Inbreng verslag schriftelijk overleg : Inbreng verslag van een schriftelijk overleg over inbreukprocedure Vogelrichtlijn (Kamerstuk 33576-388)
2024D34051 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG
Binnen de vaste commissie voor Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur hebben
de onderstaande fracties de behoefte vragen en opmerkingen voor te leggen aan de Staatssecretaris
van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur over de brief betreffende Inbreukprocedure
Vogelrichtlijn (Kamerstuk 33 576, nr. 388).
De fungerend voorzitter van de commissie,
Graus
De griffier van de commissie,
Van den Brule-Holtjer
Inhoudsopgave
I Vragen en opmerkingen vanuit de fracties
Vragen en opmerkingen van de leden van de PVV-fractie
Vragen en opmerkingen van de leden van de GroenLinks-PvdA-fractie
Vragen en opmerkingen van de leden van de VVD-fractie
Vragen en opmerkingen van de leden van de D66-fractie
Vragen en opmerkingen van de leden van de BBB-fractie
Vragen en opmerkingen van de leden van de PvdD-fractie
Vragen en opmerkingen van de leden van de SGP-fractie
Vragen en opmerkingen van de leden van de CU-fractie
II Antwoord / Reactie van de Staatssecretaris
I Vragen en opmerkingen vanuit de fracties
Vragen en opmerkingen van de leden van de PVV-fractie
De leden van de PVV-fractie hebben kennisgenomen van de brief over de Inbreukprocedure
Vogelrichtlijn (Kamerstuk 33 576, nr. 388) en hebben geen vragen en/of opmerkingen.
Vragen en opmerkingen van de leden van de GroenLinks-PvdA-fractie
De leden van de GL-PvdA-fractie betreuren dat het heeft moeten komen tot een inbreukprocedure
vanwege de ongunstige staat van instandhouding van de grutto en andere akker- en weidevogels
in Nederland, ondanks de inzet van vele vrijwilligers en de welwillendheid van veel
boeren. De populatie van onder meer de grutto is sterk gedaald, en bevindt zich qua
omvang ver onder dat was nodig is voor een duurzame instandhouding. Deze leden hopen
dat het aanleiding zal zijn om echt werk te maken van het keren van deze trend. Daarbij
hebben deze leden nog enkele vragen en opmerkingen.
De leden van de GL-PvdA-fractie constateren dat de intensieve landbouw niet de enige,
maar wel de voornaamste reden is van de achteruitgang van de gruttopopulatie in Nederland.
Kan de Staatssecretaris dat bevestigen? Deze leden hebben de indruk dat dit niet zozeer
aan de welwillendheid van boeren ligt om de grutto en andere weidevogelpopulaties
te beschermen, maar wel aan het gebrek aan voldoende zekerheid en vergoedingen. Daarin
kan het door dit kabinet beschikbaar gestelde geld voor natuur- en landschapsbeheer
een rol spelen, mits de vergoedingen concurrerend en langjarig genoeg zijn. Welke
vergoedingen is de Staatssecretaris van plan te bieden? Kan de Staatssecretaris toezeggen
dat het Rijk bereid is om hiervoor voor ten minste 12 jaar garant te staan? Zo niet,
kan de Staatssecretaris uitweiden over waarom niet?Welke gevolgen heeft dat voor de
bereidheid van boeren om hun bedrijf aan te passen voor de bescherming van de grutto
en andere weidevogels? Kan de Staatssecretaris ook uitweiden over of en hoe hij boeren
zal ondersteunen met kennis over hoe ze hun bedrijf kunnen aanpassen ten behoeve van
de grutto en in het aanvragen van een vergoeding hiervoor?
De leden van de GL-PvdA-fractie lezen in het regeerakkoord dat een substantiële bijdrage
uit het beschikbare geld voor agrarisch natuurbeheer zal worden besteed in het licht
van de inbreukprocedure. Hoe groot zal die bijdrage zijn in aankomende jaren? Worden
deze gelden via het Rijk zelf of via provincies, collectieven of andere gremia verdeeld?
Hoe wordt het doelbereik vastgesteld en welke partijen zijn daarbij betrokken? Wat
wordt bedoeld met de «regie vanuit het Rijk», waarvan in het regeerakkoord wordt gesproken?
Wat betekent dat bijvoorbeeld voor de gebiedsgerichte aanpak en voor de balans tussen
doel- en middelvoorschriften?
De leden van de GL-PvdA-fractie vragen de Staatssecretaris om in te gaan op de rol
die beschermde natuur, waaronder Natura 2000-gebieden, speelt voor de grutto en andere
broedende weidevogels. In hoeverre bevinden zich daar de hoogste concentraties broedende
paren volgens het Sovon-rapport (Sovon, 2024, «Geactualiseerd landelijk overzicht
van vogelsoorten met concentraties van (inter)nationaal belang» (https://stats.sovon.nl/pub/publicatie/21659)? Kan de Staatssecretaris bevestigen dat de Vogelrichtlijn Nederland verplicht om
Natura 2000-gebieden aan te wijzen voor de grutto en andere broedende weidevogels?
