Inbreng verslag schriftelijk overleg : Inbreng verslag van een schriftelijk overleg over Geannoteerde Agenda informele Milieuraad 28-29 april (Kamerstuk 21501-08-992)
2025D18712 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG
Binnen de vaste commissie voor Infrastructuur en Waterstaat hebben verschillende fracties
de behoefte om vragen en opmerkingen voor te leggen aan de Staatssecretaris van Infrastructuur
en Waterstaat over de geannoteerde agenda informele Milieuraad 28–29 april te Warschau,
Polen (Kamerstuk 21 501, nr. 08).
De voorzitter van de commissie,
P. de Groot
Adjunct-griffier van de commissie,
Coco Martin
I Vragen en opmerkingen vanuit de fracties
Inhoudsopgave
Inleiding
PVV-fractie
GroenLinks-PvdA-fractie
D66-fractie
BBB-fractie
Inleiding
Inleiding
De leden van de PVV-fractie hebben kennisgenomen van de stukken voor dit schriftelijk
overleg en hebben de volgende vragen en opmerkingen.
De leden van de GroenLinks-PvdA-fractie hebben met interesse kennisgenomen van de
geannoteerde agenda voor de Informele Milieuraad op 28 en 29 april 2025. Wel willen
deze leden erop wijzen dat het de zoveelste keer is dat de geannoteerde agenda voor
een milieuraad op het laatste moment naar de Kamer wordt gestuurd. Wat was de oorzaak
van de vertraging? De deadline voor dit schriftelijke overleg moest er zelfs viermaal
door worden verschoven. Deze leden vragen de Staatssecretaris dan ook met klem om
de stukken in het vervolg echt eerder naar de Kamer te sturen. Deze leden moeten voldoende
tijd hebben om zich voor te bereiden, de antwoorden te bestuderen en vervolgens te
beoordelen of zij een tweeminutendebat naar aanleiding van die beantwoording noodzakelijk
achten. Met deze werkwijze kunnen zij hun controlerende taak niet goed vervullen.
Namens de leden van de VVD-fractie dank voor de onderhavige stukken. Deze leden hebben
op dit moment geen verdere vragen.
De leden van de D66-fractie hebben met interesse kennisgenomen van de geannoteerde
agenda ter voorbereiding op de informele Milieuraad van 28 en 29 april te Warschau.
Deze leden hebben enkele opmerkingen en vragen aan de Staatssecretaris.
De leden van de BBB-fractie hebben kennisgenomen van de stukken aangaande de informele
Milieuraad op 28 en 29 april 2025. Zij hebben nog enkele aanvullende vragen.
PVV-fractie
De leden van de PVV-fractie hebben kennisgenomen van de agenda, maar vragen zich tegelijkertijd
ook af of de regering rekening houdt met de principes haalbaar, betaalbaar en realistisch.
De leden van de PVV-fractie willen weten of de Staatssecretaris ook goed in acht neemt
dat er geen nieuwe nationale koppen op Europees beleid komen, en of hij kijkt naar
welke andere bestaande nationale koppen kunnen worden geschrapt in lijn met het hoofdlijnenakkoord.
De leden van de PVV-fractie vragen naar aanleiding van de plannen om voedselafval
te voorkomen of er een voedselpolitie wordt opgetuigd. Met andere woorden: laat dit
over aan de lidstaten zelf en laat Brussel erbuiten.
De leden van de PVV-fractie vragen of het efficiënt is om in Nederland de voedselketen
af te breken (lees: het verminderen van boerenbedrijven). Het argument dat wordt opgevoerd
om dit te bewerkstelligen is dat Nederland niet voor de halve wereld hoeft te produceren.
Ondertussen laten wij allerlei producten van de andere kant van de wereld hier naartoe
vervoeren om vervolgens deze te consumeren, zoals producen voor de avocadogeneratie.
De leden van de PVV-fractie vragen of het lopende voorstel Verordening circulaire
voertuigen nog steeds in juni voor akkoord in de Raad wordt voorzien. In de Milieuraad
van 17 december 2024 kwam tijdens het beleidsdebat naar voren dat er nog een aantal
heikele punten waren. Deze heikele punten zaten op het vlak van verbreding van de
reikwijdte (zeer ambitieus), doelstellingen en de lijst met de te demonteren onderdelen.
Zijn deze heikele punten in de tussenliggende tijd weggenomen? In de vier genoemde
heikele punten lezen deze leden dat Nederland tot de landen behoorde die deze heikele
punten geen probleem vond. Is deze houding nog steeds zo?
De leden van de PVV-fractie vragen of het kabinetsstandpunt genoemd in de verzamelbrief
circulaire economie van 14 april 20251 hiermee rekening heeft gehouden, gezien de reacties van de aangewezen rapporteurs
namens het Europees parlement dat zij zich scharen achter de heikele punten en wezen
op de concurrentieproblemen met China en het aandeel recyclaat (verplicht toe te passen
hoeveelheid gerecycled plastic).
GroenLinks-PvdA-fractie
De leden van de GroenLinks-PvdA-fractie zijn blij dat er gesproken zal worden over
desinformatie op het gebied van milieu en klimaat. Betrouwbare wetenschap vormt de
basis voor goed milieu en klimaatbeleid. Desinformatie daarentegen ondermijnt de democratie
en het klimaatbeleid. Daarom zijn deze leden van mening dat er in Europa moet worden
gepleit voor een strategie voor het tegengaan van desinformatie over klimaatverandering.
Hiertoe heeft het lid Kröger ook een motie ingediend.
Hoe kijkt de Staatssecretaris hiernaar? Hoe geeft Nederland nu al zelf invulling aan
het tegengaan van desinformatie over klimaatverandering? Welke acties onderneemt de
Staatssecretaris hierop?
De leden van de GroenLinks-PvdA-fractie hebben tevens vragen over de beslissing die
lidstaten in mei zullen nemen over de verlenging van de goedkeuring van de stof flutolanil.
Dit middel is een pesticide met de Poly- en perfluoralkylstoffen (PFAS)-stof Trifluorazijnzuur
(TFA) erin. Het spuiten van PFAS over weilanden moet volgens deze leden zo spoedig
mogelijk aan banden worden gelegd. Deze leden kunnen zich daarom goed vinden in het
voorstel van de Europese Commissie (EC) om deze stof niet te verlengen. Aangezien
Nederland zich in Europa inzet voor de PFAS-restrictie, nemen deze leden aan dat Nederland
daarom ook tegen de verlenging van dit middel zal stemmen. Kan de Staatssecretaris
dat bevestigen?
De leden van de GroenLinks-PvdA-fractie zijn benieuwd naar de status en voortgang
rond de ingebrekestelling van Nederland op de Kaderrichtlijn Water. De commissie voor
Infrastructuur en Waterstaat is eerder vertrouwelijk geïnformeerd, maar gezien de
duur van het proces en het belang voor Nederland is een enkele briefing onvoldoende.
In de commissie Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur is afgesproken dat
de Minister de commissie regelmatig informeert over de voortgang rond ingebrekestellingen
op het gebied van landbouw en natuur. Deze leden verzoeken de Minister om de commissie
voor Infrastructuur en Waterstaat, voor zover juridisch mogelijk, te informeren over
de voortgang met betrekking tot de ingebrekestelling en daarnaast de voortgang rond
het aanpakken van de door Europa geconstateerde gebreken.
D66-fractie
Voortrekkersrol NL in EU-klimaatadaptatiestrategie
De leden van de D66-fractie benadrukken dat klimaatadaptatie bij uitstek grensoverschrijdend
van aard is. Deze leden constateren hierbij dat kennis over klimaatrisico’s en adaptatiemaatregelen
binnen de EU versnipperd is. Deze leden vragen de Staatssecretaris daarom om bij de
informele raad te pleiten voor een intensieve Europese en grensoverschrijdende aanpak,
waarin landen risico-eigenaarschap expliciet delen. Deze leden zien een kans voor
Nederland om leidend te zijn op het gebied van klimaatadaptatie in Europa. Deze leden
vragen de Staatssecretaris of hij bereid is hierin een voortrekkersrol te nemen.
Concrete kosten klimaatcrisis
De leden van de D66-fractie wijzen erop dat de kosten van klimaat gerelateerde rampen
aanzienlijk hoger zijn dan de kosten van effectieve adaptatiemaatregelen. De recente
overstromingen in Slovenië illustreren dit, waarbij de schade 10 tot 16 procent van
het bruto nationaal product (bnp) van Slovenië bedroeg. Dit zijn geen kleine bedragen.
Deze leden vragen de Staatssecretaris om nadrukkelijk bij de Europese collega's te
pleiten voor het vergroten van investeringen in klimaatadaptatie, gezien de relatief
geringe kosten vergeleken met de te vermijden schade. Welke mogelijkheden ziet de
Staatssecretaris om dit perspectief nadrukkelijk op Europees niveau aan te kaarten?
