Stenogram : Kennisveiligheid
4 Kennisveiligheid
Vergaderjaar 2024-2025
Vergaderingnummer 51
Te raadplegen sinds
2025-04-30Inhoudsopgave
Gerelateerde informatie
Toon alle stukken over dossier31288Toon alle items in vergaderingHandelingen TK 2024-2025, 51
Kennisveiligheid
Aan de orde is het tweeminutendebat Kennisveiligheid (CD d.d. 30/01).
De voorzitter:
Dan is thans aan de orde het tweeminutendebat Kennisveiligheid. Een hartelijk woord van welkom aan de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap; fijn om u weer te zien. We hebben drie sprekers van de zijde van de Kamer.
De eerste spreker staat reeds te trappelen van ongeduld. Dat is de heer Paternotte van de fractie van D66. Hij heeft, zoals iedereen, twee minuten spreektijd. Het woord is aan hem.
De heer Paternotte (D66):
Dank u wel, voorzitter. De Pakistaanse bom had een Nederlands tintje. De Chinese strategie om leidend te zijn in alle strategische technologieën op de wereld, kan niet zonder het halfgeleidercluster in Nederland. Hybride dreigingen, bijvoorbeeld vanuit Rusland, betekenen dat we nog waakzamer moeten zijn op cyberaanvallen op universiteiten en onderzoeksinstellingen.
Voorzitter. Daarom is het zo belangrijk dat de screeningswet er komt. Wat ons betreft kan die er ook niet snel genoeg komen, want het is een heel belangrijke wet. Maar het is ook een heel ingewikkelde wet voor instellingen; dat snappen we heel erg goed. Er moet nog een uitvoeringstoets komen. De wet moet er ook nog komen. Ik zou de minister willen vragen om hier tempo mee te maken. Hij zei over die uitvoeringstoets en die datum in september: ik loop te lang in Den Haag rond om niet te weten dat september heel vaak december of januari wordt. Laten we dat nou alsjeblieft niet laten gebeuren.
Ik zou hem ook willen vragen of hij met instellingen wil spreken, om er zo voor te zorgen dat die, op het moment dat er sprake is van cyberaanvallen, daar meer open over willen vertellen. Dan kunnen anderen gewaarschuwd worden, maar dan kunnen we in Nederland ook zien waar die aanvallen vandaan komen en waarom het zo belangrijk is dat je de verdediging op orde hebt.
De minister zei ook, de Raadsconclusies van de Europese Commissie, dat wij in de EU een leidende rol spelen. Laten we die rol dan ook benutten, en laten we met die samenwerking heel Europa versterken. Dat is namelijk ook in het belang van Nederland.
Daarom heb ik de volgende motie.
Motie
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat er nog geen duidelijk beeld bestaat van de Europese samenwerking tussen landen en instellingen om kennisveiligheid te waarborgen, met name ten opzichte van onvrije landen;
constaterende dat Nederland al jaren toewerkt naar een screeningswet die moet voldoen aan een veiligheidsbehoefte, zoals die ook in veel bevriende landen bestaat;
overwegende dat er een gezamenlijk Europees belang is om universiteiten en onderzoeksinstellingen te wapenen tegen zowel cyberaanvallen als tegen weglek van kennis;
verzoekt de regering kennisveiligheid te gaan agenderen voor de Raad Concurrentievermogen;
verzoekt de regering voorts te streven naar een kennisveiligheidsplatform met belangrijke onderzoekspartners als België, Frankrijk, Duitsland, Denemarken en het Verenigd Koninkrijk, en hiertoe eind dit jaar een conferentie te organiseren,
en gaat over tot de orde van de dag.
De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door de leden Paternotte en Martens-America.
Zij krijgt nr. 1178 (31288).
Dank u wel. Dan is het woord aan de heer Stultiens van de fractie GroenLinks-Partij van de Arbeid.
De heer Stultiens (GroenLinks-PvdA):
Ik heb goed nieuws, voorzitter! Ik heb namelijk een jaar geleden al een motie ingediend. Ik dacht dus: ik dien er deze keer niet nog één in. Maar ik maak wel graag gebruik van de gelegenheid om die nog eens onder de aandacht te brengen. Die motie van vorig jaar vroeg namelijk inderdaad om samen op te trekken met andere landen en om een gelijk speelveld. Ook vroeg die motie om goed te kijken naar de zorgen van universiteiten zelf. Die motie is aangenomen, dus ik hoop dat de minister die ook blijft betrekken bij de uitvoering van de wet.
Dan wat betreft de wet die eraan komt: ik deel de urgentie van de heer Paternotte. Daar wil ik nog aan toevoegen dat ik wat betreft het wetsvoorstel ook graag van de minister wil horen hoe hij precies voor het volgende gaat zorgen. Er komt een extra taak bij voor universiteiten. Dat gaat capaciteit kosten in de uitvoering. Maar hij heeft al aangegeven dat er geen geld komt. Dat leidt tot zorgen en vragen. Ik hoop dat hij deze vragen bij de wet kan betrekken: "Wat is de verwachting over hoeveel geld dit gaat kosten? Hoe verwacht hij dat universiteiten en hogescholen dit geld zelf gaan vinden?"
Dat was 'm, voorzitter.
De voorzitter:
Heel goed. Fijn dat u geen motie indient. Dan mevrouw Martens-America van de fractie van de VVD.
Mevrouw Martens-America (VVD):
Voorzitter, ook ik doe het zonder motie vandaag.
De voorzitter:
Heerlijk!
Mevrouw Martens-America (VVD):
Het kan! Voorzitter, dank. Academische vrijheid en vrijheid van meningsuiting: dat zijn begrippen die we lang als vanzelfsprekend hebben beschouwd, maar die dat vandaag de dag niet overal meer zijn. Zo hebben wij gisteren kunnen zien dat de UvA opnieuw een instelling bleek te zijn waar schurende debatten moeten plaatsmaken voor geweld en intimidatie. Mijn zorg is dat we inmiddels als land niet meer weten hoe we dit soort debatten met elkaar moeten voeren. Wat de VVD betreft is dit zorgwekkend. Ik verwacht dan ook meer van de minister dan de tweet die we hebben kunnen lezen.
Dat brengt me bij de toezeggingen wat betreft het debat dat we hier hebben gevoerd over kennisveiligheid, en bij mijn vragen, namelijk: wat is die escalatieladder dan precies? Wat heeft deze minister nodig om in te grijpen? Wanneer is genoeg genoeg? Daar kwam een antwoord op: voor de zomer. Ik vind dat niet snel genoeg. De VVD vraagt hier dus om een toezegging dat er eind Q2 een escalatieladder met deze Kamer wordt gedeeld, zodat wij allemaal weten waar we aan toe zijn.
Dank u wel, voorzitter.
De voorzitter:
U bedankt. Ik dacht niet dat dit onderwerp ter sprake is gekomen in het commissiedebat, maar ik kan me vergissen. Maar wellicht wil de minister er toch iets over zeggen. Wel? Heel goed. Dan gaan we nu luisteren naar de minister, die meteen antwoorden kan geven, naar ik begrijp. Er is slechts één motie ingediend. Die wordt op dit ogenblik rondgedeeld. Het woord is aan de minister.
Minister Bruins:
Voorzitter. Ik kijk met tevredenheid terug op een goed en heel inhoudelijk debat. Ik wil graag uw leden, uw Kamer complimenteren met de inhoudelijkheid en met de kennis waarmee uw leden hebben gedebatteerd met mij. Het was echt een goed debat, goed voor de democratie, en het gaat over een belangrijk onderwerp dat onze aandacht blijft verdienen. Als het over veiligheid gaat, kan je eigenlijk nooit achteroverleunen en moet je alert blijven.
Wat ik belangrijk vind om nogmaals te benoemen, is dat onze kennisinstellingen echt goede stappen hebben gezet. De heer Paternotte zei het ook al: we lopen echt voorop. Landen kijken naar ons wat we doen en dat is mooi. We blijven nauw samenwerken met de instellingen. Ik heb uw Kamer goed gehoord. We moeten scherp blijven op de risico's, steeds de actuele dreigingsinformatie betrekken en zorgen dat we nooit denken dat we er zijn.
Het is inderdaad goed om tempo met de screeningswet te houden. Ik zet me er dan ook voor in om dat tempo erin te houden, maar ook om de verwachte belasting voor instellingen echt beperkt te houden. Dat tempo houd ik erin. Ik wil de wet zo snel mogelijk openbaar in internetconsultatie, zoals ik ook in het debat heb gezegd.
De heer Paternotte zei: zouden instellingen ook open kunnen delen wat er gebeurt en hoe het gaat? Ik zal dit op mijn lijst van mogelijke bespreekpunten zetten wanneer ik met universiteitsbestuurders spreek. Daar komt kennisveiligheid sowieso aan bod en ook wat dit gaat betekenen voor de uitvoering, waar de heer Stultiens ook op wees. Die zet ik op mijn lijst voor de agenda voor een komend overleg. Ik denk ook dat dat nodig is om als gidsland voorop te kunnen blijven lopen.
Ik neem de woorden van mevrouw Martens over de escalatieladder ter harte. Ik heb gezegd "in de zomer". Ze vraagt nu "uiterlijk eind Q2", dus ze trekt weer een beetje aan het touw. Ik ga het zo snel mogelijk opschrijven. Ik wil 'm opnemen in de brief in de zomer die ik hier al over had toegezegd. Ik kan wel proberen te trekken of dat inderdaad voor het reces kan komen. In de brief die ik al heb toegezegd, ga ik hier uitgebreid op in. Dan wil ik ook duidelijk maken hoe de mandaten lopen, zowel bij de instellingen als richting de overheid.
Mevrouw Martens-America (VVD):
Het is fijn dat de minister ziet dat ik aan het touw trek. Dat heb ik nog niet eerder gedaan. Het was het voorstel van de minister zelf om het in de zomer te doen. We hebben gister gezien wat er gebeurt als niet duidelijk is wat die escalatieladder is, ook in relatie tot het dossier dat we vandaag bespreken. Het lijkt mij logisch dat allang bekend is wat die escalatieladder is, dus lijkt het me vrij simpel om dat ook te delen met de Kamer en is eind Q2 niet meer dan redelijk. Mijn vraag aan de minister is: kan hij met ons delen wat er is, zodat wij in ieder geval weten wat wij van deze minister kunnen vragen?
De voorzitter:
Q2 is het tweede kwartaal, denk ik.
Minister Bruins:
Ik ga mijn uiterste best doen om de brief die ik wil sturen en waar ik dit ook uitgebreid in wil opnemen inderdaad voor het reces bij u te krijgen. Dan zijn we mooi op tijd om ver voor behandeling van die wet hierover met elkaar van gedachten te wisselen.
De voorzitter:
Heel goed. De motie.
Minister Bruins:
De motie van de heer Paternotte verzoekt de regering een aantal verstandige dingen, dus die wil ik oordeel Kamer geven. Ik onderschrijf het belang van Europese samenwerking op veiligheid. Hier vragen we ook vaak aandacht voor. Ik wil dat ook breed in Europa gaan bespreken. Er is eind dit jaar een conferentie over kennisveiligheid, georganiseerd door de Europese Commissie. Ik wil daar opnieuw aandacht vragen voor een gelijk speelveld, zodat we hetzelfde doen als de ons omringende landen, die de heer Paternotte ook noemt. Zo krijgen we dat gelijke speelveld. Ik wil dit thema ook inbrengen bij de European Research Area. Ook in de Raad Concurrentievermogen, waar wij aanwezig zullen zijn, is dit een onderwerp dat we zullen agenderen. Daar komt dit ook regelmatig langs. Ik geef deze motie dus graag oordeel Kamer, en dan gaan we hiermee verder door dit ook op Europees niveau aan te kaarten.
De voorzitter:
Heel goed. Tot zover dit debat. Dank aan de minister voor zijn aanwezigheid hedenochtend.
De beraadslaging wordt gesloten.
De voorzitter:
Ik schors tot 10.35 uur, en dan gaan we verder. Dinsdag stemmen we over de motie.
De vergadering wordt van 10.25 uur tot 10.37 uur geschorst.