Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van de leden Wilders en Vondeling over het bericht dat Denemarken en Italië steun zoeken om de bevoegdheden van het Europese Hof van de Rechten van de Mensen op het gebied van asiel en immigratie te beperken
Vragen van de leden Wilders en Vondeling (beiden PVV) aan de Minister-President en de Minister van Asiel en Migratie over het bericht dat Denemarken en Italië steun zoeken om de bevoegdheden van het Europese Hof van de Rechten van de Mensen op het gebied van asiel en immigratie te beperken (ingezonden 15 mei 2025).
Antwoord van Minister-President
Schoof (Algemene Zaken
), mede namens de Ministers van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, van Asiel en Migratie
en van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (ontvangen
4 juli 2025).
Vraag 1
Kent u het bericht «Taking Back Control: Denmark and Italy To Challenge Human Rights
Court on Asylum Rules»?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Is het waar dat Denemarken en Italië een brief willen sturen aan het Europese Hof
voor de Rechten van het Mens omdat dit Hof de bepalingen uit het Europees Verdrag
voor de Rechten van de Mens in asielzaken te ruim interpreteert waardoor de nationale
soevereiniteit van lidstaten wordt ingeperkt?
Antwoord 2
Denemarken en Italië hebben samen met een aantal andere landen op 23 mei jl. een ingezonden
brief gepubliceerd over dit onderwerp.
Vraag 3
Is het waar dat de Nederlandse regering door Denemarken en Italië is benaderd om deze
brief te steunen?
Antwoord 3
Ja.
Vraag 4
Herinnert u zich de passage uit Hoofdstuk 2 Grip op asiel en migratie van het Hoofdlijnenakkoord
«Er wordt ingezet op aanpassing van de EU-regelgeving en -verdragen waar nodig»?
Antwoord 4
Ja.
Vraag 5
Mogen wij ervan uitgaan dat u de brief zonder meer zal ondertekenen gelet op de passage
uit het Hoofdlijnenakkoord en de wens van de grootste coalitiepartij?
Antwoord 5
Het kabinet ziet in de ingezonden brief van de regeringsleiders van Denemarken, Italië
en een aantal andere landen een oproep voor een open dialoog over de juridische kaders
voor de mogelijkheden om veroordeelde vreemdelingen uit te kunnen zetten. Zoals ook
opgenomen in het Hoofdlijnenakkoord is het de inzet van dit kabinet een lik-op-stuk
aanpak te voeren op overlast, intimidatie en geweld, en om vergunningen van criminele
vreemdelingen sneller in te kunnen trekken. Het kabinet steunt daarom dat signaal
van de brief in algemene zin. Conform de eerdere toezegging aan uw Kamer in het Commissiedebat
over de JBZ-Raad van 12 en 13 juni (vreemdelingen- en asielbeleid) van 11 juni jl.,
heeft Nederland daarom ook tijdens de JBZ-Raad van 13 juni jl. aangegeven de geest
van dat deel van de brief te steunen en open te staan voor dialoog. Als de juridische
kaders hiervoor niet meer aansluiten bij de politiek gewenste praktijk, dan moet het
gesprek over die kaders gevoerd worden binnen de daartoe aangewezen gremia. In het
Hoofdlijnenakkoord is dan ook opgenomen dat Nederland daar waar nodig inzet op het
aanpassen van EU-regelgeving of internationale verdragen. Het kabinet ziet steun voor
deze inzet in de brief.
De brief roept tegelijkertijd specifiek op om een open dialoog te voeren over de interpretatie
van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM) door het Europees Hof
voor de Rechten van de Mens (EHRM). Die inzet volgt niet uit het Hoofdlijnenakkoord
en raakt aan meer dan migratiebelangen, zoals de onafhankelijkheid van rechters en
het EHRM. Nederland wil niet de indruk wekken op de stoel van de rechter te willen
zitten en kan daarom dat deel van de oproep niet steunen. Om die reden is besloten
deze ingezonden brief niet mede te ondertekenen.
Nederland zal het signaal van Denemarken en Italië t.a.v. de mogelijkheid om veroordeelde
vreemdelingen uit te kunnen zetten via andere wegen ondersteunen. Zo kan Nederland
standpunten over de interpretatie van het EVRM naar voren brengen in het kader van
lopende EHRM-procedures op het gebied van het vreemdelingenrecht inclusief in EHRM-zaken
tegen andere EVRM-verdragspartijen over de uitzetting van vreemdelingen. Verder blijft
Nederland zich in Europees verband onverminderd inzetten voor aanscherpingen in de
EU-regelgeving, zoals de Terugkeerverordening en de Veilig derde land-herziening.
Ook deze inzet is erop gericht om EU-wetgeving (en dus de toetsingskaders voor rechters)
zo goed mogelijk te laten aansluiten bij de politieke wens voor een strikt en sober
asielbeleid. Bovendien blijft het kabinet zich via andere wegen, zoals innovatieve
oplossingen en partnerschappen, nationaal en internationaal onverminderd inzetten
om meer grip te krijgen op migratie, ook als het gaat om de mogelijkheden voor het
uitzetten van veroordeelde vreemdelingen. Hierover sprak een aantal regeringsleiders
informeel voorafgaand aan de Europese Raad van 26 juni 2025, zoals ook vermeld in
het verslag van de Europese Raad van 26 juni 2025. Daar kwam ook de brief ter sprake.
Denemarken en Italië kondigden tijdens de bijeenkomst aan opvolging te willen geven
aan de brief. Nederland heeft actief aangegeven bij te willen dragen aan verdere samenwerking
gericht op de uitwerking. Dit is ook in lijn met de motie Eerdmans2.
Vraag 6
Wilt u deze vragen voor a.s. maandag 19 mei 2025, 17.00 uur beantwoorden?
Antwoord 6
De beantwoording is zo spoedig als mogelijk opgesteld.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
H.W.M. Schoof, minister van Algemene Zaken -
Mede namens
Y.J. van Hijum, minister voor Asiel en Migratie -
Mede namens
J.J.M. Uitermark, minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties -
Mede namens
Y.J. van Hijum, minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.