Stenogram : Bestrijding witwassen en terrorismefinanciering
13 Bestrijding witwassen en terrorismefinanciering
Vergaderjaar 2024-2025
Vergaderingnummer 48
Te raadplegen sinds
2025-04-28Inhoudsopgave
Gerelateerde informatie
Toon alle stukken over dossier31477Toon alle items in vergaderingHandelingen TK 2024-2025, 48
Bestrijding witwassen en terrorismefinanciering
Aan de orde is het tweeminutendebat Bestrijding witwassen en terrorismefinanciering (CD d.d. 22/01).
De voorzitter:
Ik heropen de vergadering. Aan de orde is het tweeminutendebat Bestrijding witwassen en terrorismefinanciering. Dit naar aanleiding van een commissiedebat dat is gehouden op 22 januari. Ik heet iedereen van harte welkom, in het bijzonder twee leden die nog niet aanwezig waren bij het vorige debat maar hier wel gaan spreken en, uiteraard, wederom de minister. De eerste spreker is de heer Ergin namens DENK. Hij staat al helemaal klaar.
De heer Ergin (DENK):
Dank u wel, voorzitter. Toen ik vanochtend de krant opensloeg, zag ik dat De Nederlandsche Bank in het kader van de Wwft een boete van 15 miljoen euro had uitgeschreven aan een bank. Ik had twee gevoelens daarover. Enerzijds: wat goed dat de wet hopelijk wordt nageleefd na deze boete, en wat goed dat iemand daar toezicht op houdt. Tegelijkertijd maakte ik me ook zorgen over klanten van de Volksbank, die mogelijk na deze boete te maken gaan krijgen met een hele rigide aanpak van de bank. Daarom dien ik ook de volgende motie in.
Motie
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat uit onderzoek van de Nederlandse Vereniging van Banken blijkt dat er sprake is van discriminatie richting en uitsluiting van islamitische Nederlanders maar ook van kermisexploitanten;
overwegende dat de minister in gesprek is met poortwachters van de Wwft aan de hand van een aantal concrete voorstellen die zijn gedaan onder het mom van NextGen Poortwachters;
van mening dat de regering blijvende aandacht moet houden voor het tegengaan van discriminatie en uitsluiting door banken en poortwachters;
overwegende dat poortwachters in hun NextGen-visie hebben voorgesteld om te werken met een nationaal coördinator anti-witwassen en een nationale prioriteitenlijst;
verzoekt de regering om bij de doorontwikkeling van de zogeheten NextGen Poortwachters het voorkomen van discriminatie en uitsluiting door poortwachters als prioriteit te benoemen,
en gaat over tot de orde van de dag.
De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door de leden Ergin en Van der Lee.
Zij krijgt nr. 106 (31477).
De heer Ergin (DENK):
Voorzitter. De tweede motie, ook in het kader van de Wwft.
Motie
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat de uitvoering van de Wwft uit de hand is gelopen en inmiddels meer dan 1,4 miljard euro kost;
constaterende dat te veel Nederlanders worden onderworpen aan een vragenvuur vanwege de Wwft;
overwegende dat de oneerlijke bejegening van Nederlanders samenhangt met hoe alle ongebruikelijke transacties worden gemonitord;
overwegende dat met de invoering van het AML-pakket in 2027 wordt overgegaan naar het monitoren van alleen verdachte transacties;
constaterende dat DNB in 2021 heeft geadviseerd om over te stappen van het monitoren van ongebruikelijke transacties naar verdachte transacties en daarbij heeft aangegeven dat de kwaliteit van meldingen zal toenemen en het monitoringssysteem scherper afgesteld kan worden;
van mening dat het in stand houden van de huidige situatie onnodig veel leed en ellende veroorzaakt bij Nederlanders;
verzoekt de regering om bij de behandeling van het plan van aanpak in april te komen met een voorstel om de monitoring op een verantwoorde manier te wijzigen van ongebruikelijke transacties naar verdachte transacties,
en gaat over tot de orde van de dag.
De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door de leden Ergin en Van der Lee.
Zij krijgt nr. 107 (31477).
Dank u wel voor uw inbreng namens DENK. Er werd al naar de heer Van der Lee verwezen. Hij is de tweede spreker van de lijst vanavond. Hij doet dat uiteraard namens GroenLinks-PvdA.
