Brief regering : Geannoteerde agenda Landbouw- en Visserijraad van 27 januari 2025
21 501-32 Landbouw- en Visserijraad
Nr. 1693
BRIEF VAN DE MINISTER VAN LANDBOUW, VISSERIJ, VOEDSELZEKERHEID EN NATUUR
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 15 januari 2025
Op 27 januari a.s. vindt de Landbouw- en Visserijraad (hierna: Raad) plaats in Brussel.
Met deze brief informeer ik de Kamer over de agenda en de Nederlandse inbreng. Ik
ben voornemens om deze vergadering bij te wonen.
Werkprogramma Pools voorzitterschap
Tijdens de Raad van 27 januari a.s. zal het Pools voorzitterschap, dat op 1 januari
is begonnen, zijn werkprogramma en prioriteiten op het gebied van landbouw en visserij
voor het komende half jaar presenteren. Ik zal de presentatie aanhoren.
Handelsgerelateerde landbouwvraagstukken
Dit agendapunt staat met enige regelmaat op de agenda van de Landbouw- en Visserijraad,
meest recentelijk op 21 en 22 oktober jl. (Kamerstuk 21 501-32, nr. 1679). Op het moment van schrijven is er nog geen achtergronddocument beschikbaar.
De Europese Commissie (hierna: Commissie) zal onder dit agendapunt naar verwachting
de Raad informeren over de stand van zaken van de werkzaamheden op het gebied van
de internationale handel in landbouwgoederen en lopende multilaterale onderhandelingen
(o.a. in het kader van de Wereldhandelsorganisatie (WTO)). Daarnaast zal de Commissie
een update geven over de stand van zaken van lopende en afgeronde bilaterale onderhandelingen
over handelsakkoorden. De Kamer wordt hierover geïnformeerd via de reguliere Voortgangsrapportage
Handelsakkoorden, die als bijlage wordt verzonden bij de geannoteerde agenda van de
(informele) Raad Buitenlandse Zaken Handel, meest recentelijk in november jl. (Kamerstuk
21 501-02, nr. 2957, bijlage).
Tijdens de Raad zal ik, net als in oktober vorig jaar (Kamerstukken 21 501-32, nr. 1679), aandacht vragen voor het anti-dumping-onderzoek naar varkensvleesproducten uit
de EU en het anti-subsidieonderzoek naar zuivelproducten uit de EU (kaas, melk en
room met meer dan 10% vetgehalte) die het Chinese Ministerie van Handel (MOFCOM) uitvoert.
Nederlandse producenten en exporteurs kunnen mogelijk door deze onderzoeken geraakt
worden.
Daarbij zal ik de Commissie wederom danken voor haar inzet in deze onderzoeken, waaronder
de coördinatie met lidstaten, de procesmatige ondersteuning van bedrijven, en de monitoring
van de onderzoeken op conformiteit met de regels van de Wereldhandelsorganisatie (WTO),
en zal ik de Commissie oproepen deze anti-dumping- en anti-subsidieonderzoeken nauwlettend
te blijven volgen.
De monitoring van de conformiteit van de onderzoeken door de Chinese overheid met
de regels van de WTO heeft ertoe geleid dat de Commissie op 23 september 2024 een
geschil is gestart bij de WTO over het anti-subsidieonderzoek naar zuivel (DS 6281). De Commissie is van oordeel dat het anti-subsidieonderzoek naar zuivel niet in
overeenstemming is met de WTO-regels. Dit geschil is in de eerste fase van de WTO-geschillenbeslechtingsprocedure,
namelijk consultatie tussen partijen. Daarnaast is de Commissie op 25 november 2024
een geschil gestart over de door China opgelegde voorlopige antidumpingrechten op
cognac uit de EU (DS6312). Ook dit geschil is in de consultatiefase. Het kabinet steunt de Commissie hierin
en blijft de WTO-geschillen nauwlettend volgen.
Met betrekking tot het op 6 december 2024 gepresenteerde onderhandelaarsakkoord tussen
de Commissie en Mercosur zal ik – conform de motie-Teunissen c.s. van 20 november
2024 (Kamerstuk 36 600 XVII, nr. 36)- het afwijzende standpunt van de Tweede Kamer in Brussel communiceren (Kamerstukken
31 985, nr. 85).
Noodzakelijke herziening van de prestatiegoedkeuringsprocedure en verdere vereenvoudiging
Tijdens dit agendapunt zal het voorzitterschap de Raad nader informeren over de herziening
van de prestatiegoedkeuringsprocedure, waarna een gedachtewisseling zal plaatsvinden.
