Brief regering : Reactie op zienswijze Autoriteit Woningcorporaties inzake huurbevriezing
27 926 Huurbeleid
Nr. 392
BRIEF VAN DE MINISTER VAN VOLKSHUISVESTING EN RUIMTELIJKE ORDENING
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 15 mei 2025
Op vrijdag 9 mei heeft uw Kamer mij, op initiatief van het lid Welzijn (NSC), verzocht
om de Autoriteit Woningcorporaties (Aw) om een zienswijze te vragen over de bevriezing
van sociale huren in 2025 en 2026 zoals die in de voorjaarsnota is afgesproken. In
de bijlage treft u de zienswijze van Aw aan en mijn reactie daarop Ik ben de Aw erkentelijk
dat zij op deze korte termijn hun zienswijze hebben kunnen geven.
In haar zienswijze geeft Aw drie signalen af. Ten eerste signaleert de Aw dat de nationale
ambities voor woningbouw en verduurzaming niet langer haalbaar zijn vanwege het wegvallen
van een groot deel van de investeringscapaciteit van woningcorporaties. Ten tweede
constateert de Aw dat huurbevriezing ertoe zal leiden dat de wooncondities, met name
voor de huurders met de laagste inkomens, naar verwachting zullen verslechteren. Ten
derde signaleert de Aw dat stabiel en voorspelbaar beleid van de Rijksoverheid essentieel
is voor het realiseren van ambities en de investeringsbereidheid van de sector.
Ik herken de analyse en deel de zorgen die naar voren komen uit deze zienswijze. Op
dit moment werk ik de huurbevriezing uit en breng ik in kaart wat er voor nodig is
om de ambities op het vlak van woningbouw en verduurzaming uit het Regeerprogramma
(bijlage bij Kamerstuk 36 471, nr. 96) te kunnen blijven realiseren. Hieronder zal ik ingaan op de drie signalen die de
Aw afgeeft.
De nationale ambities zijn vanwege de huurbevriezing niet langer haalbaar
De Aw onderschrijft dat de voorgenomen huurbevriezing leidt tot een financieel tekort
van € 35 miljard op de voorgenomen € 110 miljard aan investeringen die in de Nationale
Prestatie Afspraken (NPA) werden afgesproken. De Aw constateert ook dat achter dit
gemiddelde tekort grote regionale verschillen schuilgaan. In een aantal regio’s is
minder dan de helft van de opgave nog haalbaar.
In lijn met eerdere berichtgeving van het Waarborgfonds Sociale Woningbouw (WSW) benadrukt
Aw dat circa 140 corporaties hun plannen voor de komende vijf jaar moeten terugschroeven.
Hun huidige begroting kan niet worden uitgevoerd binnen de financiële grenswaarden
van WSW en Aw. Dit betekent dat al op korte termijn investerings- en onderhoudsplannen
teruggeschroefd moeten worden. Voor ongeveer 60 corporaties geldt dat zij al de komende
twee jaar door de financiële grenzen dreigen te zakken. De Aw gaat in haar toezicht
extra aandacht aan deze corporaties besteden.
Hoe corporaties hun begroting weer passend maken laat zich lastig voorspellen. Corporaties
kunnen dit doen door het terugschroeven van nieuwbouw, verduurzaming en onderhoud
of door extra woningen te verkopen. Dit heeft belangrijke gevolgen voor de haalbaarheid
van de doelstellingen die eerder in de NPA op deze onderwerpen zijn gesteld. Volgens
de Aw zijn deze doelstellingen niet langer haalbaar. Het is dan ook noodzakelijk om
of de financiële condities te verbeteren of, zoals de Aw aangeeft, nieuwe afspraken
te maken met de sector over haalbare ambities.
Ik deel de analyse van de Aw dat de effecten van de huurbevriezing op de voorgenomen
investeringen – zonder een vorm van structurele compensatie – fors zullen zijn en
al de komende jaren zichtbaar gaan worden. Het zwaartepunt verwacht ik na 2026 omdat
voor deze jaren plannen makkelijker kunnen worden aangepast. Het is zorgelijk als
plannen worden geschrapt, dit zal in de toekomst leiden tot lagere nieuwbouwaantallen.
Het wegvallen van investeringen van corporaties raakt overigens ook gemengde projecten
waardoor ook uitval of vertraging van woningen van marktpartijen wordt verwacht.
Negatieve impact op wooncondities voor vooral oudere en goedkopere woningen
De Aw becijfert dat de huurbevriezing voor huurders grotendeels doet wat het beoogt.
De huren voor een grote groep dalen ten opzichte van de oorspronkelijke huurontwikkeling
en daarmee verbetert de betaalbaarheid. De huurbevriezing heeft het grootste effect
voor huurders in een sociale huurwoning die geen huurtoeslag ontvangen. Voor de groep
met huurtoeslag wordt het effect gedempt omdat zij tevens minder huurtoeslag ontvangen.
Tegelijkertijd signaleert de Aw dat de huurbevriezing ook voor zittende huurders negatieve
consequenties kan hebben, vooral als zij in een oudere en goedkopere woning wonen.
Omdat woningcorporaties hun investeringen in verduurzaming en onderhoudsuitgaven moeten
terugschroeven zal dit leiden tot verminderde wooncondities: een achteruitgang van
de staat van het onderhoud en het uitblijven van energiebesparende investeringen.
De Aw geeft aan dat oudere woningen van slechte kwaliteit hoofdzakelijk bewoond worden
door de huurders met de laagste inkomens.
Stabiel en voorspelbaar beleid essentieel voor realiseren doelen
De Aw signaleert dat de corporatiesector gebaat is bij voorspelbaar overheidsbeleid.
Wanneer beleid niet voorspelbaar is zullen woningcorporaties geneigd zijn extra financiële
buffers aan te houden om de gevolgen van onverwachte beleidsbeslissingen op te kunnen
vangen. Dat is onwenselijk omdat daarmee de investeringscapaciteit van de sector niet
volledig wordt benut.
Met het vaststellen van het Duurzaam Prestatiemodel eind vorig jaar is samen met Aedes,
Aw en WSW een raamwerk neergezet dat langere termijn zekerheid moet geven aan de sector
over het inzetten van investeringsruimte. Het Duurzaam Prestatiemodel vormde het financiële
kader voor de afspraken in de NPA. De huurbevriezing tast één van de doelen, zekerheid
op langere termijn, van het Duurzaam Prestatiemodel aan.
Ik neem dit mee in de verdere uitwerking van de huurbevriezing.
De Minister van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening, M.C.G. Keijzer
Indieners
-
Indiener
M.C.G. Keijzer, minister van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening