Inbreng verslag schriftelijk overleg : Inbreng verslag van een schriftelijk overleg over o.a. de Geannoteerde agenda voor de informele Raad Buitenlandse Zaken van 7 en 8 mei 2025 (Kamerstuk 21501-02-3132)
2025D19071 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG
Binnen de vaste commissie voor Buitenlandse Zaken hebben de onderstaande fracties
de behoefte vragen en opmerkingen voor te leggen aan de Minister van Buitenlandse
Zaken over de geannoteerde agenda voor de informele Raad Buitenlandse Zaken van 7
en 8 mei 2025 (Kamerstuk 21 501-02, nr. 3132) en het Verslag van de Raad Buitenlandse Zaken van 14 april 2025 (Kamerstuk 21 501-02, nr. 3131).
De voorzitter van de commissie,
Klaver
Adjunct-griffier van de commissie,
Dekker
Inhoudsopgave
I Vragen en opmerkingen vanuit de fracties
Vragen en opmerkingen van het lid van de GroenLinks-PvdA-fractie
Vragen en opmerkingen van de leden van de VVD-fractie
Vragen en opmerkingen van de leden van de NSC-fractie
Vragen en opmerkingen van de leden van de BBB-fractie
Vragen en opmerkingen van de leden van de ChristenUnie-fractie
Vragen en opmerkingen van de leden van de SGP-fractie
Vragen en opmerkingen van de leden van de Volt-fractie
II Antwoord / Reactie van de Minister
III Volledige agenda
I Vragen en opmerkingen vanuit de fracties
Vragen en opmerkingen van de leden van de GroenLinks-PvdA-fractie
De leden van de GroenLinks-PvdA-fractie stellen de Minister van Buitenlandse Zaken
graag enkele vragen over zijn inbreng bij de informele Raad Buitenlandse Zaken van
7 en 8 mei.
De leden van de GroenLinks-PvdA-fractie volgen nauwgezet de ontwikkelingen rondom
het munitieplan van Hoge Vertegenwoordiger (HV) Kaja Kallas. Kan de Minister een update
geven van de stand van zaken en de mogelijkheden om zo snel mogelijk om een Hongaars
veto heen te werken?
De leden van de GroenLinks-PvdA-fractie hebben vernomen dat enkele Europese Unie (EU)-lidstaten
overwegen om sancties tegen Rusland in nationale wet- en regelgeving vast te leggen,
om te voorkomen dat Hongarije de verlenging van de Europese sancties instrumentaliseert
of zelfs blokkeert. Behoort Nederland ook tot deze lidstaten? Zo nee, waarom niet?
De leden van de GroenLinks-PvdA-fractie lezen in het verslag van de Raad Buitenlandse
Zaken van 14 april dat HV Kallas pleit voor versterking en uitbreiding van het mandaat
van de Militaire Bijstandsmissie van de Europese Unie ter ondersteuning van Oekraïne
(EUMAM Oekraïne). Kan de Minister verder toelichten wat versterking en uitbreiding
inhoudt en of het kabinet het pleidooi van HV Kallas steunt?
De leden van de GroenLinks-PvdA-fractie lezen in het verslag van de Raad Buitenlandse
Zaken van 14 april dat Nederland de Israëlische blokkade van humanitaire hulp en elektriciteit
heeft veroordeeld. Heeft de Minister de blokkade veroordeeld als schending van het
humanitair oorlogsrecht? Zo nee, waarom niet? Deze leden lezen tevens dat Nederland
pleitte voor een gecoördineerde inspanning van EU-lidstaten om Israël de blokkade
te laten opheffen. Welke gecoördineerde inspanning verlangt de Minister precies en
welke instrumenten zouden EU-lidstaten moeten inzetten om de druk op Israël op te
voeren?
De leden van de GroenLinks-PvdA-fractie lezen tevens dat de Minister de noodzaak van
onafhankelijk onderzoek naar de aanval op de 15 hulpverleners in Gaza heeft onderstreept.
Israël heeft het onderzoek inmiddels afgerond. Is de Minister tevreden met de uitkomst
of pleit hij voor verder onderzoek? Acht hij strafrechtelijk onderzoek noodzakelijk,
aangezien het volgens de Minister zelf leek op schendingen van het humanitair oorlogsrecht?
De leden van de GroenLinks-PvdA-fractie vernemen ook dat de Minister zijn Israëlische
collega heeft aangesproken over de casus over de Tent of Nations. Kan de Minister
ook toelichten wat de reactie van zijn collega daarop was?
De leden van de GroenLinks-PvdA-fractie vragen of de Minister voornemens is om deel
te nemen aan de internationale conferentie voor de tweestatenoplossing in juni in
New York, georganiseerd door Frankrijk en Saoedi-Arabië.
De leden van de GroenLinks-PvdA-fractie lezen ten slotte in het verslag van de laatste
Raad Buitenlandse Zaken dat Luxemburg namens Nederland voor Europese sancties tegen
Milorad Dodik heeft gepleit. Kan de Minister ook aangeven of hij opvolging heeft gegeven
aan de motie Piri c.s. (Kamerstuk 21 501-02, nr. 3117) door met het Ministerie van Justitie en Veiligheid en met de Benelux-partners in
gesprek te gaan over een nationaal inreisverbod? Zo ja, wat is de voortgang?
Vragen en opmerkingen van de leden van de VVD-fractie
De leden van de VVD-fractie stellen dat Oekraïne onverminderd gesteund moet worden
tegen de Russische agressie, het is dan ook goed dat Nederland met 300.000 stuks munitie
wil bijdragen aan het munitieplan. Deze leden vragen het kabinet hoe zij erop inzet
dat andere landen ook meer bijdragen aan het Europese munitieplan. De voornoemde leden
willen de uitgangspositie van Oekraïne versterken. Welke stappen kan het kabinet in
EU-verband en met andere partners hiervoor zetten? De kans dat Rusland bezwijkt onder
interne druk is klein, daarom is het belangrijk dat de externe druk op Rusland verder
wordt opgevoerd. Deze leden vragen het kabinet wat de huidige stappen zijn om de schaduwvloot
verder tegen te gaan, sancties te versterken en sanctie-omzeiling tegen te gaan.
De leden van de VVD-fractie stellen dat een afschrikwekkende Europese defensie het
belangrijkst is om de Russische dreiging op het Europese continent tegen te gaan.
Daarom vragen deze leden het kabinet hoe zij zich inzet om deze boodschap in Europa
te verkopen. Om een afschrikwekkende defensie te hebben, zijn voldoende financiële
middelen voor defensie van belang, hoe zet het kabinet zich in om de defensie-uitgaven
van landen te laten stijgen? In aanloop naar de NAVO-top is de verwachting dat er
een hogere NAVO-norm komt. De voornoemde leden vragen het kabinet wat hierover de
huidige discussie en stand van zaken is bij Europese collega’s.
De leden van de VVD-fractie willen strategische partnerschappen met landen buiten
de EU uitbreiden, om sterker te staan binnen de veranderende geopolitieke realiteit.
Deze leden vragen het kabinet hoe zij het sluiten van strategische partnerschappen
gaat aankaarten binnen de Informele Raad. Worden er de komende tijd nieuwe samenwerkingsinitiatieven
of partnerschappen verwacht? De voornoemde leden vragen het kabinet specifiek hoe
zij de autonomie op kritieke grondstoffen verder versterkt. Wat is de inzet hierop
binnen de Informele Raad? Ook zijn zij benieuwd wat de inzet van het kabinet gaat
zijn om vanuit de EU nieuwe initiatieven te starten op het gebied van militaire samenwerking.
Vragen en opmerkingen van de leden van de NSC-fractie
Rusland/Oekraïne:
De leden van de NSC-fractie hebben met interesse kennisgenomen van de stukken bijgaand
dit schriftelijk overleg, maar hebben nog enkele vragen.