Ik verwelkom de agendering van dit onderwerp omdat het verbeteren van het nieuwe prestatiemodel
van het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid (GLB) juist nu cruciaal is. We hebben ervaringen
opgedaan en moeten daar iets mee doen, enerzijds om de doelstellingen van het GLB
nog beter te kunnen behalen en anderzijds om administratieve en uitvoeringslasten,
waar mogelijk, te verlagen. Ik zal daarom in de Raad pleiten voor het spoedig wijzigen
van de basisverordening teneinde het nieuwe prestatiemodel te verbeteren door de jaarlijkse
prestatiegoedkeuring uit het prestatiemodel te schrappen. De jaarlijkse prestatiegoedkeuring
gaat gepaard met hoge uitvoeringslasten terwijl de toegevoegde waarde ervan voor de
zekerheid en het doelbereik van de GLB-uitgaven onvoldoende duidelijk is. Er is brede
consensus in de Raad dat deze problemen moeten worden geadresseerd. Ik zal pleiten
voor aanpassing van de basisverordening, omdat de aanpassingen die onlangs zijn gedaan
in de gedelegeerde handeling de problemen onvoldoende adresseren. Ik beschouw een
aanpassing van de basisverordening als een vereenvoudiging die echt een positieve
impact zal hebben, namelijk verlaging van uitvoeringslasten met behoud van doelbereik,
terwijl het GLB voor boeren en andere begunstigden stabiel blijft omdat de subsidievoorwaarden
niet wijzigen.
Verordening Grensoverschrijdende handhaving van oneerlijke handelspraktijken
Tijdens de Raad zal de Commissie het op 10 december jl. gepubliceerde voorstel gericht
op het verbeteren van grensoverschrijdend toezicht op oneerlijke handelspraktijken
presenteren.3 Dit voorstel is door de Commissie aangekondigd in maart 2024 in het non-paper «Position
of farmers in the food supply chain: next steps». Het voorstel voor deze verordening
Grensoverschrijdende handhaving van oneerlijke handelspraktijken is een aanvulling
op de Richtlijn oneerlijke handelspraktijken, en richt zich op de situatie waarin
een leverancier te maken krijgt met oneerlijke handelspraktijken door een afnemer
die niet in dezelfde lidstaat is gevestigd als de leverancier. Deze verordening biedt
een wettelijke grondslag voor de handhavende organisaties van verschillende lidstaten
om samen te werken en onderling informatie uit te wisselen. De Kamer zal nader over
dit Commissievoorstel worden geïnformeerd middels een BNC-fiche. Ik zal het voorstel
in de Raad verwelkomen.
Verordening tot wijziging van de Gemeenschappelijke Marktordening (GMO) ter versterking
van de positie van de boer in de keten
De Commissie zal een presentatie geven van het op 10 december jl. gepubliceerde verordeningsvoorstel
tot wijziging van de Gemeenschappelijke Marktordening,4 waarop aansluitend een korte eerste bespreking zal plaatsvinden. Het voorstel is,
net als het voorgaande voorstel inzake grensoverschrijdende handhaving oneerlijke
handelspraktijken, door de Commissie aangekondigd op 15 maart 2024 in het non-paper
over het versterken van de positie van boeren in de waardeketen (Kamerstuk 28 625, nr. 359). Het voorstel sluit tevens aan bij de aanbevelingen uit de Strategische Dialoog
over de toekomst van de landbouw in de EU.5 Het wijzigingsvoorstel heeft als doel i) de (onderhandelings-) positie van de boer
in de keten en het verdienvermogen te vergroten; en ii) het vertrouwen in de voedselvoorzieningsketen
te vergroten en voorziet o.a. in aangepaste bepalingen omtrent (schriftelijke) contracten
in de voedselproductieketen en erkenningsregels en samenwerkings- en steunmaatregelen
voor producentenorganisaties. Over dit Commissievoorstel zal de Kamer worden geïnformeerd
middels een BNC-fiche.
Ik zal in de Raad wederom steun uitspreken voor aangekondigde acties van de Commissie
in het non-paper over het versterken van de positie van boeren in de waardeketen en
het belang onderstrepen dat boeren een goed verdienvermogen moeten kunnen realiseren.
Tegelijkertijd zal ik aangeven dat de uitvoerbaarheid, handhaafbaarheid en betaalbaarheid
in het oog moeten worden gehouden bij de uitwerking van de voorstellen.
De Minister van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur, F.M. Wiersma
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
F.M. Wiersma, minister van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.