Verslag van een commissiedebat : Verslag van een commissiedebat, gehouden op 3 april 2025, over Raad Buitenlandse Zaken Handel
21 501-02 Raad Algemene Zaken en Raad Buitenlandse Zaken
Nr. 3150
VERSLAG VAN EEN COMMISSIEDEBAT
Vastgesteld 14 mei 2025
De vaste commissie voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingshulp heeft op 3 april
2025 overleg gevoerd met mevrouw Klever, Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingshulp,
over:
– de brief van de Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingshulp d.d. 27 maart
2025 inzake geannoteerde agenda voor de Raad Buitenlandse Zaken Handel van 7 april
2025 (Kamerstuk 21 501-02, nr. 3085);
– de brief van de Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingshulp d.d. 14 februari
2025 inzake verslag gecombineerde informele Raad Buitenlandse Zaken Handel en Raad
Concurrentievermogen van 3 en 4 februari 2025 (Kamerstuk 21 501-02, nr. 3057);
– de brief van de Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingshulp d.d. 31 maart
2025 inzake beoordeling voorstel Europese Commissie voor verlengen opschorting vrijwaringsmaatregelen
op Oekraïens ijzer en staal (Kamerstuk 36 045, nr. 205).
Van dit overleg brengt de commissie bijgaand geredigeerd woordelijk verslag uit.
De voorzitter van de commissie, A. de Vries
De griffier van de commissie, Meijers
Voorzitter: Hirsch
Griffier: Meijers
Aanwezig zijn zeven leden der Kamer, te weten: Boswijk, Ceder, Hirsch, Van Houwelingen,
Kamminga, De Korte en Ram,
en mevrouw Klever, Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingshulp.
Aanvang 10.00 uur.
De voorzitter:
Goedemorgen. Welkom bij dit commissiedebat van vandaag over de Raad Buitenlandse Zaken
Handel met de Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingshulp. Welkom, mevrouw
Klever. Welkom ook aan mijn collega-Kamerleden: de heer Ceder van de ChristenUnie,
mevrouw Kamminga van de VVD, de heer Ram van de PVV, meneer Van Houwelingen van FVD
en mevrouw De Korte van NSC. Er staat drie uur voor het debat van vandaag. Ik wil
een spreektijd van vier minuten voor de introducties voorstellen, met drie interrupties
per Kamerlid in de eerste termijn. Als we het relatief kort houden, dan kunnen we
in de tweede termijn iets meer interrupties hebben als we met de Minister in gesprek
gaan.
Ik heb nog even een extra mededeling. Er is nog een extra brief binnengekomen. Die
gaat over de beoordeling van het voorstel van de Europese Commissie voor verlenging
van de opschorting van vrijwaringsmaatregelen op Oekraïens ijzer en staal. Die brief
kan dus ook meegenomen worden in dit debat.
Aan het einde van de eerste termijn van mijn collega's draag ik de voorzittershamer
graag even over zodat ik zelf ook mijn inbreng kan geven. We kijken nog wel even wie
er dan geen interrupties meer heeft. Ik heb de griffier gevraagd om de interrupties
op elkaar te timen, zodat interrupties echt niet langer dan een minuut duren. In deze
commissie gaat daar namelijk relatief veel tijd in zitten. Anders wordt mijn baan
als voorzitter bijna onmogelijk of wordt het ons allen in ieder geval onmogelijk om
dit debat binnen de drie uur te houden, is gebleken.
Dat alles gezegd hebbende kijk ik even of het zo volledig is. Ja. Dan geef ik het
woord aan de heer Ceder voor zijn inbreng. O, ik heb begrepen dat meneer Van Houwelingen
om 10.30 uur weg moet, dus met dank aan de collega-Kamerleden kunt u als eerste het
woord nemen.
De heer Van Houwelingen (FVD):
Dank u, voorzitter. Dank aan de ambtsgenoten dat ik eerst mag spreken. Naar aanleiding
van de tarieven die Trump heeft aangekondigd op producten uit de Europese Unie, worden
door de Europese Unie straks vergelijkbare tarieven geheven op Amerikaanse producten.
Forum voor Democratie is zeker niet principieel tegen tarieven. Als producten onder
slechte omstandigheden – denk aan kinderuitbuiting, beroerde werkomstandigheden, milieuvervuiling
et cetera – worden geproduceerd in het buitenland, zou het oneerlijk en onredelijk
zijn dit soort producten te laten concurreren met vergelijkbare producten van Nederlandse
producenten die wel aan dergelijke regelgeving in ons land moeten voldoen. Een mooi
voorbeeld zijn de eieren die geproduceerd worden in Oekraïne. Dat was ook onderdeel
van de campagne rond het associatieverdrag, waar de Nederlandse bevolking toen tegen
heeft gestemd; die wilde niet dat die zomaar ingevoerd konden worden. Helaas is dat
verdrag natuurlijk wel toegekend en hebben we nu die problemen met eieren die ingevoerd
kunnen worden. Het gebruik van tarieven kan dat voorkomen. Desalniettemin is vrije
handel in het algemeen gunstig voor de welvaart en de economische groei. De meeste
economen onderschrijven dit ook. Deze welvaartsgroei wordt belemmerd door de invoering
van economische tarieven. Dat geldt ook, en volgens veel economen geldt dat juist,
voor het invoerende land dat de tarieven oplegt. Door de Europese Unie opgelegde tarieven
voor Amerikaanse producten zijn daarom, zeker voor een handelsland als Nederland,
wat Forum voor Democratie betreft niet in het Nederlandse belang. Toch lezen we dat
het kabinet van plan is de invoer van dergelijke EU-tarieven te gaan steunen. Dan
is mijn vraag aan de Minister natuurlijk waarom de regering dit steunt. Is het Nederlandse
belang hiermee gediend? Dat is de eerste vraag.
Voorzitter. Dan mijn tweede vraag. Waarom organiseert de Minister geen handelsmissie
naar de Verenigde Staten? De regering-Trump wil graag deals maken; dat is duidelijk.
Met zoveel woorden heeft hij eigenlijk gezegd dat hij dat niet met de Europese Unie
wil doen. De Verenigde Staten lijken die eigenlijk zelfs niet of nauwelijks te erkennen.
De Amerikaanse regering voelt daar wat ons betreft terecht grote minachting voor.
Maar de Amerikaanse regering wil dat doen met de individuele soevereine landen, zoals
het ook zou moeten zijn. Dan is mijn vraag: waarom grijpt de Minister deze kans niet?
Nogmaals, dat is in het Nederlands belang. We denken dat de Minister bovendien sterke
kaarten op zak heeft. Het afgelopen jaar had Nederland, vooral door de invoer van
lng, een tekort van 50 miljard euro op de handelsbalans met de Verenigde Staten. Volgens
de logica die president Trump zelf hanteert, profiteren de Verenigde Staten hiermee
van Nederland. De Minister zou de Verenigde Staten daarop kunnen wijzen.
Een andere kaart is natuurlijk ASML, dat op verzoek van de VS hun meest geavanceerde
machines niet naar China exporteert. Als Minister Klever – nogmaals, wat Forum voor
Democratie betreft is dit ook in het Nederlands belang – zich binnen de Europese Unie
zou verzetten tegen het opleggen van tarieven, heeft ze een derde troefkaart op zak
waarmee ze toch wat gedaan zou moeten kunnen krijgen in de Verenigde Staten, zou je
denken.
Forum voor Democratie denkt en helpt graag mee. We hadden goede contacten met de eerste
regering-Trump. We kennen ook leden van het kabinet van de huidige regering. Dus nogmaals,
mijn vraag is of de Minister bereid is, of er in ieder geval over na wil denken, om
in plaats van tegen het Nederlandse belang in met de Europese Unie mee te lopen bij
het invoeren van sancties tegen de Verenigde Staten, de handschoen op te nemen en
een handelsmissie naar de Verenigde Staten te organiseren.
Tot slot, voorzitter. Hoe kijkt de Minister aan tegen de vorige week door de regering-Trump
aangekondigde eis dat bedrijven die producten leveren aan de Amerikaanse overheid,
ook als die in het buitenland zijn gevestigd, geen diversiteitsbeleid mogen hanteren?
Zou het, alleen al om de handel met de Verenigde Staten niet te obstrueren, niet verstandig
zijn als de Nederlandse overheid alle eisen die aan het Nederlandse bedrijfsleven
worden gesteld op het gebied van zogenaamde diversiteit, zou laten varen?
Dank u, voorzitter.
De voorzitter:
Dank u wel. Er zijn geen interrupties. Dan kan ik nu het woord geven aan de heer Ceder.
De heer Ceder (ChristenUnie):
Dank u wel, voorzitter. Bevrijdingsdag. Daar sprak president Trump gisteren over toen
hij ongekende importheffingen aankondigde voor de EU en voor heel veel andere landen.
Die bevrijdingsdag heeft de beurzen in het bloedrood gestort. Deze maatregelen, juist
tegen bondgenoten, zijn ongekend en ongehoord in tijden van conflicten in Oekraïne,
het Midden-Oosten, Oost-Afrika en met China dat steeds agressiever wordt, gezien de
militaire oefeningen rond Taiwan deze week. Hierbij past het om helaas zo snel en
zo hard mogelijk met gelijke munt terug te slaan, maar ook om te blijven praten, want
wij geloven nog steeds dat dialoog mogelijk is en moet blijven. Amerika zal helaas
moeten voelen dat dit een heilloze weg is. Daar dienen we ook eensgezind in te zijn.
Daarom is mijn vraag of het kabinet deze lijn ook voorstaat. Is de Minister bereid
om bij de Commissie aan te dringen op een snelle, slimme en daadkrachtige reactie
met tegenmaatregelen op dit ongehoorde pakket?
Voorzitter. Hoe zou het zijn geweest als de Amerikaanse president een andere bevrijdingsdag
had uitgeroepen, bijvoorbeeld om recht te doen aan de allerarmsten en onderdrukten,
om gevangenen vrij te laten en miljoenen mensen in moderne slavernij te redden. Nederland
en de EU staan wél voor deze keuze, voor deze bevrijdingsdag, maar dan met de CSDDD.
De vraag is: kiezen we voor een race naar de bodem en «de koopman ten koste van de
kwetsbaren» of voor recht en gerechtigheid? Zorg er op z'n minst voor dat de meest
kwetsbaren niet de dupe zijn van de smartphones waarmee we in Nederland bellen, het
eten dat we eten en de kleding die we dragen. Dat lijkt ons het minste wat we als
welvarend Westen kunnen doen.
Toch dreigt afzwakking van de zogeheten anti-wegkijkwet CSDDD, die wat ons betreft
niet ver genoeg gaat in de huidige vorm, maar nu nog minder effectief lijkt te worden
in het beschermen van mens en milieu. Allereerst. De Minister steunt uitstel. Hoe
verhoudt dat zich tot de motie-Ceder/Hirsch die juist verzoekt tot effectieve voortzetting
van de implementatie? Die motie is met een ruime meerderheid aangenomen. Wanneer krijgen
we het gevraagde gespecificeerde tijdpad?
Uiteraard wil ook de ChristenUnie onnodige regeldruk voor bedrijven beperken. Tegelijkertijd
is er in de Kamer vaak duidelijk gemaakt dat de doelstellingen van de CSDDD overeind
moeten blijven. Zet de Minister zich er daarom voor in dat de wijzigingsvoorstellen
regeldruk verminderen en dat de oorspronkelijke doelen van de CSDDD overeind blijven?
Is ze bereid geen onomkeerbare stappen te zetten voordat de gevolgen van de versimpeling
voor de doelstellingen in kaart zijn gebracht? Ik overweeg een motie, maar ik hoop,
gezien de eerder aangenomen moties, ook op de toezegging van de Minister dat ze dit
gaat uitdragen.
De ChristenUnie vreest afzwakking, bijvoorbeeld door de gepaste zorgvuldigheid te
beperken tot directe zakenrelaties. Ambtenaren hebben, zo lees ik in de beslisnota,
deze Minister hier ook voor gewaarschuwd. Op deze manier doet het voorstel afbreuk
aan de belangrijkste doelstelling van de richtlijn om risico's voor mens en milieu
in waardeketens te identificeren en waar mogelijk aan te pakken. Hoe reflecteert de
Minister op de kritiek van haar eigen ministerie? Acht ze de doelstelling in gevaar?
Waarom wil ze de voorgestelde inperking niet klip-en-klaar steunen, zoals ambtenaren
adviseren, juist omdat we de doelstelling nastreven?
Bij plausibele informatie over substantiële risico's verderop in de keten, moeten
bedrijven alsnog verder kijken. Maar «plausibel» is niet duidelijk gedefinieerd. Dat
is gevaarlijk in juridische context. Ziet de Minister, net als haar ambtenaren, het
risico op nieuwe onduidelijkheden voor het bedrijfsleven en op een concurrentienadeel
voor koplopers op imvo-gebied? Al jarenlang ligt er een goede wet op haar ministerie
te verstoffen. De Wet zorgplicht kinderarbeid is al in 2019 door de Eerste Kamer aangenomen
en wacht sindsdien op implementatie. Geeft verdere afzwakking niet aan dat we in Nederland
gewoon moeten beginnen met de implementatie? De wet is immers gewoon aangenomen door
beide Kamers. Graag een reactie van de Minister.
De voorzitter:
Ik wil u vragen om af te ronden.
De heer Ceder (ChristenUnie):
Ja, voorzitter. Mijn laatste vraag gaat over het betrekken van relevante stakeholders.
Begrijp ik goed dat de Minister vindt dat het maatschappelijk middenveld, academici
en mensenrechten- en klimaatinstituties moeten worden blijven betrokken, ook in het
belang van bedrijven zelf? Wordt dat ook haar inzet als er meer duidelijkheid van
de Commissie komt over de definitie?
De voorzitter:
Dank. Ik zie een interruptie van mevrouw Kamminga.
Mevrouw Kamminga (VVD):
Ik kon in het begin een heel eind met de heer Ceder meekomen in zijn betoog, maar
ik moet wel zeggen dat ik toch een beetje afhaakte toen het over CSDDD ging. Ik dacht
nu juist: de ChristenUnie biedt een opening; die geeft aan dat we gewoon bredere markten
moeten verkennen en onze partners moeten helpen die ook geconfronteerd worden met
tarieven. Dan zou ik juist zeggen dat die landen er heel vaak tegenaan lopen dat het
heel moeilijk is om handel met de EU te drijven, omdat wij die extra regels hebben
boven op de OESO. Ik begrijp dus niet zo goed waarom de ChristenUnie nu blijft inzetten
op extra regels voor de EU en voor handeldrijven met de EU boven op die OESO-richtlijnen,
die er gewoon al zijn en die heel veel van die initiatieven waar de heer Ceder op
wijst al waarborgen.
De heer Ceder (ChristenUnie):
We hebben al een aantal jaren een discussie over de impact van de CSDDD. Allereerst
gaat dat over de reikwijdte. Dit treft een heel klein deel van de bedrijven, volgens
mij 0,1% van de bedrijven. Dus ook over de reikwijdte wordt heel vaak gedaan alsof
heel veel bedrijven daarmee te maken krijgen. Maar dat zijn de allergrootste, die
daarmee ook de allerzwaarste verantwoordelijkheid dragen als het gaat om zorgen dat
er in de keten geen misstanden zijn. Mevrouw Kamminga wil ook niet dat er kinderarbeid
en uitbuiting plaatsvinden. We betrachten daar zorgvuldigheid in. Ik gaf al aan dat
de CSDDD wat ons als fractie betreft niet ver genoeg gaat, maar wel een uitkomst is
waarvan wij zeggen: laten we die in ieder geval implementeren, als we de doelstellingen
überhaupt nog overeind willen houden. Wij zijn het als fractie ermee eens dat je de
regels voor ondernemers zo veel mogelijk moet beperken. Daar zijn we het helemaal
mee eens, maar het moet wel verenigbaar zijn met het overeind houden van de doelstellingen.
Ik durf te beweren dat ook mevrouw Kamminga niet hard kan maken dat met wat er nu
op ons af dreigt te komen, die doelstellingen overeind blijven. Dan is de vraag of
wij ervoor kiezen om die verantwoordelijkheid te pakken. Het antwoord daarop is ja.
De voorzitter:
Een vervolgvraag van mevrouw Kamminga.
Mevrouw Kamminga (VVD):
Dat was natuurlijk helemaal geen antwoord op de vraag. We kunnen verschillend kijken
naar al die regelgeving en in hoeverre die bij gaat dragen. Ik denk dat het funest
is voor het bedrijfsleven om tot drie cijfers achter de komma tot ver in die keten
die verantwoordelijkheid neer te leggen. We hebben al voldoende richtlijnen middels
de OESO, die al die zaken al waarborgt. Ja, de VVD is ook tegen kinderarbeid. Laat
ik dat nogmaals benadrukken. Maar nogmaals, daar zijn al afspraken over gemaakt. Maar
waar mijn vraag op zag, is dat we nu juist zien, doordat wij deze regels implementeren,
dat we dat ook van andere landen verwachten. Het is daardoor voor heel veel landen
heel lastig om aan die regels te voldoen. Het is voor hen nog veel lastiger om met
de Europese Unie handel te drijven. Ik zoek dus daar naar die ruimte. Als we die handreiking
willen doen door te zeggen «we moeten verder kijken dan onze neus lang is en dus voorbij
onze traditionele handelspartners», dan vraagt dat wellicht ook wat versoepeling vanuit
ons. We moeten dan niet vanuit de EU verwachten dat die landen al die extra regels
implementeren die wij boven op de internationale afspraken leggen.
