Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Erkens over het artikel 'Toch ruimte op stroomnet, flexibele bedrijven sneller aangesloten'
Vragen van het lid Erkens (VVD) aan de Minister van Klimaat en Groene Groei over het artikel «Toch ruimte op stroomnet, flexibele bedrijven sneller aangesloten» (ingezonden 9 april 2025).
Antwoord van Minister Hermans (Klimaat en Groene Groei) (ontvangen 6 mei 2025).
Vraag 1
Hoe apprecieert u dit artikel?1
Antwoord 1
Het artikel is gebaseerd op de mededeling van landelijk netbeheerder TenneT dat het
via het Tijdsduurgebonden Transportrecht (TDTR) 9 gigawatt aan restruimte beschikbaar
stelt om het stroomnet efficiënter te benutten. Het kabinet is blij dat deze restruimte
op het (extra)hoogspanningsnet middels deze nieuwe contractvorm kan worden benut.
Vraag 2 en 3
Hoe kan het dat Tennet meer dan 9 gigawatt aan capaciteit heeft gevonden op het hoogspanningsnet
buiten de spitsuren? Waar komt deze ruimte plotseling vandaan? Waarom is dit niet
eerder ingezet?
Hoe kan het dat er zo plotseling wordt bericht over het vrijkomen van deze beschikbare
ruimte? Had dit niet al eerder bekend moeten zijn aangezien Tennet verplicht is om
bij congestie congestieonderzoeken te publiceren?
Antwoord 2 en 3
Deze ruimte is niet ontstaan of beschikbaar gekomen, maar betreft zogenoemde «restruimte».
Restruimte duidt op de beschikbare capaciteit buiten de piekmomenten: de dalen waarop
meer transportcapaciteit beschikbaar is, dan dat gebruikers van het stroomnet vragen.
TenneT wist dat er restruimte beschikbaar was, maar mocht tot op heden wettelijk gezien
enkel reguliere vaste aansluitingen (een firm contract) aanbieden.
In congestieonderzoeken kijkt TenneT of er ruimte is om nieuwe klanten van een firm
contract te voorzien, en of bestaande aangeslotenen flexibiliteit kunnen leveren om
overbelasting van onderdelen van het net te voorkomen. Helaas biedt dit niet altijd
voldoende perspectief voor partijen op de wachtrij.
Het Landelijk Actieprogramma Netcongestie (LAN) heeft daarom diverse flexibele contractvormen
ontwikkeld. Het nieuwe Tijdsduurgebonden Transportrecht (TDTR) biedt TenneT de mogelijkheid
klanten aan te sluiten met minimaal 85% van de tijd transportrecht, tegen een aanzienlijk
lager nettarief. Dit betekent dat deze klanten met een grootverbruikersaansluiting
op het (extra)hoogspanningsnet tot 15% van de tijd minder of geen elektriciteit kunnen
invoeden of afnemen. Het TDTR was eerder bekend onder de namen ATR85 of opslagtarief.
De ACM heeft op 16 juli 2024 een definitief codebesluit genomen over deze contractvorm.
TenneT is vervolgens gestart met de implementatie. Onderdeel van deze implementatie
is een diepgaande netanalyse waarin onder andere gekeken is naar waar op het net restruimte
beschikbaar is, hoe deze middels de TDTR benut kan worden en wat de impact op de lagere
gelegen regionale netvlakken is. Het inzicht in de 9 gigawatt capaciteit die specifiek
voor aanvragen van het TDTR beschikbaar is, is dus het gevolg van extra inzichten
en de nieuw mogelijk gemaakte contractvorm en betreft geen nieuw vrijgekomen ruimte.
Vraag 4
Hoe zal de vrijgekomen ruimte worden verdeeld?
Antwoord 4
Bedrijven en instellingen hebben hun interesse in de TDTR bij TenneT kenbaar kunnen
maken. TenneT benadert hen volgens het geldende first come, first served-principe
op volgorde van hun positie op de wachtrij en de beschikbare geïdentificeerde restruimte
in een congestiegebied. Het bedrijf of de instelling krijgt vervolgens een bepaalde
periode om het aanbod te accepteren. Wanneer zij niet op het aanbod ingaan, dan start
TenneT het gesprek met de volgende partij op de wachtrij.
Dit is een vergelijkbaar proces als het benaderen van de wachtrij naar interesse om
een Capaciteitsbeperkingscontract (CBC) af te sluiten, waarmee zij onder voorwaarde
van het op verzoek TenneT aanpassen van hun transportvraag toch transportcapaciteit
krijgen toegewezen. Wanneer partij 1 op de wachtrij het aanbod niet accepteert, dan
start TenneT het gesprek met de volgende partij op de wachtrij.
