Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord vragen van de leden Mohandis, Eerdmans, Kostic en Oostenbrink over ledenwerving van ledenomroep WNL op het VVD-congres
Vragen van het lid Mohandis (GroenLinks-PvdA), Eerdmans (JA21), Kostić (PvdD) en Oostenbrink (BBB) aan de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap over ledenwerving van ledenomroep WNL op het VVD congres (ingezonden 19 juni 2025).
Antwoord van Minister Bruins (Onderwijs, Cultuur en Wetenschap) (ontvangen 4 juli
2025).
Vraag 1
Kent u het bericht dat ledenomroep WNL leden werft op het VVD-congres? Zo ja, wat
vindt u hiervan?1
Antwoord 1
Ja. Hoewel ledenwerving van belang is voor omroepen vanwege de huidige inrichting
van het bestel, is het bewaken van journalistieke onafhankelijkheid uiterst belangrijk.
Ik vraag daarom zorgvuldigheid van omroepen bij hun wervingsactiviteiten. Omdat een
van de ledenwervers van WNL een badge droeg met pers leverde dat een verkeerd beeld op. Ik heb van WNL begrepen dat het ging om een activiteit
van de vereniging van WNL, niet van een bepaalde redactie of met een bepaald journalistiek
oogmerk. Dat onderscheid is van fundamenteel belang.
Vraag 2
Deelt u de mening dat de Stichting Nederlandse Publieke Omroep (NPO) en ledenomroepen
de schijn van partijdigheid en onafhankelijkheid hoog in het vaandel moeten hebben
volgens de geldende «gedragscode integriteit publieke omroep 2021» en de mediawet?
Zo ja, hoe kijkt u naar de handelwijze van WNL?
Antwoord 2
Ik hecht zeer grote waarde aan de onafhankelijkheid van de media. De publieke omroep
moet (kunnen) opereren zonder commerciële of politieke invloed. Onafhankelijke journalistiek
is onmisbaar in een democratische rechtsstaat. Hoewel het in deze casus ging om een
activiteit van de vereniging van WNL, niet van een journalistieke redactie of met een bepaald journalistiek oogmerk,
blijft het noodzakelijk dit onderscheid te maken.
Vraag 3
Deelt u de mening dat omroepen hun onafhankelijkheid dienen te bewaken en hun aanwezigheid
op evenementen van politieke partijen, zoals (leden)congressen, vooral dienen te beperken tot verslaggeving? Zo ja, deelt u de mening
dat ledenwervers expliciet voorzien van een perspas zich slecht verhouden tot de gedragscode
van de NPO? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 3
Zie mijn antwoord op vraag 1. Daarnaast begreep ik van WNL dat zij de namens WNL aanwezige
personen nadrukkelijk als marketingmedewerkers hebben aangemeld, niet als pers. Het
is inderdaad ongelukkig dat zij vervolgens alsnog een perspas hebben gekregen. Ik
ben het dus met u eens.
Vraag 4
Klopt het feit dat alleen het Commissariaat voor de Media kan handelen bij overschrijding
van de code?
Antwoord 4
Het klopt dat het Commissariaat voor de Media sinds 2021 de aangewezen toezichthouder
op deze code is. Daarbij merk ik op dat zij alleen toezichthoudende bevoegdheden hebben
op de bindende onderdelen van deze code, niet op de aanbevelingen. Mede naar aanleiding
van het rapport van de Onderzoekscommissie Gedrag en Cultuur Omroepen en een aantal
incidenten die zich daarna nog hebben voorgedaan, heb ik de NPO en het Commissariaat
voor de Media gevraagd deze code verder aan te scherpen. Daar wordt nu door beide
partijen en in samenspraak met de omroepen aan gewerkt.
Vraag 5
Deelt u onze opvatting dat het merkwaardig is dat WNL leden werft op een partijcongres,
maar in de eigen statuten stelt dat WNL op geen enkele manier gebonden of gelieerd
wil zijn aan een politieke partij (pagina 2, regel 2) «WNL heeft respect voor ieders mening en is niet gebonden aan en politiek partij,
een belangengroepering et etc.»?2
Antwoord 5
Het werven van leden op een bepaalde plek, zegt niet direct iets over de onafhankelijkheid
van een omroep. Ik begreep van WNL dat zij van plan waren op meerdere politieke congressen
aanwezig te zijn, niet enkel dat van de VVD. Maar nogmaals: ik verwacht van omroepen
daarin zorgvuldigheid en waar nodig duidelijke communicatie dat het om ledenwerving
gaat, en niet om journalistieke of redactionele activiteiten.
Vraag 6
Bent u bereid om in alle gesprekken die u en uw departement hebben met de NPO en omroepen
en andere relevante actoren te blijven wijzen op dat leden werven op politieke congressen
ongewenst is?
Antwoord 6
Zoals aangekondigd in mijn brief van 4 april jongstleden, ben ik voornemens bij de
hervorming van de landelijke publieke omroep het ledencriterium los te laten.3 Wat mij betreft behoort deze praktijk dus zo snel mogelijk tot het verleden.
Vraag 7
Kunt u, bezien vanuit uw voornemen om via een wetswijziging alle omroepen terug te
brengen tot een maximaal aantal omroephuizen, toelichten hoe u ervoor gaat zorgen
dat het ledencriterium niet meer leidend gaat zijn voor het bestaansrecht van omroepen?
Antwoord 7
Zoals ik in mijn brief aan uw Kamer van 4 april jl. heb aangegeven, ben ik voornemens
het ledencriterium los te laten. Het hebben van een vereniging met een minimum aantal
leden is in mijn voorstel voor de hervorming niet langer verplicht. Er komen meer
manieren om maatschappelijke worteling aan te tonen, dat kan nog steeds via een vereniging
maar dat hoeft niet. Daarnaast heb ik in dezelfde brief aangegeven dat ik het bestel
wil sluiten; er zal dus geen sprake meer zijn van toe- of uittreding waarbij het ledencriterium
een rol speelt. Het ledencriterium komt dus geheel te vervallen.
Vraag 8
Welke gevolgen zal deze transformatie naar omroephuizen vermoedelijk hebben voor de
ledenwervende activiteiten van omroepen indien ook wordt gekozen voor andere criteria
dan alleen het ledenaantal?
Antwoord 8
Zie mijn antwoord op vraag 7. Zoals ik al aangaf is het voor omroephuizen straks nog
steeds mogelijk om via bepaalde verenigingen te werken aan maatschappelijke worteling.
Maar deze verenigingen staan buiten de omroephuizen. Omroephuizen worden ook stichtingen,
en zullen dus zelf niet aan ledenwerving kunnen doen.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
E.E.W. Bruins, minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.