De heer Ceder (ChristenUnie):
Mevrouw Kamminga en ik vinden elkaar voor honderd procent als het gaat over het verminderen
van onnodige regeldruk. Maar ik hoop ook dat we elkaar kunnen vinden in het feit dat
je dat moet doen tot een mate waarbinnen de wet nog effectief is. Wij constateren
dat met wat nu voorgesteld wordt, de wet tandeloos wordt gemaakt. Daarvan zeggen wij
dat dat niet de bedoeling is. Waarom heb je dan überhaupt een wet? Volgens mij hebben
wij een aantal jaren geleden met een aantal andere Europese landen gezegd: vanuit
onze verantwoordelijkheid en ons moreel kompas als ondernemers vinden wij dat we minimaal
dit zouden moeten doen. Nogmaals, we hebben talloze technische briefings en rondetafels
gehad over de reikwijdte, impact en de kosten die ermee gemoeid zijn. Heel veel mythes
zijn gewoon al doorgeprikt. Dat zijn mythes waarvan ik begrijp dat die continu weer
op tafel gebracht worden om een stevig frame neer te zetten. Dat begrijp ik. Dat is
ook het goed recht van vele partijen. Maar de experts zijn het over twee dingen eens.
De regelgeving die nu voorgesteld wordt om te schrappen, botst met de doelstellingen.
Ten tweede is de impact van die regelgeving op bedrijven ook niet zo zwaar en dusdanig
disproportioneel als heel veel bedrijven hebben voorgesteld. Er zijn veel bedrijven
die dit al doen en zeggen: «Er is een ongelijk speelveld. Wij willen ons beste been
voorzetten. Wij doen ons best.» Er zijn partijen die ...
De voorzitter:
Meneer Ceder, mag ik u vragen af te ronden?
De heer Ceder (ChristenUnie):
... daar misbruik van maken, omdat de wet- en regelgeving daar ruimte voor biedt.
Mijn oproep aan de VVD is: zorg juist voor dat gelijke speelveld en houdt vast aan
de doelstellingen.
De voorzitter:
Ik ga als voorzitter ook kijken naar de lengte van de reacties op interrupties. We
hebben geklokt. Dit waren bijna twee minuten. Zijn er nog andere interrupties op de
heer Ceder? Nee? Oké. Dan geef ik het woord aan mevrouw Kamminga.
Mevrouw Kamminga (VVD):
Heel goed dat u streng bent, voorzitter.
Met groot spektakel kondigde Trump gisteren, tijdens wat hij Liberation Day noemde,
tarieven aan van maar liefst 20% op alle producten uit de EU. Voor veel andere landen
zijn die tarieven vele malen hoger. Dat is echt ongekend. Deze grillige en onvoorspelbare
houding van president Trump betekent dat Europa niet alleen militair maar ook economisch
moet investeren in het vergroten van de strategische soevereiniteit. We moeten daarbij
verder kijken dan de traditionele handelspartners en meer investeren in het versterken
van ons concurrentievermogen, om te voorkomen dat een koerswijziging van één enkel
land onze economie kan destabiliseren.
Al sinds de coronacrisis en de inval van Rusland in Oekraïne staat het afbouwen van
onze afhankelijkheden hoog op de agenda. Maar de echte keuzes blijven uit, terwijl
we zien dat 98% van onze zeldzame aardmetalen uit China komt en 90% van onze geavanceerde
chips uit Taiwan. Wanneer gaan we echt invulling geven aan initiatieven zoals de Global
Gateway, in plaats van het discussiëren over punten en komma's?
Dan wat betreft de aangekondigde tarieven zelf. Het is goed dat de EU stevige tegenmaatregelen
voorbereidt en niet bang is om haar marktmacht in te zetten als dat nodig is. Als
de VS doorgaan met de aangekondigde tarieven, moet de EU wat de VVD betreft krachtig
terugslaan, met gerichte tegentarieven, bijvoorbeeld tegen Tesla's. Deze tegentarieven
zijn namelijk een noodzakelijk middel om onze onderhandelingspositie te versterken.
Maar ...
De voorzitter:
Mevrouw Kamminga, u heeft een interruptie van de heer Van Houwelingen.
De heer Van Houwelingen (FVD):
Dit onderwerp interesseert me heel erg. De VVD is, begrijp ik, voorstander van Europese
tarieven. Maar is dat nou ook in het belang van Nederland? Ik denk dat Trump die tarieven
echt niet gaat wijzigen omdat de Europese Unie ook tarieven invoert. We krijgen dan
alleen maar extra Europese tarieven. Is dat nou in het belang van «Nederland handelsland»?
Mevrouw Kamminga (VVD):
Als u nog iets meer geduld had gehad, had u de rest gehoord. Ik begon de volgende
zin namelijk met «maar». Ik wil er niet helemaal op vooruitlopen, maar we moeten niet
alleen maar met tarieven terugslaan. Ik denk dat we alles in het werk moeten stellen
om een handelsoorlog te voorkomen. Maar we weten ook hoe Trump acteert en opereert.
Maar ik zou het ook onverstandig vinden als je alleen maar op de grond gaat liggen
en zegt: dankjewel voor die tarieven; we doen verder niets. Dat geldt niet alleen
voor Nederland, maar zeker ook voor Europa.
De heer Van Houwelingen (FVD):
Ik wil daar toch even over doorgaan. Dan verwacht je dus – anders heeft het volgens
mij echt geen zin om tarieven in te voeren – dat Trump naar aanleiding daarvan zegt:
nou, dan ga ik die tarieven verlagen. Heeft de VVD daar aanwijzingen voor? Ik wil
daar nog aan toevoegen dat veel economen zeggen: het invoeren van tarieven is vooral
slecht voor het land dat dat doet. Het is dus eigenlijk voor Nederland als handelsland
slecht om Europese tarieven in te voeren, wat je er verder ook van vindt.
Mevrouw Kamminga (VVD):
De heer Van Houwelingen heeft natuurlijk een heel goed punt. Wij zijn als VVD altijd
voor vrije marktwerking geweest. Daar pleiten we altijd voor en daar streven wij ook
naar. Tegelijkertijd word je met de werkelijkheid geconfronteerd van landen die zich
er niet aan houden. We moeten er dus over nadenken hoe we ervoor kunnen zorgen dat
we daar iets tegenoverstellen. Wat is de beste route? Nogmaals, soms is dat tegenmaatregelen
nemen of in ieder geval laten zien dat je bereid bent om dat te doen. Ik vind overigens
dat je daarbij wel oog moet houden voor de bedrijven die daardoor worden geraakt.
Er zijn sectoren waarvoor Trump alweer nieuwe maatregelen heeft aangekondigd, zoals
een heffing van 200% op gedestilleerde dranken. Natuurlijk moet je daarnaar kijken.
Tegelijkertijd hebben we vier jaar geleden gezien dat Trump wel echt bereid was om
in gesprek te gaan om die tarieven van tafel te halen. De heer Van Houwelingen zegt
namelijk heel terecht: in eerste instantie gaan die tarieven de Amerikaanse burger
keihard raken. Maar laten we niet naïef zijn: ook de EU en Nederland blijven niet
gespaard als het wereldwijd en op zo'n grote schaal gebeurt. Een groot aantal voor
Nederland belangrijke sectoren wordt meteen geraakt.
De voorzitter:
U kunt doorgaan met uw inbreng.
Mevrouw Kamminga (VVD):
Ik was dus gebleven bij «maar met terugslaan alleen komen we er niet». De vraag die
voorligt is dan ook hoe we onze burgers en bedrijven beschermen tegen deze economische
schade. De inzet van het kabinet moet zich wat de VVD betreft vooral richten op het
voorkomen van een handelsoorlog en het zo snel mogelijk van tafel krijgen van importtarieven.
Op dat punt zie ik weinig creativiteit, noch in het kabinet, noch in Europa. Van tarieven
wordt namelijk niemand beter. Die zijn funest voor zowel bedrijven als consumenten.
Het is niets meer of minder dan een extra belasting die producten duurder maakt, de
inflatie aanjaagt en de portemonnee van de hardwerkende Nederlander keihard raakt.
Het is dan ook erg belangrijk om ondernemers hier goed bij te betrekken. Kan de Minister
aangeven op welke wijze zij de afstemming zoekt met de betrokken sectoren? Welke zorgen
hoort zij en wat doet zij daarmee? Datzelfde geldt voor de uitvoering. Ze gaven onlangs
in een briefing aan dat tarieven voor veel extra druk zorgen. Is de Minister bereid
om met hen in gesprek te gaan en te kijken hoe we het zo vorm kunnen geven dat ze
ook echt effectief zijn?
We moeten bovendien zo snel mogelijk nieuwe strategische partnerschappen en handelsakkoorden
sluiten. Het is verstandig en noodzakelijk om de banden aan te halen met Afrika, Latijns-Amerika,
India en Azië, want we zien dat China al 1 biljoen dollar heeft geïnvesteerd in deze
regio's, terwijl wij nog steeds discussiëren over de voorwaarden en een meerderheid
in deze Kamer Mercosur van de hand wijst.
Voorzitter. We kunnen ons deze luxe helemaal niet veroorloven. Deelt de Minister deze
mening en is zij bereid zich in te spannen voor Mercosur en andere handelsakkoorden?
En ook moeten we kijken naar landen die net als wij door de importheffingen van Trump
worden geraakt, zoals bijvoorbeeld Canada en Mexico. Verder moeten we inzetten op
het intensiveren van handel binnen de bestaande handelsakkoorden. Deelt de Minister
die mening?
De transactionele aanpak van Trump, wat we er ook van vinden, biedt mogelijkheden
om een uitruil te maken, waarvan we wellicht beide beter worden. Ik denk dan bijvoorbeeld
aan het vergroten van de import uit de VS op goederen die we in de EU niet hebben
om het handelsoverschot binnen de EU te compenseren. Hoe kijkt de Minister hiernaar?
Voorzitter. Maar we moeten bovenal inzetten op het versterken van onze eigen interne
markt. Volgens het IMF in het rapport van Enrico Letta zijn de huidige barrières binnen
de EU equivalent aan een tarief van maar liefst 44% van goederen en zelfs van 110%
voor diensten. Door deze interne belemmeringen weg te nemen kunnen we de pijn voor
de Nederlandse consument aanzienlijk verzachten. Concreet vraag ik de Minister daarom
of zij bereid is om in Europees verband te pleiten voor het overnemen van de aanbevelingen
uit het Letta-rapport. Is de Minister het met mij eens dat dit een cruciaal onderdeel
moet zijn van ons antwoord op de Amerikaanse tarieven?
Tot slot, voorzitter. De VVD juicht het toe dat er in EU-verband nadrukkelijk wordt
gekeken naar het wegnemen van knellende regelgeving, het Omnibustraject. Daar is de
VVD een groot voorstander van.
De voorzitter:
Dank u wel. De laatste interruptie van meneer Van Houwelingen.
De heer Van Houwelingen (FVD):
Heel fijn om te horen dat de VVD ook kansen ziet met de nieuwe Trump-regering. Een
heel korte vraag. Wij hebben de suggestie opgeworpen om een handelsmissie te organiseren.
Hoe kijkt de VVD daarnaar?
Mevrouw Kamminga (VVD):
Ik denk dat het altijd goed is om te investeren in bilaterale handelsrelaties en handelsmissies
zijn daar, denk ik, een heel belangrijk instrument voor. Daar hebben we als VVD ook
altijd erg voor gepleit. We zijn ook blij dat we dat meer doen. Ik zeg er wel bij
dat we ervoor moeten waken om ons in deze situatie uit elkaar te laten spelen. Volgens
mij zit de kracht in dit geval echt in het samen doen, die 27 landen met die brede
en grote markt. We moeten echt voorkomen dat ieder land op zichzelf voor zijn eigen
sector gaat pleiten. Natuurlijk moeten we ons daarvoor inspannen, maar wat mij betreft
moet dat wel aan die tafel in de EU. Vervolgens moeten we gezamenlijk naar buiten
optreden, want als we ons uit elkaar laten spelen, zijn we echt nog veel, heel veel
verder van huis.
De voorzitter:
Dank u wel. Ik zie verder geen interrupties en daarom geef ik nu het woord aan de
heer Ram.
De heer Ram (PVV):
Dank u wel, voorzitter. Tijdens deze extra Raad staan drie cruciale onderwerpen op
de agenda: de handelsoorlog met de VS, de handelsrelatie met China en de extra duurzaamheidsregelgeving,
de CSDDD.
De PVV is zeer geschrokken van het handelstarief van 20% op alle producten uit de
EU, dat Trump gisteren heeft aangekondigd. De PVV maakt zich ernstige zorgen over
deze handelsoorlog en over de overmatige EU-regelgeving. Dit leidt tot hogere inflatie
en dure boodschappen en het zal enorme schade toebrengen aan onze economie. Trump
stelt dat dit besluit is genomen op basis van onderzoek en wederkerigheid. Vraag van
de PVV aan de Minister: wat is de daadwerkelijke impact van deze tarieven op onze
economie? Kan de Minister dit exact laten uitzoeken?
Daarnaast wil de Minister alles in het werk stellen om deze tarieven van tafel te
krijgen. In dat kader is het belangrijk om te weten wat de onderbouwing is van het
tarief dat Trump instelt. Dat is iets wat iedereen zich afvraagt, maar waar niemand
een antwoord op krijgt. Trump noemt tariefbarrières en non-tariefbarrières, zoals
CBAM en CSDDD. Maar wat is nou de werkelijke onderbouwing van het tarief? Als je überhaupt
in gesprek wilt gaan, moet je weten waarom de VS dit doen. Kan de Minister dus laten
uitzoeken wat de precieze en exacte berekening onder dit tarief is en wat de onderbouwing
is? Graag in een uitgebreide brief.
Terwijl president Trump zijn burgers compenseert voor de importheffingen met lagere
belastingen, een lagere sales-tax en lagere inkomstenbelasting, vloeien de opbrengsten
van de EU-tarieven rechtstreeks naar Brussel. 75% gaat naar Brussel en 25% naar de
Nederlandse overheid, maar er gaat niets naar de Nederlandse burger, zoals in Amerika,
of naar Nederlandse bedrijven. Daarnaast betaalt de burger ook nog eens btw over deze
heffingen. De burger betaalt dus dubbel! De douanewaarde wordt immers uiteindelijk
geheven met importheffingen. Dat wordt de btw-grondslag en daarover wordt dan dus
weer btw geheven. En ook dat komt weer in de staatskas terecht. Is de Minister bereid
om te kijken hoe burgers en bedrijven gecompenseerd kunnen worden voor de importheffingen
die de EU zelf instelt? Uiteindelijk betaalt de burger dit namelijk zelf.
De EU reageert met plannen met meer dan 1.700 tegenmaatregelen. Dat is wat er wordt
voorgesteld en het betreft voedsel, drank en de metaalsector. Dit heeft grote negatieve
gevolgen voor de economie. Hoe kan de Nederlandse burger daarvoor gecompenseerd worden?
Is bijvoorbeeld een korting op de EU-afdracht bespreekbaar? Want er ging in 2023 ongeveer
3,2 miljard richting de EU. Als dit dan hoger wordt, kunnen we dan ook gecompenseerd
worden?
Een andere maatregel is het beschermen van de sectoren die heftig getroffen worden.
Je kunt bijvoorbeeld de alcoholsector of de metaalsector beschermen tegen Amerikaanse
heffingen. Is de Minister bereid om bijvoorbeeld de alcoholsector te schrappen uit
de tegenmaatregelen van de EU? En wat is de strategie van de regering om een eerlijk
en wederkerig handelsakkoord te bereiken, bijvoorbeeld een handelsakkoord dat vergelijkbaar
is met het akkoord tussen Israël en de VS? In dit akkoord geldt namelijk een nulprocenttarief.
Andere stappen die we graag gezet zouden zien, zijn stappen om oneerlijke concurrentie
vanuit China, bijvoorbeeld de subsidies en de belastingkortingen, te bestrijden. Welke
stappen gaat de regering daarvoor zetten en hoe wordt de metaalsector beschermd tegen
het zogenoemde waterbedeffect en andere dumpingmaatregelen van China?
Tot slot vraagt de PVV de Minister om tijdens de Europese Raad te pleiten voor verdere
versimpeling van de regelgeving, zoals de Omnibus en de CSDDD, om de administratieve
lasten en kosten voor bedrijven fors te verminderen.
De voorzitter:
Mag ik u vragen om af te ronden?
De heer Ram (PVV):
Dat was het einde van mijn zin.
De voorzitter:
Dank u wel. Zijn er vragen voor de heer Ram? Mevrouw De Korte!
Mevrouw De Korte (NSC):
Ik bleef even haken op het idee om alcohol uit te zonderen van de heffingen. Waar
baseert u dat op, meneer Ram? Wat is de reden waarom dat precies uitgezonderd moet
worden? Zijn er geen andere dingen die we beter zouden kunnen uitzonderen? Ik vraag
me af waar dat precies vandaan komt.
De heer Ram (PVV):
Er is een consultatieronde geweest bij het Nederlandse bedrijfsleven. De regering
heeft daar informatie opgehaald en bedrijven en sectoren konden ook zelf aangeven
hoe ze hierdoor getroffen worden. Een van die sectoren is de alcoholsector. De reden
is dat deze sector gebonden is aan Nederland, want je kan een Nederlandse jenever
niet gaan produceren in Amerika. Dat betekent dus dat zij direct getroffen worden
door een tegenmaatregel. Trump heeft een tegenmaatregel van 200% aangekondigd en dat
betekent dat deze sector knetterhard geraakt wordt als deze maatregel wordt opgenomen
in de vergeldingsmaatregelen van de EU.
Er zullen ongetwijfeld ook nog andere sectoren zijn die zo hard worden getroffen.
De scheepvaart en de metaalsector worden bijvoorbeeld ook genoemd. Wellicht kan de
Minister toelichten welke sectoren nog meer geraakt worden. Het gaat om 1.700 maatregelen
en daarom heb ik dat overzicht zelf niet. Maar wellicht heeft de Minister dat wel.
Mevrouw De Korte (NSC):
Toch even ter verduidelijking. Heeft meneer Ram misschien ook een idee over hoe groot
de alcoholsector in Nederland is? Ik zie namelijk de alcoholsector niet op het lijstje
van de meest voorkomende uitvoersectoren.
De heer Ram (PVV):
Die staat inderdaad niet in de top tien van de uitvoer, maar het afzetgebied van onze
alcoholsector is voornamelijk de VS. Voor sommige dranken gaat het dan echt om percentages
van tegen de 40%, 50%, en dat betekent dat ze heel zwaar worden getroffen als daarover
200% zou worden geheven.
De heer Ceder (ChristenUnie):
Het roept bij ons wel enige verbazing op, gezien alle sectoren en maatregelen, dat
de PVV pleit voor de alcoholsector. Er zijn volgens mij heel veel andere sectoren
die van maatschappelijke waarde zijn. U noemt in een tussenzin dat de Minister nog
andere sectoren kan noemen, maar u pleit voor de alcoholsector. Dat klinkt toch alsof
de alcohollobby de PVV weet te vinden en heeft gezegd: dit vinden wij belangrijk.
Ik hoop dat u dat beeld kunt wegnemen door aan te geven of er nog specifieke andere
sectoren zijn die misschien maatschappelijke en economische belangen hebben en waaraan
u de voorkeur geeft als we keuzes moeten maken.
De heer Ram (PVV):
Ik heb er meerdere genoemd, zoals landbouw en metaal, dus wederom luistert meneer
Ceder niet zo heel goed. Dat vind ik wel jammer; dat doet hij eigenlijk elke keer
in debatten. Dat vind ik erg jammer. Ik heb meerdere sectoren genoemd, dus daar laat
ik het bij.
De heer Ceder (ChristenUnie):
We gaan straks de beantwoording van de Minister beluisteren. In het pakket zullen
er misschien uitzonderingen zijn. Als we moeten kijken naar uitzonderingen, is de
heer Ram het dan met de ChristenUnie eens dat een aantal sectoren voorrang moeten
krijgen op de alcoholsector? Of zegt hij dat als er uitzonderingen komen, deze sector
daar sowieso bij moet zitten?
De heer Ram (PVV):
Als andere sectoren zwaarder worden getroffen, moet je die afweging uiteraard maken
in het belang van de Nederlandse economie. Dat is een hele logische. De alcoholsector
is een van de sectoren die hebben aangeklopt, net als de metaalsector, de scheepsbouw
en de landbouw. We spreken als PVV met heel veel sectoren. Ik heb deze specifiek eruit
gelicht omdat er een tegenmaatregel van 200% wordt getroffen door Trump. Dat betekent
dat zij echt heel hard worden geraakt en daarmee ook dat bedrijven gaan omvallen.
Het gaat uiteraard om de integrale afweging. Uiteraard moet de Minister dat ook bespreken
in de Raad.
De voorzitter:
Dank u wel. Als er verder geen interrupties zijn voor de heer Ram, geef ik het woord
aan mevrouw De Korte.
Mevrouw De Korte (NSC):
Dank u wel, voorzitter. Gisteren heeft president Trump aangekondigd dat Amerika 20%
belasting gaat heffen op alle producten die zijn land binnenkomen. Eerder had hij
al importheffingen van 25% opgelegd voor staal en aluminium. De handelsoorlog lijkt
nu echt begonnen. Het lijkt erop dat diplomatieke onderhandelingen niet voldoende
zijn, maar we vragen de Minister om bij de Raad Buitenlandse Zaken Handel te blijven
pleiten voor diplomatieke contacten, zodat de situatie niet verergert. We mogen niet
vervallen in een negatieve spiraal van wederzijdse verhoging van handelstarieven.
Echter, de fractie van Nieuw Sociaal Contract begrijpt dat de Europese Unie genoodzaakt
is te reageren op de extreme verhoging van de Amerikaanse handelstarieven.
Voorzitter. Bij president Trump is «America First» het uitgangspunt. We zien wat daarvan
het resultaat is. Ook deze Minister gaf in haar brief voor ontwikkelingshulp aan dat
Nederland vooropstaat. Mijn vraag aan de Minister is hoe zij deze visie van «Nederland
voorop» ziet in de context van buitenlandse handel. Gaan we met een dergelijke houding
de Nederlanders echt helpen? Maandag is de Raad Buitenlandse Zaken Handel. Welke boodschap
neemt de Minister in het kader van haar portefeuille in ieder geval mee naar de Raad?
De verhoging van de tarieven zal Nederland en Europa zeer ernstig treffen. Ik heb
een top vijf van uitvoer van Nederland naar Amerika. Ruwe aardolie en aardolieproducten:
4,3 miljard. Gespecialiseerde machines: 3,9 miljard. Medicinale farmaceutische producten:
2,7 miljard. Elektrische apparaten: 2,2 miljard. Instrumenten en apparaten voor beroepsuitoefening
en wetenschap: 2 miljard. Dat zijn heel hoge bedragen. Alcohol zie ik daar even niet
bij staan. De vraag aan de Minister is of zij weet welke sectoren in Nederland het
hardst worden geraakt. Minstens zo belangrijk is de vraag hoe de impact op de Nederlandse
economie zich verhoudt tot die op de andere Europese landen. Kan de Minister dit spoedig
in kaart brengen? Hoe kwetsbaar zijn de sectoren geraakt of worden ze geraakt? Gaan
er Nederlandse bedrijven omvallen? Hoe gaat de Minister om met kwetsbare sectoren?
Daarnaast wil ik het nog hebben over China. Grote hoeveelheden pakketjes uit China
komen de grens over. Bij mij thuis spreken we van Chinese rommel, omdat veel spullen
heel snel stuk gaan. Maar het gaat ook om structurele oneerlijke handelspraktijken.
Volgens recente berichtgeving voldoet 85% tot 95% van de pakketjes uit China niet
aan de Europese productregels. Deze goederen worden verkeerd gelabeld en via talloze
kleine zendingen Europa binnengebracht, buiten het zicht van de Douane. De Staatssecretaris
heeft al aangegeven dat Nederland terug wil naar beter controleerbare verzendstructuren.
Mijn vraag aan de Minister is of zij inderdaad bereid is om pleitbezorger te zijn
van bulkcontroles op zendingen uit risicolanden als China, de versnelling van de Europese
douanehervorming en versterking van de handhavingscapaciteit.
Voorzitter. Het handelsbeleid van de Europese Unie en Nederland staat onder druk.
Bedrijven kunnen gaan wankelen en dat kan vele mensen persoonlijk raken. We nemen
aan dat deze Minister van Buitenlandse Handel niet alleen voor het Nederlandse belang
spreekt, maar de hele Europese en wereldwijde context meeneemt. Nederland leeft niet
op een eiland. We hebben de wereld nodig, zeker als het gaat om buitenlandse handel,
waar we voor een groot deel ons verdienvermogen aan te danken hebben. Wij wensen de
Minister veel wijsheid toe bij de Raad.
Dank u wel.
De voorzitter:
Dank u wel. Meneer Boswijk heeft een vraag aan u, mevrouw De Korte.
De heer Boswijk (CDA):
Ja, dank u wel, voorzitter. Die gaat over een punt dat collega Kamminga aanhaalde
richting collega Ceder. Ik ben het helemaal eens met de analyse van NSC. Tegelijkertijd
moeten we onszelf natuurlijk ook veel weerbaarder maken. We moeten dus onze risico's
gaan spreiden en in de toekomst misschien iets minder afhankelijk worden van Amerika
en nog veel minder afhankelijk van China. Dat vraagt natuurlijk om handelsverdragen
met andere continenten. Mercosur is zo'n verdrag. Hoe staat NSC daarin?
Mevrouw De Korte (NSC):
De heer Boswijk weet dat wij daar kritisch naar kijken. We zijn er dus nog niet over
uit of dat door moet gaan. Dat is dus het antwoord tot nu toe. We vinden handelsverdragen
zeker belangrijk, maar op Mercosur zijn we toch nog even kritisch.
De heer Boswijk (CDA):
Het CDA is ook kritisch. Er zitten echt wel dingen in het verdrag waar wij ook niet
enthousiast over zijn of waar wij onze zorgen over hebben. Dat betreft bijvoorbeeld
de gezondheid van vee en het wel of niet vaccineren daarvan enzovoort, en wat de eisen
daaraan zijn. Ik denk dat dat terechte zorgen zijn. Tegelijkertijd zijn wij als het
bijvoorbeeld gaat om ReArm Europe, ook niet enthousiast over gemeenschappelijke schulden,
maar gezien de actualiteit en de druk hebben wij als CDA toch gezegd: het is misschien
geen 9,5, maar een 7,5 is op dit moment wat het CDA betreft ook voldoende. Zou NSC
zo'n afweging niet ook kunnen maken bij Mercosur?
Mevrouw De Korte (NSC):
We zien de wereld zeker veranderen. Dat gaat ontzettend snel sinds Trump aan de macht
is. Op dit moment zijn we inderdaad nog niet veranderd, maar Mercosur ligt nu niet
voor, dus daarover zullen we zeker nog een afweging maken.
Mevrouw Kamminga (VVD):
U begrijpt dat als ik het woord «Mercosur» hoor, ik als VVD'er niet anders kan dan
daar ook een vraag over stellen. Maar zonder gekheid. Ik zie het dan maar als hoopvol
dat Nieuw Sociaal Contract in ieder geval bereid is om ernaar te kijken en nadrukkelijk
de internationale component en de huidige situatie daarin meeneemt. Dat vind ik zeker
ook, omdat er maar heel weinig onderhandelingsmarge is. Het ligt weliswaar niet voor,
maar wat zou er voor NSC nog meer moeten veranderen in de wereld wil het die stap
wel durven zetten om eindelijk onze handel te verbreden en voor Mercosur te zijn?
Mevrouw De Korte (NSC):
Wat zou er moeten veranderen in de wereld? Dat is een hele algemene, grote vraag.
Die kan ik echt niet beantwoorden in de zin van: wat zou er nog meer voor ergs moeten
gebeuren? We hopen eigenlijk dat dit het laatste is wat Trump gaat doen. Hier kan
ik dus echt geen antwoord op geven.
De voorzitter:
Ik zie verder geen interrupties op mevrouw De Korte, dus dan geef ik het woord aan
de heer Boswijk.
De heer Boswijk (CDA):
Dank u wel, voorzitter. Ik moest even appen met mijn beleidsmedewerker.
Voorzitter. We hebben dit al een keer eerder meegemaakt. Tenminste, wij niet, tenzij
er iemand 150 is in deze zaal. Maar in 1890 kwam Amerika met een soortgelijke Tariff
Act, met exact dezelfde argumenten, namelijk het beschermen van de interne markt,
van de industrie, en zelfs ook met het doel om Canada te verzwakken. Dat was geen
heel groot succes. Dat leidde uiteindelijk tot een recessie in 1893. De Republikeinen,
die toen ook al dat idee opwierpen, werden afgestraft en de Democraten kwamen vervolgens
aan de macht en draaiden dat terug. Hoe kwam dat? Doordat een groot deel van de wereld
toen ook vrij eensgezind reageerde met tegentarieven.
Laat het helder zijn: wij juichen de situatie zoals we die nu zien, als CDA niet toe.
Zoals Christine Lagarde ook zegt: elke handelsoorlog creëert verliezers; niemand wint.
Ik denk dat dat inderdaad terecht is. Tegelijkertijd kunnen we ons niet laten chanteren
en moeten we ook gewoon hierop reageren. Dus ja, je moet de diplomatieke relaties
aanhouden, hopen dat er wordt gekeerd, maar tegelijkertijd moet je niet naïef zijn.
Daarom denk ik dat het goed is dat de Europese Unie hier eensgezind op gaat reageren
en we als Nederland niet een soort freeridergedrag tonen, ondanks dat wij misschien
een sterkere positie hebben richting de VS dan onze buurlanden. We moeten hier eensgezind
in optrekken.
Ik wil er ook op aandringen bij deze Minister dat we breder naar de Europese Unie
kijken, dus samen optrekken met gelijkgestemde landen. Ik noem er zomaar nog een paar:
Zuid-Korea, Japan, Australië, Canada, Nieuw-Zeeland. Dat is ook omdat deze landen
dezelfde dreiging ervaren vanuit Rusland en China. Ik ben dus heel benieuwd hoe de
Minister daarnaar kijkt.
De tarieven die door Trump worden opgelegd kunnen een daling van de economische groei
van 0,3% betekenen en voor Europa een daling van 0,5%, als het tegenmaatregelen neemt.
Herkent de Minister deze cijfers?
Voorzitter. Deze week is de Europese Commissie voor het eerst met boetes voor Apple
en Meta gekomen op basis van de Digital Markets Act. Dit heeft natuurlijk niet direct
iets met handelstarieven te maken, maar ik kan me niet aan de indruk onttrekken dat
het geen toeval is dat de Amerikaanse regering juist deze week met handelstarieven
komt. Ziet de Minister ook dit verband tussen het beboeten van Amerikaanse techreuzen
enerzijds en het opleggen van handelstarieven aan Europa door Trump anderzijds? Er
gaan overigens al geruchten rond dat de EU overweegt om de aanstaande Digital Fairness
Act af te willen zwakken om daarmee Trump tegemoet te komen. Kan de Minister toezeggen
om er bij de Europese Commissie voor te pleiten om niet te zwichten voor deze vorm
van afpersing?
Tata Steel Nederland is een van de bedrijven die hard worden geraakt door de Amerikaanse
importheffingen op staal en aluminium. Tata Steel levert onder andere zeer gespecialiseerde
en kritische strategische staalsoorten van hoge kwaliteit die de VS niet zelf kunnen
produceren. Ze zijn bijvoorbeeld de enige Amerikaanse leverancier van vernikkeld band
voor de batterijen en EV-batterijen. In 2018 is het de Nederlandse regering gelukt
om een soort uitzondering voor deze staaltarieven te krijgen. Nu lijkt het uit de
executive order dat er niet nog een extra heffing van 20% komt. Maar wellicht kan
de Minister hier iets meer over melden. Maar stel dat dit wel zo is, is de Minister
dan bereid om binnen de Europese Commissie opnieuw te pleiten voor die uitzondering?
Voorzitter. De huidige Europese staalvrijwaringsmaatregelen stammen uit 2019. Sindsdien
zijn de omstandigheden mondiaal echter flink veranderd. Dat geldt natuurlijk ook voor
de energieprijzen waarmee deze industrie wordt geconfronteerd. Er komt ook steeds
meer goedkoop staal vanuit China op de Europese markt. Door de Amerikaanse importheffingen
wordt Europa alleen nog maar aantrekkelijker voor de overtollige capaciteit. De Europese
Commissie heeft daarom afgelopen december aangekondigd om te onderzoeken hoe deze
vrijwaring herzien zou moeten worden. Kan de Minister aangeven wat de stand van zaken
is van dat onderzoek? En klopt het dat de Europese Commissie pas aan het einde van
dit jaar de vrijwaringsmaatregelen voor staal wil aanscherpen? Is de Minister het
met ons eens dat er veel meer haast mee moet worden gemaakt en is zij ook bereid daarvoor
te pleiten bij de Europese Commissie?
Het is van groot belang dat de Europese Commissie zich niet uit elkaar laat spelen,
dus ik hoop ook dat de Minister dat hierbij opnieuw kan bevestigen.
De voorzitter:
Meneer Boswijk, kunt u afronden?
De heer Boswijk (CDA):
Ten slotte, voorzitter. Eigenlijk in lijn met mijn interruptie net bij collega De
Korte ben ik ook benieuwd hoe de Minister kijkt naar Mercosur. Moet daar nu geen haast
mee worden gemaakt? Is zij ook bereid om daarvoor te gaan pleiten?
De voorzitter:
Dank u wel. Ik zie volgens mij geen interrupties. Dan vraag ik mevrouw Kamminga om
het voorzitterschap over te nemen, als dat mag. U heeft al drie interrupties gehad.
Dan kan ik mijn eigen inbreng doen.
Voorzitter: Kamminga
De voorzitter:
Dan geef ik nu het woord aan mevrouw Hirsch voor haar inbreng namens GroenLinks-PvdA.
Mevrouw Hirsch (GroenLinks-PvdA):
Dank u wel, voorzitter. De handelsverhoudingen met Amerika staan op een historisch
dieptepunt met de tariefaankondigingen door president Trump. De door de VS ingestelde
tarieven en maatregelen raken Nederland handelsland. Ze kunnen onze economie miljarden
kosten en zetten banen op de tocht. Alleen als onderdeel van de EU kunnen we onze
handelsbelangen borgen. De Commissie moet dus snel en proportioneel kunnen reageren.
Alleen als we ons niet uit elkaar laten spelen, hebben we een sterke onderhandelingspositie.
Die Europese eenheid wordt nu ondermijnd door president Orbán, die op eigen houtje
met de VS praat over een economisch samenwerkingspakket. Hoe stelt het kabinet zich
op in de bilaterale relatie met Hongarije? Welke maatregelen moet de EU volgens de
Minister richting Hongarije nemen? Gegeven het belang van Europese eenheid is het
goed dat de Minister in haar brief aangeeft dat Nederland de Commissie steunt. Steunt
het kabinet eventueel ook verdere maatregelen die gericht druk zetten op de bigtech-
en cryptosector achter de regering-Trump? Wordt er gesproken over maatregelen op het
gebied van fossiele energie? De Minister is recentelijk bij de Amerikaanse regering
langs geweest. Wat heeft zij daar precies besproken? Met wie heeft ze dat gesprek
gehad? Met de Trade Representative of met een andere regeringsfunctionaris?
Voorzitter. We staan voor grote uitdagingen. Het is zaak om die samen met de Nederlandse
belanghebbenden aan te gaan. Met wie spreekt de Minister over de handelsoorlog en
de te nemen maatregelen? Hoe betrekt ze werkgevers, vakbonden en maatschappelijke
organisaties erbij? Komen in die gesprekken ook zorgen over soft measures aan de orde,
zoals de recente brief aan bedrijven over het diversiteitsbeleid? Heeft dit kabinet
een sociaal plan om Nederlandse werknemers in getroffen industrieën te steunen?
Voorzitter. Naast een snelle en eensgezinde reactie op de gister aangekondigde tarieven
is er ook een visie op langere termijn nodig. Die tarieven zijn slechts het voorportaal
van een historische omslag in handelsverhoudingen. Al in november vroeg de hele Kamer
om een visie op die veranderende handelsverhoudingen. De Minister heeft toegezegd
in het vroege voorjaar met haar visie te komen. Kan de Minister bevestigen dat ze
haar visie nog voor het meireces naar de Kamer stuurt? Kan de Minister toezeggen dat
ze in die visie ingaat op de relatie tussen haar handelsbeleid en het industriebeleid?
Zal ze ingaan op de manier waarop we minder afhankelijk kunnen worden van de VS en
China?
Voorzitter. Om onze afhankelijkheid te verminderen, moet Europa gelijkwaardige samenwerkingen
opzoeken met opkomende economieën, voorbij de economische relaties die hen vastzetten
in de rol van grondstofleveranciers en richting moderne samenwerking die bijdraagt
aan brede welvaart. Vormen gelijkwaardige handelsrelaties een pijler onder de handelsvisie
van Nederland, vraag ik de Minister. Zet zij in Europa in op gelijkwaardige handelsrelaties?
Wat is haar inzet daarvoor in de G20 dit jaar?
Ten slotte. Ook de CSDDD, de zogenaamde antiwegkijkwet, staat op de agenda van de
ingelaste Raad. Onder het mom van vermindering van regeldruk wil de Commissie haar
voorstel tot ernstige afzwakking van die wet in hoog tempo door het besluitvormingsproces
jassen. Er bestaan grote zorgen bij banken, ondernemers, vakbonden en maatschappelijke
organisaties over het Commissievoorstel, dat een directe ondermijning van de ketenzorgplicht
betekent. Het is uiterst zorgelijk dat de Minister die voorstellen van de Europese
Commissie toch zegt te verwelkomen. Deze week heeft de Kamer een behandelvoorbehoud
geplaatst bij het voorstel van de Commissie. Gaat de Minister de Raad hiervan op de
hoogte brengen? Wat is de tijdlijn van de besluitvorming? Hoe gaat het kabinet waarborgen
dat het in Brussel geen onomkeerbare stappen neemt op dit dossier tot de Kamer erover
van gedachten heeft kunnen wisselen?
Voorzitter. Een zelfverzekerd Europa heeft alles in huis om op eigen benen te staan
en de wereld een betere plek te maken. Het is hoog tijd om zelf bewuste keuzes te
gaan maken.
Dank u wel.
De voorzitter:
Ik kijk heel even rond of er nog interrupties zijn. Die zie ik niet. Dan geef ik het
voorzitterschap weer aan u terug, mevrouw Hirsch.
Voorzitter: Hirsch
De voorzitter:
Ik kijk nu even naar de Minister. Hoeveel tijd heeft u nodig?
Minister Klever:
Een halfuurtje.
De voorzitter:
Een halfuurtje. Oké. Dan zien we elkaar om 11.15 uur.
De vergadering wordt van 10.49 uur tot 11.15 uur geschorst.
De voorzitter:
We zijn er allemaal, dus ik heropen de vergadering. Dat is een minuut eerder dan we
hebben afgesproken. Dat scheelt weer. Ik geef iedereen weer drie interrupties. Ik
stel wel voor dat we na elk blokje even kijken of er brandende vragen zijn bij Kamerleden
die niet beantwoord zijn door de Minister. Dan vraag ik selectief te zijn op brandende
vragen en niet het lijstje af te werken. Dat zal ik in eerste instantie niet als interruptie
tellen. Dan geef ik nu het woord aan de Minister voor haar eerste termijn.
Minister Klever:
Voorzitter, dank u wel. De aankondigingen van president Trump van gisteravond maken
duidelijk dat we ons in een tijd van grote mondiale economische verschuivingen bevinden.
Daarom is het goed dat er aanstaande maandag een extra Raad Buitenlandse Zaken Handel
is ingelast om met de collega's en de Europese Commissie van gedachten te kunnen wisselen.
Daarom ben ik ook blij dat we dit debat vandaag kunnen voeren met elkaar. Ik zal eerst
ingaan op de handelsrelaties met de VS, daarna op relaties met derde landen en daarna
op China. Dan heb ik nog een blokje CSDDD en een blokje overig.
Voorzitter. Gisteren heeft president Trump de plannen gepresenteerd in het kader van
de America First Trade Policy. Onder de noemer van wederkerigheid en re-industrialisatie
worden er flinke tarieven ingevoerd op een groot aantal producten. De VS beogen met
deze plannen de in hun ogen oneerlijke handelsbalans met andere landen te verbeteren.
De nieuwe tarieven gelden voor alle derde landen, maar de hoogte van de toepasselijke
tarieven verschilt per land. Ook de EU wordt geraakt, en daarmee ook Nederland. Voor
producten uit de EU gaat het om een buitentarief van 20%, met een aantal uitzonderingen.
Dan gaat het ook om auto's, waarvoor voor alle importen uit alle handelspartners van
de VS 25% gaat gelden, net zoals voor staal. Er zijn een aantal andere producten waar
voorlopig nog geen tarief op komt, zoals halfgeleiders. Laat ik duidelijk zijn: ik
betreur deze maatregelen ten zeerste. Deze protectionistische maatregelen zullen significant
negatieve economische gevolgen hebben voor de VS zelf en voor de handelspartners van
de VS, en dus ook voor Nederland.
Zoals Commissievoorzitter Von der Leyen vanochtend vroeg al in een verklaring aangaf,
zal er in EU-verband een reactie komen. Die is er niet meteen. Het is namelijk goed
om daar de tijd voor te nemen, zodat onze reactie aansluit bij wat er nodig is om
onze belangen te verdedigen en om de VS de kans te geven om met Europa te onderhandelen,
zoals Von der Leyen vanmorgen ook aangaf. Dat is dan tevens een antwoord op vragen
van de heer Van Houwelingen. De tegenreactie van de EU heeft dus twee doelen, waarvan
de eerste is om de VS aan de onderhandelingstafel te krijgen en tot afspraken te komen
om die tarieven aan beide kanten weer naar beneden te brengen. Ten tweede wordt daarmee
beoogd de VS af te houden van verdere markttoegangbeperkende maatregelen. Het uitblijven
van een EU-reactie kan de VS en de andere handelspartners de indruk geven dat het
mogelijk is om ongestraft de tarieven op EU-producten te verhogen. Zoals gezegd moeten
we bereid zijn om stevig te reageren, maar onze samenleving en internationaal opererende
bedrijven zijn ook niet gebaat bij een overhaaste reactie.
Laat ik even kort ingaan op waar we staan met de EU-reactie op de staal- en aluminiumtarieven
van de VS. Een aantal woordvoerders hebben die ook al genoemd. Dit is nog maar een
introductie, meneer Van Houwelingen, dus de beantwoording komt later. In de afgelopen
weken zijn we natuurlijk al geconfronteerd met die staal- en aluminiumtarieven, die
vorige maand, op 12 maart, zijn ingegaan. De Europese Commissie heeft vorige maand
ook tegenmaatregelen voorgesteld. Afgelopen week heb ik contact gehad met het Nederlandse
bedrijfsleven en mijn collega's op andere ministeries over het pakket aan Europese
tegenmaateregelen dat er nu ligt voor die staal- en aluminiumtarieven. Op basis daarvan
hebben we bij de Commissie aangegeven waar de Nederlandse aandachts- en zorgpunten
zitten. Het blijft namelijk ook heel belangrijk dat we goed letten op het zo veel
mogelijk voorkomen van schade aan onze eigen economie. Daarom kijken we onder andere
naar de vraag of er voldoende alternatieven zijn uit andere landen of via productie
binnen de EU zelf voordat we een VS-importproduct met een extra tarief belasten. Ik
verwacht dat de Commissie morgen, vrijdag, met een definitief voorstel komt. Dat gaat
dus enkel om die tegenmaatregelen voor aluminium en staal. Besluitvorming vindt dan
volgende week plaats en daadwerkelijke toepassing van die tarieven volgt weer enkele
weken later, zodat ons bedrijfsleven de kans heeft om zich voor te bereiden.
Dat brengt me terug bij de Nederlandse inzet bij de Raad Buitenlandse Zaken Handel
van aanstaande maandag, waar we zullen spreken over de Europese reactie op de «America
First Trade Policy»-aankondigingen van gisteren. Onze economie is sterk verweven met
de Amerikaanse. Onze belangen zijn groot, maar die van de VS zijn ook groot. Daarom
is een stevige EU-reactie van groot belang, een reactie die we als EU gezamenlijk
voorbereiden om onze economische belangen te verdedigen en waarbij we als één geheel
blijven optrekken. Dit doen we robuust, proportioneel, maar ook de-escalerend. We
gaan niet overhaast en onbesuisd te werk, maar houden oog voor het aangaan van een
constructieve dialoog. Daar moet de EU toe bereid blijven. Dat zal ik maandag ook
duidelijk aangeven. Het doel blijft namelijk om ernaar toe te werken dat de tarieven
aan beide kanten zo snel mogelijk weer worden weggehaald, zeg ik ook alvast in antwoord
op de leden Ceder en De Korte, die daar ook naar vroegen.
Daarnaast is het duidelijk dat de samenwerking met andere landen en het aanhalen van
de banden met andere handelspartners dan de VS nog belangrijker is dan voorheen, zoals
mevrouw Kamminga ook zegt. Natuurlijk is het ook van belang dat we uit blijven gaan
van eigen kracht en werk blijven maken van het versterken van de interne markt, zoals
ook al door mevrouw Kamminga is aangegeven.
Nu ga ik over op de beantwoording van de vragen.
De voorzitter:
Volgens mij zijn er op dit moment nog geen vragen, dus ik zou zeggen dat we aan het
eerste blokje toe zijn, dat specifiek over de VS gaat.
Minister Klever:
De heer Ram vraagt mij naar de onderbouwing van de tarieven van Trump, de tarifaire
en non-tarifaire barrières. Die berekeningen van Trump zijn vooral gebaseerd op het
handelstekort dat zij hebben in goederen. Dan kijken ze naar de EU als geheel. Daarnaast
kijken ze naar non-tarifaire maatregelen, zoals btw en wisselkoersbeleid. De regering-Trump
ziet btw als een importheffing, terwijl wij dat natuurlijk als EU heel anders zien;
die heffen we op zowel goederen die geïmporteerd worden als op goederen die hier geproduceerd
worden. Maar Trump kijkt daar heel anders tegen aan. Het is wel aan de VS zelf om
verdere uitleg te geven. Daar hebben wij verder geen zicht op. Onze ambassade in Washington
is bezig om verder in kaart te brengen hoe dit precies zit.
Dan vragen de heer Ram en mevrouw De Korte wat de daadwerkelijke impact van deze tarieven
op onze economie is. Het CPB ...
De voorzitter:
Sorry, Minister, voordat u verdergaat is er een interruptie van de heer Ram.
De heer Ram (PVV):
Voor een goede dialoog met de VS moet je natuurlijk weten waarom ze zaken doen. U
geeft aan dat de ambassadeur in Washington bezig is om dat in kaart te brengen. Op
wat voor termijn kan de Kamer hierover geïnformeerd worden? We willen dit het liefst
op zo kort mogelijke termijn weten, omdat de tarieven van de EU op staal half april
worden ingevoerd.
Minister Klever:
Zoals gezegd hebben we daarvoor al een aantal indicaties. Hij baseert het op het handelstekort,
de btw en het wisselkoersbeleid, maar ook op een aantal non-tarifaire belemmeringen.
Er staat ook het een en ander op de website van de US Trade Representative. De ambassade
is nu bezig om het exact in kaart te brengen. Ik ben bereid de Kamer hierover te informeren.
Voor de termijn ga ik heel even naar rechts kijken. Dat kan in enkele weken, hoor
ik hier. We hebben wel een aantal indicaties, maar als u dat echt heel specifiek wilt
weten, komt er over enkele weken een bredere brief daarover.
De voorzitter:
Gaat u verder.
Minister Klever:
De heer Ram en mevrouw De Korte vroegen naar de impact. Het CPB heeft al een scenario
doorgerekend dat vergelijkbaar is met de aangekondigde maatregelen. Volgens het CPB
krimpt de Nederlandse export in dit scenario met 1,7% en daalt de invoer met zo'n
2%. Vooral de productie, de machinebouw en de farmaceutische industrie worden direct
geraakt door deze tarieven. Ik zal uw Kamer ook informeren over de exacte impact zodra
die berekeningen bijgewerkt zijn.
De heer Van Houwelingen zegt dat de tarieven niet in het Nederlands belang zijn. Hij
vraagt waarom de regering deze dan steunt. Ik ben het met de heer Van Houwelingen
eens dat tarieven niet in het Nederlands belang zijn. Ik betreur de Amerikaanse tarieven
ook. Uiteindelijk moeten we ook wel een duidelijk signaal afgeven dat extra tarieven
niet onbeantwoord blijven. Dan heeft de EU een betere onderhandelingspositie om met
de VS te onderhandelen. De belangrijkste reden om met die tegenmaatregelen te komen,
is die onderhandelingspositie. Daarom steunen we de Commissie ook in het treffen van
die tegenmaatregelen. Maar die moeten wel proportioneel zijn. De inzet is wel de-escalerend.
Dat is ook mijn inzet. We moeten bereid blijven om met de VS om de tafel te gaan en
met de VS in dialoog te blijven.
De heer Van Houwelingen (FVD):
Ik begrijp dat de Minister al met al die EU-tarieven, die er waarschijnlijk aan gaan
komen, gaat steunen. Maar we moeten natuurlijk een totale afweging maken. Als de kans
inderdaad heel groot zou zijn dat Trump naar aanleiding van die EU-tarieven die er
waarschijnlijk komen, zegt «nou, dan gaan we ze nu intrekken», dan zou ik er ook nog
voor kunnen zijn. Maar dit hebben die Amerikanen natuurlijk allang ingecalculeerd.
Dat gaat echt niet gebeuren. Waar we ondertussen zeker weten wel mee zitten, is dat
wij als Nederland – zoals de Minister zelf ook zegt, hebben we een relatief grote
handelsrelatie met de VS – door die EU-tarieven getroffen gaan worden. De Minister
zegt dat ook: Amerika wordt door zijn eigen tarieven getroffen. Dat geldt natuurlijk
ook voor ons; wij worden straks door de EU-tarieven getroffen. Wie krijgt het geld
van die EU-tarieven? Nederland krijgt dat niet, zoals de heer Ram net ook terecht
zei. De EU krijgt dat. Die wordt ook nog sterker en machtiger. Het gaat ten koste
van ons bedrijfsleven en van onze consumenten, die meer moeten gaan betalen voor een
Amerikaans product. Als je dat al met al afweegt – dat is natuurlijk de taak van de
Minister – in het Nederlands belang, dus niet in het EU-belang, want we zitten hier
voor het Nederlands belang, dan moet je toch zeggen dat het niet verstandig is om
daarin mee te gaan? Dan zou de Minister het toch met mij eens moeten zijn en toch
ook moeten zeggen «die EU-tarieven lijken mij niet goed voor Nederland»?
Minister Klever:
Ik denk dat we het er allemaal over eens zijn dat tarieven niet goed zijn. De tarieven
van de VS zullen ons raken, maar die zullen de VS ook raken. De tegenmaatregelen van
de EU zullen ons ook raken. Maar het allerbelangrijkste is natuurlijk dat we een onderhandelingspositie
hebben richting de VS. Als we helemaal niks doen, dan zullen die tarieven niet van
tafel gaan. Dat kunnen we ook concluderen. Het is dus belangrijk dat we als EU eensgezind
optreden. De EU is een belangrijke afzetmarkt voor de VS. We moeten dus eensgezind
optreden en met stevige tegenmaatregelen komen om aan die onderhandelingstafel te
komen en met elkaar tot een dialoog te komen om die tarieven naar beneden te brengen.
Dat is de inzet. De inzet is niet om zomaar weer tarieven te heffen. De inzet is om
die tarieven van tafel te krijgen. Om dat voor elkaar te krijgen, om een positie te
hebben, moet je soms ook maatregelen nemen binnen de EU.
De heer Van Houwelingen (FVD):
Dit is bij uitstek een prachtig voorbeeld. Zoals de Minister zelf zegt, divergeert
het belang van de Europese Unie van het Nederlands belang. Het is heel duidelijk.
Zoals ik al gezegd heb in mijn betoog, hebben wij een handelsoverschot van 50 miljard
euro met de VS. Volgens de logica van Trump zelf zou ... Als wij nog een zelfstandig
land waren geweest buiten de EU – was het maar zo – dan hadden we misschien helemaal
geen tarieven gehad. Dat EU-belang is dus tegengesteld aan het Nederlands belang;
dat zie je heel mooi in deze hele discussie. Dat moet de Minister toch onderkennen?
Zoals ik al heb gezegd, heeft Trump natuurlijk allang ingecalculeerd dat er EU-tarieven
komen. Het heeft dus ook helemaal geen zin om mee te doen aan die wapenwedloop. Dus
nogmaals mijn vraag: het is toch heel duidelijk dat die belangen hier uit elkaar lopen?
Dan moet de Minister toch kiezen voor het Nederlands belang? Het lijkt me overduidelijk
dat dat niet ligt in het steunen van nog meer EU-tarieven.
Minister Klever:
Nederland zit nou eenmaal in de EU en is hier nou eenmaal onderdeel van. We treden
dus als EU op. Uiteraard is het niet de bedoeling om in een handelsoorlog te raken.
Het is juist de bedoeling om de-escalerend op te treden. Maar met Amerika moet je
ook een onderhandelingspositie opbouwen om überhaupt aan tafel te komen. Dat is wat
we doen. Uiteindelijk is het in het Nederlands belang om die tarieven van tafel te
krijgen of in ieder geval fors naar beneden te krijgen. Dat is in het Nederlands belang
en in het belang van de EU.
De voorzitter:
Meneer Van Houwelingen, dit is uw laatste interruptie.
De heer Van Houwelingen (FVD):
Ja, ik rond af. Maar wat we hier zien gebeuren, is ontzettend interessant. In al die
debatten zie je terugkomen dat het EU-belang gelijkgesteld wordt aan het Nederlands
belang. We kunnen het onderscheid dus niet meer maken. Dat is wat er hier gebeurt
en wat de Minister eigenlijk met zoveel woorden zegt. Maar dat is dus niet het geval.
Daarom is het zo belangrijk – ik kom keer op keer terug op ons standpunt – dat we
die Europese Unie, die niet in ons belang is, zo snel mogelijk verlaten. Dit is daar
een heel mooi voorbeeld van. Er is maar één partij die dat wil en dat is natuurlijk
Forum voor Democratie.
De voorzitter:
Ik hoor geen vraag. Minister, wilt u hier nog op reageren?
Minister Klever:
Nou, als EU staan we samen sterk en zijn we een groter blok. De aanname van de heer
Van Houwelingen dat we zonder de EU geen tarieven hadden gehad, kunnen we natuurlijk
ook helemaal niet onderbouwen, want je ziet dat er wereldwijd tarieven ingesteld worden.
Wat dat betreft denk ik dat het goed is dat we eensgezind met de EU optreden in dezen.
Tot zover.
De voorzitter:
Dan heb ik ook nog een vraag van de heer Ceder.
De heer Ceder (ChristenUnie):
Ik steun de lijn dat het belangrijk is om snel tegenmaatregelen te nemen die slim
zijn en die een onderhandelingspositie creëren. De verwachting is dat het ook de Europese
markt zal raken. Mijn vraag is de volgende. Het is volgens mij een noodzakelijke stap
om dit te doen. Ik vraag me wel af of de Minister of het kabinet, als dit langer voortduurt,
een plan heeft om vervolgens de Europese bevolking, maar specifiek de Nederlandse
bevolking, daarin ook mee te nemen. Op het moment dat dingen duurder worden en dat
deze noodzakelijke stap gezet moet worden, is het denk ik ook wel belangrijk dat we
daarin draagvlak hebben en behouden. Dat vraagt om communicatie van het kabinet. Kunt
u dus toezeggen dat daar al een plan voor is, en zo niet, dat dat ontwikkeld wordt?
Ik denk dat dat belangrijk is.
Minister Klever:
Dat is nog een beetje vooruitlopen op de zaken. Er is natuurlijk nog geen voorstel
van de Commissie gekomen, behalve over de tegenmaatregelen voor wat betreft aluminium
en staal. We gaan maandag praten over deze tarieven van 20%. Dan zal het ook zeker
nog een tijdje duren. Want dan komt er een consultatieronde. Dat is ook gebeurd met
de tarieven voor aluminium en staal. Daarna komt er pas besluitvorming. We zijn dus
nog niet zover dat we nu al die tarieven gaan invoeren. Uiteraard heeft het kabinet
oog voor de koopkracht van de burger. Dat is sowieso in het hele bredere kabinetsbeleid
een belangrijk aandachtspunt en dat zal ook in de afwegingen worden meegenomen.
De voorzitter:
Is er een vervolgvraag van de heer Ceder?
De heer Ceder (ChristenUnie):
Ik begrijp dat er nog stappen gezet moeten worden en dat het nog niet duidelijk is
waar we eindigen. Maar dat is niet mijn vraag. Mijn vraag is de volgende. Op het moment
dat het zover is ... Kijk, regeren is ook vooruitzien. Het gaat mij niet om de koopkracht;
het gaat mij om de communicatie vanuit het kabinet richting de Nederlandse bevolking
op het moment dat al deze scenario's uitkomen en het helaas niet lukt om samen met
elkaar aan tafel te zitten. Het gaat mij erom dat de Nederlandse bevolking meegenomen
wordt in waar we mee bezig zijn. Als dat namelijk niet gebeurt, als de overheid daar
onvoldoende over communiceert en de inflatie zou stijgen, kan dat ook een effect hebben
dat men niet begrijpt. Mijn vraag is of u in ieder geval kunt toezeggen dat u tijdig
aan voorbereidingen begint om als kabinet ook communicatief de Nederlandse bevolking
te informeren over wat er momenteel gaande is en over het strategische plan van de
overheid.
Minister Klever:
Dat advies van de heer Ceder om tijdig te communiceren en de bevolking mee te nemen
in de gevolgen, neem ik ter harte.
De voorzitter:
Ik kijk even of er verder nog vragen zijn. Een derde interruptie, meneer Ceder?
De heer Ceder (ChristenUnie):
«Ter harte» vind ik mooi; mooier vind ik een toezegging, want dat betekent dat je
er met een brief op terugkomt hoe het uitgevoerd wordt. Ik denk dat dit gewoon even
een belangrijk piketpaaltje is. De vraag is dus of de Minister dat zou willen toezeggen.
Minister Klever:
Ik weet niet of ik nou een brief moet gaan sturen over hoe we communiceren met de
Nederlandse bevolking. Ik neem de suggestie, het advies, van de heer Ceder ter harte.
We zullen aandacht hebben voor de communicatie richting de bevolking, zeker ook als
het daadwerkelijk komt tot tegenmaatregelen. Dan zullen we dat ook zeker communiceren
naar de bevolking. Dat kan de heer Ceder dan ook gewoon volgen. Ik denk dus niet dat
we er in een aparte brief nog op moeten terugkomen dat we de bevolking geïnformeerd
hebben; dat gaat wel heel ver. Ik zal het dus doen, maar dan op de manier zoals dat
het kabinet past.
De voorzitter:
Ik zie verder ... Meneer Ram, wilt u nog?
De heer Ram (PVV):
Wellicht komt de Minister hier nog op, maar ik had een vraag gesteld over de compensatie
van burgers en bedrijven. Ik weet niet of die bij dit blokje hoort, maar het is dus
een brandende vraag.
De voorzitter:
Ik ga dit even tellen als een interruptie, want de afspraak is dat we met brandende
vragen wachten tot het blokje af is. Laten we zorgen dat we genoeg tijd hebben. Minister,
kunt u antwoorden op de vraag van de heer Ram?
Minister Klever:
Dat komt nog in dit blokje. Ik heb nog een hele stapel antwoorden. Ik kan de vraag
naar voren halen. Dan moet ik eventjes kijken. Even zoeken.
Voorzitter, ik kom er zo op terug. Laat ik eerst nog even naar de heer Ceder gaan.
Zo snel en zo hard mogelijk terugslaan en blijven praten, is wat de heer Ceder mij
vraagt. Nederland steunt de aanpak van de Commissie. We proberen dus de positieve
handelsrelatie met de VS voort te zetten. Onze economieën zijn sterk met elkaar verweven.
Maar we zijn bereid om onze belangen te verdedigen als dat nodig is. Dat betekent
dat we als EU robuust, proportioneel en de-escalerend reageren, en dat de Europese
eenheid wordt bewaard. Dat is ook de reactie die we zullen aandragen bij de Commissie.
Dat lijkt mij ook in overeenstemming met wat de heer Ceder mij vraagt.
Mevrouw Kamminga zegt: tarieven zijn extra belastingen en die raken de portemonnee
van de hardwerkende Nederlander. Ze vraagt wat ik ga doen. Het is belangrijk dat we
goed in contact staan met de bedrijven, want die hebben het meeste te maken met deze
handelsmaatregelen. Mijn team op het ministerie en ik staan in nauw contact met het
bedrijfsleven; eigenlijk vrijwel permanent staan we in contact met het bedrijfsleven
om input te krijgen. Ook bij dezen nodig ik bedrijven uit om zich te melden, mochten
zij onevenredig hard geraakt worden of mochten zij überhaupt zorgen hebben. De bedrijven
geven duidelijk aan dat die tarieven veel impact zullen hebben op hun handel. Ook
de aankondigingen van Trump zorgen voor veel onzekerheid, wat weer een negatieve impact
heeft op de investeringen. Het is dus belangrijk om goed met het bedrijfsleven in
contact te blijven. Dat doen we dus bijvoorbeeld ook continu met VNO-NCW.
Mevrouw Kamminga (VVD):
Dank aan de Minister voor de beantwoording. Het is ook fijn dat ze dit serieus neemt
en oppakt. Ik had overigens ook niet anders verwacht, maar dat terzijde. Ik ben nog
wel nieuwsgierig naar het volgende. Welke zorgen worden er het meest geventileerd?
Hoe kunnen we die dan meenemen in de discussie die u komende week in Europa gaat hebben?
Ik denk dat het uiteindelijk het belangrijkste is dat we dan iets doen aan die zorgen,
en dat we anderzijds nadenken over mitigerende maatregelen. Hoe kunnen we die sectoren
helpen? We hebben namelijk heel veel van die sectoren keihard nodig. Het zijn enerzijds
mooie bedrijven, maar soms gaat het ook juist om de industrie die wij hier willen
behouden.
Minister Klever:
Er zijn natuurlijk heel veel en diverse zorgen, maar de belangrijkste zorg is natuurlijk
dat de afzetmarkt in de VS verdwijnt of aanzienlijk krimpt. Het is natuurlijk ook
logisch dat ze zich daar zorgen over maken. Het is sowieso mijn allereerste inzet
om die tarieven van tafel te krijgen, om die handelsstromen weer op gang te krijgen
of tenminste niet te belemmeren. Anderzijds is het dan natuurlijk ook belangrijk om
te kijken naar nieuwe afzetmarkten. Ook daar zet het kabinet zich voor in en dat zal
een onderdeel zijn van de handelsbrief waar ik mee bezig ben. Omdat we het daar nu
toch over hebben: die brief komt in ieder geval voor het debat over handel naar de
Kamer. Het lukt niet voor het meireces. Het wordt na het meireces. Het is ergens in
mei. Het plenaire handelsdebat is volgens mij ergens eind mei. In ieder geval enige
tijd daarvoor zal die handelsbrief naar de Kamer komen. Tot zover.
De heer Ram vraagt of ik bereid ben om de alcoholsector uit de maatregelen van de
EU te schrappen. Dat gaat dan over de tegenmaatregelen die klaarliggen voor de maatregelen
in de staal- en aluminiumsector. Die tegenmaatregelen moeten robuust, proportioneel
en de-escalerend zijn. We kijken naar een aantal criteria. Dat betreft met name de
leveringszekerheid, en daarnaast ook de aanwezigheid van voldoende alternatieven voor
de geraakte import. Vanuit deze criteria kijk ik heel nauwkeurig naar de voorstellen
van de Commissie en daar lever ik input op. We nemen de belangen van Nederland en
van het hele Nederlandse bedrijfsleven mee in de overwegingen voor de positiebepaling
van de Nederlandse inzet. U begrijpt ook dat daar bedrijfsvertrouwelijke informatie
tussen zit, die ik hier niet zomaar kan delen. Daarnaast is het ook onderhandelingstechnisch
niet opportuun om de exacte inzet hier te vermelden. Maar we nemen dat allemaal mee
in de overwegingen. Het is aan de Commissie hoe de lijst er dan uiteindelijk uitziet.
De heer Ram vraagt ook nog of de korting van de EU-afdracht als gevolg van hogere
inkomsten uit invoerheffingen bespreekbaar is. Als invoerrechten stijgen, krijgt Nederland
daar een aanzienlijk deel van. Nederland mag een kwart houden van de invoerrechten
die in Nederland worden geïnd; driekwart helaas niet, maar een kwart wel. Dat is zwaar
bevochten; er is zwaar over onderhandeld. Nederland int als importland veel invoerrechten
voor de hele EU. Wij zouden dus van alle landen netto het meeste krijgen. Het antwoord
is dus: ja, we krijgen daar al een deel van.
Mevrouw Kamminga vroeg: hoe kijkt de Minister ...
De voorzitter:
Sorry, er komt toch een interruptie.
De heer Ram (PVV):
De vraag die ik had, is hoe Nederlanders en bedrijven worden gecompenseerd, want die
importtarieven jagen inflatie aan. Hoe wordt de Nederlander en hoe worden de Nederlandse
bedrijven dan gecompenseerd? Want het wordt bij de burger neergelegd en de EU en de
Staat profiteren ervan.
Minister Klever:
Wij hebben geen compensatie voor bedrijven en burgers. We hebben in Nederland natuurlijk
wel sociale voorzieningen en een sociaal vangnet, maar een compensatie vanwege hogere
tarieven hebben we niet. Wel werkt het kabinet natuurlijk aan koopkracht en koopkrachtplaatjes.
Als de prijzen stijgen, zullen we ons als kabinet daar ook integraal over moeten buigen.
De voorzitter:
Ik zie verder geen interrupties. We zijn nog niet aan het eind van het blokje, toch?
Minister Klever:
Nee, nee, nee. Dit is het langste blokje. Dat zal u niks verbazen. Dat duurt even.
De voorzitter:
Ik heb net even overlegd met de griffie. We zitten nog goed op tijd, dus we gaan rustig
verder.
Minister Klever:
De laatste blokjes zijn allemaal vrij kort, hoor.
Mevrouw Kamminga vroeg naar aanvullende inkopen van VS-producten als vloeibaar gas.
Het is te vroeg om echt al specifiek in te gaan op de vraag hoe we moeten reageren
op die handelsmaatregelen van de VS. We kijken in EU-verband. Er zal een Europese
reactie komen. Het is wel goed om mee te geven dat wat betreft het aankopen van goederen
verschillende variabelen meespelen, bijvoorbeeld wat de marktpartijen doen en wat
de prijsverschillen zijn tussen landen. Ten aanzien van de inkoop van vloeibaar gas
moeten we ook opmerken dat de overheid slechts beperkte mogelijkheden heeft om marktpartijen
te bewegen om van een bepaalde afnemer in te kopen. Die mogelijkheden zijn dus beperkt.
Mevrouw Kamminga (VVD):
Mijn interruptie staat er nog los van dat ik niet helemaal zeker weet of ik vloeibaar
gas heb benoemd, maar dan zou dat ook een voorbeeld zijn, dus dat doet er in die zin
ook niet toe. Het gaat mij erom dat we wat creatiever moeten zijn. U heeft zelf in
uw introductie ook gezegd hoe Trump kijkt naar die disbalans en dat het handelsoverschot
daar een belangrijk onderwerp voor is. Het gaat mij er dus om dat we, wat de VVD betreft,
moeten voorkomen dat we tarieven op tarieven op tarieven stapelen en dat we ook wat
creatiever kijken naar wat we kunnen doen om weer met elkaar in gesprek te gaan, want
daar heb ik grote zorgen over. Vooralsnog is Von der Leyen volgens mij nog weinig
in gesprek geweest met Trump. Maar het gaat er dan om wat je nog meer in je arsenaal
kan hebben in de gesprekken met de VS. Dat zouden bijvoorbeeld producten kunnen zijn
die wij weinig hebben en die we toch nodig hebben, om op die manier een andere oplossing
te vinden waar we allemaal iets aan kunnen hebben, in plaats van tarieven op tarieven
op tarieven.
Minister Klever:
Ik ben het helemaal met mevrouw Kamminga eens dat het natuurlijk niet de bedoeling
is dat we tarieven op tarieven zetten. De inzet is juist om de-escalerend te werk
te gaan en die tarieven vooral ook achter de hand te houden om die partijen aan tafel
te krijgen. Er wordt heel breed gekeken en er wordt ook zeker wel met de Trump-administratie
gesproken. Wat Von der Leyen doet, weet ik niet, maar Eurocommissaris Sefcovic is
al twee keer naar de VS geweest, dus die gesprekken zijn er wel. Ik kan het pleidooi
van mevrouw Kamminga, dat het belangrijk is om creatief te kijken naar oplossingen
en geen handelsoorlog uit te lokken, alleen maar onderstrepen.
Mevrouw Hirsch vraagt wat ik in de VS besproken heb en met wie ik gesproken heb. Ik
heb met de US Trade Representative Jamieson Greer gesproken. Ik heb bij mijn Amerikaanse
collega aangegeven dat tarieven schadelijk zijn, dat we er wederzijds belang bij hebben
om een open handelsrelatie te houden, dat onze economieën nauw verweven zijn en dat
er veel banen bij betrokken zijn. Ik heb ook aangegeven dat als die tarieven er komen,
de EU zich beraadt op tegenmaatregelen en dat er ook tegenmaatregelen zullen komen.