De heer Van der Lee (GroenLinks-PvdA):
Dank, voorzitter. Ik kon maar een deel van het debat bijwonen. Ik heb wel even de beantwoording door de minister teruggeluisterd. Het visiestuk geeft aanleiding tot heel veel discussies. Ik zal proberen me in te perken. Ik heb daarom ook geen moties. Ik teken die van de heer Ergin mee en ook de motie trouwens die de heer Idsinga gaat indienen. Ik heb wel de minister voorgehouden dat hij met zijn nadruk op marktwerking, waarin hij consistent en ideologisch bevlogen is, ook een bepaalde naïviteit toont. In Europa spelen er te veel nationale belangen als het gaat om de financiële sector.
Meer specifiek: van de week was er ook weer een bericht over de Europese banken, die nu ook hun voorwaarden voor de kredietverlening aan bedrijven gaan aanscherpen, naast dat ze te weinig spaarrente geven. Ze maken hoge winsten: 50 miljard aan inkoop van eigen aandelen. Ik vroeg me toch af of de minister zich ervoor wil inzetten om ook die kwestie van de vrijstelling van de dividendbelasting voor inkoop van eigen aandelen in Europees verband aan de orde te stellen. Ik denk dat wij er toch voor moeten zorgen dat het kapitaal niet op deze manier terechtkomt bij een beperkte groep aandeelhouders in plaats van bijvoorbeeld bij een wat hoger rentetarief of wat gunstiger voorwaarden voor bedrijven, zeker kleine bedrijven die financiering zoeken.
Tot slot nog een opmerking over het wetstraject. De minister heeft helaas moeten meedelen dat hij dit niet kan versnellen en dat de implementatiewet gelijk gaat vallen met het moment waarop de verordening ingaat. Ik doe dan een dringend beroep op hem om ook in de wet op te nemen wat er gebeurt in de nieuwe manier van werken, als er toch onverhoopt sprake is van discriminatie. Welke vormen van handhaving, maar ook welke sancties zouden dan toegepast kunnen worden om te voorkomen dat zich dit in de toekomst binnen de nieuwe wijze van toezicht op witwasbestrijding en terrorismefinanciering voordoet?
De voorzitter:
Dank u wel, meneer Van der Lee, voor uw inbreng namens GroenLinks-PvdA. Dan is het woord nu aan de heer Flach namens de SGP.
De heer Flach (SGP):
Voorzitter. We hebben vorige week een goed commissiedebat gehad. Ik heb daar onder andere gepleit voor de risicogebaseerde aanpak van witwassen, zodat ondernemers, verenigingen en stichtingen niet bij voorbaat in het verdachtenbankje komen. De minister heeft toegezegd om dat in die brief in april uit te werken. Daarom dien ik daar op dit moment geen motie over in en wachten we eerst die brief af. Ik herhaal nog maar een keer dat pleidooi, maar ik had de indruk dat dat bijna niet nodig was bij de minister.
Verder hebben we een goede discussie gehad over de balans tussen bijvoorbeeld privacy en de efficiënte aanpak van witwassen. De SGP wil ervoor zorgen dat de doorgeslagen witwasaanpak niet alleen wordt verminderd door meer gegevensdeling, dus niet alleen door de toepassing van regels eenvoudiger te maken, maar ook door de regelgeving zelf aan te pakken. Dat is nogmaals mijn oproep.
Ten slotte. Tijdens het commissiedebat ging het ook over het aanbieden van betaalrekeningen. Ik heb bij het vorige tweeminutendebat zelf een motie ingediend om het accepteren van betaalrekeningen voor zakelijke klanten beter te borgen. Ik heb de motie van de heer Idsinga medeondertekend, die hij straks zelf zal indienen, over het verlagen van kosten van de bankrekeningen.
Daar laat ik het bij, voorzitter.
De voorzitter:
Dank u wel voor uw inbreng namens de SGP. Dan gaan we door naar de heer Grinwis van de ChristenUnie.
De heer Grinwis (ChristenUnie):
Voorzitter. Voor mij gold hetzelfde: ik was een deel afwezig, maar heb de antwoorden natuurlijk netjes teruggelezen.
Voorzitter. Het is van groot belang om ondermijning, witwassen en terrorismefinanciering tegen te gaan, maar dan wel op zo'n manier dat het goedwillende deel van de samenleving er niet aan onderdoor gaat. Ik ben blij dat de minister dat ook zo ziet en ook heeft geconstateerd dat het zo niet langer kan en — ik citeer — "de boel op de schop gaat nemen". Omdat het met name voor stichtingen, verenigingen en kerken buitengewoon lastig is om toegang te krijgen tot bancaire diensten en dus om bij te dragen aan de samenleving, heb ik een richtinggevende motie meegenomen.
Motie
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat goede doelen, stichtingen, verenigingen en kerken de laatste jaren te kampen hebben met toenemende regeldruk, onder andere door de witwaswetgeving;
overwegende dat de minister van Financiën heeft aangegeven dat de antiwitwasaanpak "echt op de schop moet";
overwegende dat de minister hierbij een trilemma schetst tussen witwasbestrijding, regeldruk en privacy;
overwegende dat het van groot belang is om ondermijning en witwassen tegen te gaan, maar dan wel op zo'n manier dat het goedwillende en redelijkerwijs onverdachte deel van de samenleving daar niet aan onderdoor gaat;
verzoekt de regering om bij het voorgenomen "op de schop nemen" van de antiwitwasaanpak ruim baan te maken voor stichtingen, verenigingen en kerken door voor hen de regeldruk te verminderen en de toegang tot dienstverlening van banken te vergroten,
en gaat over tot de orde van de dag.
De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door de leden Grinwis, Van der Lee, Inge van Dijk, Flach, Vijlbrief en Idsinga.
Zij krijgt nr. 108 (31477).
De heer Grinwis (ChristenUnie):
Voorzitter. Dan nog een vraag. Tijdens het debat heb ik de minister gevraagd naar contant geld en witwassen. De minister sprak daarop lovenswaardige woorden, maar gaf geen volledig antwoord op de vraag. Voor banken is namelijk niet duidelijk of zij, wanneer opnames van contanten voor bijvoorbeeld zwartwerk bewezen of toegegeven is, afscheid moeten nemen van een klant. Volgens mij kan het daarbij helpen als de minister of de toezichthouder duidelijkheid verschaft. Dan voorkomen we immers onwenselijk risicomijdend gedrag bij banken. Daarom mijn vraag: wil de minister toezeggen dat die duidelijkheid er komt? Het is mij om het even of hij die zelf verschaft of dat DNB dat doet.
De voorzitter:
Dank u wel voor uw inbreng namens de ChristenUnie. Dan heb ik eigenlijk de heer Idsinga nog op het lijstje staan, maar ik zie mevrouw De Vries al voortvarend naar voren komen lopen. Ik kijk even naar de heer Idsinga. Die is zo galant om mevrouw De Vries, nu zij toch al onderweg is, het woord te geven namens de VVD.
Mevrouw Aukje de Vries (VVD):
Sorry, voorzitter. Excuus aan de heer Idsinga.
Ik heb geen motie. We hebben bij het debat als VVD een zevental concrete maatregelen voorgesteld om de doorgeslagen regelgeving en de gevolgen daarvan voor allerlei goedwillende burgers en bedrijven aan te pakken. We hebben er vertrouwen in dat de minister die ook mee gaat nemen. Ik denk dat het belangrijk is dat we meer risicogericht gaan werken, echt risicogericht, dat er een goed UBO-register komt, dat ook de zakelijke rekening niet meer geweigerd kan worden, bijvoorbeeld op basis van reputatieschade of milieugerelateerde afwegingen van een bank. Ik heb daar nog wel een vraag over, want ik wil eigenlijk heel snel geregeld hebben dat banken, in elk geval met betrekking tot de redenen die niet aan de Wwft verbonden zijn, daar echt wel snel stappen gaan zetten en dat ook niet meer kunnen weigeren. Ik ben wel benieuwd hoe de minister dit voor zich ziet en welk tijdpad hij daarvoor ziet. Het is belangrijk dat er minder regeldruk komt. We moeten natuurlijk altijd het witwassen en de terrorismefinanciering kunnen bestrijden, maar ik denk niet dat we de luxe hebben om te zeggen dat het misschien alleen gegevensuitwisseling moet zijn. Ik denk dat we echt grote stappen kunnen zetten om deze regelgeving beter te maken voor heel veel bedrijven en mensen in het land.
Dank u wel.
De voorzitter:
Dank u wel. Dan is nu het woord aan de heer Idsinga namens NSC. Hij is tevens de laatste spreker van de zijde van de Kamer.
De heer Idsinga (NSC):
Dank, voorzitter. Ik heb één motie.
Motie
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat de regering per brief van 20 januari 2025 haar visie op de financiële sector met de Kamer heeft gedeeld;
verder constaterende dat de ACM heeft geconcludeerd dat de gebrekkige concurrentie tussen banken een zeer belangrijke oorzaak is van de achterblijvende spaarrentes in Nederland;
verder constaterende dat kosten die banken berekenen voor een bankrekening de afgelopen jaren fors zijn gestegen;
verder constaterende dat bedrijven, stichtingen en verenigingen vaak moeite hebben om een bankrekening te krijgen of te behouden;
daarbij constaterende dat dit laatste verband houdt met de vastgelopen aanpak van witwassen waarbij banken jaarlijks 1,4 miljard aan kosten maken;
tot slot constaterende dat de regering samen met de sector stappen wil zetten om dit laatste probleem op te lossen, hetgeen logischerwijs een forse kostenreductie voor banken zou betekenen, waarbij dat geld, in lijn met genoemde visiebrief, zou kunnen worden ingezet voor verbetering van dienstverlening;
verzoekt de regering, mede gelet op de waarschijnlijk forse kostenreducties, al het nodige te doen om banken op korte termijn te bewegen om:
-achterblijvende spaarrentes te verhogen;
-zowel consumenten als genoemde instellingen een basisbetaalrekening te garanderen;
-en geen of fors lagere kosten te berekenen voor bankrekeningen,
en gaat over tot de orde van de dag.
