Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Krul over het bericht ‘Miljoenen drugsadvertenties op Telegram, platform laat handel ongemoeid’ en het bericht ‘Telegramdealers: 'De straten hebben rust, zoals jullie wilden'
Vragen van het lid Krul (CDA) aan de Minister van Justitie en Veiligheid en de Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties over het bericht «Miljoenen drugsadvertenties op Telegram, platform laat handel ongemoeid» en het bericht «Telegramdealers: «De straten hebben rust, zoals jullie wilden»» (ingezonden 26 januari 2024).
Antwoord van Minister Yeşilgöz-Zegerius (Justitie en Veiligheid), mede namens de Staatssecretaris
van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (ontvangen 18 maart 2024). Zie ook Aanhangsel
Handelingen, vergaderjaar 2023–2024, nr. 1027.
Vraag 1
Bent u bekend met het bericht «Miljoenen drugsadvertenties op Telegram, platform laat
handel ongemoeid»?1,
2
Antwoord 1
Ja, daar ben ik bekend mee.
Vraag 2
Wat vindt u ervan dat drugscriminelen in openbare Telegram-groepen ongestoord kunnen
handelen in drugs, zowel softdrugs als harddrugs en designerdrugs?
Antwoord 2
Het is schokkend om te zien hoeveel van dit soort berichten rondgaan op Telegram.
Het is in de eerste plaats de verantwoordelijkheid van Telegram om dit te modereren.
Dit soort zelfreinigend vermogen wordt ook door andere sociale media platforms toegepast.
Daar zet ik ook op in bij Telegram. We zijn daar helaas nog niet in geslaagd, omdat
het moeilijk is om met Telegram in contact te komen en afspraken te maken.
De politie mag en kan, gelet op het grote aantal berichten en de schaarste in de capaciteit,
niet het hele internet monitoren op berichten waarin drugs wordt aangeboden. Wel gaat
de politie daar waar mogelijk over tot handhaving. De opsporing richt zich op het
opsporen van de grote drugsaanbieders.
Momenteel worden samen met betrokken partijen, zoals het Openbaar Ministerie (OM)
en politie, verkennende gesprekken gevoerd met als doel het opstellen van een plan
van aanpak voor handhaving op de online verkoop van verboden middelen. De handhaving
van de online verkoop van drugs kent uitdagingen die niet zijn voorbehouden aan de
verkoop van drugs, maar breder gelden voor de online verkoop van verboden middelen.
De aanpak hiervan is complex en de totstandkoming van een goed en gedragen plan hierop
vergt tijd. Ik zal uw Kamer in een volgende voortgangsbrief nader informeren over
de concrete voorstellen om beter te kunnen handhaven op de verkoop van drugs via online
kanalen.
Vraag 3
Herkent u het beeld dat Telegram vooral wordt gebruikt als advertentieplatform en
dat dealers na het opbouwen van een vertrouwensband overstappen op andere communicatiemiddelen?
Welke andere apps kent u met vergelijkbare praktijken?
Antwoord 3
Telegram voorziet behalve in groepen en kanalen ook in de mogelijkheid om één-op-één
te communiceren over bijvoorbeeld betaling en aflevering. Bij frequenter contact kan
inderdaad een vertrouwensband ontstaan waarna andere communicatiewijzen kunnen worden
gedeeld, zoals alternatieve berichtendiensten die voorzien in interpersoonlijke privécommunicatie.
Vraag 4
Bent u het met de stelling eens dat drugsdealers die op Telegram hun criminele praktijken
uitvoeren, zoveel mogelijk opgespoord en bestraft moeten worden met medewerking van
Telegram? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 4
De criminaliteit die via Telegram plaatsvindt, moet worden bestreden. De verwachting
is dat nieuwe Europese wetgeving – zoals de Digital Services Act (DSA)3 – de internetsector tot meer actie dwingt met de verplichtingen die daarin geregeld
zijn. In het geval van Telegram lijkt in een adequaat moderatiebeleid voor openbare
groepen4 de grootste winst te behalen. De Nederlandse strafrechtelijke aanpak heeft een beperkt
effect aangezien het hier om een internationale online dienst gaat met een groot aantal
gebruikers. Omdat de capaciteit binnen onze strafrechtketen beperkt is, moeten bovendien
altijd keuzes gemaakt worden. Een meewerkende houding van Telegram is in alle gevallen
van groot belang.
Vraag 5
Wanneer is voor u de maat vol voor Telegram, gezien de aanhoudende berichten over
online haat, bedreiging, expose-groepen, criminele praktijken en oplichting via dit
platform en het feit dat Telegram hier zelf helemaal niets aan doet?
Antwoord 5
De aanwezigheid van illegale inhoud en illegale activiteiten op Telegram vind ik problematisch.
