Brief regering : Reactie op het tweede nader gewijzigd amendement van het lid Joseph c.s. ter vervanging van nr. 17 over het waarborgen van zeggenschap bij interne collectieve waardeoverdracht (Kamerstuk 36578-27)
36 578 Wijziging van de Pensioenwet, de Wet op de loonbelasting 1964 en enige andere wetten in verband met de verlenging van de transitieperiode naar het nieuwe pensioenstelsel
Nr. 29
BRIEF VAN DE MINISTER VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 14 mei 2025
Uw Kamer heeft mij gevraagd om een schriftelijke reactie op het tweede nader gewijzigd
amendement van het lid Joseph c.s.1 Met deze brief kom ik hieraan tegemoet.
Het voorliggende amendement omvat een aantal technische aanpassingen die zien op de
uitvoerbaarheid van het amendement. Het beoogde doel van het amendement, namelijk
de introductie van het individueel bezwaarrecht dan wel referendum bij invaren, blijft
onveranderd. In de reactie op het nader gewijzigd amendement Joseph c.s. is het kabinetsstandpunt
uitvoerig toegelicht, onder meer over het belang om de collectiviteit van het stelsel
te borgen en om de voordelen van het nieuwe stelsel zo snel mogelijk voor alle deelnemers
te realiseren.2 Ook is hierin gewezen op de budgettaire gevolgen en risico’s. Het aangepaste amendement
leidt dan ook niet tot een ander kabinetsoordeel.
Daarnaast wordt in het voorliggende amendement verwezen naar de door mij genoemde
aanvullende wetgeving die noodzakelijk is om het amendement uitvoerbaar te maken voor
de pensioensector en de toezichthouders.3 Het amendement is op de volgende punten nog niet (volledig) aangevuld: punt 2 (wettelijk
kader rondom toedelen vermogen), punt 4 (keuze voor bezwaarrecht of referendum), punt
5 (aanpassen transitieplan en evenwichtigheid voor bezwaarmakers), punt 7 (voorschriften
voor informatieverstrekking en keuzebegeleiding) en punt 8 (voorwaarden transitie-ftk).
Daarmee blijft het tweede nader gewijzigd amendement op uitvoeringsaspecten onvoldoende
uitgewerkt.
Ik heb in mijn brief van 9 mei jl.4 aangegeven dat om de uitvoerbaarheid te waarborgen – gegeven de impact van de voorgestelde
wijziging – een zorgvuldiger wetgevingsproces noodzakelijk is.5 Hiervoor is tijd nodig voor consultatie van de pensioenuitvoerders en advisering
door sociale partners en toezichthouders.
Voor de wijziging is een nieuw advies door de Afdeling advisering van de Raad van
State nodig.6 Hieraan is met dit amendement niet voldaan. De verwachting van het benodigde tijdsbeslag
hiervoor blijft dan ook ongewijzigd.
De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,
Y.J. van Hijum
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
Y.J. van Hijum, minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid