Nota van wijziging : Nota van wijziging
36 489 Wijziging van Boek 2 en Boek 5 van het Burgerlijk Wetboek en enige andere wetten met het oog op het aanpassen van de regels inzake de digitale algemene vergadering van rechtspersonen en de regels voor digitale oproeping voor de algemene vergadering (Wet digitale algemene vergadering privaatrechtelijke rechtspersonen)
Nr. 12
NOTA VAN WIJZIGING
Ontvangen 26 september 2025
Het voorstel van wet wordt als volgt gewijzigd:
A
Artikel II komt als volgt te luiden:
ARTIKEL II
Aan artikel 127 van Boek 5 van het Burgerlijk Wetboek worden de volgende leden toegevoegd,
luidende:
4. Degene die bevoegd is tot bijeenroeping van de vergadering van eigenaars, kan bepalen
dat de vergadering van eigenaars tevens of uitsluitend toegankelijk is langs elektronische
weg.
5. Op schriftelijk verzoek van ten minste een aantal leden dat een vierde van de stemmen
van de vergadering van eigenaars vertegenwoordigt, is degene die de vergadering van
eigenaars bijeen heeft geroepen verplicht ervoor zorg te dragen dat de vergadering
van eigenaars, als bedoeld in lid 4, tenminste ook fysiek toegankelijk is. Degene
die de vergadering van eigenaars bijeen heeft geroepen, stelt de leden hiervan onverwijld
in kennis.
6. Tenzij de statuten anders bepalen, wordt aan de eis van schriftelijkheid van het
verzoek als bedoeld in lid 5 voldaan indien het verzoek elektronisch is gedaan.
7. Een schriftelijk verzoek als bedoeld in lid 5 kan tot uiterlijk zeven dagen na
de dag van de oproeping tot de vergadering worden ingediend bij degene die de vergadering
van eigenaars bijeen heeft geroepen.
8. Voor de toepassing van lid 4 is vereist dat degene die toegang heeft tot de vergadering
van eigenaars via het elektronische communicatiemiddel kan worden geïdentificeerd,
rechtstreeks het stemrecht kan uitoefenen en via een tweezijdig audiovisueel communicatiemiddel
rechtstreeks kan kennisnemen van de verhandelingen ter vergadering alsmede rechtstreeks
kan deelnemen aan de beraadslaging.
9. De statuten kunnen bepalen dat stemmen die voorafgaand aan de vergadering van eigenaars
via een elektronisch communicatiemiddel worden uitgebracht, doch niet eerder dan op
de dertigste dag voor die van de vergadering, gelijk worden gesteld met stemmen die
ten tijde van de vergadering worden uitgebracht.
10. Er kunnen voorwaarden worden gesteld aan het gebruik van het elektronisch communicatiemiddel.
Indien deze voorwaarden niet bij de statuten zijn gesteld, worden zij bij de oproeping
bekend gemaakt.
11. Indien de vergadering van eigenaars tevens of uitsluitend langs elektronische
weg toegankelijk is, vermeldt de oproeping de procedure voor deelname aan de vergadering
van eigenaars en het uitoefenen van het stemrecht door middel van het elektronische
communicatiemiddel.
B
In Artikel IV wordt in het vijfde lid «met de strekking van de bepaling» vervangen
door «met de strekking van de bepaling of met artikel 127, vierde lid, van Boek 5
van het Burgerlijk Wetboek».
Toelichting
De nota van wijziging bevat met het voorgestelde nieuwe vierde lid van artikel 5:127
BW een ten opzichte van het verenigingsrecht in Boek 2 BW specifieke regeling voor
verenigingen van eigenaars (hierna: VvE’s). Deze regeling biedt een wettelijke grondslag
voor VvE’s om digitaal te vergaderen. Anders dan bij de gewone vereniging is er geen
voorafgaande machtiging van de algemene vergadering vereist om (volledig) digitaal
te kunnen vergaderen.
In de praktijk leeft de wens om voor VvE’s volledig digitaal te vergaderen.1 Gezien de bijzondere aard van VvE’s, waaronder het verplichte lidmaatschap, is het
belangrijk dat ook digitaal minder vaardige leden volwaardig kunnen deelnemen. In
de nota van wijziging is daarom getracht een balans te vinden tussen enerzijds de
wens vanuit de praktijk om voor VvE’s digitaal vergaderen op een laagdrempelige manier
mogelijk te maken en anderzijds de bescherming van leden die een fysieke vergadering
prefereren, omdat zij bijvoorbeeld digitaal minder vaardig zijn. Het voorgestelde
nieuwe vijfde lid van artikel 5:127 BW biedt daarom leden die ten minste een vierde
van de stemmen vertegenwoordigen de mogelijkheid om, via een schriftelijk verzoek
daartoe, af te dwingen dat de vergadering tenminste ook fysiek plaatsvindt.
Binnen een VvE kunnen – anders dan bij bijvoorbeeld een sportvereniging – besluiten
worden genomen die direct een grote invloed hebben op het privéeigendom en de leefomgeving
van de leden, zoals onderhoudsbijdragen en grote investeringen, zoals funderingswerkzaamheden.
Bovendien is iedere appartementseigenaar van rechtswege lid van de VvE en kan deze
in principe niet uittreden. Het is daarom belangrijk dat alle leden van VvE’s volwaardig
kunnen deelnemen aan de besluitvorming, ook digitaal minder vaardige leden van VvE’s.
Om die reden kunnen leden die ten minste een vierde van de stemmen vertegenwoordigen
op grond van het voorgestelde vijfde lid van artikel 5:127 BW een schriftelijk verzoek
doen om de vergadering van eigenaars tenminste ook fysiek toegankelijk te maken. Doordat
slechts een vierde van de stemmen nodig is om een vergadering van eigenaars ook fysiek
toegankelijk te maken, wordt het voor digitaal minder vaardige leden laagdrempelig
gemaakt om een vergadering af te dwingen die ten minste ook fysiek toegankelijk is.
Een dergelijk verzoek kan op grond van zesde lid van artikel 5:127 BW, tenzij de statuten
anders bepalen, ook langs elektronische weg worden ingediend.2 Degene die de vergadering van eigenaars bijeen heeft geroepen is verplicht om aan
dit verzoek gehoor te geven en de vergadering tenminste ook fysiek toegankelijk te
maken. Het doen van een dergelijk verzoek kan tot uiterlijk zeven dagen na de dag
van de oproeping. Dit geeft leden de mogelijkheid om zich te verenigen en een verzoek
te doen tot het houden van een vergadering die tenminste ook fysiek toegankelijk is.
Een termijn van zeven dagen acht ik hiertoe redelijk.3
Wanneer blijkt dat het verzoek voldoet aan de vereisten zoals genoemd in het voorgestelde
vijfde lid, dan is degene die bevoegd is tot bijeenroeping van de vergadering van
eigenaars verplicht hieraan uitvoering te geven. Hij stelt hiertoe de leden onverwijld
in kennis. In deze kennisgeving wordt ook de fysieke locatie van de vergadering vermeld.
Nu de fysieke locatie een aanvulling is op de digitale vergadering, is een nieuwe
oproeping niet nodig. De kennisgeving van deze aanvulling volstaat.
Degene die de vergadering van eigenaars bijeen heeft geroepen dient in het kader van
de oproeping ervoor te zorgen dat de periode tussen de ontvangst van het verzoek,
als bedoeld in het voorgestelde vijfde lid van artikel 5:127 BW, en de vergadering
zodanig is dat het fysiek toegankelijk maken van de vergadering van eigenaars nog
opportuun is. In de meeste modelreglementen is een oproepingstermijn van ten minste
vijftien dagen opgenomen.4 In dat geval zal het faciliteren van een fysieke locatie veelal niet tot problemen
leiden. Wanneer een kortere oproepingstermijn5 is opgenomen, kan het faciliteren van een fysieke locatie gezien de korte termijn
mogelijk wel een probleem zijn. Het ligt in dat geval op de weg van degene die bevoegd
is tot bijeenroeping van de vergadering van eigenaars om op te (laten) roepen tegen
een langere termijn dan is opgenomen in de statuten of het reglement.
Verder wordt in de nota van wijziging geregeld dat de overige bepalingen omtrent digitaal
vergaderen (ook waar het de hybride vergadering betreft, vgl. het voorgestelde achtste
lid van artikel 5:127 BW) uitgeschreven worden in Boek 5 BW. In het oorspronkelijke
wetsvoorstel werd volstaan met een verwijzing naar de relevante leden van artikel
2:38 BW, maar omwille van de leesbaarheid is in deze nota van wijziging ervoor gekozen
deze bepalingen integraal op te nemen in het voorgestelde artikel 5:127, achtste tot
en met elfde lid, BW.
De Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid,
A.C.L. Rutte
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
A.C.L. Rutte, staatssecretaris van Justitie en Veiligheid