Daarnaast heb ik ook de belangen van Nederland en het Nederlandse bedrijfsleven over
het voetlicht gebracht. Ik heb gezegd wat wij qua expertise en dergelijke allemaal
te bieden hebben aan de Verenigde Staten. Nederlandse bedrijven zijn gebaat bij zekerheid
en voorspelbaarheid en Amerikaanse bedrijven ook. Ook dat heb ik gezegd, en ik zal
deze boodschap blijven uitdragen richting de Amerikaanse collega. Uiteindelijk maken
ze wel hun eigen afwegingen.
Mevrouw Hirsch vroeg ook of ik de maatregelen steun die gericht druk zetten op de
sectoren achter de regering-Trump, zoals big tech en crypto. We moeten reageren op
de maatregelen, maar niet overhaast. We moeten er in ieder geval goed over nadenken
en vooral de impact op onze eigen economie zo veel mogelijk beperken. Commissievoorzitter
Von der Leyen heeft vanmorgen direct gereageerd en aangegeven dat de EU bereid is
om te onderhandelen, maar ook om stevig te reageren. Die lijn onderschrijf ik. Welke
sectoren dan in de reactie van de EU worden meegenomen, daar wil ik nu nog niet op
vooruitlopen.
Mevrouw Hirsch vraagt ook naar een sociaal plan. Het kabinet gaat eerst verder in
kaart brengen wat de gevolgen van de tarieven zijn. Het is van belang om erop te wijzen
dat de situatie elk moment weer kan veranderen als er bijvoorbeeld onderhandelingen
met de VS plaatsvinden. Daarnaast staat het kabinet uiteraard in contact met bedrijven,
met VNO-NCW en diverse stakeholders over de gevolgen van de tarieven. Mevrouw Hirsch
vraagt om een sociaal plan. We hebben natuurlijk in Nederland een sociaal vangnet
in de vorm van onze sociale voorzieningen. Dat is het vangnet dat wij hebben.
De heer Boswijk ...
De voorzitter:
De heer Boswijk heeft een interruptie. Ik heb zo direct zelf ook een interruptie.
Dan moet ik de hamer even aan iemand anders geven.
De heer Boswijk (CDA):
De Minister begon zelf met de link naar de digitale wereld. Ik had daar wat vragen
over gesteld. Ik was benieuwd of er nog antwoorden komen op onze zorg dat de Europese
Commissie misschien nu de Digital Fairness Act zou gaan afzwakken als een soort handreiking
richting Trump. Wat ons betreft zou dat heel onverstandig zijn, want los van de handelsoorlog,
waar we ook het liefst zo snel mogelijk een einde aan zien komen, lijkt het ons wel
verstandig om alsnog die techreuzen aan te pakken.
Minister Klever:
Mijn blaadje met het antwoord op deze vraag lag bovenop; dat is zonde van uw interruptie.
Die Digital Fairness Act is er nog niet; die wordt in 2026 verwacht. We wachten eerst
dat voorstel af en dan zullen we de Kamer daarover informeren. Dat gaat via de Minister
van Economische Zaken. De heer Boswijk vraagt ook naar de samenhang: of die boetes
voor Apple en Meta samenhangen met die tarieven van Trump. Nee, die hangen niet samen.
Deze tarieven waren al lang van tevoren aangekondigd. De datum, Liberation Day, was
ook al lang van tevoren aangekondigd. Je ziet ook dat Trump eigenlijk voor de hele
wereld tarieven heeft aangekondigd. Die tarieven zijn dus geen reactie op Europese
acties en boetes. Wel is het zo dat de Amerikanen zich daar natuurlijk aan storen
en dat zij daar een punt van zullen maken in de onderhandelingen met de EU, maar dat
zullen we dan integraal moeten bekijken en dat moeten we dan integraal met elkaar
bespreken.
De heer Boswijk (CDA):
Het officiële standpunt van de VS zal zijn dat het een niet met het ander te maken
heeft. Tegelijkertijd doen ze vrij weinig moeite om het te verhullen. We hebben natuurlijk
eerder al gezien dat zelfs artikel 5 van de NAVO erbij wordt gehaald als wij vanuit
de Europese Commissie met wetgeving komen om deze techreuzen te reguleren. Ik vind
het dus totaal niet onlogisch dat dit in zo'n kabinetsbijeenkomst op één hoop komt
te liggen. Ik zou dus toch aan deze Minister willen vragen of zij bereid is om in
de Raad in ieder geval het signaal af te geven dat het ons onverstandig lijkt om deze
dossiers aan elkaar te knopen, en dat het los van deze handelsoorlog verstandig is
om deze techreuzen te reguleren, welke handelstarieven er ook aankomen.
Minister Klever:
De heer Boswijk heeft ook gelijk met zijn observatie dat de VS allerlei dossiers aan
elkaar knopen. We zien dat ook. Trump is heel transactioneel; dat zag je natuurlijk
bij Canada en bij Mexico. Hij heeft handelstarieven ingesteld omdat hij iets anders
voor elkaar wilde krijgen. Dat ging dan over de immigratie. Dat hij een aantal dingen
aan elkaar knoopt, zal hier met de EU dus ook niet anders zijn. Dat zie je ook aan
de berekening van zijn tarieven. Dat is een bepaalde berekening waar van alles bij
gehaald wordt. We moeten dus ook niet naïef zijn. Het gesprek dat zal plaatsvinden,
zal niet alleen over tarieven gaan. Dat zouden wij natuurlijk wel willen, maar er
wordt van alles bij gehaald. Ik kan dus niet toezeggen dat we die techreuzen buiten
schot kunnen laten bij de onderhandelingen. Ik denk dat die er ook gewoon bij komen,
maar ik kan er nu niet op vooruitlopen. De inzet is natuurlijk wel om de Europese
regelgeving uiteindelijk zo veel mogelijk intact te houden.
De voorzitter:
Ik wil zelf even een interruptie plegen.
Voorzitter: Kamminga
De voorzitter:
Er is een interruptie van mevrouw Hirsch, namens GroenLinks-PvdA.
Mevrouw Hirsch (GroenLinks-PvdA):
Dank aan de Minister voor de gedeeltelijke beantwoording van mijn vragen. U geeft
aan dat u om de tafel zit met bedrijven, VNO en andere belanghebbenden. Ik zou heel
graag expliciet van de Minister horen dat er tussen die andere belanghebbenden ook
vakbonden en maatschappelijke organisaties zitten.
Bovendien heb ik nog een vraag. De effecten die komen, gaan natuurlijk heel erg gericht
zijn op sectoren. We weten dat er sectoren geraakt zullen worden, want anders zouden
we het geen handelsoorlog noemen. Is de Minister het met mij eens dat het sociale
vangnet van Nederland daartegenover zetten een wat vage en niet geheel geruststellende
reactie is voor de sectoren die zich nu enorm veel zorgen maken over de gevolgen van
die handelsoorlog? We hebben net een aantal voorbeelden gehoord. Dus nogmaals mijn
vraag: is er in het kabinet een gesprek gaande over specifieke steun aan sectoren
die bovenmatig getroffen zullen worden door deze handelsmaatregelen?
Minister Klever:
Dat waren twee vragen in één. De eerste was met welke belanghebbenden ik spreek. Ik
sta in nauw contact met een diverse groep Nederlandse bedrijven om hun zorgen te horen
en hun input mee te nemen. Daarnaast heb ik regelmatig contact met Europese collega's
en de Europese Commissie om eensgezind op te treden. Dat blijf ik doen. Uiteraard
sta ik open voor input van andere belanghebbenden. Die hebben zich overigens nog niet
gemeld, maar ik sta open voor input van iedereen die belanghebbende is in dezen. Ik
denk dat het belangrijk is dat we gezamenlijk met elkaar optreden. We hebben allemaal
een gezamenlijk belang. Dat is het van tafel krijgen van deze tarieven en de Nederlandse
economie beschermen. Dat dus over de belanghebbenden.
Dan over de sectoren. Ja, het is inderdaad zo dat een aantal sectoren mogelijk zwaarder
getroffen worden dan andere sectoren. Het is nu nog te vroeg om daar een indicatie
van te geven, omdat we nog niet hebben gekeken naar onze tegenmaatregelen vanuit de
EU, behalve op het gebied van aluminium en staal. Daar hebben we natuurlijk wel veel
dieper naar gekeken. Die sectoren gaan we ook extra beschermen. We praten nu over
vrijwaringsmaatregelen voor de staalsector. In principe wordt daar dus zeker naar
gekeken. Daarom spreken we ook met die bedrijven.
Voorzitter: Hirsch
De voorzitter:
Dank u wel. Gaat u verder. We zijn nog steeds bij de VS, toch?
Minister Klever:
Ja, ik heb hier zelfs een vraag van u liggen.
De voorzitter:
O, geweldig. Ik ben stil.
Minister Klever:
Die vraag ging over eensgezindheid en het feit dat Orbán die ondermijnt. Ik onderschrijf
het belang van een eensgezind EU-optreden. Daarom spreek ik ook regelmatig met de
EU-collega's, onder andere aanstaande maandag in Luxemburg tijdens de extra Raad Buitenlandse
Zaken. Die eensgezindheid staat voorop. Uiteraard heeft elke lidstaat een eigen handelspolitieke
inzet binnen de belangenafweging binnen de EU, maar dat doet niks af aan de EU-eenheid.
Dat geldt ook voor Hongarije. Dat is onderdeel van de EU en kan zich daar dus niet
aan onttrekken.
Deze vraag hoort ook nog bij het blokje VS. De heer Van Houwelingen vraagt: waarom
geen handelsmissie naar de VS? De VS zijn een belangrijke exportmarkt voor Nederland.
Het is buiten de EU de belangrijkste exportmarkt. We hebben een handelsinstrumentarium
dat ruim openstaat voor ondernemers die kansen zien in de VS. Dat geldt ook voor handelsmissies.
Die blijven we organiseren. Op dit moment zijn we aan het kijken welke handelsmissies
we in de tweede helft van dit jaar kunnen organiseren. Daar worden de VS in meegenomen.
Ik heb in mijn gesprek met de US Trade Representative overigens ook al geopperd dat
we graag met een handelsmissie willen komen.
De heer Van Houwelingen vroeg nog naar de DEI, de diversiteitseisen van de Verenigde
Staten. We hebben navraag gedaan of Nederlandse bedrijven ook zo'n brief hebben gehad
om die diversiteitseisen los te laten. Het blijkt dat de Amerikaanse ambassade een
aantal van haar toeleveranciers een dergelijke brief heeft gestuurd. Het geldt dus
alleen maar voor bedrijven die willen leveren aan de ambassade. Maar het standpunt
van de Nederlandse regering is dat hier de Nederlandse wet geldt en dat het verder
aan Nederlandse bedrijven zelf is om invulling te geven aan hun interne organisatie.
Druk van de Amerikaanse overheid daarop is dus ongewenst. Daarom betreur ik ook dat
dit gebeurt.
Voorzitter, dit was de VS.
De voorzitter:
Ik kijk even naar mijn collega's. Is er nog een brandende vraag? Nee. Nou, dan gaan
we naar het volgende blokje. Dank u wel, Minister.
Minister Klever:
Dan kom ik bij het blokje relaties met derde landen. Daar valt ook Mercosur onder.
Mevrouw Kamminga vroeg om de relaties met landen als Canada en Mexico te intensiveren
binnen de bestaande handelsakkoorden. Ik deel het belang van internationale samenwerking
en ik deel ook het belang van het aanhalen van relaties met handelspartners. Dat is
nu nog veel belangrijker dan voorheen. De EU heeft al een handelsakkoord met Canada
en er wordt ook gewerkt aan modernisering van het bestaande handelsakkoord met Mexico.
Dus ja, dat ben ik volledig met mevrouw Kamminga eens en dat gaan we ook doen.
Dan Mercosur. De grondhouding van het kabinet ten aanzien van handelsakkoorden in
het algemeen is positief. Ik denk dat die goed zijn voor Nederland handelsland. Specifiek
voor het EU-Mercosur-akkoord ligt de zaak wat anders. Daar hebben we hier in de Kamer
natuurlijk al vaker over gesproken. Het akkoord is omstreden in Nederland en ook in
uw Kamer. Het uitgangspunt voor het kabinet is dat de regering pas een positie inneemt
in de Raad als er daadwerkelijk sprake is van besluitvorming over dat hele Mercosur-akkoord.
Zoals u weet, zijn nog niet alle teksten openbaar. Daar zitten we nog op te wachten.
Zodra alle teksten openbaar zijn en we het onderzoek van de Wageningen Universiteit
over de gevolgen van dat handelsakkoord beschikbaar hebben, komt er dus zo snel mogelijk
een kabinetsappreciatie uw kant op.
Als antwoord op de vraag van de heer Boswijk daarover zeg ik ook nog in aanvulling
daarop dat de verwachting is dat die definitieve teksten rond de zomerperiode door
de Europese Commissie voorgelegd worden aan de Raad. Uiteraard krijgt de Kamer voor
die tijd de appreciatie.
Dat was het blokje relaties met derde landen, met uitzondering van China, want dat
blokje komt nu.
De voorzitter:
Zijn er dringende vragen die niet beantwoord zijn? Nee. Ik had zelf een aantal vragen
gesteld over gelijkwaardige handelsrelaties met andere landen dan de VS en China.
Komen die in het blokje overig, of komen die hier?
Minister Klever:
Ik ga heel even kijken, voorzitter. Ik zie die niet in het mapje met overige vragen,
dus ik ga heel even kijken of die vragen er nog ergens bij kunnen komen. Die volgen
dan nog, en anders volgen die in de tweede termijn.
De voorzitter:
Dan gaan we nu naar het blokje China, als ik het goed begrijp.
Minister Klever:
De heer Ram vroeg welke stappen de regering gaat zetten tegen oneerlijke concurrentie
uit China. We kennen natuurlijk de uitdagingen en de problemen in de handelsrelatie
met China, waaronder oneerlijke concurrentie, subsidies en dumping. In EU-verband
zetten we erop in om dit aan te kaarten bij China, zowel via dialoog als door de inzet
van het defensieve handelsinstrumentarium dat we kennen. Een voorbeeld hiervan zijn
de antisubsidieheffingen die de EU vorig jaar heeft ingesteld tegen dumping van Chinese
elektrische voertuigen. Nee sorry, dat was tegen de subsidie daarvan, niet de dumping.
Mevrouw De Korte vraagt of Nederland inderdaad pleitbezorger is van bulkcontroles
en versnelde hervorming van het douanestelsel, versterking van de handhavingscapaciteit
en betere Europese coördinatie in het kader van al die pakketjes met Chinese rommel;
zo noemden ze het bij haar thuis, geloof ik. Het gaat in ieder geval om Chinese producten.
Mevrouw De Korte kaart een belangrijk probleem aan. De enorme stroom aan producten
die dagelijks de interne markt op komen, brengt grote uitdagingen met zich mee, onder
andere op het gebied van productveiligheid en eerlijke concurrentie. De Europese Commissie
is zich hier ook van bewust en heeft daarom een pakket aan maatregelen gepresenteerd
om deze problematiek aan te pakken. Uw Kamer is op 14 maart door de Minister van Economische
Zaken geïnformeerd over de kabinetsinzet ten aanzien van deze Commissiemaatregelen.
Nederland is actief binnen de onderhandelingen over een nieuw douanewetboek voor de
Unie, waaraan wordt gewerkt. Dit proces is al in een stroomversnelling gekomen. Dit
proces valt onder de verantwoordelijkheid van de Minister van Financiën. Zoals u ziet,
is er dus breed aandacht voor in het kabinet. Ik ben ook wel bereid om hier nog aandacht
voor te vragen in de RBZ Handel van aanstaande maandag.
Voorzitter, dat was China.
De heer Boswijk (CDA):
We hebben het inderdaad veel over Amerika, maar we moeten niet vergeten dat de enige
partij die echt strategisch nadenkt op dit gebied, toch echt China is. Ik denk dat
er wat dat betreft ook een groot gevaar is. Daarom heeft deze Kamer al meerdere keren
een motie van mijn hand aangenomen. Die zijn inmiddels al van een jaar geleden en
gingen over onze enorme en groeiende afhankelijkheid op het gebied van mobiliteit,
of het nou gaat om elektrische bussen, stepjes, fietsen of, recent, auto's. Het gaat
niet alleen om economische afhankelijkheid; ook de veiligheid komt in het geding met
alle 360 gradencamera's. Ik was even benieuwd hoe het staat met de uitvoering van
deze moties, want het duurt inmiddels al erg lang. Is al bekend wat de kwetsbaarheden
zijn en wat we daaraan gaan doen?
Minister Klever:
Excuus dat ik hierover eventjes met de ambtenaren moest spreken. Die motie ligt voornamelijk
bij IenW en Economische Zaken. Zij zijn daar dus mee bezig, ook als het bijvoorbeeld
gaat over de veiligheid van elektrische voertuigen. Ik kan u dus niet zeggen op wat
voor termijn die uitgevoerd wordt. Ik zou navraag kunnen doen, maar dit ligt dus voornamelijk
bij mijn collega's van IenW en EZ.
De voorzitter:
Gaat uw gang, meneer Boswijk, maar hou het kort.
De heer Boswijk (CDA):
Fantastisch. Dank u wel, voorzitter. U mag vaker voorzitter zijn.
Het zou wel mooi zijn als de toezegging zou kunnen komen dat dit teruggekoppeld wordt.
Het grappige is namelijk dat de motie destijds bij Defensie ingediend is. Maar het
is gewoon een integraal probleem, dus ik denk dat ik elke willekeurige Minister hierover
zou kunnen bevragen, dus als de Staatssecretaris ...
