Verslag van een werkbezoek : Verslag van een werkbezoek aan Brussel door een delegatie van de vaste commissie voor Infrastructuur en Waterstaat
36 335 Verslag van een werkbezoek aan Brussel door een delegatie van de vaste commissie voor Infrastructuur en Waterstaat
Nr. 2 VERSLAG VAN EEN WERKBEZOEK VAN EEN DELEGATIE UIT DE VASTE COMMISSIE VOOR INFRASTRUCTUUR
EN WATERSTAAT AAN BRUSSEL OP 27 JANUARI 2025
Vastgesteld 12 maart 2025
Op 27 januari 2025 bracht een delegatie van de commissie IenW een bezoek aan EU-instellingen
in Brussel om een nader inzicht te krijgen in de werking van de EU, toekomstige ontwikkelingen
en de stand van zaken van lopende dossiers. De delegatie bestond uit de leden De Hoop
(delegatieleider), Chakor, Veltman, Olger van Dijk, Bamenga, Buijsse en Wingelaar.
De delegatie werd ambtelijk begeleid door dhr. Schukkink, griffier van de commissie,
mevrouw Willemstein, EU-adviseur van de commissie en een van de parlementair vertegenwoordigers
van de Staten-Generaal in Brussel, mw. Kolman.
Permanente Vertegenwoordiging van Nederland in de EU (PV EU): verschuiving van verhoudingen
in Brussel
Het hoofd van de EP-afdeling en de milieu- en transportattachés ontvingen de delegatie
in het nieuwe PV-gebouw. De delegatie ontving een toelichting op de wijziging in de
verhoudingen binnen de EU en de mondiale geopolitieke en concurrentie-ontwikkelingen.
Hierdoor ligt in de EU meer nadruk op de concurrentiekracht van de EU dan in de vorige
periode, waar juist meer focus was op de Green Deal.
Dat uitte zich afgelopen jaar in de rapporten van Letta (interne markt), Draghi (concurrentiekracht
EU) en Niïnisto (weerbaarheid), en zal de komende tijd vorm krijgen via de Competitiveness
Compass (NB – inmiddels gepubliceerd op woensdag 29 januari, zie bijlage – documenten) en de Clean industrial deal (verwacht op 26 februari a.s.). Dit laatste thema kwam regelmatig terug in de gesprekken
in Brussel.
De positie van Nederland in de EU is (nog) niet wezenlijk veranderd, maar dat is ook
verschillend per dossier (aldus de PV EU) en afhankelijk van de veranderde politieke
verhoudingen binnen de EU, waarbij meer lidstaten zich op diverse standpunten (zoals
asiel en migratie) bij Nederland aansluiten.
Raoul Boucke: doelen bereiken? Gaat om halen én brengen
Raoul Boucke, voormalig Tweede Kamerlid en tegenwoordig hoofd afdeling BiZa bij de
PV EU, sloot voor de informele lunch aan. Hij gaf op verzoek van de leden nog wat
meer «kleuring» aan het werken in Brussel, ook vanuit het perspectief van een voormalig
Kamerlid. Hij schetste bijvoorbeeld de andersoortige positie van de Commissie in verhouding
tot zijn eerdere periode bij de PV: de Commissie is met de komst van Ursula von der
Leyen als voorzitter (ruim 5 jaar geleden) presidentiëler geworden in haar besturing
van de EU. De verhoudingen in het Europees Parlement (EP) zijn veranderd en daardoor
zijn er meer coalitievormingskeuzes mogelijk. Hij gaf ook wat tips mee: dat het bereiken
van resultaten in de EU gaat om halen én brengen. En dat het een zaak is van de lange
adem en eveneens van investeren in goede persoonlijke contacten. Hij raadde de leden
aan te focussen op enkele specifieke hoofdthema’s en op goede netwerken.
Attachés over op handen zijnde relevante voorstellen
De milieu-attachés belichtten enkele ophanden zijnde (milieu)voorstellen, waarvan Water resilience een
belangrijke is (zie verder bij DG ENV). Verder is in het Competitiveness Compass een
wijziging van de aanbestedingsrichtlijn (met name ter stimulering van verduurzaming)
aangekondigd, en komt er op korte termijn een dialoog met de autosector in verband
met de concurrentieproblemen van Europese autofabrikanten (waarvoor de raadpleging 30 januari is gestart). Van belang voor IenW (hoewel respectievelijk de commissies K&GG, EZ en Financiën
het voortouw hebben) is de verwachte wetgeving over het 2040-klimaatdoel, de Clean
industrial deal en in brede zin het meerjarig financieel kader (MFK) van de EU. Bij
deze voorstellen liggen ook kansen voor IenW.
Voorts wezen zij op het bestaan van (en het belang van betrokkenheid bij) wetgeving
via gedelegeerde handelingen (d.w.z. inhoudelijk/technische uitwerking door de Europese
Commissie via grondslagen in de Europese regelgeving). Dat geldt met name voor de
in 2023 in werking getreden Batterijenverordening en voor de Verpakkingsverordening die in december 2024 van kracht is geworden. Beide verordeningen bevatten een grote
hoeveelheid gedelegeerde handelingen, en in de praktijk is de Kamer daar niet bij
betrokken terwijl er toch belangrijke zaken worden geregeld.
Tot slot kwam kort de Kaderrichtlijn water (KRW) nog aan de orde, waarbij de PV EU
aangaf dat ook enkele andere lidstaten moeite hebben de 2027-doelen te halen.
De transportattachés gaven een toelichting op de TEN-T-verordening. Deze vormt het beleidsmatig kader
met doelstellingen voor Europese transportnetwerken. Daaraan gekoppeld zijn bepaalde
gebruikersvereisten. Aansluiting op TEN-T kan toegang tot fondsen openen, maar brengt
ook verplichtingen met zich mee.
In de Financieringsfaciliteit voor Europese verbindingen (Connecting Europe Facility – CEF) zitten enkele tientallen miljarden euro’s voor het hele MFK, waar Nederland 3–5%
uit kan halen (zo'n 1,5 miljard euro). 80% uit het CEF is al toegekend.
Naast financiering uit het CEF zijn in andere EU-landen ook alternatieve vormen van
financiering voor grootschalige investeringen in openbaarvervoersnetwerken gehanteerd.
Zo werd verwezen naar publiek-private financiering bij de verbouwing van de Parijse
metro en cofinanciering door de Europese Investeringsbank (EIB) bij de Spaanse hogesnelheidslijn.
In Nederland wordt transportinfrastructuur van oudsher publiek gefinancierd. Op andere
terreinen, zoals energie-infrastructuur, wordt meer met publiek-private financiering
gewerkt.
Tot slot werd een toelichting gegeven op de aankomende discussie over het nieuwe MFK
en de kansen op een grotere rol voor investeringen in internationale verbindingen
vanuit bijvoorbeeld de cohesiefondsen.
De delegatie splitste zich vervolgens in twee groepen, waarbij de milieuwoordvoerders
DG Environment van de Europese Commissie bezochten, terwijl de transportwoordvoerders
spraken met DG Move.
DG Milieu (ENV): «Nederland, pak zaken meer integraal aan»
Veronika Manfredi, directeur leefomgevingskwaliteit bij DG ENV benadrukte onder meer
het belang van het veel meer integraal werken aan tegengaan van vervuiling (meerdere
milieucomponenten als lucht, water en bodem in gezamenlijkheid bekijken, en ook de
belendende beleidsterreinen). Dat maakt het makkelijker om te weten waarop geld en
inspanning moet worden gezet en ook wat het oplevert. Zij verwees hierbij naar het
Zero pollution action plan van 2021 dat de drie milieucomponenten integraal behandelt. Het tweede Zero pollution monitoring report komt binnenkort uit, ook daarbij zal het belang van integraal beleid worden benadrukt
alsook de noodzaak om de trade-offs in beeld te hebben. Bijvoorbeeld ammoniak, dat nodig is voor waterstofvervoer maar
tegelijk NOx veroorzaakt; maar wel weer beter is dan kolen. Of offshore en windmolenparken die
goed zijn voor de energievoorziening resp. -transitie maar wel weer problemen opleveren
voor de biodiversiteit. Met innovatietechnologie kan worden gekeken naar hoe meer
coherentie en synergie mogelijk is. Het probleem in Nederland, zo schetste een van
de leden, is dat innovaties vaak meer beloven dan ze leveren, waardoor doelen toch
niet behaald kunnen worden. De reactie van de Commissie was dat het niet alléén uit
innovatie gehaald kan worden, maar dat dat hand in hand moet gaan met handhaving op
de gestelde beleidsdoelen. Dat is dan vooral een nationale kwestie.
