Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van de leden Paternotte en Verhoeven over het bericht 'Studenten protesteren tegen tentamensoftware die beelden van hun huiskamer opslaat'
Vragen van de leden Paternotte en Verhoeven (beiden D66) aan de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap over het bericht «Studenten protesteren tegen tentamensoftware die beelden van hun huiskamer opslaat» (ingezonden 22 april 2020).
Antwoord van Minister Van Engelshoven (Onderwijs, Cultuur en Wetenschap) (ontvangen
19 mei 2020).
Vraag 1
Heeft u kennisgenomen van het artikel «Studenten protesteren tegen tentamensoftware
die beelden van hun huiskamer opslaat»?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Welke hogescholen en universiteiten maken op dit moment gebruik van software voor
online tentamens, waarbij videobeelden van de student of van het computerscherm worden
opgeslagen?
Antwoord 2
De Vereniging Hogescholen (VH) geeft desgevraagd aan dat bijna alle hogescholen op
verschillende manieren in pilotvorm testen met proctoring. In een recent gepubliceerd
white paper duidt SURF deze verschillende wijzen van proctoring in «niveaus»2. Een tweetal hogescholen (Avans en Hogeschool Leiden) heeft aangegeven geen gebruik
te maken van surveillance-software. Ook de kunsthogescholen maken, gezien de aard
van het onderwijs, nauwelijks gebruik van proctoring.
De Vereniging van Universiteiten (VSNU) geeft desgevraagd aan dat de Maastricht University,
de Universiteit Utrecht en de Open Universiteit geen gebruikmaken van software voor
online tentamens. Bij de overige universiteiten gebeurt dit, al dan niet in pilotvorm,
op verschillende manieren en schaalgrootte wel.
Vraag 3
Van welke softwareaanbieder(s) maken de betreffende onderwijsinstellingen gebruik?
Kunt u daarbij aangeven of dat Amerikaanse of Europese zogeheten «proctorbedrijven»
zijn?
Antwoord 3
De onderwijsinstellingen maken gebruik van de softwareaanbieders ProctorExam, Proctorio
en Remote Proctor Now. ProctorExam is een Nederlands bedrijf waarvan de data in Duitsland
worden verwerkt. Proctorio en Remote Proctor Now zijn bedrijven uit de Verenigde Staten
met vestigingen en datacentra in de Europese Unie.
Vraag 4
Verzoeken de betreffende proctorbedrijven toestemming aan de student of die zijn persoonsgegevens,
zoals videobeelden van diens gezicht, mogen opslaan? Voldoen zij verder aan de vereiste
van de Algemene verordening gegevensbescherming (AVG)?
Antwoord 4
Het is aan de onderwijsinstellingen om de studenten goed te informeren over het gebruik
en de werking van de proctoring software, bijvoorbeeld middels een privacyverklaring.
Een student kan ervoor kiezen niet aan deze tentamenvorm deel te nemen, zoals ik ook
toelicht in mijn antwoord op vraag 8.
In mijn antwoord op de schriftelijke vragen van uw collega Futselaar (SP) gaf ik reeds
het volgende aan. Bij het gebruik van online proctoring verwerken onderwijsinstellingen
(beeld, geluid en andere) gegevens van studenten. Op deze verwerkingen van persoonsgegevens
is de AVG van toepassing. De AVG verplicht – kort gezegd – om persoonsgegevens op
een behoorlijke en rechtmatige wijze te verwerken. Deze verantwoordelijkheid rust
in dit geval op de onderwijsinstelling. De onderwijsinstelling moet kunnen aantonen
dat de wijze waarop deze online proctoring toepast bij het afnemen van toetsen, in
lijn is met de verplichtingen uit de AVG, in het bijzonder met de beginselen van rechtmatigheid,
behoorlijkheid en transparantie, doelbinding, minimale gegevensverwerking, juistheid,
opslagbeperking en integriteit en vertrouwelijkheid. De Autoriteit persoonsgegevens
(AP) houdt toezicht op de naleving van de AVG. Bovendien kondigde de AP recent aan
na te gaan of onderwijsinstellingen «voldoende werk maken van het beschermen van de
privacy van hun leerlingen of studenten. Zij moeten aantonen hoe zij dit doen.»
