekening te worden gehouden met de juiste invulling
van de zorgplicht en daarop toezicht en handhaving plaats te vinden.
In de Kamerbrief van 12 november 20245 bent u geïnformeerd over aanstaande verbeteringen binnen de herijking van de bodemregelgeving
zoals het verduidelijken van toepassingseisen en toetsingsvoorwaarden/criteria in
regelgeving, het bieden van handvatten om nader invulling te geven aan de zorgplicht
en de verkenning of het zinvol en haalbaar is om de kwaliteit te waarborgen van het
toepassen van bepaalde secundaire bouwstoffen binnen het publieke private stelsel
van kwaliteitsborging bodembeheer (Kwalibo).
De ILT heeft een inventarisatie uitgevoerd waarbij is gekeken naar grootschalige toepassingen
waarin staalslak wordt gebruikt als zandvervanger. Uit het daaruit volgend signaal
van februari 2025 van de ILT blijkt dat de risico’s optreden bij LD-staalslak die
is gebruikt als zandvervanger in toepassingen dikker dan een halve meter. Mijn voorganger
heeft daarop aangekondigd te onderzoeken of het wenselijk, effectief en mogelijk is
om het gebruik van dit type LD-staalslak in dergelijke toepassingen uit te sluiten.
Uiteindelijk heeft dit geleid tot het instellen van de tijdelijke regeling.
Vraag 29
Kunt u deze vragen één voor één beantwoorden voor het plenaire debat na de zomer?
Antwoord 29
Om herhaling van antwoorden te voorkomen, heb ik enkele vragen gezamenlijk beantwoord.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
A.A. Aartsen, staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.