Stenogram : Midden-Oosten
7 Midden-Oosten
Vergaderjaar 2024-2025
Vergaderingnummer 44
Te raadplegen sinds
2025-04-11Inhoudsopgave
Gerelateerde informatie
Toon alle stukken over dossier23432Toon alle items in vergaderingHandelingen TK 2024-2025, 44
Midden-Oosten
Aan de orde is het tweeminutendebat Midden-Oosten (CD d.d. 21/01).
De voorzitter:
Aan de orde is het tweeminutendebat Midden-Oosten. Het commissiedebat vond plaats op 21 januari. Hé, dat was gisteren. Een hartelijk woord van welkom aan de minister van Buitenlandse Zaken. Fijn u te zien. Er zijn tien sprekers van de zijde van de Kamer. Ik geef graag als eerste het woord aan mevrouw Piri van de fractie GroenLinks-Partij van de Arbeid. Zij heeft zoals iedereen twee minuten spreektijd.
We doen nu even drie tweeminutendebatten die een ander debat onderbreken, dus ik hoop dat we het kort en puntig kunnen houden.
Mevrouw Piri loopt naar het spreekgestoelte maar keert direct weer om en gaat terug naar haar plaats. Nou, dat was wel heel kort, mevrouw Piri! De volgende spreker is mevrouw Dobbe van de SP.
Nee, toch maar even mevrouw Piri.
Mevrouw Piri (GroenLinks-PvdA):
Voorzitter. Ik bedacht dat ik een collega was vergeten onder de motie te zetten.
Dank aan de minister voor een lang en uitgebreid debat, als we kijken wanneer we ermee begonnen en wanneer we het beëindigden. Natuurlijk heeft ook mijn fractie in dat debat het staakt-het-vuren verwelkomd dat er eindelijk is. Uiteraard hadden we het liever maanden en maanden geleden al gezien, maar wij verwelkomen natuurlijk de vrijlating van de gijzelaars en de grootschalige humanitaire hulp in Gaza die nu echt op gang moet komen. Ik verzoek deze minister echt om alles op alles te zetten om deze verschrikkelijke oorlog te beëindigen. Er zijn heel veel zorgelijke berichten dat het Israëlische kabinet na de eerste fase deze oorlog wil gaan hervatten. Ook vandaag zijn daarover weer uitspraken van ministers. Dat zou uiteraard vreselijk nieuws zijn voor de mensen in Gaza, maar het zou mogelijk ook een doodvonnis betekenen voor de resterende gijzelaars die nog worden vastgehouden. Mijn vraag is dus hoe het kabinet druk wil zetten op Israël om zich aan het bestand te houden. Waarom zeg ik "Israël"? Omdat we daar wel invloed op hebben. Op Hamas zijn het helaas andere partijen die daar invloed op moeten uitoefenen. Daar hebben we minder invloed op.
Voorts zijn er grote zorgen onder Nederlanders die familie hebben in Syrië. Daarom de volgende motie.
Motie
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat de veiligheidssituatie voor alawieten, Arameeërs, jezidi's, Koerden en andere minderheidsgroepen in Syrië nog steeds gevaarlijk en onzeker is;
overwegende dat waarnemers zoals het Syrisch Observatorium voor de Mensenrechten een cruciale rol spelen in de bescherming van deze minderheden;
verzoekt het kabinet om aanvullende financiering te overwegen voor het Syrisch Observatorium voor de Mensenrechten,
en gaat over tot de orde van de dag.
De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door de leden Piri, Kahraman en Paternotte.
Zij krijgt nr. 547 (23432).
Mevrouw Piri (GroenLinks-PvdA):
Ik kom zo bij het tweeminutendebat over de Raad Buitenlandse Zaken nog met een specifieke motie over de ICC, aangezien daar nog over gestemd wordt op donderdag, voordat deze minister naar Brussel gaat. Die komt dus straks.
Dank u wel, voorzitter.
De voorzitter:
Mevrouw Dobbe, SP.
Mevrouw Dobbe (SP):
Dank u wel, voorzitter. De internationale rechtsorde is cruciaal voor een rechtvaardige wereld. We zien de afgelopen periode dat de internationale rechtsorde steeds meer enorm onder druk komt te staan. De laatste dreigingen van de Verenigde Staten met sancties richting het Internationaal Strafhof zijn wat ons betreft onacceptabel. Wij moeten opstaan voor het Internationaal Strafhof. Daarom dienen wij de motie die straks wordt ingediend, tijdens het tweeminutendebat over de Raad Buitenlandse Zaken, mee in.