Hogeronderwijsinstellingen geven aan dat de gekozen software en haar leveranciers
voldoen aan de AVG. Zo worden de persoonsgegevens die de proctoring software verzamelt
enkel gebruikt voor het opsporen van mogelijke fraude tijdens een tentamen. Studenten
worden voorgelicht over het gebruik en de werking van de proctoring software. De persoonsgegevens
zullen niet langer bewaard worden dan strikt noodzakelijk. De instelling verzorgt
in bijzondere gevallen alternatieven voor studenten die daar voor in aanmerking komen.
Bijvoorbeeld wanneer de student niet kan beschikken over de benodigde ICT-middelen.
De ICT-coöperatie van de hogeronderwijsinstellingen SURF heeft een whitepaper, zoals
genoemd in de beantwoording van vraag 2, gepubliceerd. Deze publicatie is een belangrijke
handleiding voor de instellingen om proctoring conform de AVG in te kunnen zetten.
Vraag 5
Begrijpt u de angst van studenten dat de proctorbedrijven de opgeslagen gegevens niet
verwijderen en mogelijk voor andere doeleinden gebruiken of doorverkopen?
Antwoord 5
Die angst kan ik mij goed voorstellen. Het is aan de onderwijsinstellingen om die
angst weg te nemen door aan te tonen dat het gebruik van de software voldoet aan de
AVG en dat er goede afspraken met de proctorbedrijven zijn gemaakt die de privacyrechten
van studenten borgen. Onderwijsinstellingen nemen die verantwoordelijkheid. Zie ook
mijn antwoord bij vraag 4.
Vraag 6
Mag een onderwijsinstelling voor deelname aan onderwijs of tentaminering de student
vragen om aanvullende of bijzondere persoonsgegevens te verstrekken?
Antwoord 6
In mijn antwoord op de schriftelijke vragen van uw collega Futselaar (SP) over dit
thema gaf ik reeds het volgende aan.
Net als bij de reguliere afname van tentamens zijn bijzondere categorieën van persoonsgegevens,
zoals gegevens over religieuze of levensbeschouwelijke overtuiging of gezondheid af
te leiden aan uiterlijke kenmerken. De webcam is gericht op de student in zijn persoonlijke
leefomgeving waaruit deze bijzondere persoonsgegevens te herleiden kunnen zijn. Dit
vergt een gedegen voorlichting door de onderwijsinstelling aan de student om de bewustwording
te vergroten en de kans op het zien en tijdelijk opslaan van deze bijzondere persoonsgegevens
te verkleinen. Als studenten niet willen dat dergelijke gegevens uit de beelden afgeleid
kunnen worden, kunnen ze, voor zover mogelijk, zorgen dat de uiterlijke kenmerken
die daartoe aanleiding geven niet in beeld zijn. Ook staat het hen vrij ervoor te
kiezen niet deel te nemen aan deze vorm van tentaminering.
Het verwerken van bijzondere categorieën van persoonsgegevens is in beginsel verboden.
Het verwerken van deze persoonsgegevens is slechts toegestaan in de gevallen die AVG
noemt. De AP kwalificeert camerabeelden echter niet als bijzondere persoonsgegevens
indien (1) het doeleinde van de verwerking niet gericht is op het verwerken van bijzondere
persoonsgegevens dan wel op het onderscheid maken op grond van een bijzonder persoonsgegeven,
(2) het voor de verantwoordelijke redelijkerwijs niet voorzienbaar is dat de verwerking
zal leiden tot het maken van onderscheid op grond van een bijzonder persoonsgegeven,
en (3) de verwerking van die bijzondere persoonsgegevens onvermijdelijk is bij die
verwerking.
