Schriftelijke vragen : De toepassing van de meldbriefprocedure en ondertoezichtstellingen
Vragen van het lid Bruyning (Nieuw Sociaal Contract) aan de Minister voor Rechtsbescherming over de toepassing van de meldbriefprocedure en ondertoezichtstellingen (ingezonden 7 februari 2024).
Vraag 1
Bent u bekend met de rapportage over de jeugdbescherming uit 2022, waarin het Centraal
Bureau voor de Statistiek (CBS) aangeeft dat er van de in totaal 32.000 lopende kinderbeschermingsmaatregelen
op 31 december 2021 sprake was van 2855 ondertoezichtstellingen?1
Vraag 2
Kunt u aangeven hoeveel ondertoezichtstellingen zijn uitgesproken of verlengd in 2022
en 2023?
Vraag 3
Is het u bekend dat uit de cijfers van het CBS beschikbaar tot 31 december 2021, naar
voren komt dat een kwart van de jongeren met een ondertoezichtstelling geen jeugdhulp
heeft gekregen?
Vraag 4
Kunt u uitleggen waarom in 2021 in een kwart van de gevallen geen jeugdhulp wordt
ingezet?
Vraag 5
Kunt u aangeven hoeveel jongeren die onder toezicht staan in 2022 en 2023 geen jeugdhulp
hebben gekregen?
Vraag 6
Kan op grond van de wet een ondertoezichtstelling worden verlengd als er geen jeugdhulp
is of wordt ingezet?
Vraag 7
Is het u bekend dat uit de cijfers van het CBS blijkt dat gemiddeld genomen in de
provincies Friesland en Groningen de meeste jongeren met jeugdbescherming wonen?
Vraag 8
Is het u voorts bekend dat de rechtbank Noord-Nederland locatie Groningen al geruime
tijd geleden de meldbriefprocedure heeft afgeschaft?
Vraag 9
Kunt u aangeven of het niet meer gebruik maken van de meldbrief invloed heeft gehad
op het totale aantal ondertoezichtstellingen op de locatie Groningen van deze rechtbank?
Vraag 10
Heeft de locatie Groningen hetzelfde aantal ondertoezichtstellingen behouden of is
dat totale aantal afgenomen over de periode 2019 tot en met nu?
Vraag 11
Zijn er andere rechtbanken die inmiddels de meldbriefprocedure hebben afgeschaft?
Zo ja, is daar het aantal ondertoezichtstellingen gelijk gebleven of afgenomen in
de vorenbedoelde periode?
Vraag 12
Is het juist dat de Raad voor de Rechtspraak al in de tweede helft van 2022 wist dat
de meldbriefprocedure niet wettelijk zou worden verankerd?
Vraag 13
Op welke wijze is binnen de Rechtspraak gecommuniceerd dat de meldbriefprocedure een
buitenwettelijke procedure betreft dieniet wettelijk zal worden verankerd?
Vraag 14
Welke inspanningen zijn er geweest binnen het ministerie en de Raad voor de Rechtspraak
om de meldbriefprocedure af te schaffen, nadat bekend was geworden dat de wettelijke
verankering daarvan niet doorgaat?
Indieners
-
Gericht aan
F.M. Weerwind, minister voor Rechtsbescherming -
Indiener
Faith Bruyning, Kamerlid
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.