Brief regering : CBR kwartaalrapportage vierde kwartaal 2024 'corona-inhaalslag examens'
29 398 Maatregelen verkeersveiligheid
Nr. 1158
BRIEF VAN DE MINISTER VAN INFRASTRUCTUUR EN WATERSTAAT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 10 februari 2025
Hierbij ontvangt de Kamer de kwartaalrapportage «corona-inhaalslag examens» vierde
kwartaal 2024, inclusief de aanbiedingsbrief van het CBR. De Kamer ontvangt deze stukken
naar aanleiding van de toezegging gedaan in de Kamerbrief van 23 maart 20211.
De rapportage biedt inzicht in de aantallen afgenomen theorie- en praktijkexamens
en rijtesten, de actuele reserveringstermijnen voor een praktijk- en theorie-examen
en het slagingspercentage voor het praktijkexamen B (bijlage 2).
Ontwikkeling reserveringstermijnen praktijkexamens B
De reserveringstermijnen voor de praktijkexamens B stegen na de beëindiging van de
Corona-lockdowns en bereikten in april 2022 een piek met gemiddeld 22 weken. In de
jaren erna is over het algemeen een dalende trend te zien (los van de reguliere seizoensinvloeden).
Gemiddeld lagen de reserveringstermijnen in het najaar van 2024 op tussen de 7 en
de 9 weken. Dit is boven de reguliere key performance indicator (kpi) van 7 weken. Er zijn echter nog aanzienlijke verschillen tussen de 54 locaties
voor praktijkexamens. De reserveringstermijnen variëren van één week op sommige locaties
buiten de grote steden tot 17 weken op enkele locaties in de Randstad.
Tijdens de Corona-lockdowns konden er geen examens worden afgenomen. Hierdoor zijn
ruim 300.000 examenmomenten voor praktijkexamens niet doorgegaan. Ongeveer de helft
van deze achterstand is inmiddels ingelopen door de werving van nieuwe examinatoren,
overwerk en de inzet van gepensioneerden. Ondertussen blijft de (nieuwe) vraag naar
examens hoog, onder andere door de groei van de bevolking. Al deze maatregelen zijn
onvoldoende om binnen afzienbare tijd de reserveringstermijnen die op meerdere locaties
nog te lang zijn weer binnen de afgesproken kpi te krijgen.
Noodmaatregel schrappen tussentijdse toets tijdelijk ingezet.
Na het commissiedebat CBR op 28 november 2024 is de Kamer voor het tweeminutendebat
van 14 januari 2025 geïnformeerd over het voornemen de tussentijdse toets tijdelijk
niet aan te bieden gedurende een periode van maximaal één jaar. Met inachtneming van
de ingediende en aangenomen moties van dit debat2, gaat het tijdelijk schrappen per 1 april 2025 in. De Kamer ontvangt in juni de eerste
inzichten van de effecten van deze maatregel.
Blijvende inzet op werving examinatoren
Naast het tijdelijk niet aanbieden van de tussentijdse toets blijft het CBR maximaal
inzetten op werving van nieuwe examinatoren. Vanaf maart 2021 hebben 180 nieuwe examinatoren
met succes de opleiding afgerond en zijn inmiddels aan het werk. Er zijn echter ook
examinatoren die met pensioen gaan of het CBR verlaten voor een baan elders. Netto
stond de teller eind 2024 op 69 extra (nieuwe) examinatoren. In januari 2025 zijn
twee klassen met in totaal 25 examinatoren in opleiding gestart. Daarnaast gaat in
februari 2025 een klas met 11 examinatoren in opleiding starten. Op dit moment worden
kandidaten geworven voor de klassen die starten in april 2025 en september 2025.
Slagingspercentages blijven aandachtspunt
De slagingspercentages voor rijbewijs B fluctueren sinds september 2022 rond de 50–53%.
Eind 2024 kwam het percentage uit op 51,3%. Dit is slechts marginaal hoger dan voor
corona. Het CBR blijft oproepen tot het verbeteren van de slagingspercentages door
te investeren in een goede rijopleiding waar kandidaten goed worden voorbereid en
pas op examen komen als ze er ook echt klaar voor zijn. Dit heeft direct effect op
de reserveringstermijnen: één procent stijging van de slagingspercentages scheelt
bijna een week aan reserveringstermijn. In september 2023 is het CBR gestart met het
stimuleren van rijscholen om beter te presteren als het gaat om de slagingspercentages;
examens op zaterdag kunnen alleen door die rijscholen worden gereserveerd die een
slagingspercentage hebben voor het eerste B-examen boven de 30%. Het CBR heeft na
overleg met de branche deze ondergrens per 1 september 2024 verhoogd naar 40%.
Communicatie over reserveringstermijnen
Na de Corona-lockdowns zijn de verschillen in reserveringstermijnen per CBR-locatie
veranderd. Aan de ene kant zijn de verschillen per locatie groter geworden: in de
Randstad is de reserveringstermijn gestegen, in regio’s als Zeeland en Limburg juist
gedaald. Aan de andere kant zijn veel rijscholen meer vooruit gaan reserveren, waardoor
gedurende een langere periode examencapaciteit is volgeboekt. Dit brengt meer variatie
in reserveringstermijnen met zich mee. Hierdoor zegt een gemiddelde reserveringstermijn
minder over de daadwerkelijk door kandidaten ervaren reserveringstermijn. Daarom is
in de Kamerbrief van 10 januari 2025 aangegeven dat het CBR naast de gemiddelde termijn
ook anders gaat communiceren over de reserveringstermijnen. Deze communicatie wordt
toegevoegd aan de kwartaalrapportages.
Het CBR heeft in de begeleidende brief bij de vierde kwartaalrapportage 2024 een voorstel
gedaan op welke wijze zij dat voor zich ziet en aangegeven op zijn vroegst medio maart
hiermee te kunnen beginnen. Dit gelet op de impact van het schrappen van de tussentijdse
toets op de reserveringstermijnen. De verwachting van het CBR is namelijk dat in de
komende periode, als gevolg van het schrappen van de toets, er veel annuleringen en
wisselingen in het reserveringssysteem optreden waardoor de reserveringstermijnen
niet stabiel zijn en sterk fluctueren. Met de toezegging medio maart de communicatie
te hervatten wordt invulling gegeven aan de motie van het lid Heutink (Kamerstuk 29 398, nr. 1151).
Tot slot kan benadrukt worden dat Ministerie van IenW continu in gesprek is met het
CBR en de rijschoolbranche over de ontwikkelingen van de reserveringstermijnen. Samen
werken we aan het zo snel mogelijk weer op orde brengen van de reserveringstermijnen,
zodat iedereen die dat wil binnen afgesproken termijnen examen kan doen en het roze
pasje kan halen.
U blijft hierover eens per kwartaal een rapportage ontvangen. De volgende rapportage
ontvangt de Kamer in april 2025.
De Minister van Infrastructuur en Waterstaat,
B. Madlener
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
B. Madlener, minister van Infrastructuur en Waterstaat