Vraag 7
Mag een onderwijsinstelling een student van onderwijs of tentaminering uitsluiten
als die geen toestemming verleent om aanvullende of bijzondere persoonsgegevens te
verstrekken?
Antwoord 7
Proctoring wordt ingezet als er geen andere geschikte vormen van toetsing voor handen
zijn. Dit geldt met name voor tentamens die zijn gericht op het toetsen van kennis.
In veel gevallen zijn deze kennistoetsen gebaseerd op een digitaal systeem zoals een
databank van tentamenvragen. Dit type tentaminering is fraudegevoelig. Proctoring
is hiervoor een belangrijke oplossing.
Een onderwijsinstelling moet een alternatieve vorm van toetsing aanbieden als een
student ervoor kiest niet deel te nemen aan deze vorm van tentaminering. Alternatieve
vormen van toetsing zoals digitale toetsing op de campus met behulp van menselijke
surveillance, kunnen door de coronacrisis op dit moment niet plaatsvinden. Hierdoor
kunnen onderwijsinstellingen niet uitsluiten dat er studievertraging optreedt bij
de keuze voor een alternatieve vorm van tentaminering.
Vraag 8
Deelt u de opvatting dat studenten nu geen eerlijke afweging kunnen maken bij het
gebruiken van deze software, aangezien studenten immers aangeven koste wat kost hun
vakken te willen halen om geen studievertraging oplopen en zij zich gedwongen voelen
om in te stemmen met de gestelde voorwaarden en deze software te accepteren?
Antwoord 8
Naast online proctoring bieden de onderwijsinstelling andere, minder ingrijpende,
toetsvormen aan zoals openboektentamens en inleveropdrachten. In bepaalde gevallen
is geen alternatieve toetsvorm mogelijk. In die gevallen wordt online proctoring ingezet
om studenten geen studievertraging te laten oplopen. Daarbij voorziet de onderwijsinstelling
in bijzondere gevallen in een alternatief voor studenten die daarvoor in aanmerking
komen. Studenten die geen gebruik willen maken van online proctoring kunnen er ook
voor kiezen te wachten tot de beperkende maatregelen van de Covid-19 crisis zijn opgeheven
en fysieke toetsing weer mogelijk is.
Vraag 9
Bent u bereid om in uw overleg met de onderwijskoepels en studentenorganisaties adequate
bescherming van de privacy van studenten – ook in crisistijd – aan de orde te stellen,
waarbij studenten de suggestie doen om te werken met open boek examens, alternatieve
opdrachten of het schrijven van essays?
Antwoord 9
In mijn regelmatige overleg met onderwijskoepels en studentvertegenwoordigers spreken
wij over het voorkomen van studievertraging en de privacy van studenten. Voor de instelling
is de bescherming van privacy van studenten, ook in crisistijd, essentieel. De instellingen
maken gebruik van diverse toetsvormen, waaronder de door u genoemde vormen. Echter,
zoals toegelicht in de antwoorden op vraag 7 en 8, is de inzet van online proctoring
in bepaalde gevallen de enige geschikte toetsvorm.
Vraag 10
Bent u bereid te onderzoeken of het desnoods mogelijk is om hogescholen en universiteiten
in de rest van het academisch jaar alleen voor tentaminering beperkt te openen, of
als alternatief voor tentaminering door middel van proctoring?
Antwoord 10
Samen met de onderwijsinstellingen onderzoeken we maatregelen om het onderwijs en
de examinering zo veel mogelijk doorgang te laten vinden, binnen de grenzen van wat
gegeven de crisis veilig kan worden geacht. In het geval van deze specifieke tentamens
gaat het vaak om grote groepen studenten, wat een groot beslag legt op het openbaar
vervoer. Daarom laat het kabinet de ministeries OCW en IenW nu samen verkennen of
en onder welke voorwaarden er een lichte versoepeling van maatregelen voor het hoger
onderwijs kan komen, zodat tentaminering, voor zover dat online niet afdoende kan,
weer op de instelling zou kunnen plaatsvinden.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
I.K. van Engelshoven, minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.