Kan de Staatssecretaris uitweiden over hoe hij actief zal bijdragen aan het tegengaan
van het negatieve imago van Natura 2000-gebieden in delen van de samenleving? Heeft
de Staatssecretaris in kaart gebracht waar het aanwijzen van beschermde natuur het
meest gunstig is voor de instandhouding van de grutto en kan hij die informatie met
de Kamer delen? Heeft de Staatssecretaris hierover advies gekregen van de Europese
Commissie (EC) en welke toezeggingen zal hij doen aan de EC?
De leden van de GL-PvdA-fractie zijn benieuwd naar de natuurherstelmaatregelen die
de Staatssecretaris zal nemen ten behoeve van de instandhouding van de grutto- en
andere weidevogelpopulaties. Kan de Staatssecretaris bevestigen dat de nieuwe Europese
Unie (EU)-Natuurherstelverordening Nederland verplicht om de nodige herstelmaatregelen
te treffen om de kwaliteit en kwantiteit van aangetaste leefgebieden van de grutto
en andere weidevogels te herstellen? Welke natuurherstelmaatregelen en bijbehorend
tijdspad noemt de Staatssecretaris in zijn reactie aan de EC? Hoe verhoudt de grutto-aanpak
zich tot het op te stellen natuurherstelplan? Is deze aanpak ook getoetst op de criteria
waaraan dit natuurherstelplan moet voldoen en kan de Staatssecretaris daar inzicht
in geven?
De leden van de GL-PvdA-fractie lezen in het rapport van de Algemene Rekenkamer «Waar
is de Grutto?» (2021) dat naast het Agrarisch Natuur- en Landschapsbeheer (ANLb) flankerend
beleid nodig is om weidevogels te beschermen. Welke maatregelen is de Staatssecretaris
in dit kader voornemens te nemen? Deze leden zien in actieve grondverwerving en herwaardering
een kansrijk middel om voldoende ruimte voor de grutto en andere weidevogels te creëren.
Deelt de Staatssecretaris deze mening? Is dit kabinet bijvoorbeeld van plan om daar
de in het regeerakkoord genoemde grondbank voor in te zetten? Hoeveel geld gaat dit
kabinet daarvoor vrijmaken en welke doelen koppelt dit kabinet daaraan?
De leden van de GL-PvdA-fractie zijn ten slotte benieuwd naar en of welke aanpassingen
de Staatssecretaris zal doorvoeren in de monitoring van de grutto- en andere akker-
en weidevogelpopulaties.
Vragen en opmerkingen van de leden van de VVD-fractie
De leden van de VVD-fractie hebben met bezorgdheid kennisgenomen van de Kamerbrief
over de inbreukprocedure tegen de Nederland aangaande de Vogelrichtlijn.
De leden van de VVD-fractie constateren dat de Staatssecretaris schrijft dat Nederland
in gebreke wordt gesteld «vanwege de niet-naleving van de op hem rustende verplichtingen
uit de Vogelrichtlijn (Richtlijn 2009/147/EG).» Maar verder kan hij er weinig over
melden, want «de inbreukprocedure is vertrouwelijk en de stukken die in dat kader
worden gewisseld zijn niet openbaar.» Deze leden hebben dit schriftelijk overleg aangevraagd
om toch meer helderheid te krijgen over de potentiële gevolgen van deze inbreukprocedure
en de beleidsvoorstellen van deze Staatssecretaris. Deze leden vragen de Staatssecretaris
om uitleg over de aanleiding, het vervolg en potentiële gevolgen van deze inbreukprocedure.
Wat was de directe aanleiding voor deze procedure, op welke concrete punten en artikelen
uit de Vogelrichtlijn is Nederland in overtreding? Wat gebeurt er nadat het Nederlandse
kabinet heeft gereageerd op de aanmaningsbrief van de Europese Commissie (EC)? Wat
betekent het dat, indien er geen bevredigend antwoord vanuit Nederland komt, de EC
kan besluiten om een «reasoned opinion» uit te brengen? Klopt het dat deze procedure
uiteindelijk kan leiden tot boetes of dwangsommen en zo ja, om welke bedragen zou
het kunnen gaan?
De leden van de VVD-fractie hebben in het gerelateerde persbericht van de EC al meer
kunnen lezen over de onderbouwing van de inbreukprocedure (European Commission, 25 juli
2024, «The Commission calls on the Netherlands to better protect the meadow bird black-tailed
godwit» (https://ec.europa.eu/commission/presscorner/detail/EN/inf_24_3228). Zo staat daar dat Nederland onvoldoende maatregelen heeft genomen om de grutto
te beschermen, dat hetaantal weidevogels in Nederland al decennialang afneemt, voornamelijk
vanwege habitatverlies en andere bedreigingen, dat vrijwillige programma's, waaronder
subsidies, er niet toe hebben geleid dat de voortdurende achteruitgang van de grutto
wordt aangepakt, dat autoriteiten effectievere maatregelen moeten nemen, zoals classificatie
en beheer van plekken waar de grutto in grote aantallen broedt, dat dergelijke maatregelen
ook belangrijk zijn voor vogelsoorten zoals de kievit en scholekster waarvan de aantallen
ook afnemenen dat Nederland twee maanden heeft om hierop te reageren. Kan de Staatssecretaris
bevestigen dat het bovenstaande overeenkomt met de inhoud van de vertrouwelijke stukken?