In reactie op een vraag van de leden naar de pfas-restrictie, werd aangegeven dat
deze nu bij het Europees Agentschap voor chemische stoffen (ECHA) ligt. ECHA beoordeelt
welke pfas wanneer eventueel uitgefaseerd kunnen worden. Dit kost veel tijd. Verwacht
wordt dat over de restrictie eind 2026 wellicht duidelijkheid is. Dit staat overigens
los van de herziening van de Europese verordening over de productie van en handel
in chemische stoffen (REACH, verwacht eind 2025). De Commissie gaf ook aan dat bij
de beoordeling van de pfas sprake moet zijn van een gebalanceerde afweging in verband
met de vraag naar essential use – de noodzaak van toepassing zelf, van gebruik pfas daarin en aanwezigheid van alternatieven,
en de vraag naar substitutie-tijd. Op het moment van schrijven vindt de triloog plaats
voor de herziening van de Kaderrichtlijn water op het vlak van prioritaire stoffen
en grondwater. Daarbij is het idee dat 24 pfas worden beperkt (voor non essential use). De Commissie zou het overigens toejuichen – zo werd aangegeven – als lidstaten op
dit vlak leiderschap tonen en voorop lopen.
Wat gaat water resilience betekenen?
Tot slot werd toegelicht wat het voorstel over Water resilience naar verwachting zal
inhouden: het zal een samenhangende mededeling worden over watervervuiling en -schaarste
en overstromingen, die verder gaat dan louter milieubeleid. Bijvoorbeeld ook het watergebruik
voor energie, industrie, navigatie en andere doelen zal aangekaart worden. Drie hoofddoelen:
1) herstellen / beschermen van de watercyclus; 2) economie-efficiency toepassen; 3) sociale
dimensie (toegang tot schoon drinkwater en sanitatie). Het wordt een mededeling dus
geen regelgevend kader, maar het kan zijn dat wijzigingen van sommige bestaande richtlijnen
/ verordeningen er wel in worden meegenomen. De nadruk zal worden gelegd op betere
implementatie van bestaande regelgeving (KRW, forestation, bodem). De mededeling zal
passen bij de doelen van de komende Clean industrial deal met een nadruk op investeringen, afvalwaterbehandeling, innovatie. Hij zal ook aansluiten
bij de internationale doelen (SDG 6, Oceanenbeleid). Een call for evidence komt in
de week van 3 februari. (NB inderdaad zijn twee calls for evidence over water resilience verschenen op 4 februari
– zie bijlage, documenten). Op 6 maart is er een stakeholdersevent.
DG MOVE: «kijk verder dan de Connecting Europe Facility»
Plaatsvervangend directeur-generaal dg Move Herald Ruijters blikte vooruit op de aankomende
voorstellen van de Europese Commissie, waaronder het Competitiveness Compass, een
Witboek over de toekomst van de Europese defensie en een Mededeling over hogesnelheidslijnen.
De transportwoordvoerders binnen de delegatie (de leden De Hoop, Veltman en Olger
van Dijk) en de heer Ruijters wisselden voorts van gedachten over de Trans-Europese
transportnetwerken (TEN-T) en de CEF in relatie tot de ontsluiting van Nederlandse
zee- en luchthavens en voorgenomen nieuwe spoorlijnen, waaronder de Lelylijn en de
Nedersaksenlijn. Daarin werd benoemd dat DG MOVE niet alleen inzet op civiele mobiliteit,
maar ook op gebruik voor militair transport («dual use»). CEF is daarmee niet de enige
optie waar Nederland naar zou kunnen kijken in een zoektocht naar Europese (co-)financiering.
Voorts zou het nieuwe Meerjarig Financieel Kader (2028–2034), waarvoor binnenkort
(februari) een roadmap wordt verwacht (inmiddels op 11 februari gepubliceerd, zie bijlage) en na de zomer de eerste voorstellen, wellicht een wat andere structuur kunnen krijgen.
Ook werd gesproken over de rol van bestaande Nederlandse spoorverbindingen met omliggende
landen en de mogelijkheden om deze verbindingen verder te ontwikkelen. Daarbij werd
benadrukt dat landen in Midden- en Oost-Europa veel hebben geïnvesteerd in de ontsluiting
van hun havens, terwijl investeringen in Nederland op dat vlak achterblijven.
Andere onderwerpen die kort de revue passeerden zijn de ingebrekestellingsprocedure
over de nieuwe HRN-concessie en de herziening van de EU-slotverordening.
Europees Parlement
De delegatie kwam weer bijeen in het EP. Gesproken werd achtereenvolgens met Tom Berendsen
(CDA/EVP), lid van o.m. de Transportcommissie in het EP (TRAN), Gerben-Jan Gerbrandy
(D66/Renew) en Mohamed Chahim (GL-PvdA/S&D), beiden lid van o.m. de Milieucommissie
(ENVI). Alle drie wezen zij op de ontwikkelingen in Brussel die ook eerder op de dag
de boventoon voerden: de verander(en)de verhoudingen in het Europees Parlement die
verschillende coalities mogelijk maken. Dit speelt ook een rol bij de inzet op de
concurrentiepositie van de EU die moet worden versterkt tegenover met name China en
VS. Verder wees iedereen op de noodzaak van versterking van de Europese defensie(middelen
en -mogelijkheden).
De Europarlementariërs gingen in op hun specifieke posities en dossiers:
Tom Berendsen: «Probeer meer invloed uit te oefenen op het MFK»
Tom Berendsen gaf een toelichting op de positie van de EVP in onderhandelingen op
Europese dossiers tegen de achtergrond van de veranderde verhoudingen. Daarbij werd
de vraag opgeworpen of in Nederland voldoende duidelijk is welke dynamiek er in Brussel
speelt, en of daar afdoende op wordt gestuurd.
Hij schetste tevens de verschillen tussen het werk als Europarlementariër en het werk
van een Tweede Kamerlid, waarbij het werk van de Europarlementariër die tot rapporteur
is benoemd, in het teken staat van het wetsvoorstel van de Commissie en het amenderen
daarvan in samenwerking met collega’s.
Ontwikkelingen voor de komende periode:
– De verduurzaming van transport staat op de agenda, evenals de verdere onderhandelingen
over het (sociaal) mobiliteitspakket (onder meer rij- en rusttijden). (N.b. dit ligt in Den Haag voor een deel bij de commissie SZW).
– De Europese havenstrategie: het is nodig om afspraken te maken in de EU om elkaars
havens niet te beconcurreren en meer een eenheid te vormen. Daarnaast spelen havens
een belangrijke rol in de energietransitie (vervoer, brandstoffen, SDE+).
– De Clean industrial deal die inzet op een betere concurrentiepositie van de EU, daarbij
ook met een schuin oog kijkend naar de Inflation Reduction Act in de VS. Er wordt
ook ingezet op groene technologie. Circulaire economie is eveneens een onderdeel van
de Clean Industrial deal (o.a. concurrentiepositie recycling-industrie).
– Het MFK 2028–2034 komt eraan: de 7-jaarlijkse Europese begroting. De eerste ronde
van besprekingen start al deze zomer en het is goed daarbij betrokken te zijn (inbreng
kan op vele momenten maar ook hier geldt: hoe eerder hoe beter). In MFK-verband spelen
veel discussies over het al dan niet vasthouden aan oude prioriteiten (landbouw?)/verschuiving
naar nieuwe prioriteiten (defensie; een meerderheid van het EP is voor versterken
defensiesamenwerking), en eventueel ophogen van de begroting. Aangegeven werd dat
meer moet worden gekeken naar wat nodig is en wat we willen, en dan vervolgens naar
hoe we dat het best kunnen doen.
Op een vraag hoe meer invloed kan worden uitgeoefend in Brussel door de Tweede Kamer,
benadrukte hij het belang van een goede voorbereiding van de Raadsvergadering via
debatten in de Tweede Kamer. Hij gaf als tip mee om meer contact te zoeken met andere
parlementen om coalities te vormen / meer samen te werken. Tot slot suggereerde hij
zo nu en dan een Brusselse dag te organiseren op specifieke thema’s.
Gerben Jan Gerbrandy: «als lidstaat niet alleen denken aan je eigen hachje»
Gerben Jan Gerbrandy is vicevoorzitter van Renew. Hij belichtte hoe hij de ontwikkelingen
waarnam in Brussel in de afgelopen 15 jaar (vanaf het begin van zijn vorige periode
tot zijn hernieuwde aantreden). Een van de zaken die daarbij anders is, is dat de
positie van de EU nu allerwege onder druk staat maar dat tegelijkertijd steeds meer
de noodzaak boven komt drijven om de EU te versterken. Dat levert spanning op. Hij
benadrukte de noodzaak tot samenwerken – dat is voor elke lidstaat van belang.
Ontwikkelingen auto-industrie
– voor de auto-industrie is het een belangrijk jaar, er komen veel nieuwe kleinere elektrische
modellen uit. De range van autotypen en de kwaliteit neemt toe. China loopt daarbij
voorop. China was voorheen een grote markt voor fossiele-brandstofauto’s uit Duitsland
maar men stapt massaal over op e-auto’s, wat leidt tot verslechtering van de positie
van Duitse autofabrikanten. Duitse auto’s worden deels in China geproduceerd, en vallen
daardoor dus ook nog onder tariefmuren. In 2026 moet de Europese auto-industrie aan
nieuwe afgesproken uitstootnormen voldoen, maar de sector loopt achter. Dat betekent
dan weer miljarden aan boetes. De Europese Commissie heeft een strategische dialoog
aangekondigd, vergelijkbaar met de afgelopen jaar gevoerde landbouwdialoog
Chahim: «meer inzet op eigen handelsstromen en op het creëren van een markt »
Mohamed Chahim is vicevoorzitter van de S&D-fractie en bezig met de Green deal, financiering
van de groene transitie en industrie- en transportbeleid. Hij was met oud-Europarlementariër
Esther de Lange en Pascal Canfin verantwoordelijk voor een deel van de Green deal
in het EP (CBAM over grenscorrecties, ETS over emissiehandel, en kritieke grondstoffen).
Hij meldde nu bezig te zijn met de auto-industrie, waarbij het van belang is te kijken
naar vraag- en aanbodkant en ook de belangen van bedrijven goed in ogenschouw te nemen.
Verder liet hij zijn licht schijnen over plastics recycling en de instroom van virgin
plastics in de EU.
Hij ging in op het veranderend geopolitiek klimaat: slim onderhandelen, meer inzet
op eigen handelsstromen van de EU, veel meer in waardeketens denken, zijn enkele accenten
die hij wil leggen. Evenals op purchasing power voor Nederlandse en Europese producten en groene technologie als unique selling point
van de EU. Verder is Public procurement (en dan met name duurzame aanbestedingen) een manier om zaken goed te regelen.
Tot slot benadrukte ook hij de noodzaak van synergie met andere sectoren, evenals
de noodzaak om meer gebruik te maken van Europese fondsen.
De delegatie dankt de gesprekspartners voor hun gastvrijheid en de open gedachtewisseling.
De voorzitter van de delegatie, De Hoop
De griffier van de delegatie, Schukkink
Overzicht verwachte regelgeving, documenten en lopende trilogen
1.
Verwachte regelgeving en beleid volgens het werkprogramma van de Europese Commissie (11/2), de Competitiveness compass
(29/1) en «hear say». Indicatief.
–
Clean Industrial Deal
26 februari 2025
–
Strategic Dialogue on the future of EU automotive industry
Q1
2025
–
Water resilience
Q2
2025
–
Ocean Pact
Q2
2025
–
Sustainable transport investment plan
Q3
2025
–
Post 2027 -MFK (meerjarig financieel kader)
(Q3 eerste kaders)
–
State aid framework
–
Sustainable transport investment pact
Q3
2025
–
Chemical industrial package (incl herziening REACH)
Q4
2025
–
EU Port strategy
2026
–
EU Climate adaptation plan
2026
–
Circular economy act
Q4
2026
–
PFAS restriction
Q4
2026
2.
Documenten
–
Werkprogramma Europese Commissie (11 februari verwacht)
–
Competitiveness compass
–
Rapport Letta – Much more than a market
–
Rapport Draghi – the future of European competitiveness
–
Rapport Niinisto – strengthening European’s (..) preparedness
–
Verpakkingsverordening
–
Batterijenverordening
–
Zero pollution action plan
–
Raadpleging voorafgaand aan strategische dialoog toekomst autoindustrie
–
Raadpleging Water resilience initiative (1)
–
Water resilience initiative (2): water resilience first, guiding principles
–
MFK roadmap – gepubliceerd op 11 februari
3.
Trilogen – welke voorstellen zitten daar in
–
Plastic Pellets from microplastics (gestart begin januari)
–
Herziening KRA (al gestart; vervolg op 18 februari)
–
Bodemmonitoring (gestart in oktober, nog niet afgerond)
–
Green Claims (in december besloten tot start trilogen)
–
Herziening KRW met prioritaire stoffen en grondwater (trilogen gestart op 28 januari)
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
Habtamu de Hoop, Tweede Kamerlid -
Mede ondertekenaar
M. Schukkink, griffier