Risico’s klimaatcrisis onderschat door bedrijven
Tevens maken de leden van de D66-fractie zich zorgen over het gebrek aan bewustzijn
onder bedrijven over de daadwerkelijke risico's van klimaatverandering. De nieuwe
Europese regelgeving zoals de Corporate Sustainability Reporting Directive (CSRD)
is volgens deze ledenbeperkt en dreigt verder verwaterd te raken. Graag ontvangen
deze leden van de Staatssecretaris een reflectie op hoe de EC het bedrijfsleven in
de EU beter kan voorbereiden op klimaatrisico’s en hoe de regering zich daarvoor inzet.
Oproep afvaardiging regering
Tot slot roepen de leden van de D66-fractie de Staatssecretaris nadrukkelijk op om
persoonlijk deel te nemen aan de informele Milieuraad of een andere vertegenwoordiger
van de regering af te vaardigen, in plaats van een ambtelijke vertegenwoordiging.
De ernst en urgentie van klimaatverandering vereisen politiek eigenaarschap en actieve
betrokkenheid. Deze leden kijken uit naar de antwoorden en zo mogelijk de inzet van
de Staatssecretaris tijdens de informele Milieuraad.
BBB-fractie
De leden van de BBB-fractie zien de bestrijding van desinformatie als een belangrijk
thema. Tegelijkertijd mag deze inzet nooit ten koste gaan van open debat, wetenschappelijke
diversiteit of de vrijheid van meningsuiting. Vanuit die optiek stellen deze leden
de Staatssecretaris de volgende vragen.
Hoe waarborgt de Staatssecretaris in Europese overleggen dat het onderscheid tussen
desinformatie en legitieme kritiek of alternatieve wetenschappelijke inzichten helder
blijft?
Zal de Staatssecretaris zich inzetten voor het behoud van ruimte voor maatschappelijk
en wetenschappelijk debat, ook wanneer dat indruist tegen gangbare beleidslijnen?
Hoe voorkomt de Staatssecretaris dat samenwerking met de private sector in het bestrijden
van desinformatie leidt tot eenzijdige beïnvloeding of (onbedoelde) censuur van kritische
geluiden, bijvoorbeeld van boeren, wetenschappers of niet-gouvernementele organisaties
(NGO’s) die niet in de mainstream opereren? Is de Staatssecretaris bereid in te brengen
dat transparantie over de herkomst van data, gebruikte modellen en aannames cruciaal
is voor het vertrouwen in klimaatbeleid?
In hoeverre worden ook sectoren zoals landbouw betrokken bij de Europese discussie
over desinformatie, juist omdat zij regelmatig het onderwerp zijn van publieke beeldvorming
en (onjuiste) aannames?
De leden van de BBB-fractie lezen dat het aankomende European Climate Adaptation Plan
(ECAP) Europa weerbaarder moet maken tegen klimaatverandering. Deze leden steunen
een pragmatische aanpak die aansluit bij nationale realiteiten, zeker in het landelijk
gebied. In dat licht hebben zij de volgende vragen.
Zal de Staatssecretaris zich inzetten voor voldoende ruimte voor nationale keuzes
en maatwerk binnen het ECAP, met oog voor verschillen tussen lidstaten en regio’s?
Hoe waarborgt de Staatssecretaris dat het ECAP praktisch uitvoerbaar blijft voor sectoren
zoals de landbouw, waar de draagkracht al zwaar onder druk staat?
Is de Staatssecretaris bereid aandacht te vragen voor de integratie van praktijkkennis
van boeren, natuurbeheerders en waterschappen in adaptatiebeleid, in plaats van louter
te sturen op abstracte beleidsdoelen?
Zal de Staatssecretaris pleiten voor een resultaatgerichte benadering waarbij de daadwerkelijke
effecten van maatregelen leidend zijn, en niet alleen procesindicatoren?
Hoe voorkomt de Staatssecretaris dat nationale overheden worden opgezadeld met dubbele
of disproportionele rapportageverplichtingen vanuit EU-kaders?
Tot slot willen de leden van de BBB-fractie benadrukken dat klimaatbeleid alleen kans
van slagen heeft als het aansluit bij de leefwereld van burgers en ondernemers. Meer
draagvlak begint bij eerlijk beleid dat werkt in de praktijk.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
P.C. (Peter) de Groot, voorzitter van de vaste commissie voor Infrastructuur en Waterstaat -
Mede ondertekenaar
A.B. Coco Martin, adjunct-griffier
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.