TenneT verwacht dat zij tientallen (nieuwe) netgebruikers van toegang tot het stroomnet
kan voorzien middels deze nieuwe contractvorm. Helaas is niet zeker of voor iedereen
die interesse heeft in de TDTR capaciteit beschikbaar is, omdat TenneT meer aanvragen
voor TDTR capaciteit heeft dan nu aan ruimte beschikbaar is. Dit is ook afhankelijk
van hoeveel partijen ingaan op het aanbod.
Vraag 5
Bent u van mening dat de ruimte ingezet moet worden voor batterijparken? Zo ja, hoe
gaat u ervoor zorgen dat deze exploitanten netcongestie niet verergeren?
Antwoord 5
Alle contractvormen van TenneT en de regionale netbeheerders worden, conform de Elektriciteitswet,
non-discriminatoir en techniek-neutraal aangeboden. Wel kunnen bepaalde netgebruikers
beter inspelen op de beperkingen die de netbeheerder bij een bepaalde contractvorm
kan opleggen. In theorie is het bijvoorbeeld mogelijk dat de TDTR een bedrijf of instelling
vraagt om 15% van de tijd aaneengesloten af te schakelen. De meeste netgebruikers
hebben geen back-up voorziening die deze onderbreking kan faciliteren of hebben een
bedrijfsproces dat niet zomaar een maand stopgezet kan worden. Ook een kortere duur,
of de korte tijd van aankondiging tot afschakelen (een dag van tevoren) is voor sommige
bedrijven een probleem. Bij opslag, zoals (grootschalige) batterijenparken kan dit
wel. Daarmee is het aannemelijk dat met name deze netgebruikers interesse hebben in
dit contract.
Het TDTR contract zorgt ervoor dat netgebruikers ondanks netcongestie toch transportcapaciteit
kunnen krijgen. Om te voorkomen dat hierdoor de netcongestie verergert, sluit TenneT
met deze TDTR klanten ook een zogenoemd Capaciteitsbeperkingscontract (CBC) en redispatch-contract
af. Op momenten dat het net overbelast raakt en de TDTR niet meer kan worden ingezet,
kan TenneT de netgebruiker op basis van deze flexcontracten alsnog vragen tegen een
financiële compensatie haar transportvraag te beperken en de congestie te verzachten.
Vraag 6
Deelt u de mening dat de vrijgemaakte ruimte moet worden toegewezen aan aansluitingen
voor bedrijven? Zou het hierbij een mogelijkheid zijn bedrijven deze beperkte contracten
aan te bieden totdat het net uitgebreid is? Hoe kunt u hiervoor zorgen?
Antwoord 6
Het TDTR contract is beschikbaar voor aangeslotenen op het hoogspanningsnet van TenneT.
TenneT dient transportcapaciteit, net als de regionale netbeheerders op hun netvlak,
non-discriminatoir en volgens het first come, first served-principe aan te bieden.
Dit betekent dat zij op volgorde van de wachtrij beschikbare capaciteit toekennen.
Zolang er sprake is van netcongestie, en dus geen firm transportrecht kan worden aangeboden,
zijn alleen flexibele contractvormen af te sluiten.
Zoals toegelicht in het antwoord op vraag 5 zijn deze contractvormen niet voor alle
bedrijven interessant. Samen met de netbeheerders, ACM en marktpartijen verkent het
kabinet binnen het LAN doorlopend andere mogelijkheden om het net nog efficiënter
te kunnen benutten totdat het stroomnet is uitgebreid.
Vraag 7, 8 en 9
Klopt het dat Tennet verplicht is om partijen op de wachtlijst een reguliere transportovereenkomst
aan te bieden, met verplichte deelname aan congestiemanagement, in plaats van een
tijdsduurgebonden transportrecht? Waarom wordt dit niet door Tennet gedaan?
Deelt u de mening dat Tennet eerst de beschikbare capaciteit zou moeten aanbieden
in reguliere transportovereenkomsten aan partijen die willen deelnemen aan congestiemanagement,
aangezien dit voor bedrijven voordeliger zou zijn?
Deelt u het standpunt dat Tennet pas in tweede instantie zou moeten inzetten op tijdsduurgebonden
transportrecht, in plaats van dit nu in eerste instantie te doen?
Antwoord 7, 8 en 9
Er is geen sprake van eerste en tweede instantie, maar van twee verschillende contractvormen
die op een andere wijze rekening houden met netcongestie en het niet kunnen toekennen
van firm transportrechten. De afgelopen twee jaar zijn binnen het LAN verschillende
flexibele contractvormen ontwikkeld, waaronder het CBC en het TDTR. Het TDTR is niet
bedoeld om pieken af te zwakken, maar om restruimte op te vullen. Waar de netgebruiker
bij een CBC, ofwel deelname aan congestiemanagement, een financiële compensatie voor
geleverd vermogen ontvangt, betaalt de netgebruiker met een TDTR in ruil voor de flexibiliteit
een aanzienlijk lager nettarief.