De voorzitter:
Dank u wel.
Minister Klever:
Ik begrijp dat u dat vraagt. Ik zou wel kunnen toezeggen dat ik even bij de collega's
navraag hoe het daarmee staat. Dat zou ik dan in het verslag van de RBZ kunnen opnemen.
Als dat naar uw Kamer gaat, zou ik dat kunnen meenemen.
De voorzitter:
Dank u wel. Zijn er nog andere vragen? Nee. Dan gaan we naar de CSDDD.
Minister Klever:
Over de CSDDD waren ook een aantal vragen gesteld. Staat u mij toe dat ik even een
kleine inleiding geef alvorens ik naar de vragen ga. Het kabinet staat voor internationaal
maatschappelijk verantwoord ondernemen; de afkorting daarvoor is imvo. Dat draagt
bij aan veerkrachtige waardeketens en biedt kansen voor het Nederlandse bedrijfsleven.
Op 24 maart deelde het kabinet het BNC-fiche met de appreciatie van het Omnibus I-voorstel
van de Europese Commissie met uw Kamer. Het kabinet verwelkomt de inspanningen om
regeldruk te verminderen ten aanzien van de Corporate Sustainability Due Diligence
Directive, de CSDDD, en de Corporate Sustainability Reporting Directive, de CSRD.
Concurrentievermogen en ondernemingsklimaat zijn echter ook gebaat bij stabiel en
voorspelbaar beleid en zekerheid voor bedrijven. Het is van belang daarin de juiste
balans te vinden. Het kabinet kan veel van de voorgestelde aanpassingen steunen.
Tegelijkertijd heeft het kabinet ook een aantal vragen richting de Commissie over
een aantal voorstellen op het gebied van het gelijke speelveld, en is er wat onduidelijkheid
over de concrete uitwerking. Zo is bij het voorstel om gepaste zorgvuldigheid te beperken
tot tier 1, zoals dat heet, voor bedrijven niet altijd duidelijk tot hoever zij de
risico's in de productieketen moeten nagaan. Daar werd nu ook door enkele leden naar
gevraagd. Het schrappen van EU-brede civiele aansprakelijkheid zorgt ook voor verschillende
regels binnen de EU. Dat maakt naleving voor bedrijven ook moeilijker en kostbaarder.
Voor die twee punten gaan we in Brussel aandacht vragen, zoals ook aangegeven in het
BNC-fiche. Ik moet wel zeggen dat besluitvorming hierover nu niet aan de orde is.
Het staat maandag ook niet op de agenda van de RBZ Handel. De reden dat het naar uw
Kamer is gestuurd, is een Kamermotie waarin gevraagd wordt om regelmatig een update
hierover te sturen. Er is dus nog geen besluitvorming aan de orde.
Dan de vragen. De heer Ceder vraagt waarom ik het uitstel. Hoe verhoudt zich dit tot
de motie-Ceder/Hirsch die oproept tot voortzetting van de implementatie van CSDDD?
De motie vraagt ook om effectieve voortzetting van de implementatie van de CSDDD.
De volgende stap in het wetsproces is advies aanvragen bij de Raad van State, maar
dat is natuurlijk niet effectief zolang het aannemelijk is dat het wetsvoorstel nog
moet worden gewijzigd naar aanleiding van die Omnibuswetgeving. Als er echt ingrijpende
wijzigingen komen, moet het wetsvoorstel in Nederland namelijk ook aangepast worden.
Dan moet er ook weer opnieuw advies aangevraagd worden. Dat zorgt alleen maar weer
voor onduidelijkheid bij bedrijven. Ten aanzien van het tijdpad is het wel zo dat
het Poolse voorzitterschap ernaar streeft de onderhandelingen nog dit jaar af te ronden.
Over de voortgang wordt de Kamer zoals toegezegd geïnformeerd via de geannoteerde
agenda's van de RBZ Handel.
De heer Ceder zei: er ligt een goede wet te wachten, de Wet zorgplicht kinderarbeid;
moeten we dan niet gewoon aan de gang met deze wet? De inzet van het kabinet is om
de Wet zorgplicht kinderarbeid te vervangen door de Wet internationaal verantwoord
ondernemen. De CSDDD zorgt voor harmonisatie in Europa en richt zich op kinderarbeid,
maar ook op andere risico's. Afhankelijk van de waardeketen van een bedrijf maakt
dat maatwerk mogelijk. Dat is effectiever. Daarom heeft een brede Europese wetgeving
en zorgvuldigheidsverplichting nog steeds de voorkeur van dit kabinet.
De heer Ceder vroeg ook of ik mij ervoor inzet dat de CSDDD-wijzigingen regeldruk
verminderen en de oorspronkelijke doelstellingen zo veel mogelijk overeind houden.
Bedrijven behouden ook in het nieuwe voorstel van de Commissie een belangrijke verantwoordelijkheid
voor misstanden verder in de keten. Als ze informatie hebben over mogelijke problemen
dieper in de keten, dieper dan die tier 1, moeten ze daar nog steeds gepast op reageren.
Dat blijft een essentieel onderdeel van de richtlijn. Als dit goed wordt geborgd,
blijft het doel van de CSDDD overeind. Dat is natuurlijk gewoon het voorkomen en aanpakken
van schade aan mens en milieu in wereldwijde waardeketens. Dat doel blijft dus overeind.
We zullen er dan ook kritisch op doorvragen bij de Commissie hoe dat precies zijn
uitwerking heeft. We zullen dus steeds een zorgvuldige afweging maken tussen het beperken
van regeldruk en het zo veel mogelijk waarborgen van de doelstelling van gepaste zorgvuldigheid.
De heer Ceder heeft nog een heleboel meer vragen gesteld. Hij zei onder andere dat
ambtenaren voor afzwakking hebben gewaarschuwd. De kabinetspositie is het resultaat
van zorgvuldige afstemming tussen de verschillende departementen die betrokken zijn
bij het opstellen van de appreciatie. Het BNC-fiche is goedgekeurd door de ministerraad.
Het is niet ongebruikelijk dat een kabinetspositie door politieke keuzes op onderdelen
kan afwijken van eerdere ambtelijke adviezen.
Dan nog een vraag: «plausibele informatie» is een onduidelijk begrip; zie ik daarmee
risico's op infogebied? Zoals ik ook in het BNC-fiche heb geschreven, heeft het kabinet
nog vragen bij dit voorstel van de Commissie. Die vragen zien onder andere op het
begrip «plausibele informatie», zoals de heer Ceder dat aangeeft. Het kabinet zal
de Commissie vragen om dit punt nader toe te lichten en aan te geven wat zij daarmee
bedoelt en mogelijk ook om voorstellen te doen die de richtlijn verbeteren en meer
duidelijkheid geven, vooral ook aan bedrijven.
Blijft het de inzet van de Minister dat bedrijven relevante stakeholders betrekken
bij hun gepaste zorgvuldigheid? Dat staat ook in het Omnibusvoorstel, dat specificeert
dat bedrijven relevante stakeholders moeten betrekken; die bepaling staat erin. Het
is dus inderdaad van belang dat die stakeholders betrokken zijn. Welke stakeholders
dit zijn blijft een afweging van het bedrijf zelf. Het voorstel legt bedrijven daarbij
in ieder geval geen beperkingen op.
De heer Ram vroeg nog of ik ga pleiten voor een versimpeling van de regelgeving van
de CSRD en de CSDDD om de administratieve lasten voor bedrijven fors te verminderen.
Het Omnibusvoorstel voorziet precies daarin, namelijk in vermindering van administratieve
lasten voor bedrijven. Dat is ook een prioriteit van het kabinet. Daarmee heeft het
kabinet dit voorstel ook verwelkomd. Het kabinet steunt een aantal voorstellen tot
aanpassing, omdat zij de regeldruk voor bedrijven verminderen of voor meer duidelijkheid
zorgen. Over een aantal punten is het kabinet kritisch, omdat zij leiden tot onduidelijkheid
en niet bijdragen aan harmonisatie. Die gedetailleerde positie staat ook in dat BNC-fiche.
Dan vraagt mevrouw Hirsch naar het behandelvoorbehoud van de Kamer voor het Omnibusvoorstel.
Dat behandelvoorbehoud heeft het kabinet ontvangen. Het kabinet zal dit respecteren.
Het parlementair voorbehoud betreft het verzoek aan het kabinet om geen onomkeerbare
stappen te zetten. Wij zullen uw Kamer dus op de hoogte houden van de ontwikkelingen
en de daarbij gekozen inzet. Nederland heeft in Brussel een parlementair voorbehoud
gemaakt in afwachting van het overleg met de Kamer hierover. Het kabinet zal zo spoedig
mogelijk reageren op de vragen van uw Kamer naar aanleiding van dat fiche.
Tot zover CSDDD.
De voorzitter:
Ik kijk heel even of er vragen zijn. U heeft al drie interrupties gehad, meneer Ceder.
Ik wil de Minister graag zelf een vraag stellen.
Voorzitter: Kamminga
De voorzitter:
Mevrouw Hirsch namens GroenLinks-PvdA.
Mevrouw Hirsch (GroenLinks-PvdA):
Ik hoor de Minister wat mij betreft niet incoherent maar wel op een onlogische manier
praten over het Omnibusvoorstel. Aan de ene kant pleit de Minister voor de OECD-guidelines;
dat heeft ze overigens in meerdere debatten gedaan en dat kwam ook in het debat over
Congo naar voren. Zij steunt die guidelines. Dat waardeer ik zeer, want dat zijn enorm
belangrijke garanties dat mensen die getroffen worden door maatregelen van multinationals,
nog ergens een plek hebben waar ze heen kunnen gaan. Het probleem met Omnibus is dat
zelfs de mensen die de OECD-guidelines al 50 jaar beheren, zeggen dat het Omnibusvoorstel
de OECD-guidelines ondermijnt, omdat een totaal andere interpretatie wordt gehanteerd
van het begrip «due diligence in de keten». Het verschil zit er onder andere in dat
de ketenverantwoordelijkheid ook preventie van risico's betreft en niet alleen een
reactie als er signalen van risico's zijn. De OECD maakt zich dus grote zorgen over
het Omnibusvoorstel – zij is daar zelf ook niet over geraadpleegd door de EU – omdat
deze wet de hele interpretatie van «due diligence» in de OECD-guidelines ondermijnt.
Kan de Minister mij aangeven waarom zij denkt dat dit niet het geval is, zoals zij
net betoogde, en waarom dit in haar optiek wel degelijk een versterking van de OECD-guidelines
zou zijn?
Minister Klever:
Ik begrijp de vraag. Vindt u het goed als ik daar in de tweede termijn uitgebreider
op terugkom? Want anders ga ik nu alleen zeggen dat de Omnibuswetgeving in ieder geval
zorgt voor harmonisatie binnen de EU en dus binnen de EU zorgt voor een gelijk speelveld,
maar ik kom in de tweede termijn uitgebreider terug op hoe dit hele specifieke punt
zich verhoudt tot de OESO-guidelines.
Mevrouw Hirsch (GroenLinks-PvdA):
Prima.
Voorzitter: Hirsch
De voorzitter:
Als er geen verdere vragen over de OECD-richtlijnen zijn, gaan we naar het blokje
overig.
Minister Klever:
Binnen het blokje overig heb ik ook nog twee vragen van uw hand over China en de VS,
maar laat ik met het blokje overig beginnen. De heer Ram vraagt hoe de metaalsector
wordt beschermd tegen het waterbedeffect en andere dumpingmaatregelen van China. Dat
heb ik eigenlijk net al gezegd: de staalindustrie wordt beschermd door de staalvrijwaringsmaatregelen.
Deze zorgen ervoor dat er een maximum aan staal in de EU kan worden geïmporteerd.
Daar heeft het kabinet dus aandacht voor. De staalvrijwaringsmaatregelen lopen op
1 juli 2026 af. De Europese Commissie doet nu onderzoek naar een nieuw instrument
ter bescherming van de staalsector. Daar is dus aandacht voor.
De heer Ram (PVV):
Er is een principe dat volgens mij – hou me even ten goede – «pour and melt» of «melt
and pour» heet en dat aangeeft dat je metaal niet zomaar via derde landen kan exporteren,
want China kan in dit geval natuurlijk ook gewoon naar Vietnam exporteren, het metaal
daar laten smelten en dan zeggen dat het uit Vietnam komt in plaats van uit China.
Dan ondermijnt China in feite de Europese vrijwaringsmaatregelen. De vraag is dus
of dat punt kan worden meegenomen in het hele overleg hierover.
Minister Klever:
Zoals gezegd onderzoekt de Europese Commissie de mogelijkheden voor een nieuw instrument
ter bescherming van die staalsector. We zijn bekend met de omzeiling waar de heer
Ram het over heeft. Die wordt ook meegenomen in de uitwerking hiervan.
Dan vraagt mevrouw Kamminga naar de strategische afhankelijkheden. Global Gateway
is een strategie die tot doel heeft het aanbod van de EU aan partnerlanden te versterken
door de kracht van diplomatie, handel en ontwikkelingshulp te bundelen. Die strategie
biedt kansen voor het vergroten van de effectiviteit van ontwikkelingshulp, maar ook
voor het vergroten van het Nederlands verdienvermogen, met kansen voor onze bedrijven
in opkomende landen. Die strategie moet bijdragen aan het versterken van de positie
van Europa om zo de Europese en Nederlandse belangen, waaronder die op het terrein
van economische stabiliteit en migratie, beter te kunnen behartigen. Het kabinet steunt
de verdere ontwikkeling en implementatie van Global Gateway en spant zich er ook voor
in dat deze ten doel staat aan de Nederlandse belangen. Over de bredere aanpak van
afhankelijkheden is uw Kamer op 31 oktober geïnformeerd met de voortgangsbrief over
de kabinetsaanpak van risicovolle strategische afhankelijkheden. Dit onderwerp zal
ook terugkomen in de beleidsbrief over handel, die ik in mei naar uw Kamer zal sturen.
Dit zal een belangrijk onderdeel zijn van het nieuwe beleid.
Mevrouw Kamminga (VVD):
De Minister schetst wat de Global Gateway is. Die ken ik inmiddels, want we horen
al vijf jaar wat de Global Gateway is. Dan komt er iedere keer een beschrijving van
wat de Global Gateway is, wat de doelen zijn en waarom zij belangrijk is. De VVD deelt
die belangen van harte, maar voor de VVD is het ook tijd om nu eens een keer te zeggen:
wat gaan we dan doen? Gaan we nu dan ook de keuzes maken die daaruit voortvloeien?
Gaan we nou ook echt aan de slag met die grondstoffendeals? Welke grondstoffendeals
hebben we al gesloten? Betekent dat ook dat we weer gaan mijnen? Gaan we weer een
industrie opbouwen? Dat zijn de keuzes die we moeten maken. Welke partnerschappen
sluiten we uit? Nogmaals, ik snap het brede verhaal en ik ben daar helemaal voor,
maar het wordt echt hoog tijd dat we nou eens een keer vanaf dat papier en die losse
termen toekomen aan concrete maatregelen.
Minister Klever:
Ik begrijp de oproep van mevrouw Kamminga. We maken er ook al werk van. Zo ben ik
onlangs naar Canada geweest, naar de grote Canadese grondstoffenbeurs. Daar heb ik
bijvoorbeeld een overeenkomst met Quebec getekend over de levering aan Nederland van
een aantal kritieke grondstoffen die daar gewonnen worden. We maken er dus wel degelijk
werk van. Het is ook een integraal onderdeel van het beleid. Het gaat misschien niet
zo snel als mevrouw Kamminga wil, maar zoals u weet heeft Nederland niet echt specifieke
expertise op het gebied van mining en dergelijke. We moeten dus kleine stapjes vooruit
maken, maar we hebben daar in ieder geval met Canada zo'n overeenkomst over gesloten.
Dan de vraag van mevrouw Hirsch over de visie. Zij vroeg of die voor het meireces
naar de Kamer gaat. Dat heb ik al gezegd. Ze vraagt ook of ik in kan gaan op de relatie
tussen handelsbeleid en industriebeleid en het verminderen van afhankelijkheden van
de VS en China. Vormen gelijkwaardige handelsrelaties een pijler van de visie en de
inbreng van het kabinet in de EU en de G20? Dat zijn een heleboel vragen. Omdat de
belangen groot zijn en de omstandigheden complex – die worden ook steeds complexer
– ga ik niet over één nacht ijs bij het opstellen van mijn beleidsbrief. Zoals ik
al eerder heb gezegd, komt deze beleidsbrief in de eerste helft van het jaar, voor
het debat daarover. De brief gaat over handelsbeleid. Uiteraard geven we daarin rekenschap
van internationale ontwikkelingen rond industriële subsidies en hoe die raken aan
het handelsbeleid. Maar de uitwerking van het Nederlandse industriebeleid ligt bij
mijn collega van EZ. Speerpunten van mijn brief zijn het maximaal versterken van het
Nederlandse verdienvermogen en het weerbaarder maken van onze economie tegen schokken
uit het buitenland. Dan gaat het ook over afhankelijkheden van het buitenland. Maar
die brief volgt dus na het meireces.
Mevrouw De Korte vroeg nog naar de visie «Nederland voorop».
Voorzitter: Kamminga
De voorzitter:
Er is een interruptie van mevrouw Hirsch namens GroenLinks-PvdA.
Mevrouw Hirsch (GroenLinks-PvdA):
Dank aan de Minister voor de beantwoording. Ik had toch een ietwat concretere vraag.
Ik vroeg of de Minister gelijkwaardige handelsrelaties mee gaat nemen in haar handelsvisie.
Ik vroeg meer naar een visie richting de relaties met een aantal landen in de wereld
waar we nu heel weinig over horen, behalve als het over Mercosur gaat overigens. Ik
zou graag weten wat haar inzet gaat zijn in de G20, waar al die landen toch echt aan
tafel zitten. Ik zou het dus heel fijn vinden om iets meer over de inzet in de G20
te horen.
Minister Klever:
De inzet in de G20 is vooral dat we praten over het wereldwijde handelssysteem. Daar
zullen ook zeker de tarieven aan de orde komen waar Amerika mee bezig is. De Nederlandse
inzet is altijd gericht op een eerlijk handelssysteem, volgens de regels van de WTO.
Daarnaast staan we voor de Nederlandse belangen. Het verdienvermogen van Nederland
staat natuurlijk voorop. Dat komt in mijn handelsbrief naar voren. Ik kan een klein
tipje van de sluier oplichten: dat gaat natuurlijk over het versterken van bestaande
markten, veelbelovende nieuwe markten, het afbouwen van afhankelijkheden, het weerbaarder
maken van de Nederlandse economie en het verminderen van regeldruk. Dat zijn een aantal
elementen die in mijn brief terugkomen. Dat is ook de inzet die Nederland zal meenemen
naar de overleggen binnen de EU en de G20.
Voorzitter: Hirsch
De voorzitter:
Dank u wel. U ging een vraag van mevrouw De Korte beantwoorden.
Minister Klever:
De visie dat we de Nederlandse belangen voorop moeten zetten past goed in de context
van buitenlandse handel. Een derde van wat we in Nederland met elkaar verdienen, verdienen
we met buitenlandse handel. We dragen deze visie ook uit in de context van de buitenlandse
handel door ons bij onderhandelingen van handelsakkoorden hard te maken voor het Nederlandse
belang en door Nederlandse bedrijven te beschermen waar nodig. «Nederland voorop»
is dus zeker bij handel een belangrijke prioriteit.
Mevrouw De Korte (NSC):
U benadert het anders dan ik eigenlijk hoopte. Natuurlijk is Nederlandse handel belangrijk,
maar het kan niet zonder de context van Europa, van de hele wereld. Ik hoop dus ook
dat die visie uitgedragen wordt, dus niet alleen «Nederland voorop». Dat vinden we
te beperkt. We leven niet op een eilandje, maar we moeten het juist in de context
van Europa en de wereld bekijken.
Minister Klever:
Als ik op een handelsmissie ga, dan doe ik dat in het Nederlandse belang. Uiteraard
doe ik dat binnen de spelregels van de Wereldhandelsorganisatie; die willen we natuurlijk
naleven en daar zullen we ons ook voor inzetten. Aan het begin van dit debat hebben
we het natuurlijk ook uitgebreid gehad over de handelstarieven van Amerika. In dat
verband zeg ik: we zitten natuurlijk in de EU en willen als EU ook met elkaar optrekken.
We willen hier dus eensgezind in optrekken. Het is natuurlijk ook in het Nederlandse
belang dat we eensgezind met elkaar optrekken, want dan kunnen we veel meer een vuist
maken richting de Verenigde Staten.
De voorzitter:
Gaat u verder, Minister.
Minister Klever:
De heer Boswijk vroeg of de heffingen van 20% op staal en aluminium die gisteren zijn
aangekondigd, cumulatief zijn. Het antwoord is nee. De tarieven op staal en aluminium
en die op auto's en auto-onderdelen zijn uitgezonderd van de nu extra aangekondigde
heffingen. Die zijn 25%; daar komt deze 20% niet bovenop.
Dan vroeg de heer Boswijk nog naar de herziening van de staalvrijwaringsmaatregelen;
die vraag heb ik net eigenlijk al beantwoord in de richting van de heer Ram.
Dan heb ik nog een vraag openstaan van mevrouw Hirsch. Die zou ik eigenlijk in de
tweede termijn beantwoorden, maar dat kan ik nu al doen. Zij vroeg naar de aansluiting
van de Omnibuswetgeving op die guiding principles omtrent de OESO. Die «zes stappen
van gepaste zorgvuldigheid» in de OESO-richtlijnen blijven een belangrijk onderdeel
van de Omnibuswetgeving. Tegelijkertijd maakt het kabinet ook een afweging met betrekking
tot regeldrukvermindering voor het Nederlandse bedrijfsleven. Waar mogelijk zet het
kabinet in op een betere aansluiting op die OESO-richtlijnen, bijvoorbeeld bij tier 1.
Ik heb ook al eerder gezegd dat het kabinet bekijkt of het daar verbeteringen in aan
kan brengen, in ieder geval met betrekking tot de onduidelijkheid daarover.
Dan waren er nog twee vragen van mevrouw Hirsch over samenwerken met andere landen
richting de VS. Even kijken ... Ik kan dit allemaal niet zo heel goed lezen! Nu er
vanuit de VS tarieven zijn opgelegd, gaan we uiteraard ook kijken naar een verbreding
van onze handelsrelaties en bekijken of we extra kunnen inzetten op andere handelspartners,
om zo onze handelsstromen te verleggen en minder afhankelijk te worden van de VS.
Daarnaast werken we in EU-verband natuurlijk met elkaar samen om die tarieven van
tafel te krijgen. Ik hoop dat dit enigszins een antwoord op de vraag van mevrouw Hirsch
is. Zo niet, dan zal ze het wel zeggen nu.
De voorzitter:
Nee hoor, ik heb geen interrupties meer. Ik laat het hier even bij. Bent u dan door
de beantwoording van de vragen heen? Dat is het geval. Dank u wel. Dank ook aan de
collega's voor het feit dat we nog ruim de tijd hebben voor onze tweede termijn. Ik
wil daarvoor als eerste het woord geven aan de heer Ceder.
De heer Ceder (ChristenUnie):
Voorzitter, dank u wel, ook voor het feit dat we in turbulente tijden dit gesprek ...
De voorzitter:
Sorry, meneer Ceder, even één seconde: ik geef iedereen nog anderhalve minuut spreektijd.
Dat is een derde van de ... Iedereen krijgt nu nog anderhalve minuut.
De heer Ceder (ChristenUnie):
Dank u wel, voorzitter. Het is een belangrijk debat. Het is ook belangrijk dat er
veel onderwerpen besproken worden de komende tijd. Wat betreft de tarieven is het
volgens mij belangrijk dat de Kamer de inzet van de Minister ook steunt. Daarover
zou ik ook een motie willen indienen. Ik zou dus een tweeminutendebat willen aanvragen.
Dan CSDDD. Ik heb de antwoorden van de Minister daarover beluisterd. Ik vraag me af
of de Minister kan toezeggen dat ze de inzet en de doelen, zoals we die ook in moties
hebben vastgelegd, overeind wil proberen te houden. Je moet dan uiteraard ook bekijken
waar de regelgeving minder zou kunnen. Maar het gaat erom dat datgene wat de Kamer
ook in meerderheid als wens heeft uitgesproken, nog wel echt de inzet is. Dat zou
ik graag willen horen.
Dan de Wet zorgplicht kinderarbeid, die al door de Tweede en Eerste Kamer is gekomen.
De Minister geeft aan dat die de CSDDD zou vervangen. Maar juist door de afzwakking
van de CSDDD – misschien komt er zelfs nog een verdere afzwakking – is deze wet nu
op een aantal punten strenger dan de wet rond de CSDDD. Kan deze dus ook als aanvulling
gelden? Mijn vraag is of de Minister dit herkent en daar in ieder geval naar zou willen
kijken. Het zou namelijk jammer zijn als wij ook op dat punt, waarover de Tweede en
de Eerste Kamer zich al hebben uitgesproken en waarvoor er al een wet ligt, een stap
terug gaan doen.
Dank u wel.
De voorzitter:
Dank u wel, meneer Ceder. Dan mevrouw Kamminga.
Mevrouw Kamminga (VVD):
Dank, voorzitter. Dank aan de Minister voor haar beantwoording. Mijn collega zei het
ook al: ik denk dat het goed is dat we zo eenduidig mogelijk – en dan heb ik het niet
alleen over Nederland, maar ook over de EU – opereren richting de VS. We moeten met
name bekijken wat we kunnen doen om tarieven op tarieven te voorkomen. Daarvoor moeten
we alles op alles zetten, want echt niemand wordt daar beter van.
Waar ik nog wel even specifiek aandacht voor wil vragen, zijn de indirecte gevolgen
van deze tarieven; die kwamen in de eerste termijn wat minder aan de orde. We hebben
het natuurlijk heel veel gehad over de directe impact. Dat is na gisteren ook logisch.
Maar ik denk dat heel veel bedrijven en ondernemingen wellicht ook de secundaire effecten
ervaren. Dan gaat het ook over het punt van het vestigingsklimaat. De VVD heeft zorgen
over het volgende: gaat dit er niet toe leiden dat bedrijven het gunstiger gaan vinden
om zich in de VS zelf te vestigen of om daar te gaan produceren? Ik ben wel nieuwsgierig
of de Minister bereid is om tijdens de Raad ook aandacht te vragen voor dat risico.
De voorzitter:
Dank u wel. Dan de heer Ram.
De heer Ram (PVV):
Dank u wel, voorzitter. De PVV blijft zich zorgen maken over de gevolgen van deze
handelsoorlog. Dan heb ik het met name over het feit dat de Nederlandse burger en
het Nederlandse bedrijfsleven niet worden gecompenseerd. Daar willen wij in het tweeminutendebat
ook een motie over indienen.
Een ander punt gaat over de verdere versimpeling van de CSDDD en de Omnibusregelingen.
Wij willen graag extra inzet op het verder versimpelen hiervan, verder dan wat de
Europese Unie nu voorstelt. Daarin zitten nog een aantal knelpunten. Daar zal ik in
het tweeminutendebat ook nog even op terugkomen.
De voorzitter:
Dan meneer Van Houwelingen.
De heer Van Houwelingen (FVD):
Veel dank voor de beantwoording. Wat Forum voor Democratie betreft zijn de sancties
die de Europese Unie wil opleggen aan Amerika zeker niet in het Nederlandse belang.
Ik begrijp helaas dat de Minister het sanctiepakket waar de Europese Unie waarschijnlijk
mee komt, gaat steunen. Dat betekent natuurlijk welvaartsverlies in Nederland. Juist
Nederland, dat veel handelt met de VS en ook een handelsoverschot heeft, zou er nu
veel beter aan doen om «bilateraal te gaan», om het zo maar te zeggen. Dat zien we
ook aan het Verenigd Koninkrijk, dat dit wel kan doen omdat het niet in de Europese
Unie zit. Die hebben heffingen van maar 10% opgelegd gekregen, terwijl wij straks
met heffingen van 20% te maken krijgen. Dat is een fantastisch voorbeeld waarin je
ziet dat het veel beter zou zijn als Nederland zijn eigen plan zou trekken. Sommige
landen binnen de Europese Unie doen dat ook. Hongarije is natuurlijk een bekend voorbeeld.
Wat ons betreft is dat heel duidelijk in het Nederlandse belang. Daarin zijn we het
dus niet eens met het kabinet. Het kabinet zegt: we moeten de Europese eenheid bewaken
en doen wat de Europese Unie wil. Dat vinden wij heel jammer. Daar willen wij in het
tweeminutendebat een motie over indienen. Daarin roepen we de regering op om de sancties
die er gaan komen vanuit de Europese Unie, niet te steunen.
Dank u wel.
De voorzitter:
Dank u wel. Dan mevrouw De Korte.
Mevrouw De Korte (NSC):
Dank u wel, voorzitter. Dank aan de Minister voor de beantwoording. Wij zijn heel
blij dat u samen met de EU optrekt in deze moeilijke tijden; we hebben elkaar hard
nodig. Dit zal veel impact hebben op alle sectoren in Nederland. Daar zullen we ook
een motie over indienen. Het zou ook mooi zijn als we de impact zouden kunnen vergelijken
met andere landen, zodat we ook weten of het ene land zwaarder getroffen wordt dan
het andere land. Daarnaast zullen we ook een motie indienen over de Chinese pakketjes
en de omzeiling met betrekking tot de handel, als steuntje in de rug voor de Minister.
Dank u wel.
De voorzitter:
Dank u wel. Dan kijk ik even naar mevrouw Kamminga. Wilt u streng zijn op mijn anderhalve
minuut spreektijd?
Voorzitter: Kamminga
De voorzitter:
Uiteraard. Ik geef u het woord, mevrouw Hirsch.
Mevrouw Hirsch (GroenLinks-PvdA):
Dank u wel. Heel veel dank aan de Minister voor de uitgebreide beantwoording van de
vragen. Wij zijn heel blij met de volledige steun voor een eensgezind Europa. Wij
vinden wel dat er een signaal moet worden afgegeven richting de landen die die eensgezindheid
wat ons betreft ondermijnen. Daar zullen wij in het tweeminutendebat ook een motie
voor indienen, specifiek ten aanzien van Hongarije.
Als laatste wil ik toch even duidelijk maken dat het mij echt zorgen baart hoe er
op dit moment over de CSDDD en de Omnibus wordt gesproken. Er worden voortdurend woorden
gebruikt die verdoezelen wat hier werkelijk aan de hand is. Wij zullen in de komende
debatten dan ook terug blijven komen op onze zorgen, namelijk dat deze Omnibusvoorstellen
echt ondermijnend zijn als het gaat over het werk van de afgelopen 50 jaar rond ketenverantwoording.
Dank u wel.
De voorzitter:
Dank.
Voorzitter: Hirsch
De voorzitter:
Heeft u behoefte aan een schorsing voor uw tweede termijn? Nee? Dan geef ik u het
woord, Minister.
Minister Klever:
Voorzitter. Er waren nog een paar vragen. De heer Ceder vraagt of ik mij er bij de
onderhandelingen over de CSDDD voor inzet om die regeldruk te verminderen, waarbij
de doelstelling blijft om zo veel mogelijk ... Nee, nou zeg ik het helemaal verkeerd.
Ik kan toezeggen dat ik mij ervoor inzet dat die CSDDD-wijzigingen regeldruk verminderen
en dat de oorspronkelijke doelstellingen zo veel mogelijk overeind zullen blijven.
Als ik het op die manier zeg, kan ik dit toezeggen.
De voorzitter:
Gaat u door.
Minister Klever:
Dan heeft de heer Ceder ook nog een vraag over de Wet zorgplicht kinderarbeid. Het
kabinet blijft voorstander van een brede, gepaste, Europese zorgvuldigheidsverplichting.
Dat is in het belang van een gelijk speelveld. Daar komt kinderarbeid ook in terug
als dat een risico is in de keten. Het gelijke speelveld vindt het kabinet dus ook
erg belangrijk. Maar die kinderarbeid komt daar dus in terug.
Mevrouw Kamminga vroeg aandacht voor de indirecte gevolgen van de tarieven. Ik ben
het met haar eens dat die er zeker zullen zijn. Het is alleen heel lastig om die in
kaart te brengen, omdat je ook niet weet of de handelsstromen zich gaan verleggen
of wat dan ook. Maar ik ben zeker bereid om die zorgen in de RBZ ook onder de aandacht
te brengen. Ik deel ook de zorgen over het vestigingsklimaat, over de kans dat Europese
bedrijven zich in de VS gaan vestigen. Ik ben ook bereid om die onder de aandacht
te brengen.
Verder zijn er een aantal moties aangekondigd en zijn er volgens mij geen vragen meer
gesteld.
De voorzitter:
Dat klopt. Dan ga ik nu naar de toezeggingen. Ik heb twee toezeggingen van de Minister.
– De Minister informeert de Kamer binnen enkele weken over de onderbouwing van de tarieven
van de Amerikaanse regering. Dat is een toezegging aan het lid Ram.
– De Minister doet navraag bij haar collega's van Infrastructuur en Waterstaat en van
Economische Zaken over de uitvoering van de motie-Boswijk c.s. over de afhankelijkheid
van China voor elektrische voertuigen en informeert de Kamer daarover in het verslag
van deze extra Raad Buitenlandse Zaken Handel. Dat is een toezegging aan meneer Boswijk.
Is dat akkoord? Ik zie dat meneer Ram een vraag heeft.
De heer Ram (PVV):
Volgens mij waren er twee toezeggingen aan mij. De ene ging over de doorrekening van
de economische gevolgen en de andere ging over de onderbouwing van waar Trump mee
kwam. Klopt dat?
De voorzitter:
Wij hebben alleen de toezegging over de onderbouwing genoteerd. Over de doorrekening
heeft de Minister wel iets gezegd, maar ik weet niet meer precies wat.
Minister Klever:
Die doorrekening komt ook naar de Kamer, dus dat is ook een toezegging.
De voorzitter:
Heeft u daar een tijdpad bij?
Minister Klever:
Enkele weken. Ja, het is een beetje afhankelijk van wanneer het CPB die doorrekening
klaar heeft. Maar zodra die klaar is, komt die naar de Kamer.
De voorzitter:
Kunnen we die verwachten voor het debat hierover? Dat lijkt mij logisch.
De heer Ram (PVV):
Het is een dringende oproep.
Minister Klever:
Het probleem is dat ik dat niet zelf in de hand heb, dus dat kan ik niet toezeggen.
De voorzitter:
Zijn we daar tevreden mee? Ja, oké. Het is wel een toezegging dat die naar ons toekomt.
Heel veel dank. Dan hebben we om 13.10 uur een tweeminutendebat, dus we zien elkaar
over een halfuur in de plenaire zaal. Ik sluit hierbij de vergadering.
Sluiting 12.38 uur.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
A. (Aukje) de Vries, voorzitter van de vaste commissie voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingshulp -
Mede ondertekenaar
E.A.M. Meijers, griffier
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.