Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Olger van Dijk over het bericht ’Onbekend clubje van NAVO-landen richt zich op tegen de Russen’
Vragen van lid Olger van Dijk (Nieuw Sociaal Contract) aan de Minister van Defensie over het bericht «Onbekend clubje van NAVO-landen richt zich op tegen de Russen» (ingezonden 23 december 2024).
Antwoord van Minister Brekelmans (Defensie) (ontvangen 28 januari 2025).
Vraag 1
Heeft u kennisgenomen van het bericht d.d. 18 december 2024 jl., getiteld «Onbekend clubje van NAVO-landen richt zich op tegen de Russen», in Trouw?
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Kunt u aangeven hoe u de verhouding ziet tussen de Joint Expeditionary Force en de
NAVO?
Antwoord 2
De NAVO is de hoeksteen van het Nederlandse veiligheidsbeleid en de Nederlandse NAVO-verplichtingen
zijn van primair belang. De Joint Expeditionary Force (hierna: JEF) is opgericht in
2014 als gevolg van het NAVO initiatief «framework of nations» concept en is daarmee
complementair aan de NAVO. De JEF is een samenwerkingsverband onder leiding van het
Verenigd Koninkrijk, met als partnerlanden Denemarken, Estland, Finland, IJsland,
Letland, Litouwen, Nederland, Noorwegen en Zweden. Het uitgangspunt van de JEF is
dat zij zelfstandig kan optreden en snel inzetbaar is om de NAVO of andere samenwerkingsverbanden
te ondersteunen. Deelnemen aan inzet of oefeningen vanuit de JEF geschiedt op vrijwillige
basis. Zodra het Verenigd Koninkrijk als Framework Nationen minstens één ander land dat willen kan de JEF operationeel ingezet worden, waarbij
ieder land afzonderlijk kan besluiten of het mee wil doen (opt-in principe). Voor
Nederland zijn de NAVO-doelstellingen leidend. Deelname aan JEF-activiteiten vindt
alleen plaats wanneer dit niet strijdig is met de Nederlandse NAVO-verplichtingen.
Vraag 3
Welke specifieke taken ziet u voor de Joint Expeditionary Force?
Antwoord 3
De JEF biedt de mogelijkheid om samen te werken met gelijkgestemde partnerlanden en
regeringen militaire opties te bieden, zowel in vredestijd, als in tijden van oplopende
spanningen en crisis of conflict. De JEF heeft de mogelijkheid verschillende militaire
activiteiten uit te voeren, van crisismanagement tot operaties, bijvoorbeeld in het
hybride domein. De focusgebieden van de JEF (Hoge Noorden, Noord-Atlantische regio
en Baltische zee regio) sluiten hier goed bij aan. De Nederlandse focus binnen de
JEF ligt sterk op het maritieme domein en de bescherming van vitale onderzeese infrastructuur.
Nederland heeft daarnaast belang bij samenwerking binnen JEF op het terrein van (zowel
politiek-strategische als militaire) stratcom en weerbaarheid in het hybride domein.
Verschillende JEF-landen hebben veel ervaring op deze terreinen waardoor dit forum
zich goed leent voor het delen van best-practices.
Vraag 4
Welke rol vervult Nederland op dit moment binnen de Joint Expeditionary Force? Is
de Koninklijke Marine daarbij betrokken?
Antwoord 4
Nederland draagt bij aan de verdere ontwikkeling van de JEF en samenwerking met deelnemende
landen op strategisch en operationeel niveau. De overlegfora van de JEF bieden de
mogelijkheid om strategische vraagstukken te adresseren die met name onze gezamenlijke
veiligheid in het noordelijk deel van Europa aangaan. De JEF kan militaire opties
aandragen om dreigingen het hoofd te bieden en de NAVO te versterken. Op operationeel
en tactisch niveau draagt Nederland bij aan verschillende activiteiten zoals militaire
oefeningen en gezamenlijke patrouilles op zee ter bescherming van de vitale infrastructuur.
Dit versterkt de interoperabiliteit tussen de deelnemende krijgsmachten. De Koninklijke
Marine speelt hierin een belangrijke rol gezien de dreigingen in het maritieme domein.
Vraag 5
Wat is de meerwaarde van de Nederlandse deelname aan de Joint Expeditionary Force,
met name in verhouding tot de NAVO?
Antwoord 5
Zie antwoord op vraag 3.
Vraag 6
Wat draagt de Joint Expeditionary Force bij aan de bescherming van de vele kabels,
leidingen en andere vitale infrastructuur op de bodem van zowel de Noordzee als de
Oostzee tegen hybride dreigingen? Hoe verhoudt dat zich tot de nationale inzet?
Antwoord 6
De JEF is vanwege de geografische en sterk maritieme focus een geschikt verband om
vitale infrastructuur op zee beter te beschermen. De meerwaarde van de JEF zit in
de militaire samenwerking op verschillende niveaus tussen gelijkgestemde landen in
regionaal verband. Dit behelst bijvoorbeeld het delen van informatie, het afstemmen
van maritieme aanwezigheid en het uitvoeren van gezamenlijke patrouilles, oefeningen
en het uitwisselen van best practices. Zo werd in december 2023 voor het eerst een JEF Response Option (JRO) geactiveerd,
gericht op bescherming van onderzeese infrastructuur n.a.v. incidenten in de Baltische
Zee. In het kader van deze JRO werd er door alle JEF-landen extra gepatrouilleerd
op de Baltische Zee en Noordzee.
Vraag 7
Zou de effectiviteit van de Joint Expeditionary Force kunnen toenemen door deelname
van meer landen, zoals Duitsland? Zou u zich willen inzetten voor deze uitbreiding?
Antwoord 7
Op dit moment bestaat er binnen de JEF geen unanimiteit voor uitbreiding van het aantal
landen. Het beperkt aantal deelnemende landen gecombineerd met de focusgebieden zorgt
op het politiek-strategisch vlak ook voor meerwaarde.
Vraag 8
In hoeverre beïnvloedt de recente toetreding van Finland en Zweden tot de NAVO het
nut en de noodzaak van de Joint Expeditionary Force?
Antwoord 8
De toetreding van Finland en Zweden tot de NAVO versterkt de complementariteit tussen
de JEF en de NAVO.
Vraag 9
Wordt overwogen de Nederlandse inzet in Joint Expeditionary Force-verband – met name
van de marine – op te schalen in verband met de toegenomen hybride dreigingen op zee?
Antwoord 9
Voor alle deelnemende landen geldt dat voor iedere potentiele JEF-inzet besloten kan
worden om wel of niet deel te nemen. Nederland zal dit principe blijven hanteren en
zal bij toekomstige ontwikkelingen steeds de afweging maken welk samenwerkingsverband
het best aansluit bij onze doelen en veiligheidsbelangen. De JEF heeft de inzet op
het gebied van hybride dreigingen op zee opgeschaald en Nederland heeft daaraan bijgedragen.
Nederland blijft zich sterk maken voor meer aandacht voor het beschermen van vitale
infrastructuur, zowel in als op zee, bij toekomstige activiteiten van de JEF.
Vraag 10
Zijn er (capaciteits)vereisten vanuit de Joint Expeditionary Force die NAVO-doelstellingen
beconcurreren? Zo ja, welke zijn dat, en zo nee, ziet u daarin reële risico’s?
Antwoord 10
Zie antwoord op vraag 2.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
R.P. Brekelmans, minister van Defensie
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.