Brief regering : Publieksversie Eindrapportage herijking studentenreisproduct 2023-2024
23 645 Openbaar vervoer
Nr. 835
BRIEF VAN DE MINISTER VAN ONDERWIJS, CULTUUR EN WETENSCHAP
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 11 februari 2025
Hierbij bied ik uw Kamer de publieksversie van het extra herijkingsonderzoek 2023–2024
voor het studentenreisproduct aan. Uit dit onderzoek is gebleken dat het reisgedrag
van studenten grotendeels gelijk is gebleven aan het herijkingsonderzoek 2022–2023.
Bij deze gelegenheid geef ik u tevens graag nadere toelichting over het studentenreisproduct
en de uitgaven van de overheid hieraan, en voorts over de rol van het herijkingsonderzoek.
Studentenreisproduct
Voor het studentenreisproduct heeft de Staat een privaatrechtelijke overeenkomst gesloten
met verenigingen van ov-bedrijven en NS. Deze overeenkomst geldt sinds 2010 voor onbepaalde
tijd. Het contract beschrijft de voorwaarden voor het studentenreisproduct, het type
vervoer dat gecontracteerd is binnen het studentenreisproduct en de vergoeding die
OCW jaarlijks aan de ov-bedrijven betaalt voor de geleverde diensten.
Uitgaven overheid voor het studentenreisproduct
De totale contractprijs, dus het bedrag dat OCW jaarlijks betaalt aan de ov-bedrijven,
wordt grofweg beïnvloed door twee factoren:
− Het aantal studenten met een geactiveerd studentenreisproduct (kaarthouders, q)
− De prijs per kaart (p)
Het aantal kaarthouders hangt af van het aantal studenten. Als er meer studenten studeren,
zijn er meer kaarthouders. Als er minder studenten studeren, zijn er minder kaarthouders.
Het aantal kaarthouders waar OCW de vergoeding over moet betalen, volgt daarmee de
ontwikkeling in de studentenaantallen op mbo-instellingen, hogescholen en universiteiten.
In het contract zijn afspraken gemaakt voor de prijs per kaart. Jaarlijks wordt de
kaartprijs geïndexeerd en een keer in de drie jaar wordt daarnaast via een herijkingsonderzoek
de prijs aangepast op basis van het daadwerkelijke reisgedrag. Ik licht dat hierna
toe. Het aantal kaarthouders maalde kaartprijs bepaalt de vergoeding van OCW aan de
ov-bedrijven voor het gebruik van het studentenreisproduct en daarmee het bedrag dat
studenten aan prestatiebeurs ontvangen voor hun studentenreisproduct.1
Herijkingsonderzoek studentenreisproduct: meten van het reisgedrag
Eens in de drie jaar laten OCW en de ov-bedrijven een zogenaamd herijkingsonderzoek
uitvoeren. Dit is een afspraak uit het eerdergenoemde contract. Hiermee wordt het
gemiddeld aantal gereisde kilometers per kaartcategorie berekend. Het aantal afgelegde
kilometers wordt op basis van OV-chipkaartdata gemeten. OCW en de OV-bedrijven laten
dit onderzoek uitvoeren door een onafhankelijk onderzoeksbureau. Wanneer de stijging
of daling van het aantal afgelegde kilometers significant is (≥5%), leidt dit tot
aanpassingen van de kaartprijs. Deze aanpassingen vinden plaats naast de reguliere
indexatie. Hiermee wordt geborgd dat de prijs per kaart overeenkomt met het objectief
gemeten reisgedrag van studenten.
Oorspronkelijk zou een herijkingsonderzoek plaatsvinden in de periode van 1 juli 2021
tot en met 30 juni 2022. Vanwege de toenmalige reisbeperkende coronamaatregelen heeft
OCW, op verzoek van de vervoerders, besloten de herijking uit te stellen, omdat het
herijkingsjaar in die periode aantoonbaar niet-representatief zou zijn. Immers, studenten
reisden zeer beperkt in die periode.
Die herijking werd daarom verschoven naar de periode 1 juli 2022 tot en met 30 juni
2023, waarin de coronabeperkende maatregelen reeds waren opgeheven.
Het herijkingsonderzoek 2022–2023 liet een substantieel veranderd reisgedrag van studenten
zien. Zij reisden minder dan in de periode daarvoor.2 Dat leidde tot een bijstelling van de contractvergoeding met ruim –200 miljoen euro
per jaar. In het licht van de motie-Bikker c.s. en motie-Krul c.s. heeft het kabinet-Rutte IV
toen besloten om de middelen die vrijvielen als gevolg van de herijking eenmalig aan
te wenden voor ondersteuning van het ov in 2024.3 Dit laat onverlet dat destijds de kaartprijzen voor het studentenreisproduct – conform
het contract – wel zijn verlaagd voor studenten. Voorts hebben OCW en de ov-contractpartners destijds afgesproken om een extra herijkingsonderzoek uit te voeren over
de periode 1 juli 2023 tot en met 1 juni 2024 met gevolgen voor de vergoeding per
1 januari 2025. Dat is het onderzoek dat u als bijlage bij deze brief aantreft. Daaruit
is gebleken dat het reisgedrag van studenten grotendeels hetzelfde is gebleven. Het
verwachte effect van de herijking op de vergoeding aan de vervoerders is een verlaging
van minder dan € 1 miljoen op een totaalomvang van het contract van meer dan € 1 miljard.
Vanaf 1 januari 2025 betaalt OCW dus een lagere vergoeding aan de ov-bedrijven. Het
prestatiebeursbedrag in 2025 voor het studentenreisproduct bedraagt 109,04 euro per
maand.
In 2025 vindt het volgende herijkingsonderzoek plaats. Op verzoek van de ov-bedrijven
wordt de periode van het volgende herijkingsonderzoek gewijzigd naar het kalenderjaar
2025 (in plaats van juli 2025–juni 2026). Op deze wijze kunnen de ov-bedrijven de
gevolgen van de herijking beter verwerken in hun bedrijfsvoering. De resultaten van
deze herijking worden verwerkt in de vergoeding per 1 januari 2027.
De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,
E.E.W. Bruins
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
E.E.W. Bruins, minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.