Zo nee, welke onderdelen staan niet in de stukken? Zo ja, waarom kon hij hier dan
niet uitvoeriger over schrijven in zijn Kamerbrief?
De leden van de VVD-fractie lezen dat de Minister in de LVVN-begroting voor het jaar
2025 (Kamerstuk 36 600-XIV) schrijft dat soorten als de grutto en de kievit aanzienlijk afnemen vanwege «onder
andere de voortdurende intensivering van het agrarisch gebied.» In 2021 concludeerde
de Algemene Rekenkamer dat, ondanks de groei van subsidies, het beleid om weidevogels
te beschermen niet werkt, mede omdat de meest effectieve maatregelen zoals verhoging
van het waterpeil niet worden uitgevoerd. Deze leden vragen de Staatssecretaris wat
volgens hem de voornaamste redenen zijn dat het aantal grutto’s in Nederland blijft
afnemen. Kan hij ten tweede zijn (beknopte) analyse geven over de effectiviteit van
eerder genomen maatregelen om weidevogels te beschermen?
De leden van de VVD-fractie wijzen erop dat de Staatssecretaris in het commissiedebat
over Stikstof, NPLG en natuur van 4 september jongstleden verwees naar de extra middelen
uit het hoofdlijnenakkoord voor agrarisch natuurbeheer als (een deel) van de oplossing.
Deze leden onderschrijven dat de 500 miljoen euro structureel een belangrijke bijdrage
kan leveren aan het weidevogelbeheer, onder meer met langjarige vergoedingen voor
ecosysteemdiensten. Tegelijkertijd zijn deze leden ook beducht voor een effectieve
besteding van deze middelen, mede gelet op het hierboven genoemde rapport van de Algemene
Rekenkamer. Oneerbiedig gezegd: de grutto en de kievit zijn minder geholpen met de
aanleg van bloemrijke akkerranden dan met maatregelen gericht op een gebiedsgerichte
extensivering. Deze leden vragen de Staatssecretaris hoe hij de besteding van deze
middelen gaat verantwoorden op basis van effectiviteit en doelbereik.Denkt de Staatssecretaris
ook aan andere maatregelen, naast agrarisch natuurbeheer en predatiebeheer, zoals
grondbeleid? Zo nee, waarom niet? Zo ja, kan hij deze nader toelichten?
De leden van de VVD-fractie constateren tot slot dat het kabinet in het regeerprogramma
schrijft dat het zich committeert aan de verplichtingen die volgen uit (inter)nationale
wet- en regelgeving ten aanzien van natuur, biodiversiteit en klimaat. Kan de Staatssecretaris
derhalve bevestigen dat het kabinet op degelijke wijze gaat onderbouwen hoe het de
zorgen van de EC gaat wegnemen, opdat het gaat voldoen aan de Vogelrichtlijn? Kan
de Staatssecretaris daarnaast inhoudelijk uitleggen waarom het zich graag wil committeren
aan de bescherming van weidevogels zoals de grutto, anders dan dat het «moet van Brussel».
Vragen en opmerkingen van de leden van de D66-fractie
De leden van de D66-fractie hebben met interesse kennisgenomen van de brief over de
Inbreukprocedure Vogelrichtlijn. Deze leden hebben enkele vragen, dan wel opmerkingen.
De leden van de D66-fractie constateren dat de Staatssecretaris eerder aangaf dat
de inbreukprocedure vertrouwelijk is en dat de bijbehorende stukken dat ook zijn.
Deze leden vragen de Staatssecretaris om toe te lichten op basis van welke Europese
wetgeving de inbreukprocedure vertrouwelijk wordt behandeld. Deze leden vragen ook
met klem of de Staatssecretaris bereid is de stukken wel vertrouwelijk te delen met
de leden van de Kamer.
De leden van de D66-fractie vragen of de Staatssecretaris daarop vooruitlopend kan
toelichten wat de kern van de inbreukprocedure is en aan welke verplichtingen Nederland
volgens de EC niet voldoet? Deze leden vragen de Staatssecretaris ook toe te lichten
in welke fase van het proces van de inbreukprocedure Nederland is.
De leden van de D66-fractie vragen de Staatssecretaris toe te lichten, nu hij bijna
een maand de tijd heeft gehad om de aanmaningsbrief te bestuderen, of hij de zorgen
van de EC deelt. Kan hij tevens toelichten welke sancties Nederland te wachten staat
mochten wij niet aan onze verplichtingen voldoen? Kan hij ook een analyse geven van
de meer informele consequenties van het niet-voldoen aan de verplichtingen, zoals
bijvoorbeeld de kansen van Nederland om in Europees verband zaken voor elkaar te krijgen,denk
aan een nieuwe derogatie.
De leden van de D66-fractie verwachten dat de structurele middelen die zijn gereserveerd
voor agrarisch natuurbeheer bij kunnen dragen aan een rijkere populatie van weidevogels
waaronder de grutto. Deze leden vragen de Staatssecretaris hierbij toe te lichten
op welke wijze hij bij de allocatie van die middelen de aangenomen motie van het lid
Tjeerd de Groot (Kamerstuk 36 410 XIV, nr. 10) gaat betrekken. Deze leden vragen daarnaast of de Staatssecretaris erkent dat de
huidige aanpak uit losse en gefragmenteerde maatregelen bestond (op het boerenbedrijf),
waardoor een integrale en effectieve aanpak niet is gerealiseerd. Erkent de Staatssecretaris
dat, ondanks goede initiatieven en investeringen, de gruttopopulaties achteruit zijn
gehold? Kan hij derhalve toelichten hoe hij de lessen uit bestaande plannen voor het
landelijk gebied, zoals het Aanvalsplan Grutto (Het Aanvalsplan Grutto (https://gruttoaanvalsplan.nl/)) en Aanvalsplan landschap (Stichting Deltaplan Biodiversiteitsherstel, «Aanvalsplan
landschap» (https://www.samenvoorbiodiversiteit.nl/aanvalsplan-landschap), gaat betrekken om te zorgen dat de meest efficiënte maatregelen worden gevonden
voor de grote hoeveelheid financiële middelen die beschikbaar is gekomen voor agrarisch
natuurbeheer? Kan de Staatssecretaris daarbij beleid ontwikkelen dat zorgt dat grutto’s
kunnen floreren en niet terug te vallen op de makkelijke oplossing, namelijk predatoren
afschieten? Kan hij toezeggen, in samenwerking met de Minister van Landbouw, Visserij,
Voedselzekerheid en Natuur (LVVN), eerst stappen te zetten om de basiscondities voor
een goede landinrichting in orde te brengen voor de grutto en andere weidevogels,
zoals hoger waterpeil, later maaien, minder (kunst)mest en minder bestrijdingsmiddelen?
Erkent de Staatssecretaris dat deze maatregelen, met name een hoger waterpeil, ook
predatie op een natuurlijke wijze zal terugbrengen?
Vragen en opmerkingen van de leden van de BBB-fractie
De leden van de BBB-fractie zijn zoekende in hun reactie op de inbreukprocedure, omdat
de procedure vertrouwelijk is en de stukken dus niet openbaar worden gemaakt.
Het belang van goed weidevogelbeheer staat bij deze leden in een hoog vaandel. Veel
boeren dragen al jaren bij aan het verbeteren van de weidevogelstand en zonder boeren
konden in Nederland geen weidevogels leven. Deze leden vinden daarom dat er meer duidelijkheid
moet komen over het gevolg van de uitkoop van boeren voor de Nederlandse weidevogelstand.
Kan de Staatssecretaris dat toezeggen?Er moet bovendien onderzoek worden gedaan naar
beheer van de grote vijanden van de weidevogels, zoals de vos, steenmarter, kraaien
en ooievaars. Er zijn gebieden waar al meer predatiebeheer mogelijk is, kan de Staatssecretaris
daar meer de regie in pakken? Zodat meer weidevogels goed worden beschermd.
De leden van de BBB-fractie vragen daarnaast of het mogelijk is de stukken van de
inbreukprocedure onder embargo in te laten zien door Kamerleden? Deze leden willen
graag weten of bij voorgaande bewindspersonen duidelijk kan zijn geweest dat de inbreukprocedure
aanstaande of te voorzien was. Bovendien willen deze leden graag weten waarom, als
voorgaande bewindspersonen het risico op een inbreukprocedure hadden kunnen inschatten,
zij dat niet aan de Kamer hebben verteld, zodat enige voorbereiding vanuit de Kamer
mogelijk geweest was. Was een inbreukprocedure daarnaast te voorkomen geweest, of
is het een »ingecalculeerd risico» van het voorgaande bewind geweest om niet meer
in te zetten op de bescherming van weidevogels door bijvoorbeeld beter predatiebeheer?
Vragen en opmerkingen van de leden van de PvdD-fractie
De bedreiging van de grutto
De leden van de PvdD-fractie constateren dat de grutto, een van de iconische weidevogels
in Nederland, net zoals veel andere diersoorten onder grote druk staat. Deze leden
zijn van mening dat het huidige beleid met betrekking tot weidevogels en biodiversiteit
in Nederland tekortschiet en gericht is op pleisters plakken en symptoombestrijding.
Dat concludeert bijvoorbeeld ook Volgelbescherming bij het lezen van het regeerakkoord:
«De enige concrete maatregel die specifiek wordt genoemd in het regeerprogramma (predatiebeheer)
is niet meer dan symptoombestrijding» (Vogelbescherming, 13 september 2024, «Verontrust
over regeerprogramma» (https://www.vogelbescherming.nl/actueel/bericht/verontrust-over-regeerp…). Weidevogels, zoals de grutto, zijn onlosmakelijk verbonden met het Nederlandse
landschap, maar staan nu op de rand van uitsterven. De intensieve landbouwpraktijken,
het voor de landbouw kunstmatig laag houden van de waterpeil en de afname van geschikt
leefgebied hebben het voortbestaan van deze vogel in gevaar gebracht. Dit is niet
alleen ecologisch problematisch, maar het brengt Nederland ook in conflict met Europese
regelgeving, die vereist dat lidstaten hun biodiversiteit beschermen. Daar zitten
we dus nu. Deelt de Staatssecretaris deze analyse? Zo nee, wat is dan volgens hem
de belangrijkste oorzaak van de decennialange achteruitgang van de grutto en op welke
wetenschappelijk onderzoeken baseert hij zich? Kan de Staatssecretaris een overzicht
geven van de populatie grutto's van de afgelopen 50 jaar? Kan hij voor dezelfde periode
een overzicht geven van de ontwikkeling van het areaal van geschikt leef-, broed-,
en foerageergebied voor de grutto in Nederland?
Europese afspraken en het beleid van het kabinet
De leden van de PvdD-fractie benadrukken dat Nederland als EU-lidstaat de afspraak
heeft gemaakt om de biodiversiteit te beschermen, waaronder de leefgebieden van de
grutto.
Deze leden constateren dat de toenmalige bewindspersoon in een reactie op schriftelijke
vragen van de leden Vestering en Wassenberg begin 2022 (Aanhangsel van de Handelingen II,
vergaderjaar 2021–2022, nr. 1402) stelde dat het weidevogelbeleid tussen 1975 en 2016 niet volledig was mislukt. Deelt
de Staatssecretaris de mening dat het feit dat de EC zich genoodzaakt voelde een inbreukprocedure
te starten tegen Nederland in ieder geval aantoont dat het huidige beleid heeft gefaald?
Zo nee, waarom niet? Op welke wetenschappelijk onderzoek en consensus baseert de Staatssecretaris
zich? Hoeveel meer areaal geschikte broed- en foerageergebieden zijn door het weidevogelbeleid
ontstaan sinds 1975? Waar zouden volgens onafhankelijke wetenschappers speciale beschermingszones
voor de grutto het beste moeten worden ingesteld? Zijn alle Nederlandse speciale beschermingszones
aangewezen in lijn met wetenschappelijke kennis en wetenschappelijk advies over waar
zulke zones het beste aan te wijzen om maximaal positief effect te bereiken voor de
grutto? Zo nee, waarom niet? Kan de Staatssecretaris een schets sturen van waar de
speciale beschermingszones zich bevinden en waar en hoe ze qua locatie en omvang voldoen
als geschikt om broedgebieden van de grutto te beschermen, te herstellen en uit te
breiden? Aangezien één van de grootste problemen met de stand van de grutto het gebrek
aan geschikt en voldoende broedgebied is vragen deze leden hoeveel meer speciale beschermingszones
het kabinet gaat aanwijzen, wanneer precies en waar precies. Laat het kabinet de geschiktheid
en effectiviteit van deze gebieden eerst toetsen door onafhankelijke grutto-experts?
De leden van de PvdD-fractie vragen of het kabinet kan bevestigen dat experts hebben
gewaarschuwd dat de inzet van vrijwilligheid bij boeren om de grutto beter te beschermen
onvoldoende effect zou hebben en dat dit inderdaad nu is uitgekomen? Zo nee, op welk
wetenschappelijk onderzoek en consensus baseert de Staatssecretaris zich? Kan de Staatssecretaris
bevestigen dat Nederland door de inbreukprocedure nu echt werk moet maken van het
beschermen van de grutto en andere weidevogels en het herstellen en uitbreiden van
hun broed- en foerageergebieden? Binnen welke periode moet Nederland resultaat laten
zien? Welke wetenschappelijk bewezen acties zijn en worden ondernomen om de achteruitgang
van de weidevogels populatie systematisch te stoppen en een gunstige staat van de
populatie en hun broed-, en foerageergebied te herstellen?
Plannen en budgettaire vraagstukken
De leden van de PvdD-fractie lezen in de begroting van LVVN dat er voor 2025 een budget
van 900.000 euro is gereserveerd voor onderzoek en monitoring van akker- en weidevogels,
waaronder de grutto. Het Aanvalsplan Grutto wordt in de begroting ook genoemd. Dit
plan heeft als doel de achteruitgang van de weidevogelpopulaties te stoppen en herstel
mogelijk te maken. Verwacht de Staatssecretaris dat dit budget voldoende is om weidevogels
te beschermen in lijn met de Europese wet- en regelgeving? Zo ja, welke berekeningen
en wetenschappelijke onderbouwingen zitten hierachter? Wat zijn de concrete plannen
voor 2025, en komen deze alleen voort uit het Aanvalsplan Grutto? Zijn deze plannen
wetenschappelijk getoetst op voldoende effectiviteit en zo ja, wat was het resultaat?
Zo nee, waarom niet? Wanneer verwacht het kabinet te voldoen aan de Europese wet-
en regelgeving rondom de grutto?
De leden van de PvdD-fractie hebben ook gelezen dat de Staatssecretaris in antwoorden
op Kamervragen (Aanhangsel van de Handelingen II, vergaderjaar 2023–2024, nr. 2335)) dat er onder andere wordt ingezet op het verhogen van het waterpeil en het vergroten
van het oppervlak kruidenrijk grasland. Kan de Staatssecretaris concreet aangeven
in hoeveel broed-, en foerageergebieden van weidevogels het waterpeil is verhoogd
afgelopen jaren? Deze leden constateren dat er maar op zeer beperkte schaal werk is
gemaakt van deze maatregelen (Kamerstuk 2024D30952).
De leden van de PvdD-fractie vragen of de Staatssecretaris ervan is overtuigd dat
er de afgelopen jaren genoeg maatregelen zijn getroffen om weidevogels te beschermen.
Indien dat het geval is, waarom is de EC dan een inbreukprocedure tegen Nederland
gestart en hoe onderbouwt de EC dat? De leden van de PvdD-fractie constateren dat
één van de speerpunten van het Aanvalsplan het verlagen van de veedichtheid in weidevogelkansgebieden
van gemiddeld 2,5 volwassen rund per hectare naar één is. Dit zou de biodiversiteit
bevorderen en de leefomgeving van weidevogels verbeteren met name via natuurinclusieve
landbouw. De reductie van de veestapel is een mogelijke uitkomst van beleid (en geen
doel op zich) van het kabinet. Welke wetenschappelijke en meetbare definitie van natuurinclusieve
landbouw hanteert het kabinet? Hoe gaat het kabinet precies vormgeven aan beleid om
natuurinclusieve landbouw te stimuleren en welke extra maatregelen, anders dan het
vorige kabinet heeft gedaan, gaat het nemen? Hoe effectief zijn deze maatregelen volgens
wetenschap om de grutto wettelijk voldoende te beschermen? In de begroting voor het
jaar 2025 van LVVN blijkt daar weinig concreets over te staan en natuurinclusieve
landbouw wordt enkel onder het subsidie kopje «Vermaatschappelijking natuur en biodiversiteit»
genoemd waar voor Natuurcombinaties twee miljoen euro voor beschikbaar wordt gesteld.
Wat houdt de term Natuurcombinaties in praktijk precies in? Hoe wordt er werk gemaakt
van het stimuleren van natuurinclusieve landbouw en hoe veel geld is daarvoor geraamd?
De leden van de PvdD-fractie vragen of de Staatssecretaris ook de signalen vanuit
experts hoort dat de reductie van het aantal dieren in de veehouderij noodzakelijk
is voor het herstel van de weidevogelpopulaties? Is het kabinet bereid om mee te werken
aan de reductie van het aantal dieren in de veehouderij om de grutto weer in lijn
met de Europese wet- en regelgeving te beschermen?
Tegenstrijdigheden in het beleid
De leden van de PvdD-fractie constateren dat ondanks de doelen van het Aanvalsplan
Grutto, recent beleid vragen oproept over de inzet van het kabinet voor biodiversiteitsherstel.
Zo werd aangekondigd dat akkerbouwers vanaf 2025 chemische bestrijdingsmiddelen mogen
gebruiken op bufferstroken langs waterlopen, mits goedgekeurd door de EC (Akkerwijzer,
27 augustus 2024, «Wiersma wil gebruik gewasbeschermingsmiddelen op bufferstroken
toestaan» (https://www.akkerwijzer.nl/artikel/1090529-wiersma-wil-gebruik-gewasbes…). Hoe strookt deze voorgenomen maatregel met de bredere inzet voor natuurinclusieve
landbouw en de verplichting om de grutto te beschermen? Ziet de Staatssecretaris inmiddels
ook in dat het zeer tegenstrijdig is om dergelijke maatregelen voort te zetten, terwijl
Nederland nu al onvoldoende doet om weidevogels te beschermen? Zo nee, waarom niet?
De leden van de PvdD-fractie lezen daarnaast dat het kabinet voornemens is om Natura
2000-gebieden te herijken en bufferzones te versmallen van 250 naar 100 meter. Gaat
het kabinet deze voornemens ook toetsen in de EU om hun verenigbaarheid met de Europese
wet- en regelgeving rond bescherming van biodiversiteit en (weide)vogels? Kan de Staatssecretaris
wetenschappelijk uitsluiten dat dit gevolgen heeft voor het leefgebied van weidevogels?
Zo ja, op welke manier en op welke onderzoeken baseert u zich? Zo nee, hoe strookt
dit dan met extra maatregelen die Nederland moet nemen om weidevogelpopulaties te
herstellen en de verplichting vanuit EU?
De toekomst van de grutto en natuurinclusieve landbouw
Een ander belangrijk element van het Aanvalsplan Grutto is de transitie naar natuurinclusieve
landbouw. Dit is essentieel voor het behoud van weidevogels. Dat stelde de oud-Minister
voor Natuur en Stikstof ook in een antwoord op de schriftelijke vragen die eerder
in dit stuk zijn genoemd (Aanhangsel van de Handelingen II, vergaderjaar 2021–2022,
nr. 1402). Is de inzet voor het behoud van de grutto een van de doelen van het agrarisch natuurbeheer
waar het kabinet op in gaat zetten, en hoe wordt dit getoetst?
De leden van de PvdD-fractie vragen hoe de EC de effectiviteit van agrarisch natuurbeheer
beoordeelt tot nu in relatie tot de verplichting om de grutto te beschermen? Hoe beoordeelt
de wetenschap de effectiviteit van agrarisch natuurbeheer tot nu toe in relatie tot
de verplichting om de grutto te beschermen en is volgens wetenschappelijk consensus
agrarisch natuurbeheer efficiënt en effectief? Hoeveel geld is afgelopen 50 jaar besteed
aan agrarisch beheer ten behoeve van onder andere de bescherming van de grutto en
welke resultaten heeft dat volgens wetenschappelijk consensus opgeleverd?
De leden van de PvdD-fractie constateren dat beschikbaarheid van grond een cruciale
factor is voor het succes van het herstellen en bestendigen van de gruttopopulatie
in Nederland (onder andere volgens het Aanvalsplan Grutto)Nu het Nationaal Programma
Landelijk Gebied (NPLG) is geschrapt, en er geen duidelijk plan is voor extra maatregelen,
ontstaat er een vacuüm. Wat gaat de Staatssecretaris doen om de gruttopopulatie in
lijn met de EU wet- en regelgeving op tijd te beschermen nu de provincies bezig waren
met gebiedsprogramma's die niet langer onderdeel zijn van het NPLG?
De leden van de PvdD-fractie lezen in een onderzoek (Dierenbescherming, februari 2022,
Een inzicht in lethaal predatiebeheer op het broedsucces van de weidevogel» (https://cms.dierenbescherming.nl/assets/common/default/Afdelingen/Lobby…)« dat het doden van predatoren zoals vossen vaak ineffectief blijkt in het verminderen
van predatieverliezen bij weidevogels. Zelfs na zorgvuldige afweging via een beslisboom
levert lethaal beheer meestal geen verbetering op en kan het soms zelfs negatieve
effecten hebben. Hoewel sommige studies een verbetering in kuikenoverleving laten
zien, blijft de effectiviteit van predatiebeheer sterk afhankelijk van de situatie
per gebied en de interacties tussen verschillende predatoren. Het verwijderen van
één predator, zoals de vos (tevens hoofdpredator), kan andere predatoren juist meer
ruimte geven, waardoor de verliezen hoog blijven. Lethaal beheer zou daarom hooguit
als allerlaatste redmiddel moeten worden ingezet. Uit onderzoek uit 2019 (Vogelbescherming,
26 september 2019, Vossenrasters in de praktijk: Eem- en Amstelland»(https://www.vogelbescherming.nl/actueel/bericht/vossenrasters-in-de-pra…) blijkt overigens dat gebieden waar dodelijk predatiebeheer op vossen werd toegepast,
nog steeds predatieverliezen hadden van 65 procent. Wat wél bewezen is als effectief
is het volgende: het vergroten van de openheid van een landschap, het verhogen van
het waterpeil, het ontwikkelen van een kruidenrijk landschap. In een Friese studie
leidde bijvoorbeeld een hoog waterpeil tot een vergroting van het foerageersucces
van adulte grutto’s met 50 procent ten opzichte van gangbaar landbouwpeil (Sovon,
2018, «Boerenlandvogels en predatie: een update van de huidige kennis» (https://pub.sovon.nl/static/publicaties/rap_2018-31_eindrapportage-pred…, p. 24 en 25). Deelt de Staatssecretaris de conclusie uit deze studie dat predatie
niet een van de hoofdoorzaken van de afname van weidevogels is? Zo nee, op welk wetenschappelijke
consensus en wetenschappelijk onderzoek baseert hij zich? Erkent de Staatssecretaris
dat het Aanvalsplan Grutto alsmede de onderzoeken die hierboven zijn genoemd predatorenbeheer
pas noemen als allerlaatste middel, nadat alle overige middelen, zoals het stoppen
met het kunstmatig verlagen van het waterpeil, het verbinden en uitbreiden van de
weidevogelgebieden, het bieden van voldoende nest- en foerageermogelijkheden, het
verlagen van het aantal koeien per hectare weiland, zijn uitgevoerd en niet tot de
gewenste stijging van het aantal weidevogels hebben geleid?
De leden van de PvdD-fractie concluderen dat de grutto op een cruciaal punt staat
in zijn voortbestaan in Nederland. Intensieve landbouw, stikstofuitstoot en inconsistent
beleid vormen grote bedreigingen voor het herstel van deze vogel. Ondanks het Aanvalsplan
Grutto en gereserveerde budgetten blijven er veel vragen over de effectiviteit van
de maatregelen en de inzet van het kabinet om de grutto te redden. Zonder een structurele
aanpak en consistente beleidsvoering gericht op het oplossen van de problemen bij
de bron blijft de toekomst van de grutto onzeker.
Vragen en opmerkinen van de leden van de SGP-fractie
De leden van de SGP-fractie hebben kennisgenomen van de Kamerbrief waarin wordt aangegeven
dat Nederland een aanmaningsbrief van de EC heeft ontvangen inzake de naleving van
de Vogelrichtlijn. Deze leden hebben hier enkele vragen over.
De leden van de SGP-fractie ontvangen graag een indicatie van de procedure die nu
zal volgen.
Deze leden ontvangen graag meer inzicht in de drukfactoren die de ontwikkeling van
de stand van weide- en akkervogels beïnvloeden. Wat is naast de intensivering van
de landbouw, de invloed van veranderende weersomstandigheden, zoals lange droogteperiodes,
predatie, wind- en zonneparken en de recreatiedruk?
De leden van de SGP-fractie constateren dat in het weide- en akkervogelbeheer problemen
worden ondervonden door predatie. Broedsucces wordt door vossen en andere predatoren
weer ongedaan gemaakt. Beheer van predatoren wordt echter belemmerd door allerlei
beperkende regels. Erkent de Staatssecretaris dat beter beheer van predatoren in ieder
geval voor de korte termijn noodzakelijk is om weide- en akkervogels te beschermen?
Gaat hij deze problematiek delen met de EC? Gaat hij samen met de provincies zorgen
voor meer ruimte voor effectief beheer van predatoren van weide- en akkervogels? Zo
ja, wil hij de Kamer hierover op korte termijn informeren?
De leden van de SGP-fractie horen graag of de Staatssecretaris verwacht dat met de
extra middelen die in het hoofdlijnenakkoord zijn uitgetrokken voor agrarisch natuurbeheer
afdoende tegemoetgekomen kan worden aan de kritiekpunten van de EC.
Vragen en opmerkingen van de leden van de CU-fractie
De leden van de CU-fractie hebben kennisgenomen van de stukken op de agenda. Deze
leden hebben daarover enkele vragen en opmerkingen.
Deze leden zouden de Staatssecretaris willen vragen op welke grond de aanmaningsbrief
van de EC niet openbaar wordt maakt. Op welke termijn worden deze documenten wel openbaar
gemaakt richting de Kamer?
De leden van de CU-fractie vragen de Staatssecretaris zijn voorgenomen beantwoording
richting de EC zo spoedig mogelijk te delen met de Kamer. Deze leden vragen op welke
manier de Staatssecretaris de EC gaat overtuigen van passende maatregelen om te voldoen
aan Vogelrichtlijn. Daarbij vragen de leden welke specifieke maatregelen de Staatssecretaris
naast de maatregelen in het kader van het Aanvalsplan Grutto gaat nemen om te voldoen
aan de Vogelrichtlijn. Deze leden vragen de Staatssecretaris te beschrijven wat zijn
verwachtingen zijn van eventuele vervolgmaatregelen van de EC binnen deze inbreukprocedure.
Daarbij vragen de leden op welke manier de Staatssecretaris gaat voorkomen dat de
EC een met reden omkleed advies uitbrengt binnen deze inbreukprocedure.Deze leden
verzoeken de Staatssecretaris te beschrijven wat de huidige stand van zaken is in
de samenwerking tussen Rijk en Provincie om van het Aanvalsplan Grutto een succes
te maken. Waar liggen de knelpunten in deze samenwerking volgens de Staatssecretaris?
Daarbij wensen deze leden terug te zien op welke manier de Staatssecretaris de huidige
impasse denkt te gaan doorbreken om de 68 miljoen euro aan beschikbare Europese subsidie
actief in te gaan kunnen zetten voor herstel en bescherming van de weidevogelpopulatie
in ons land.
Deleden van de CU-fractie vragen de Staatssecretaris een realistisch beeld te schetsen
van de maatregelen die binnen het Aanvalsplan Grutto zijn genomen. Daarbij vragen
deze leden op welke manier de Staatssecretaris in 2027 circa 35 kerngebieden gaat
realiseren en hoe de Staatssecretaris daarbij effectieve maatregelen gaat voeren op
het gebied van herwaardering en aankoop van gronden. Klopt het dat maatregelen op
het gebied van herwaardering en aankoop van gronden tot op heden nauwelijks effectief
zijn uitgevoerd?
De leden van de CU-fractie vragen of de Staatssecretaris beschikbare gelden in het
kader van agrarisch natuurbeheer in gaat zetten voor bescherming van de weidevogel.
Deze leden vragen de Staatssecretaris uiteen te zetten welk budget er beschikbaar
wordt gesteld voor de bescherming van de weidevogel. Daarbinnen vragen de leden specifiek
hoe de Staatssecretaris de onder Artikel 22 in de begroting opgenomen 0,9. miljoen euro
voor onder andere uitgaven aan het Aanvalsplan Grutto gaat inzetten om te voldoen
aan de Vogelrichtlijn. Deze leden vragen de Staatssecretaris uiteen te zetten hoe
middelen voor herstel en bescherming van weidevogels op de lange termijn geborgd worden,
om de benodigde financiële zekerheid te bieden aan Gruttoboeren.
II Antwoord / Reactie van de Staatssecretaris
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
D.J.G. Graus, voorzitter van de vaste commissie voor Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur -
Mede ondertekenaar
A. van den Brule-Holtjer, adjunct-griffier
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.