Temeer omdat Telegram weinig bereidheid tot medewerking toont in het kader van zelfregulering
en opsporingsonderzoeken. In de beantwoording van eerdere Kamervragen van de leden
Kuik en Slootweg (CDA)5 over Telegram heb ik daarom aangegeven dat het kabinet de inspanningen verhoogt om
partijen als Telegram en X op hun verantwoordelijkheden te wijzen, deels met behulp
van nieuwe wetgevende instrumenten, zoals de Verordening Terroristische Online Inhoud6 en de eerdergenoemde DSA. Over de ontwerp Verordening ter voorkoming en bestrijding
van seksueel kindermisbruik wordt nog onderhandeld. Deze drie verordeningen leggen
aan tussenhandeldiensten meer (zorgvuldigheids)verplichtingen op, onder meer in relatie
tot illegale online inhoud. Ze spelen daarom een belangrijke rol in het aanpakken
van de soorten inhoud en praktijken die u noemt. Daarnaast ben ik in constante dialoog
met verschillende soorten aanbieders in de internetsector, zoals via de «publiek-private
samenwerking online content moderatie». Juist vanwege de constructieve samenwerking
met de aldaar aanwezige platforms (zoals Meta, TikTok en Snapchat) is de afwezigheid
van partijen als Telegram en X te betreuren.
Vraag 6
Zijn de claims van Telegram dat zij wel degelijk proactief modereren op schadelijke
content te verifiëren?
Antwoord 6
De gemaakte claims door Telegram zijn momenteel lastig onafhankelijk te verifiëren
door een gebrek aan transparantie. De handhavingspraktijk en onderzoeken zoals die
van de NOS geven een beeld van de verschillende vormen en omvang van illegale inhoud
op Telegram, wat zich moeilijk verhoudt tot de gemaakte claims. De DSA brengt naar
verwachting verandering in deze situatie zoals toegelicht in het antwoord op vraag
7.
Vraag 7
Wilt u Telegram vragen bewijs te leveren van hun proactieve moderatie op schadelijke
content in Nederland of Nederlandse groepen en wilt u dit onafhankelijk laten toetsen?
Antwoord 7
Zoals aangegeven spant het kabinet zich in om partijen op hun verantwoordelijkheden
te wijzen. Telegram zal op grond van de DSA, die vanaf 17 februari 2024 van toepassing
is op alle tussenhandeldiensten, in ieder geval jaarlijks moeten gaan rapporteren
over (onder meer) inhoudsmoderatie die zij op eigen initiatief toepast, de ontvangen
bevelen van lidstatelijke autoriteiten, en de omgang met meldingen van illegale inhoud
van gebruikers en zogeheten betrouwbare flaggers7. Hierdoor wordt meer inzicht afgedwongen in hetgeen Telegram doet op het gebied van
online content moderatie. Het is aan de toezichthouder in België – waar Telegram met
de inwerkingtreding van de DSA een wettelijke vertegenwoordiger heeft aangewezen8 – om toezicht te houden op de naleving van deze eisen.
Vraag 8
Herinnert u zich dat u in antwoord op eerdere vragen van de leden Kuik en Slootweg9 over Telegram-exposegroepen heeft aangegeven dat Telegram niet reageert op vorderingen
of bevelen in het kader van opsporingsonderzoeken?
Antwoord 8
Ja, mijn beantwoording daarop is mij bekend.
Vraag 9
Wat zijn gevolgen van het niet voldoen aan een vordering of bevel door de politie
of de officier van justitie in het kader van een opsporingsonderzoek? Welke afwegingen
worden daarbij gemaakt?
Antwoord 9
Wanneer Telegram niet meewerkt aan rechtshulpverzoeken en niet voldoet aan strafvorderlijke
vorderingen en/of bevelen, dan is het gevolg daarvan dat onderzoek naar (een vermoeden
van) strafbare feiten wordt belemmerd. In algemene zin geldt dat afhankelijk van de
context en de grondslag van een vordering of bevel het niet meewerken daaraan strafrechtelijke,
civielrechtelijke of bestuursrechtelijke gevolgen kan hebben.
Vraag 10
In hoeverre zijn er mogelijkheden om medewerking van Telegram aan vorderingen of bevelen
van de politie of officier van justitie af te dwingen?
Antwoord 10
In sommige gevallen zou bij niet-naleving van een vordering of bevel vanuit de politie
of officier van justitie kunnen worden overgegaan op dwangmiddelen, zoals inbeslagname
of strafvervolging. De eventuele inzet hiervan wordt onder andere beïnvloed door de
grondslag van de vordering of het bevel, de ernst van de overtreding en ook de vestigingslocatie
van een bedrijf. Van Telegram is bekend dat deze momenteel geen Nederlandse of andere
Europese vestiging heeft. Wel is bekend dat Telegram met de inwerkingtreding van de
DSA inmiddels een wettelijke vertegenwoordiger in België heeft aangewezen.
Vraag 11
Klopt het dat de officier van justitie op basis van artikel 125p van het Wetboek van
Strafvordering na toestemming van de rechter-commissaris, een aanbieder van een communicatiedienst
kan bevelen om content ontoegankelijk te maken, en dat dit in de praktijk het blokkeren
van een Telegramkanaal kan zijn, openbaar of besloten?
Antwoord 11
Ja, dat klopt.
Vraag 12 en 13
Zo ja, kunt u aangeven waarom het blokkeren van een Telegramkanaal blijkens uw antwoord
op vraag 6 van de leden Slootweg en Kuiken slechts in uitzonderlijke gevallen mogelijk
is en dan alleen via de telefoon van de verdachte?
Waarom is de politie volgens uw antwoord in vraag 6 vaak niet in de positie om een
Telegramkanaal te blokkeren?
Antwoord 12 en 13
De casus waarin via de telefoon van verdachte gegevens in drie Telegram-groepen ontoegankelijk
werden gemaakt, werd in de beantwoording uitzonderlijk genoemd, omdat de politie niet
vaak in de positie is dat zij een Telegram-gebruiker heeft kunnen identificeren en
directe toegang heeft tot diens telefoon. Dit maakte het op grond van artikel 125p
Sv jo 181 Sv mogelijk om de Telegram-groepen af te sluiten zonder medewerking van
Telegram.
Vraag 14
Wat vindt u ervan dat het blokkeren van een Telegramkanaal blijkbaar afhankelijk is
van de medewerking van Telegram zelf?
Antwoord 14
In de casus waar u naar refereert in vraag 12 konden gegevens dus ontoegankelijk worden
gemaakt zonder medewerking van Telegram, omdat er toegang was tot de telefoon van
verdachte. Dat neemt niet weg dat een meewerkende houding van online aanbieders gewenst
is, zodat bevelen die op grond van 125p Sv direct aan hen zijn gericht ook daadwerkelijk
worden opgevolgd en er niet een strafbaar feit ontstaat of blijft voortbestaan door
niet-naleving.
Vraag 15
Welke mogelijkheden zijn er om de politie meer handvatten te geven om Telegramkanalen
sneller te blokkeren? Vraagt de politie ook om extra mogelijkheden of bevoegdheden
en zo ja, welke?
Antwoord 15
De wet voorziet in mogelijkheden voor politie en OM om online aanbieders ertoe te
bewegen om strafbare inhoud ontoegankelijk te maken en personen achter accounts op
te sporen. Zoals toegelicht in het antwoord op vraag 10 wordt de effectiviteit van
deze middelen belemmerd wanneer een bedrijf niet op Nederlands grondgebied is gevestigd.
In het geval van buitenlandse online aanbieders dient dan gebruik te worden gemaakt
van een rechtshulpverzoek. Dit is vaak een tijdrovende exercitie en de uitkomst ervan
is afhankelijk van de medewerking van het land waaraan het verzoek is gericht.
Verder verwijs ik naar mijn antwoord op vraag 2 over de gesprekken die gevoerd worden
met onder andere politie en OM om te komen tot een plan van aanpak voor handhaving
op de online verkoop van verboden middelen.
Vraag 16
Vindt u het gerechtvaardigd om in uitzonderlijke gevallen en bij grove en herhaaldelijke
schendingen op het gebied van illegale content de mogelijkheid te hebben om een app
als Telegram als geheel voor een bepaalde periode uit de lucht te halen in Nederland?
Kunt u uitgebreid toelichten wat de technische en juridische implicaties hiervan zouden
zijn?
Antwoord 16
Het volledig verbieden of ontoegankelijk maken van een app is zeer ingrijpend. In
het geval van Telegram zou hieruit een inperking van de vrijheid van meningsuiting
volgen. De noodzaak hiervan moet dan in verhouding staan tot de ernst van de overtredingen
waarbij de vraag speelt of lichtere middelen niet al voldoende soelaas bieden. De
DSA biedt een kader waarin toezicht en sanctionering zijn geregeld en in een opbouw
van handhavingsmogelijkheden is voorzien. De verordening laat in een uiterst geval
en onder voorwaarden ruimte voor de toezichthouder om de rechter te verzoeken de toegang
tot een dienst tijdelijk te beperken10. Doordat Telegram in België haar wettelijke vertegenwoordiger voor de DSA heeft aangewezen
is de Belgische onafhankelijk toezichthouder voor de DSA hiertoe exclusief bevoegd.