De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door de leden Idsinga, Flach, Van der Lee, Inge van Dijk en Grinwis.
Zij krijgt nr. 109 (31477).
De heer Idsinga (NSC):
Dank u wel.
De voorzitter:
Dank u wel, meneer Idsinga. Dan zijn we hiermee aan het einde gekomen van deze termijn van de zijde van de Kamer. De minister heeft gezegd dat hij snel door kan, maar ik zou wel even willen wachten totdat iedereen de moties heeft, zodat we kunnen meelezen. Ik schors voor een enkel moment. Blijft u alstublieft in de zaal, dan gaan we snel door.
De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.
De voorzitter:
Ik heropen de vergadering. Ik zie dat nagenoeg iedereen de stukken heeft. De laatste worden nu net overhandigd. Dan kunnen we door naar de minister voor de appreciatie van de moties. Het zijn er vier en ik heb in ieder geval een vraag van de ChristenUnie genoteerd, maar misschien heb ik er een over het hoofd gezien. De minister.
Minister Heinen:
Voorzitter, dank u wel. Dan ga ik de moties langs. De motie op stuk nr. 106: oordeel Kamer.
De motie op stuk nr. 107: oordeel Kamer.
De motie op stuk nr. 108 krijgt ook oordeel Kamer. Bij die laatste wil ik een opmerking maken. In de motie staat "verzoekt om ruim baan te maken". Ik wil voorkomen dat bepaalde sectoren voorrang krijgen boven andere sectoren. Het streven is inderdaad minder regelgeving en het aanpakken van crimineel geld. Daarover hebben we een goed commissiedebat gevoerd. Ik ga geen voorrang geven aan de ene sector boven de andere. Zo lees ik de motie ook niet, maar ik zie wel een oproep om in deze specifieke casus daar aandacht aan te besteden. In dat licht geef ik de motie oordeel Kamer.
De voorzitter:
Ik zie de indiener knikken. Dat noteren we op die manier.
Minister Heinen:
De laatste motie, die op stuk nr. 109, ontraad ik.
Dan waren er nog een aantal vragen, in de eerste plaats van de heer Van der Lee. Hij had twee vragen. Hij vroeg wat het kabinet gaat doen om discriminatie te voorkomen in de AML-implementatie, anti-money laundering, de wetgeving tegen het witwassen. In de AML-verordening wordt bij de risico-inschatting door banken discriminatie expliciet verboden. Ik zal er dan ook verder naar kijken hoe we dat hier implementeren en hoe we daar toezicht op gaan houden. Daar zijn ook moties over ingediend door de heer Irrgang. Dat gaan we dan in samenhang bezien.
Verder stelde de heer Van der Lee de vraag of ik in Europa de aankoop van eigen aandelen aan de orde wil stellen. Mijn antwoord zal hem niet verrassen: dat ben ik niet van plan.
De heer Grinwis stelde een wat meer technische vraag. Daar kom ik in de aprilbrief op terug.
Mevrouw Aukje de Vries had vragen over de zakelijke betaalrekening, als ik het goed heb genoteerd. Die vraag is vaker gesteld. Ook hierop herhaal ik mijn eerdere antwoord: we kijken er eerst met de sector zelf naar. Wat kan de sector zelf hier aanbieden? Tegelijkertijd pleiten we voor regelgeving op Europees niveau, voor een gelijk speelveld. Als dat tot niets leidt, komen we met nationale wetgeving. Het tijdspad zal ik ook in de aprilbrief opnemen.
Daarmee ben ik aan het einde gekomen van de beantwoording.
De voorzitter:
Dank u wel. Ik kijk heel even rond. Ik zie mevrouw De Vries opstaan, maar dat is niet voor een interruptie. Dan zijn wij hiermee aan het einde gekomen van dit tweeminutendebat. Ik dank alle aanwezigen voor hun deelname.
De beraadslaging wordt gesloten.
De voorzitter:
De stemming over de moties ingediend in dit en in het vorige tweeminutendebat is aanstaande dinsdag.
De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.