Verder zien we het geweld op de Westelijke Jordaanoever toenemen. We maken ons daar grote zorgen over, ook het Israëlische leger lijkt nu, zo heb ik net gelezen, bezig te zijn met wat lijkt op de start van een offensief daar. Herkent de minister dit? Wat is daar zijn reactie op? Wat in ieder geval niet helpt, is dat Nederlandse pensioenfondsen, verzekeraars en banken miljarden beleggen in Israëlische bedrijven die actief zijn in illegaal bezet gebied. Daarom dienen we de volgende motie in.
Motie
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat Nederlandse pensioenfondsen, banken en verzekeraars miljarden beleggen in Israëlische bedrijven die op de illegaal bezette Westelijke Jordaanoever actief zijn;
verzoekt de regering het ontmoedigingsbeleid aan te scherpen om economische activiteit van Nederlandse bedrijven, inclusief banken, verzekeraars en pensioenfondsen op de Westoever te sanctioneren en te verbieden,
en gaat over tot de orde van de dag.
De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door de leden Dobbe, Piri en Van Baarle.
Zij krijgt nr. 548 (23432).
Mevrouw Dobbe (SP):
Dank u wel, voorzitter.
De voorzitter:
De heer Paternotte, D66.
De heer Paternotte (D66):
Voorzitter.
Motie
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat de Raad zal spreken over sanctieverlichting voor Syrië en dat het kabinet tijdelijke en voorwaardelijke opheffing van een aantal sancties ten behoeve van de wederopbouw steunt;
overwegende dat de situatie in Syrië onvoorspelbaar is waardoor de keuze voor tijdelijke opheffing begrijpelijk is, maar dat deze tijdelijkheid ook zorgt voor onzekerheid onder maatschappelijke en private partijen die willen bijdragen aan de wederopbouw, bijvoorbeeld omdat het afsluiten van contracten te grote risico's met zich meebrengt;
overwegende dat snelle hulp en wederopbouw van belang zijn voor de democratische transitie;
verzoekt het kabinet te pleiten voor het verder uitbreiden van humanitaire uitzonderingen binnen het sanctieregime, bijvoorbeeld door deze niet alleen toe te passen op VN-organisaties en internationale organisaties, maar ook op ngo's en het opnemen van humanitaire uitzonderingen;
verzoekt het kabinet tevens te bezien hoe de overheid garant kan staan voor Nederlandse hulporganisaties en bedrijven die bijdragen aan de wederopbouw, bijvoorbeeld volgens het model van de exportkredietverzekering of een ander instrument,
en gaat over tot de orde van de dag.
De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door het lid Paternotte.
Zij krijgt nr. 549 (23432).
De heer Dassen, Volt.
De heer Dassen (Volt):
Dank, voorzitter. Ik heb één motie.
Motie
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat de organisatie van de Verenigde Naties voor hulpverlening aan Palestijnse vluchtelingen (UNRWA) de grootste hulporganisatie is in de Gazastrook en daar nu voorziet in onder andere distributie van voedsel en medicijnen;
constaterende dat Nederland heeft toegezegd UNRWA in 2025 met 15 miljoen euro te steunen en de Kamer dit middels het amendement-Stoffer/Eerdmans separaat heeft vastgelegd in de begroting 2025;
overwegende dat de humanitaire situatie in Gaza juist nu, ten tijde van het staakt-het-vuren, steun vereist;
overwegende dat UNRWA op omvallen staat door gebrek aan financiering en al deze maand salarissen niet betaald kunnen worden;
overwegende dat het niet kunnen functioneren van UNRWA een groot risico vormt voor de stabiliteit in Gaza;
verzoekt de regering om, net als in 2018, 2019, 2020, 2021, 2022, 2023 en 2024, het eerste deel van de aan UNRWA toegezegde middelen in januari over te maken,
en gaat over tot de orde van de dag.
De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door de leden Dassen en Paternotte.
Zij krijgt nr. 550 (23432).
De heer Dassen (Volt):
Dank u wel.
De voorzitter:
De heer Van Baarle van DENK.