De leden van de NSC-fractie verwelkomen het munitieplan van HV Kallas en het feit
dat Nederland met extra militaire steun door het leveren van 300.000 stuks munitie
hieraan zal bijdragen. Deze leden vragen of er inmiddels meer duidelijkheid is over
de opties voor een toekomstige vredesmissie in Oekraïne.
De leden van de NSC-fractie zouden graag willen weten hoe een eventuele uitbreiding
van de EUMAM Oekraïne trainingsmissie eruit zou kunnen zien. Deze leden vragen of
de Minister kan aangeven welke mogelijkheden in deze samenhang bediscussieerd worden.
De leden van de NSC-fractie vragen hoe kansrijk de Minister het idee van 10 EU-landen
acht om EU-sancties tegen Rusland om te zetten in nationale wetgeving. Deze leden
vragen hoeveel tijd voor een dergelijke procedure uitgetrokken zou moeten worden.
De leden van de NSC-fractie zijn benieuwd naar de uitkomsten van de Lviv-conferentie
op 12 maart. Zij vragen of de Minister dit verder kan toelichten.
Israël/Gaza:
De leden van de NSC-fractie zijn benieuwd naar de uitkomsten van de eerste politieke
dialoog met de Palestijnse Autoriteit (PA). Deze leden vragen of de Minister kan aangeven
hoe de hervormingsagenda van de PA eruitziet. De EU heeft Israël herhaaldelijk opgeroepen
om de humanitaire blokkade van Gaza te beëindigen, tot nu toe zonder succes. De voornoemde
leden vragen welke maatregelen op dit moment op EU-niveau bediscussieerd worden, om
Israël ertoe te bewegen om deze blokkade op te heffen.
De leden van de NSC-fractie vragen wat de actuele stand is rond de Global Alliance
for the Implementation of the Two-State Solution en wat de verwachtingen van de Minister
zijn ten opzichte van de in juni door Frankrijk en Saudi-Arabië geplande internationale
conferentie over de oplossing van de Palestijnse kwestie.
Vragen en opmerkingen van de leden van de BBB-fractie
De leden van de BBB-fractie maken zich zorgen om de aanhoudende oorlog tussen Rusland
en Oekraïne. Graag vernemen zij van de Minister hoe hij aankijkt tegen de stroef lopend
lijkende Amerikaanse onderhandelingen met beide partijen. Dit in het licht van de
snelle oplossing die president Trump in het vooruitzicht had gesteld.
De leden van de BBB-fractie zien het bijdragen aan een vredesmissie als een risico,
zeker als er ook Nederlandse troepen zouden moeten worden ingezet. Zeker ook als de
Amerikanen daarbij geen bijdrage of zekerheden leveren. Hoe kijkt de Minister aan
tegen de mogelijke inzet van Nederlandse troepen in Oekraïne? Neemt hij daarbij alle
risico’s mee, zoals een escalatie naar een nog groter conflict? Wat betekent dat voor
de Nederlandse betrokkenheid daarin? Deze leden vragen hoe de artikel 5-procedure
van de NAVO werkt als er bijvoorbeeld Nederlandse troepen in Oekraïne gestationeerd
zijn die worden aangevallen door Russische troepen. Hoe reflecteert Onze Minister
daarop, vragen voornoemde leden.
De leden van de BBB-fractie zien dat steun aan Oekraïne nodig blijft als er geen staakt-het-vuren
of vrede komt in de nabije toekomst. Wat voor scenario’s voorziet de Minister als
dat het geval mocht blijken te zijn, en wat betekent dat voor de verschillende budgetten
die aan deze scenario’s hangen? Zij zullen immers mogelijk in de toekomst op de begroting
gaan drukken. Deze leden vragen hoe sterk of zwak de Minister de kracht van Rusland
op de korte en langere termijn inschat. Dit om te kunnen bepalen wat de beste drukmiddelen
kunnen zijn en waar hiermee de zwaartepunten te leggen.
De leden van de BBB-fractie willen van deze mogelijkheid gebruikmaken om nogmaals
hun kritische houding te benadrukken over mogelijk toekomstig lidmaatschap van Oekraïne
van de EU en/of de NAVO. Oekraïne was voor de oorlog een corrupt land en dat zal tijdens
de oorlog niet ineens veranderd zijn. Ook waren er rond die tijd zorgen over criminaliteit,
oligarchen en mensenrechten. Oekraïne moet zich aan dezelfde toetredingsvoorwaarden
houden, als dit al wenselijk gevonden wordt. Voor deze leden staan alle opties open,
ook geen lidmaatschap, als dat om verschillende redenen strategisch wijzer blijkt
te zijn. Dat hangt mede ook af van de uitkomst van eventuele onderhandelingen.
De ontwikkelingen in het Midden-Oosten baren de leden van de BBB-fractie grote zorgen,
zoals gebleken is uit onze diverse inbrengen in debatten hierover. Voor deze leden
is de huidige Syrische regering nog niet betrouwbaar genoeg om alle sancties te verlichten
of zelfs op te heffen. Voor humanitaire goederen kan een uitzondering worden gemaakt.
De aanval op verschillende minderheden, als de Alawieten en Christenen, vinden zij
dusdanig ernstig dat de nieuwe regering daar een sterk optreden, zekerheden en bescherming
moet laten zien. Kan de Minister aangeven hoe hij dit gaat controleren?
De leden van de BBB-fractie pleiten nogmaals voor berechting van oorlogsmisdadigers
die zich tijdens de Syrische burgeroorlog schuldig hebben gemaakt en het opsporen
van vermiste (Yezidi) personen. Kan de Minister aangeven hoe hij dit wil oppakken
met Nederlandse ondersteuning?
Tot slot willen deze leden nogmaals onderstrepen dat Islamitische Staat (IS)-strijders
met EU-paspoorten die al dan niet gevangen zitten in Syrië, ook nooit meer terug hoeven
te keren naar de EU. Hoe gaat de Minister daarvoor zorgen, net als voor hun bewaking
en berechting in Syrië?
De leden van de BBB-fractie maken zich zorgen over de humanitaire situatie in Gaza.
Israël heeft het recht zich te verdedigen en de gijzelaars moeten vrijkomen. De gewelddadige
kolonisten op de Westelijke Jordaanoever brengen echter, samen met de hernieuwde aanvallen
op Gaza, Israël zelf ook weinig goeds. Sterker nog, de aanval op de Gazaanse hulpdiensten
was een buitengewoon ernstig en betreurenswaardig voorval dat voornoemde leden grote
zorgen baart. Dit mag niet meer gebeuren en hierover moet via een onafhankelijke commissie
de waarheid boven tafel komen en de eventuele schuldigen moeten worden bestraft. Hoe
gaat de Minister dit monitoren? De beeldvorming over Israël als enige democratie in
het Midden-Oosten komt hierdoor ook verder onder druk te staan, ook in Nederland.
Deze leden vinden het zorgwekkend dat het daardoor in de publieke opinie lastiger
wordt om Israël te steunen als het aangevallen wordt en zien dat antisemitisme ook
mede hierdoor zorgwekkend is gegroeid.
Wat kan de Minister doen om de humanitaire situatie in Gaza te helpen verlichten en
de gijzelaars vrij te krijgen? Wat kan de Minister hiernaast parallel doen om de tweestatenoplossing
ondanks alle obstakels alsnog dichterbij te brengen?
Vragen en opmerkingen van de leden van de ChristenUnie-fractie
De leden van de ChristenUnie-fractie hebben met interesse kennisgenomen van de geannoteerde
agenda. Deze leden hebben nog enkele vragen.
De leden van de ChristenUnie-fractie onderschrijven de verklaring van de Ministers
van Buitenlandse Zaken van Duitsland, Frankrijk en het Verenigd Koninkrijk1. Onderschrijft de Minister deze verklaring ook en is hij voornemens om zich bij deze
Ministers aan te sluiten, zo vragen deze leden?
De leden van de ChristenUnie-fractie lezen in het verslag van de Raad Buitenlandse
Zaken van 14 april jl. dat Nederland de noodzaak van een grondig onafhankelijk eigen
onderzoek heeft onderstreept en dat als Israël dat nalaat, onafhankelijk internationaal
onderzoek nodig is. Deze leden vragen hoe deze inbreng zich verhoudt tot de aangenomen
motie-Kahraman/Ceder (Kamerstuk 21 501-02, nr. 3107) die «verzoekt om in Europees verband en bilateraal bij de Israëlische autoriteiten
erop aan te dringen een onafhankelijk internationaal onderzoek naar dit incident te
laten plaatsvinden»? Hiermee heeft de Minister niet volledig de motie uitgevoerd.
Op welke wijze is de Minister dat voornemens alsnog te doen?
De leden van de ChristenUnie-fractie hadden verwacht inmiddels kennisgenomen te kunnen
hebben van de erkenning van de Armeense genocide door de Nederlandse regering, zoals
de motie-Ceder c.s. (Kamerstuk 21 501-02, nr. 3122) vraagt. Waarom willigt het Nederlandse kabinet voor de derde maal deze heldere oproep
van de Kamer niet in, zo vragen de leden?
Vragen en opmerkingen van de leden van de SGP-fractie
De leden van de SGP-fractie hebben de stukken ten behoeve van de informele Raad Buitenlandse
Zaken d.d. 7-8 mei gekregen en danken het kabinet voor het toezenden daarvan.
Oekraïne
De leden van de SGP-fractie zijn zeer positief over het leveren van munitie aan Oekraïne
en zijn daarom ook voorstander van het initiatief van de HV. De voorgenoemde leden
horen dat een groot deel hiervan is veiliggesteld en vragen het kabinet of dit ook
voortvarend geleverd wordt.
De leden van de SGP-fractie zijn ook benieuwd naar nadere toelichting van het verslag
van de Raad van 14 april op het punt van het EUMAM Oekraïne mandaat en hoe dat besproken
is. Kan het kabinet schetsen welke opties voor het EUMAM Oekraïne mandaat genoemd
zijn en in welke richting de mogelijke uitbreiding zou gaan, zo vragen de leden van
de SGP-fractie. Deze leden lezen ook in opmerkingen van de HV dat het naast het trainen
van Oekraïense militairen zou gaan om het potentieel wijzigen van het mandaat om bij
te dragen aan veiligheidsgaranties van de «coalition of the willing» 2 en horen graag van het kabinet uitgebreider over het mandaat van EUMAM Oekraïne als
de wijziging daadwerkelijk ter sprake komt. De aan het woord zijnde leden zijn positief
over de bijdrage van EUMAM Oekraïne aan het trainen van Oekraïense militairen en kijken
constructief naar een bijdrage aan de veiligheidsgaranties voor Oekraïne na een eventueel
staakt-het-vuren. Het wijzigen van het EUMAM Oekraïne mandaat daarvoor moet goed overwogen
en verduidelijkt worden, derhalve vragen de aan het woord zijnde leden om nadere informatie
daarover.
Dialoog met de Palestijnse Autoriteit en Hervormingen
De leden van de SGP-fractie zijn voorts zeer geïnteresseerd in het gesprek met de
Palestijnse Autoriteit en vinden het opmerkelijk dat de Europese Commissie daarna
1,6 miljard aan steun heeft toegezegd voor drie jaar. De aan het woord zijnde leden
verwachten een koppeling van forse hervormingen, concrete hervormingen en echte conditionaliteit
aan de toegezegde steun. Kan het kabinet zich daar duidelijk voor uitspreken en noemen
welke hervormingen zij de afgelopen jaren hebben gezien die aanleiding geven om nu
in vertrouwen nog extra steun te geven? Deze leden zijn bijzonder bezorgd over trage
hervormingen rond onderwijs, het democratische gehalte van de Palestijnse Autoriteit
en het bestrijden van terreur.
De leden van de SGP-fractie hechten aan het tegengaan van radicalisering onder de
Palestijnse bevolking omdat dit een cruciale stap is voor enige duurzame vrede van
onderop. Daarin zijn de schoolboeken en het curriculum cruciaal. Deze leden vragen
al langer aandacht voor antisemitisme, aanwakkering van haat en het recht praten van
terreur en geweld in Palestijnse en Arabische schoolboeken. De schoolboeken vol met
antisemitisme zijn al langer een probleem en obstakel in de lesmethodes van UNRWA
en verschillende landen en gebieden. Derhalve vragen deze leden of en hoe dit specifieke
onderwerp aan bod is gekomen tijdens de High-Level Dialogue met de PA.
Reeds eerder waren de leden van de SGP-fractie bezorgd en verbaasd toen in september
2024 de EU ook extra steun verleende aan de Palestijnse Autoriteit met een «letter
of intent»3 eraan gekoppeld. Is de voortgang van de daarin benoemde hervormingen nog besproken
tijdens de High Level Dialogue? Deze leden zijn namelijk benieuwd of het genoemde
actieplan over curriculumhervorming is aangenomen en hoe het kabinet dit apprecieert.
Gaarne een reflectie.
De leden van de SGP-fractie constateren dat de denktank Impact-SE in maart 2025 met
een rapport «Back to school: Gaza’s educational frameworks in the shadow of war»4 kwam over het nieuwe curriculum van de Palestijnse Autoriteit. Het curriculum en
onderwijshervorming is een van de belangrijke sectoren voor hervormingen van de Palestijnse
autoriteit, en een onderwerp wat steeds conditioneel gekoppeld is aan de financiële
steun. Derhalve vragen de leden van de SGP-fractie ook of het kabinet bekend is met
dit rapport en de zorgen van deze leden over de onthullingen daarin deelt. Is in de
Europese voorbereiding of in het High Level Dialogue over de bevindingen van dit Impact-SE
rapport gesproken? Zo niet, wil het kabinet dan van dit rapport kennisnemen en een
reactie daarop naar de Kamer sturen, zo vragen de leden van de SGP-fractie.
De leden van de SGP-fractie vragen voorts waarom het hervormen van de Palestijnse
Autoriteit zo langzaam verloopt en weinig conditioneel is, graag een reflectie daarop
van het kabinet. Het verbaast de aan het woord zijnde leden dat tussen een afspraak
voor hervormingen en financiële steun in de zomer van 2024, en een High Level Dialogue
over meer financiële steun en hervormingen in april 2025 alsnog dit curriculum opgestart
wordt door het Onderwijsministerie van de Palestijnse Autoriteit. In het rapport van
Impact SE blijkt dat 7 oktober verheerlijkt wordt alsmede de Intifada, dat het curriculum
nog steeds overduidelijk antisemitisme bevat. Kan het kabinet met het oog daarop toelichten
hoeveel controle op de hervormingen er is, en hoeveel conditionaliteit? De aan het
woord zijnde leden zien veel toegezegde hervormingen en veel financiële steun, maar
ook herhaaldelijk tegenwerking zoals in het nieuwe curriculum.
EU en toetredingen
Voorts vragen de leden van de SGP-fractie naar de lunch met Ministers van kandidaat-lidstaten
en het niet uitnodigen van Georgië. Kan het kabinet noemen waarom Georgië niet uitgenodigd
is? De aan het woord zijnde leden hebben ernstige bezwaren bij een aangenomen wet
rond Buitenlandse actoren, de verkiezingen en het optreden tegen demonstraties, en
hechten tegelijk aan het in gesprek blijven en ook kunnen aanspreken van de Georgische
overheid.
De leden van de SGP-fractie zijn net zoals het kabinet zeer kritisch over verdere
uitbreiding van de EU en lezen dat goed terug in de paragrafen over de toetreding
van Albanië en de Intergouvernementele Conferentie. Kan het kabinet nader motiveren
waarom er wel closing benchmarks maar geen opening benchmarks zijn voor cluster 3?