Vraag 17
Wat vindt u van het feit dat Telegram in Duitsland een boete heeft gekregen van ruim
vijf miljoen euro, omdat Telegram geen aanspreekpunt in Duitsland heeft waar mensen
schadelijke en criminele content kunnen melden?
Antwoord 17
Het Bundesamt für Justiz (BfJ) heeft in 2022 haar bevoegdheden als autoriteit onder
de NetzDG, de Duitse netwerkhandhavingswet, gebruikt om twee boetes van in totaal
€ 5,125 mln aan Telegram op te leggen. De NetzDG maakt plaats voor de DSA. De DSA
is namelijk maximumharmonisatie voor wat betreft de verplichtingen voor tussenhandeldiensten
door de EU, waardoor dergelijke nationale wetgeving niet langer is toegestaan. De
actie van het BfJ laat zien dat partijen als Telegram zich niet kunnen onttrekken
aan verplichtingen die hen zijn opgelegd. Dit maakt mij hoopvol over de toepassing
van de DSA die in meerdere opzichten gelijkenissen kent met de NetzDG.
Vraag 18
Op welke manier reageren andere Europese landen op Telegram wanneer schadelijke content
niet verwijderd wordt en geen opvolging wordt gegeven aan vorderingen van politie
en justitie?
Antwoord 18
Het kabinet is niet op de hoogte van de praktijk in de verschillende lidstaten.
Vraag 19 en 20
Verwacht u, gezien de trackrecord van Telegram, dat de invoering van de Digital Services
Act (DSA) zal leiden tot verbetering van het gedrag van Telegram?
Verwacht u dat de huidige sancties onder de DSA hard genoeg zijn om online platformen
zoals Telegram te dwingen verantwoordelijkheid te nemen over de activiteiten op hun
platform?
Antwoord 19 en 20
Het laat zich moeilijk voorspellen hoe het handelen van een partij als Telegram zich
gaat ontwikkelen met de inwerkingtreding van de DSA. Tegelijkertijd is Telegram een
voorbeeld dat de noodzaak voor regulering aantoont. De DSA en de eerdergenoemde wetgevingsinstrumenten
in mijn antwoord op vraag 5 versterken de mogelijkheden om op te kunnen treden. Uit
de praktijk zal moeten blijken welke resultaten dit oplevert. In dit kader is relevant
dat de positie van Telegram onder de DSA nog niet geheel duidelijk is. Het is waarschijnlijk
dat de openbare chatgroepen op Telegram voldoen aan de definitie van online platform
onder de DSA, terwijl besloten (groeps)gesprekken er buiten vallen, maar de praktijk
moet dit uitwijzen. Ondertussen staat wel vast dat de DSA voor meer transparantie
en dus verbetering van het gedrag door Telegram zou moeten leiden. Zie het ook het
antwoord op vraag 7.
Vraag 21
Bent u bereid om de Kamer een brief te sturen waarin u uitgebreid toelicht aan welke
bepalingen die volgen uit de DSA Telegram zich op dit moment volgens u niet houdt
of waar er een risico zit?
Antwoord 21
Zoals aangegeven moet de positie van Telegram onder de DSA zich nog uitkristalliseren.
Bovendien is de DSA gestoeld op het land-van-oorsprongsbeginsel voor het bepalen van
bevoegdheid. Het is aan de onafhankelijke toezichthouder die is aangewezen in België,
de lidstaat waar Telegram een wettelijk vertegenwoordiger heeft aangewezen, om een
oordeel te vormen over de naleving van bepalingen uit de DSA door tussenhandeldiensten
die onder haar bevoegdheid vallen. Het is niet aan mij om verder te oordelen of de
DSA op (onderdelen van) Telegram van toepassing is, of welke onderdelen van de DSA
mogelijk worden overtreden. Dat is aan de onafhankelijk toezichthouder en uiteindelijk
aan de rechter en het Hof van Justitie.
Vraag 22
Wanneer verwacht u de uitvoeringswet van de DSA naar de Kamer te sturen?
Antwoord 22
De Minister van Economische Zaken en Klimaat werkt al geruime tijd aan het ontwerpwetsvoorstel
voor de Uitvoeringswet Digitaledienstenverordening. Op 7 februari jl. heeft de Raad
van State advies uitgebracht over het ontwerpwetsvoorstel. Dat wordt momenteel verwerkt.
De Minister van Economische Zaken en Klimaat streeft ernaar het ontwerpwetsvoorstel
daarna zo spoedig mogelijk bij de Kamer in te dienen en zal Uw Kamer daar apart over
informeren.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
D. Yesilgöz-Zegerius, minister van Justitie en Veiligheid -
Mede namens
A.C. van Huffelen, staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.