Beide contractmogelijkheden worden, evenals de andere beschikbare flexibele contractvormen,
door de netbeheerders aan bedrijven en instellingen in de wachtrij aangeboden. Het
is vervolgens aan de aanvragers om te beoordelen of zij hun bedrijfsprocessen passend
bij de beperkingen kunnen inrichten. Vanuit het Ministerie van Klimaat en Groene Groei
worden netgebruikers geholpen met flexibilisering, bijvoorbeeld via de onlangs beschikbaar
gestelde Flex-e subsidieregeling.
Vraag 10
Als er plotseling zoveel ruimte wordt gevonden, wordt er dan door Tennet voldoende
gemonitord hoeveel ruimte er daadwerkelijk nog beschikbaar is? Hoe meet Tennet dit?
Hoe wordt ervoor gezorgd dat er in de toekomst beter inzicht komt in de beschikbare
capaciteit?
Antwoord 10
TenneT monitort actief hoeveel ruimte beschikbaar is. Na verdeling van de beschikbare
restcapaciteit is in principe alle restcapaciteit die beschikbaar is voor 85% van
de tijd verdeeld. Mochten er veranderingen ontstaan in de situatie op het net (zoals
een stationsuitbreiding) dan zal opnieuw gekeken worden naar de beschikbare restcapaciteit.
Vraag 11 en 12
Hoe monitoren regionale netbeheerders hoeveel ruimte er nog beschikbaar is op hun
netten? Kan er met zekerheid worden gesteld dat er daar geen extra ruimte beschikbaar
is? Wordt hierbij gemeten op stroom en spanning of op temperatuur?
Klopt het dat regionale netbeheerders voor een deel van hun netstations niet weten
hoeveel ruimte er nog beschikbaar is, omdat deze stations nog niet bemeterd zijn?
Antwoord 11 en 12
De regionale netbeheerders voeren op verschillende netvlakken netberekeningen uit,
TenneT doet dit ook op haar netvlakken. Deels zijn de netbeheerders hierbij nog afhankelijk
van handmatige berekeningen. Deze gemeten en berekende inzichten worden aangevuld
met prognoses over toekomstig netgebruik. De combinatie van berekeningen, metingen
en prognoses geeft het inzicht in de beschikbare ruimte.
Voor het hoogspanningsnet geldt dat alle onderstations bij de regionale netbeheerders
digitaal bemeten worden. Voor het middenspanningsnet geldt dat een deel wel en een
deel niet digitaal bemeten is. De verhouding tussen de wel en niet digitaal bemeten
netten verschilt tussen de regionale netbeheerders.
Voor het deel van de middenspanningsnetten dat niet digitaal bemeten is wordt middels
slimme algoritmes bepaald hoe zwaar het net nu belast is en wat de verwachting van
de mate van belasting is.
De regionale netbeheerders zijn jaren geleden gestart met het uitrollen van de digitale
meters in het middenspanningsnet, omdat dit meer inzicht geeft. Dit is een zeer grote
klus en zal ook de aankomende jaren (5–10 jaar) plaatsvinden. Hierbij worden de grootste
knelpunten (assets met meeste belasting) als eerst voorzien van digitale bemeting
zodat nog beter gemonitord kan worden wat de werkelijke situatie is.
De limieten van assets zijn gebaseerd op de maximaal toelaatbare stroom: er kan niet
te veel stroom door de assets heen lopen, want dan branden ze door. Als het koud is,
kunnen de assets zwaarder worden belast dan wanneer het warm is. Daarom hanteren de
netbeheerders voor de transportnetten sinds jaar en dag winter- en zomerlimieten.
Soortgelijke analyses voor de distributienetten spelen daar inmiddels ook seizoen
afhankelijk ruimte vrij. Het Ministerie van Klimaat en Groene Groei onderzoekt samen
met de ACM en de gezamenlijke netbeheerders hoe assets nog zwaarder kunnen worden
belast, bijvoorbeeld door real-time temperatuurmetingen toe te passen.
Vraag 13
Wat betekent dit voor de volle stroomnetcapaciteit in Nederland? Zijn netbeheerders
voldoende in staat om in te schatten hoe vol het stroomnet daadwerkelijk is, als zij
niet over alle gegevens beschikken?
Antwoord 13
Voor TenneT geldt dat alle stations in Nederland real time gemonitord worden in de
control room. Daarnaast is veel data beschikbaar over de verwachting van opwek en
afname in de komende jaren. Dit geeft al goed inzicht in de belasting van netwerk.
Ook de regionale netbeheerders hebben data beschikbaar waarmee zij de actuele situatie
op haar netten kunnen berekenen en te bepalen op welke wijze nog partijen kunnen worden
aangesloten door gebruik te maken van congestiemanagement en flexibele contractvormen,
zonder dat de veiligheid van het net in het gedrang komt. Zoals bij het antwoord op
de vorige vraag aangegeven werken de netbeheerders aan het nog verder verbeteren van
hun inzicht. Dit gebeurt onder andere in het kader van het LAN.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
S.T.M. Hermans, minister van Klimaat en Groene Groei
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.