En is dat bij andere clusters wel het geval, zo vragen deze leden. De aan het woord
zijnde leden zien een geopolitiek belang in de westelijke Balkan en betrokkenheid
van de Unie daar, maar blijven kritisch over toetreding.
Vragen en opmerkingen van de leden van de Volt-fractie
Met grote verontrusting hebben de leden van de Volt-fractie kennisgenomen van het
bericht dat de Verenigde Staten (VS) zich mogelijk als bemiddelaar uit de onderhandelingsgesprekken
tussen Rusland en Oekraïne zouden willen terugtrekken, door de mogelijkheid dat deze
terugtrekking symbool kan staan voor het terugtrekken van alle steun uit de VS aan
Oekraïne. Heeft de Minister hier meer concrete informatie over, zeker nu Minister
Rubio en Oekraïne-gezant Kellogg vandaag (d.d. woensdag 23 april) niet aanwezig zijn
bij het topoverleg in Londen over de beëindiging van de oorlog? Waarom is dit overleg
opeens afgeschaald? Bereidt de EU zich voor op het scenario dat de VS zich definitief
terugtrekken als bemiddelaar en op het overnemen van deze rol? En staat het kabinet
pal achter Oekraïne op het punt dat het niet bereid is territoriale soevereiniteit
op te geven aan Rusland? Hoe staat het met het plan van EU Hoge Vertegenwoordiger
Kallas om 40 miljard euro aan militaire steun voor Oekraïne te mobiliseren? Op welke
manier zet Nederland zich nu in om dit plan te laten slagen?
Daarnaast vragen de leden van de Volt-fractie in het licht van het zeer zorgelijke
bericht over de bevindingen in het jaarverslag van de Militaire Inlichtingen- en Veiligheidsdienst
(MIVD) hoe de Minister het bericht duidt dat de Russische oorlogsindustrie meer materieel
produceert dan het nodig heeft in Oekraïne. Ziet de Minister dit als een extra onderbouwing
voor de berichten vanuit experts en inlichtingendiensten dat Rusland binnen vijf jaar,
of, naar de voorspelling van president Zelensky, namelijk binnen één jaar, een NAVO-land
zou kunnen aanvallen? Minister van Defensie Brekelmans sprak eerder over de grijze
zone tussen vrede en oorlog waar we als NAVO-landen in leefden. Nu spreekt de directeur
van de MIVD echter over een donkergrijze zone. Kan de Minister duiding geven aan wat
deze donkergrijze zone precies betekent en wat er nu anders of extra gedaan wordt
aan onze defensie nu we in deze zone verkeren?
Verder vragen de leden van de Volt-fractie op welke manier de Minister zich inzet
om 18 miljard euro aan directe investeringen in de Oekraïense defensie-industrie te
regelen, zodat de industrie in staat is volledig te draaien. Brengt de Minister dit
op tijdens zijn overleggen met zijn Europese collega’s? Staan zij hier welwillend
tegenover? Wanneer zijn hierin de eerste stappen te verwachten? Volgens een artikel
in de Washington Post zijn er meer landen die momenteel het Deense model voor directe
investeringen in de Oekraïense defensie-industrie overwegen. Is de Minister bereid
om met deze landen een coalition of the willing te vormen op dit gebied en zo de Oekraïense
defensie-industrie op volledige capaciteit te laten draaien?
De leden van de Volt-fractie herkennen de toenemende kritiek van de Nederlandse bevolking
op de Israël-Gaza strategie van dit kabinet en juichen dit dan ook toe. Bijna zes
op de tien (57 procent) Nederlanders vinden dat de militaire reactie van Israël op
de aanvallen van Hamas buitenproportioneel is. Zal de Minister zijn Israël-beleid
aanpassen nu 54 procent van de Nederlanders een kritischer beleid van de Nederlandse
regering vraagt ten aanzien van Israël en sancties tegen Israël in overweging nemen
nu Israël Gaza noodhulp blijft ontzeggen en de Palestijnse bevolking collectief blijft
straffen voor de daden van Hamas? Ziet de Minister in dat zijn continue oproepen aan
de Israëlische regering niet werken?
