Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van de leden Van Nispen en Dobbe over het bericht dat de tweelingbroer van de staatsecretaris van Defensie directeur wordt van een drone-bedrijf
Vragen van de leden Van Nispen en Dobbe (beiden SP) aan de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en de Minister en de Staatssecretaris van Defensie over het bericht dat de tweelingbroer van de Staatssecretaris van Defensie directeur wordt van een drone-bedrijf, terwijl het leger voor miljoenen euro’s aan drones gaat kopen (ingezonden 5 juni 2025).
Antwoord van Minister Brekelmans (Defensie), mede namens de Minister van Binnenlandse
Zaken en Koninkrijksrelaties (ontvangen 4 juli 2025)
Vraag 1
Bent u bekend met het bericht «Tweelingbroer Staatssecretaris gaat bij dronebedrijf
werken, terwijl leger miljoenen investeert»?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Klopt het dat de tweelingbroer van een zittende Staatssecretaris van Defensie een
functie heeft aanvaard bij een bedrijf dat actief is op een terrein waarop Defensie
momenteel fors investeert?
Antwoord 2
Ja.
Vraag 3
Hoe kan het dat de Minister van Defensie, die politiek verantwoordelijk is, niet op
de hoogte was van de nieuwe baan van de broer van de Staatssecretaris van Defensie?
Antwoord 3
Het was binnen de relevante onderdelen van de defensieorganisatie bekend.
Vraag 4
Vindt u, in het licht van de opmerkingen vanuit de legerleiding over het heersende
ongemak en de mogelijke kwetsbaarheid, de huidige regels rondom integriteit en aanbestedingen
binnen Defensie en de rijksoverheid strikt genoeg om belangenverstrengeling en oneigenlijke
beïnvloeding te voorkomen? Kunt u uw antwoord toelichten?
Antwoord 4
Defensie heeft regels ingesteld om belangenverstrengeling en oneigenlijke beïnvloeding
te voorkomen.
In de Gedragsregels Defensie is de zogenaamde «afkoelperiode» vastgelegd. Deze houdt
in dat Defensie voormalige medewerkers tijdens de eerste twee jaar na beëindiging
van het dienstverband niet als gesprekspartner of bemiddelaar van het bedrijfsleven
voor commerciële activiteiten accepteert. Defensiemedewerkers die zakelijke contacten
met bedrijven onderhouden, moeten bij de vertegenwoordigers van die bedrijven navraag
doen naar een eventueel verleden bij Defensie.
Op oud-defensiemedewerkers rust de verantwoordelijkheid dat zij hier transparant in
zijn, zowel naar hun nieuwe werkgever als naar Defensie toe. Aanvullend geldt dat
medewerkers van Defensie een geheimhoudingsplicht hebben met betrekking tot het gebruik
van vertrouwelijke informatie.
Verder geldt voor alle bewindspersonen de «Gedragscode integriteit bewindspersonen».
Daarbij gaat het onder meer om een geheimhoudingsplicht, het zorgvuldig omgaan met
overheidsinformatie en het bewust zijn van privécontacten en eventuele daaraan verbonden
integriteitsrisico’s.
Vraag 5
Hoe wordt in deze kwestie nu concreet voorkomen dat bij de aankoop van nieuw materieel
andere belangen dan louter inhoudelijke en zorgvuldige professionele afwegingen een
rol spelen? Hoe kan daarop worden gecontroleerd?
Antwoord 5
In het geval van de uitdiensttreding van de broer van Staatssecretaris Tuinman gelden
dezelfde afspraken zoals die gelden voor alle uitdienst tredende defensieambtenaren,
die overstappen naar een commerciële werkgever. Deze zijn gebaseerd op de Gedragsregels
Defensie, zoals hierboven toegelicht.
Verder geldt dat de Staatssecretaris terughoudend zal zijn in directe contacten met
AI Armaments en dat specifieke communicatie over en/of specifieke samenwerking met
AI Armaments onder de verantwoordelijkheid van de Minister valt.
Vraag 6
Hoe kan voorkomen worden dat in een casus zoals deze staatsgeheimen van het Ministerie
van Defensie uitlekken naar particuliere bedrijven?
Antwoord 6
Voor alle Nederlandse burgers is het lekken van staatsgeheimen strafbaar.
Vraag 7
Wat vindt u van de kritiek van integriteitsexperts die spreken van een duidelijke
«schijn van belangenverstrengeling» en die stellen dat Nederland achterloopt op het
terrein van transparantie rond potentiële belangenverstrengeling?
Antwoord 7
De regelgeving en de reeds aanwezige maatregelen, zoals boven benoemd, bieden waarborgen
om belangenverstrengeling te voorkomen.
Vraag 8
Welke maatregelen bent u van plan te nemen om zowel belangenverstrengeling als de
schijn daarvan in dit soort gevallen te voorkomen of te corrigeren? Bent u van plan
deze maatregelen te betrekken bij de evaluatie van het integriteitskader bewindspersonen?
Antwoord 8
Zoals boven toegelicht bieden de regelgeving en de reeds aanwezige maatregelen waarborgen
om belangenverstrengeling te voorkomen. De regels en maatregelen van de Gedragscode
integriteit bewindspersonen zullen onderdeel zijn van een eventuele, toekomstige evaluatie.
Vraag 9
Welke regels zijn er van toepassing voor familieleden van bewindspersonen? Hoe wordt
eventuele bevoordeling of een andere vorm van verstrengeling van belangen voorkomen
in een zaak zoals deze, waar nauwe familiebanden een rol spelen?
Antwoord 9
In de «Gedragscode integriteit voor bewindspersonen» zijn regels omtrent familieleden
opgenomen. Daarin staat dat een bewindspersoon niet deelneemt aan de besluitvorming
over zaken die zijn of haar partner, kinderen, andere familie, zakenrelaties, belangen
of vroegere functies raken, voor zover deelneming in strijd zou kunnen komen met een
goede ambtsuitoefening.
Vraag 10
Deelt u de opvatting dat het bij integriteit en het voorkomen van de schijn van belangenverstrengeling
niet alleen gaat om het naleven van regels, maar vooral ook om het hanteren van normen,
zelfs als bepaalde gedragingen formeel niet verboden zijn? Zo ja, hoe oordeelt u daar
dan over in deze kwestie? Hoe zorgt u ervoor dat dit normbesef ook binnen het kabinet
en bij bewindspersonen heerst?
Antwoord 10
Integriteit is niet altijd in regels te vatten. Een eigen, moreel kompas is steeds
van belang.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
R.P. Brekelmans, minister van Defensie -
Mede namens
J.J.M. Uitermark, minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.