Schriftelijke vragen : De inkomstenramingen bij de najaarsnota
Vragen van de leden Omtzigt en Van Vroonhoven (beiden Nieuw Sociaal Contract) aan de Staatssecretaris en de Minister van Financiën over de inkomstenramingen bij de najaarsnota (ingezonden 30 december 2024).
Vraag 1
Heeft u kennisgenomen van het CBS-bericht dat het overheidstekort twee miljard euro
bedraagt over de eerste negen maanden van 2024 en dat er een stijging is aan de inkomstenkant
van 24 miljard in de eerste negen maanden van 2024?1
Vraag 2
Klopt het dat het financieel jaarverslag van het rijk over 2023 laat zien dat de totale
inkomsten in 2023 385,5 miljard euro bedroegen? En klopt het ook dat er in de eerste
negen maanden van 2024 24 miljard extra inkomsten waren, maar dat de totale verwachte
inkomsten over 2024 met slechts 20 miljard euro naar boven zijn bijgesteld tot 405,5 miljard?
Vraag 3
Kunt u een precieze reconstructie maken van hoe de schattingen in de Najaarsnota 2024
tot stand gekomen zijn? Op basis van welke cijfers en aannames is de schatting gemaakt
van de belasting- en premieinkomsten?
Vraag 4
Kunt u een precieze reconstructie maken van hoe de schattingen van de inkomsten in
de Miljoenennota 2024 (september 2023) tot stand gekomen zijn? Op basis van welke
cijfers en aannames is de schatting gemaakt van de belasting- en premieinkomsten over
het jaar 2024?
Vraag 5
Verwacht u dat er in het vierde kwartaal vier miljard euro minder binnenkomt dan in
2023, terwijl de economie groeit en er sprake is van een hoger dan verwachte inflatie?
Kunt u aangeven waarom u dat verwacht?
Vraag 6
Klopt het dat de kasontvangsten van de belastingen tot en met oktober 2024 meegenomen
zijn voor de raming van de Najaarsnota 2024?
Vraag 7
Kunt u een vergelijking maken van de totale kasontvangsten tot en met oktober 2023
van het rijk en de totale kasontvangsten tot en met oktober 2024 van het rijk?
Vraag 8
Kunt u voor de jaren 2021, 2022, 2023 en 2024 de inkomstenramingen geven op het moment
van de Miljoenennota, op het moment van de Voorjaarsnota, op het moment van de Miljoenennota
van het lopend jaar, op het moment van de Najaarsnota en op het moment van het Jaarverslag?
Vraag 9
Kunt u aangeven waarom de ramingen elk jaar een onderschatting laten zien?
Vraag 10
Klopt het staatje in de nota «Realistisch Ramen» dat laat zien dat de regering sinds
een aantal jaren de nominale stijging van de inkomsten fors lager inschat dan de nominale
groei van de economie?2
Vraag 11
Kunt u aangeven waarom de regering de afgelopen jaren verwachtte dat de belastinginkomsten
minder zouden groeien dan de economie?
Vraag 12
Heeft u intern geëvalueerd waarom de inkomstenramingen er zo ver naast zitten? Zo
ja, kunt u die stukken aan de Kamer doen toekomen? Zo nee, waarom niet?
Vraag 13
Deelt u de mening dat hier sprake is van een systematische afwijking in de ramingen?
Kunt u uw antwoord onderbouwen?
Vraag 14
Wat is het meest recente cijfer van de kasontvangsten over heel 2024?
Vraag 15
Kunt u deze vragen een voor een en binnen drie weken beantwoorden?
Indieners
-
Gericht aan
E. Heinen, minister van Financiën -
Gericht aan
T. van Oostenbruggen, staatssecretaris van Financiën -
Indiener
Pieter Omtzigt, Kamerlid -
Medeindiener
Nicolien van Vroonhoven, Kamerlid
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.