De leden van de Volt-fractie hebben daarnaast vernomen dat de Franse, Duitse en Britse
Ministers van Buitenlandse Zaken een verklaring naar buiten hebben gebracht ten aanzien
van het ontzien van noodhulp aan Gaza door Israël en de uitspraken van defensieminister
Katz. Wat is de reden dat de Minister zich niet bij deze verklaring heeft aangesloten?
Kan hij zich hier zo snel mogelijk alsnog bij aansluiten?
De leden van de Volt-fractie horen graag van de Minister hoe hij de kans van slagen
van het voorstel van Qatar en Egypte voor een wapenstilstand tussen Israël en Hamas
beoordeelt. Hoe duurzaam denkt de Minister dat dit voorstel is? Wat kan de rol van
de EU zijn in het bevorderen van dit voorstel?
Vervolgens hebben de leden van de Volt-fractie met afschuw vernomen dat Israël toeristische
tours op Syrisch grondgebied organiseert. Dit is in hun ogen de zoveelste aanwijzing
dat Israël niet van plan is om de gedemilitariseerde bufferzone op korte termijn te
verlaten, iets wat al eerder is versterkt door de uitspraak van defensieminister Katz
dat het Israëlische leger daar voor onbepaalde tijd gestationeerd zal blijven. Wat
is de reactie van de Minister op de organisatie van deze tours? De voornoemde leden
verwachten een sterke veroordeling van deze acties. Wat gaat de Minister – in nationaal
en Europees verband – doen om ervoor te zorgen dat Israël zich zal terugtrekken uit
de bezette Syrische gebieden?
De leden van de Volt-fractie hebben ook vernomen dat er geen overeenstemming is bereikt
over de verdere versoepeling van sancties tegen Syrië bij de vorige Raad Buitenlandse
Zaken. Wat was tijdens deze Raad het standpunt van de Minister t.a.v. het opheffen
van sancties op Syrië voor belangrijke sectoren, in plaats van het tijdelijk opheffen
van deze sancties? Deze leden zijn van mening dat de Syrische economie niet op gang
kan komen zonder een permanente opheffing van sancties op cruciale sectoren die de
levensomstandigheden van de gemiddelde Syriër verslechteren.
Dan hebben de leden van de Volt-fractie vernomen dat Georgië niet is uitgenodigd voor
de lunch met Ministers van kandidaat-lidstaten. Begrijpelijk, gezien de afbrokkeling
van de rechtsstaat en democratie in het land, vinden deze leden. Wat zijn de stappen
die de Minister (in EU-verband) zet om de Georgische bevolking en het maatschappelijk
middenveld te versterken nu de Georgische overheid haar autoritaire grip versterkt?
Hoe gaat de Minister er in Europees verband voor zorgen dat het land niet volledig
in Russische armen wordt gedreven en dat de hoop onder de EU-gezinde Georgische bevolking
behouden wordt?
De leden van de Volt-fractie hebben tot slot verheugd kennisgenomen van het feit dat
Nederland één van de koplopers is in het bieden van hulp aan Oekraïne om ervoor te
zorgen dat het land goede stappen zet richting het behalen van de Kopenhagen criteria
en dus een EU-lidmaatschap. Op welke manier doet het kabinet hetzelfde in de richting
van andere kandidaat-lidstaten, zoals Moldavië?
II Antwoord/ Reactie van de Minister
III Volledige agenda
Brief regering d.d. 23-04-2025, Geannoteerde agenda voor de informele Raad Buitenlandse
Zaken van 7 en 8 mei 2025 (Kamerstuk 21 501-02, nr. 3132)
Brief regering d.d. 23-04-2025, Verslag van de Raad Buitenlandse Zaken van 14 april
2025 (Kamerstuk 21 501-02, nr. 3131)
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
J.F. Klaver, voorzitter van de vaste commissie voor Buitenlandse Zaken -
Mede ondertekenaar
S.L. Dekker, adjunct-griffier
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.