De heer Van Baarle (DENK):
Voorzitter, dank u wel. Ook mijn fractie, DENK, is blij dat er nu een staakt-het-vuren is. Mijn fractie is boos dat het staakt-het-vuren zo lang heeft moeten duren, en is intens verdrietig voor de gevallen slachtoffers waarvoor dit staakt-het-vuren te laat komt. Als de fase aanbreekt waarin er gesproken kan worden over de wederopbouw van Gaza, is het van groot belang dat de internationale gemeenschap, met Nederland, al heeft gesproken over de vraag hoe we dat gaan doen. Zo kunnen we daar snel mee beginnen. Hopelijk kan dat soort planvorming ook bijdragen aan de totstandkoming van een duurzaam staakt-het-vuren. Daarom de volgende motie.
Motie
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat er met het staakt-het-vuren perspectief is dat met deze derde fase van het staakt-het-vuren de wederopbouw van Gaza kan aanbreken;
overwegende dat vroegere totstandkoming van plannen voor wederopbouw de wederopbouw van Gaza kan helpen bij het in stand houden van het staakt-het-vuren en bij een snelle implementatie van de wederopbouwfase;
verzoekt de regering om in internationaal verband te bepleiten dat aangevangen dient te worden met de voorbereidingen voor de wederopbouw van Gaza en met de organisatie van de benodigde fondsenwerving voor de uitvoering hiervan,
en gaat over tot de orde van de dag.
De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door het lid Van Baarle.
Zij krijgt nr. 551 (23432).
De heer Van Baarle (DENK):
Voorzitter, een tweede motie. We hebben het met elkaar vaak gehad over het economische verdienmodel van het illegale nederzettingenbeleid, waar bedrijven aan bijdragen. We hebben een beleid om dat door middel van etikettering te voorkomen, maar dat wordt niet goed gehandhaafd. Daarom de volgende motie.
Motie
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat het Europees Hof in 2019 de verplichting oplegde om producten uit illegale nederzettingen te labelen en dat in mei 2023 de EU de regel instelde dat producten uit Israël, om in aanmerking te komen voor handelsvoordelen, een label moeten dragen om aan te tonen dat de producten niet uit illegale nederzettingen komen;
overwegende dat het systeem volgens de Adviesraad Internationale Vraagstukken geenszins waterdicht is gebleken en dat de monitoring en handhaving ontoereikend is;
verzoekt de regering om de effectiviteit te toetsen van het handhaven van het etiketteringsbeleid en het handhaven van de preferentiële tariefbehandeling voor producten uit illegale nederzettingen,
en gaat over tot de orde van de dag.
De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door het lid Van Baarle.
Zij krijgt nr. 552 (23432).
De heer Van Baarle (DENK):
Hierbij wens ik op te merken dat de fractie van DENK voor een boycot en voor een strenger ontmoedigingsbeleid is. Maar die voorstellen hebben het helaas niet gehaald, dus vandaar deze motie.
De voorzitter:
De heer Kahraman, NSC.
De heer Kahraman (NSC):
Dank u wel, voorzitter. Wij zijn net als alle partijen hier, denk ik, verheugd dat er een staakt-het-vuren is bereikt tussen Israël en Hamas. We zijn ook verheugd om te zien dat sinds het staakt-het-vuren de humanitaire hulp richting Gaza echt is begonnen. Ik heb in het debat ook mijn zorgen geuit over de situatie in Syrië. Ik krijg privé veel telefoontjes van mensen uit Syrië die aangeven hoe de situatie daar is. Het gaat vooral om minderheden, zoals christenen, alawieten, Koerden en druzen. Ik ben verheugd dat de minister ook aandacht heeft voor deze minderheden en dat in zijn gesprekken ook altijd aankaart. Ik ben ook verheugd dat de minister aangeeft dat we tijdelijk een aantal sancties opschorten om de wederopbouw mogelijk te maken, maar dat hij ook bereid is om dat weer terug te draaien als HTS de verkeerde richting op gaat. Dank daarvoor. Ik vraag de minister nogmaals om oog te houden voor wat er gaande is in Syrië. Ik hoop dat HTS de juiste richting opgaat. Laten we die druk ook maximaal opbouwen.
De voorzitter:
Dan is het woord aan de heer Ceder van de ChristenUnie.
De heer Ceder (ChristenUnie):
Dank u wel, voorzitter. Dank voor het debat dat we met de minister en met elkaar hebben gevoerd. In mijn verhaal heb ik betoogd dat het Nederlandse kabinet een aantal standpunten hanteert die volgens mij niet met elkaar te verenigen zijn. Ik ben blij dat daar in het debat van gisteren in ieder geval wat duidelijkheid over is gekomen. Toen bleek bijvoorbeeld ook dat Nederland een andere definitie van genocide hanteert dan de definitie die internationaal wordt gehanteerd. Dat bleek voor mij gisteren pas; ik denk dat dat voor meerdere Kamerleden geldt. Ik denk dat het, ook gezien de gevoeligheden in de maatschappij, belangrijk is dat er duidelijkheid is over de standpunten van het kabinet; dat moeten we ook met elkaar blijven uitspreken. We moeten qua communicatie voorkomen dat er langs elkaar heen wordt gesproken. Ik denk dat dit een gevoelig thema is binnen dit onderwerp.
Voorzitter. Ik heb twee moties, maar volgens mij is het verstandiger om die in te dienen bij het tweeminutendebat RBZ. Ik denk dat ze dan nog kunnen worden meegenomen. Ik kondig ze wel alvast aan. De eerste gaat over ervoor zorgen dat Nederlanders die in Gaza zitten nu, met het huidige staakt-het-vuren, de mogelijkheid krijgen om echt eindelijk uit Gaza te komen en naar huis gebracht te worden. Ik wil u graag vragen om dit mee te nemen.
De tweede motie gaat over de medische zorg. De afgelopen dagen zijn er een aantal Gazanen overgebracht naar verschillende Europese landen. Het lijkt me dat Nederland ook een bijdrage kan leveren, in ieder geval op het gebied van gespecialiseerde medische zorg. Daar dien ik zo ook een motie over in.
Dank u wel.
De voorzitter:
Dan de heer Stoffer van de SGP.
De heer Stoffer (SGP):
Voorzitter. Ik heb één motie. Die luidt als volgt.
Motie
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat het subsidieportal van Buitenlandse Zaken voor organisaties die in de Palestijnse gebieden subsidie ontvangen, onvoldoende transparant is;
constaterende dat Nederland eerder subsidies heeft stopgezet aan de UAWC, na een bomaanslag door medewerkers en vanwege banden met het PFLP;
overwegende dat het wenselijk is dat alle ngo's die subsidie ontvangen ons buitenlandbeleid niet doorkruisen of tegenwerken;
verzoekt de regering het subsidieportal te verbeteren, met aanmerkelijk meer informatie over subsidieontvangers, inclusief informatie over bestuurders, hun verantwoording van de projecten en hun feitelijke werkzaamheden;
verzoekt de regering de beleidsuitgangspunten rondom Israël en de Palestijnse gebieden mee te laten wegen bij subsidiebesluiten over Palestijnse organisaties, te weten minstens de erkenning van de staat Israël,
en gaat over tot de orde van de dag.
De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door het lid Stoffer.
Zij krijgt nr. 553 (23432).
De heer Stoffer (SGP):
Dank u wel.
De voorzitter:
De laatste spreker van de zijde van de Kamer is de heer Vermeer van de fractie van BBB.
De heer Vermeer (BBB):
Voorzitter. Ik heb één motie.
Motie
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat Nederland volgens de minister van Buitenlandse Zaken een van de grotere bijdragen levert aan humanitaire hulp en de wederopbouw van Gaza;
constaterende dat veel humanitaire hulp in het verleden niet terecht kwam bij de burgerbevolking, maar bij bendes of bij Hamas;
constaterende dat voorkomen moet worden dat goederen en bouwmaterialen ingezet gaan worden om terroristische infrastructuur zoals tunnels en militaire installaties te herbouwen;
verzoekt de regering om eventuele directe en indirecte Nederlandse hulp bij de wederopbouw van Gaza aan Nederlandse bedrijven te koppelen, met inzet van lokale arbeidskrachten, en hieraan de voorwaarde te verbinden dat deze hulp alleen wordt ingezet voor de (her)bouw van woningen, ziekenhuizen en andere civiele voorzieningen, om daarmee daadwerkelijk een positieve bijdrage aan de wederopbouw en stabiliteit van Gaza te kunnen leveren,
en gaat over tot de orde van de dag.
De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door de leden Vermeer en Stoffer.
Zij krijgt nr. 554 (23432).
De beraadslaging wordt geschorst.
De voorzitter:
Ik schors tot 14.40 uur. Dan gaan we luisteren naar de minister.
De vergadering wordt van 14.27 uur tot 14.40 uur geschorst.