Brief regering : Jaarlijks overzicht dossiers vertrouwensinspectie kinderopvang
31 322 Kinderopvang
Nr. 555
BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 16 mei 2025
De kinderopvang hoort een veilige plek te zijn, waar ouders hun kinderen met een gerust
hart heen brengen, zodat kinderen zich kunnen ontwikkelen en ouders kunnen participeren
in de arbeidsmarkt. Daarom zijn kwaliteit- en veiligheidseisen in wet- en regelgeving
opgenomen en is er toezicht (GGD) en handhaving (gemeente). Onderdeel van deze eisen
is de meld-, overleg- en aangifteplicht (MOA), die geldt bij een vermoeden van seksueel
misbruik of mishandeling van een opgevangen kind door een medewerker of gastouder
(artikel 1.51b van de Wet kinderopvang).
De meld-, overleg- en aangifteplicht
De meldplicht ligt bij medewerkers. Zij melden een vermoeden van seksueel misbruik
of mishandeling van een opgevangen kind door een medewerker of gastouder, bij de houder
van de kinderopvangorganisatie of het gastouderbureau. De houder van de kinderopvangorganisatie
of het gastouderbureau is dan verplicht om direct te overleggen met de vertrouwensinspecteurs
van de Inspectie van het Onderwijs (IvhO). De vertrouwensinspecteur overlegt met de
houder of er sprake is van een redelijk vermoeden van een mogelijk strafbaar feit
en adviseert of er aangifte moet worden gedaan. Als uit het overleg inderdaad een
redelijk vermoeden van een mogelijk strafbaar feit wordt vastgesteld, dan heeft de
houder een aangifteplicht. De vertrouwensinspecteurs zien erop toe dat de houder ook
daadwerkelijk aangifte doet.
Naast deze wettelijke verplichting kunnen ouders en andere professionals vrijblijvend
advies inwinnen bij de vertrouwensinspecteurs bij vermoedens van misbruik of mishandeling
tijdens de opvang.1 Ouders en andere professionals kunnen bij vermoedens uiteraard ook altijd direct
aangifte doen bij de politie.
Stijging totaal aantal dossiers, daling aangiftewaardige dossiers
Vandaag heeft de IvhO het jaarlijkse overzicht van het aantal dossiers in het kader
van de MOA gepubliceerd. In de bijlage bij deze brief treft u het Overzicht dossiers vertrouwensinspecteurs kinderopvang over de jaren 2022–2024 aan.
In 2024 bedroeg het aantal dossiers 373. Dit is een stijging van 102 dossiers ten
opzichte van 2023. In alle categorieën (seksueel misbruik, seksuele intimidatie, psychisch
geweld, fysiek geweld en discriminatie) is een toename in aantallen te zien.
De onverwijlde meld-, overleg-, en aangifteplicht geldt voor de categorieën seksueel
misbruik en mishandeling (subcategorie van fysiek geweld). Het aantal dossiers waarbij
de houder verplicht was om aangifte te doen, is ten opzichte van 2023 gelijk gebleven
voor seksueel misbruik (23) en gedaald voor mishandeling (22 in 2024, 37 in 2023).
Het is niet duidelijk of de stijging van het totaal aantal dossiers komt doordat het
aantal gevallen van misbruik en mishandeling is toegenomen, of doordat er grotere
bekendheid van de MOA en de vertrouwensinspectie is waardoor meer vermoedens gemeld
worden. Ik betreur elk geval van misbruik en mishandeling.
Bekendheid en kennis MOA
Het blijft belangrijk om de bekendheid van en de kennis over de MOA te vergroten.
Ik wil dan ook mijn waardering uitspreken voor recente initiatieven die hier aan bijdragen,
van sectororganisaties en toezichtspartijen.
Zo heeft de GGD GHOR Nederland de wetsartikelen die betrekking hebben op de MOA sinds
2024 extra duiding gegeven in de modelinspectierapporten. Tijdens de jaarlijkse bijeenkomst
over de MOA, georganiseerd door GGD GHOR Nederland en de IvhO, gaven toezichthouders
aan dat de aanpassingen in het modelrapport het toezicht meer ondersteunen en dat
het helpt om houders alert te houden op dit thema.
De IvhO heeft haar website over de vertrouwensinspectie vernieuwd. Informatie voor
de kinderopvang is nu apart gegroepeerd en staat los van informatie over het onderwijs.
Ook zet de IvhO komende jaren in op communicatie om bekendheid van de MOA te blijven
vergroten.
Daarnaast is de «Werkgroep Kindermishandeling» (een initiatief van Belangenvereniging
van Ouders in de Kinderopvang, Brancheorganisatie Kinderopvang en Branchevereniging
Maatschappelijke Kinderopvang) gestart met een traject om het protocol kindermishandeling
en grensoverschrijdend gedrag voor de kinderopvang te herzien. De werkgroep betrekt
hierbij aandachtsfunctionarissen en relevante organisaties. Dit handelingsprotocol
biedt de praktijk handvaten bij signalen van kindermishandeling of misbruik. Het kan
hierbij gaan over medewerkers op de kinderopvang (MOA), over vermoedens in de thuissituatie
of over seksueel grensoverschrijdend gedrag tussen kinderen onderling. Een herziening
van het protocol en de bijbehorende app brengt dit belangrijke onderwerp opnieuw onder
de aandacht bij de sector, wat ook de bekendheid van de MOA vergroot.
Samen blijven we ons inzetten voor een veilige kinderopvang.
De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,
J.N.J. Nobel
Indieners
-
Indiener
J.N.J. Nobel, staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid