Brief regering : Reactie op verzoek commissie over vermogensgrens in de huurtoeslag
27 926 Huurbeleid
Nr. 388
BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN FINANCIËN
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 13 november 2024
Op 18 juni jl. heeft de vaste commissie voor Financiën verzocht om een reactie te
geven op een brief van de heer J.W.P. de P. van 14 augustus 2023. Deze brief betreft
grotendeels individuele casuïstiek. Zoals u bekend, kan ik niet ingaan op de specifieke
situatie van J.W.P. de P. Ik kan u echter wel een nadere toelichting geven op de vermogenstoets
in de huurtoeslag. Bijgaand treft u mijn reactie aan.
De brief gaat over het overschrijden van de vermogensgrens voor de huurtoeslag. Voor
het recht op huurtoeslag geldt een vermogenstoets met harde grenzen.1 Dit betekent dat men het volledige recht op huurtoeslag verliest wanneer het vermogen
boven een bepaald bedrag uitkomt. Dienst Toeslagen is daarbij op grond van de wet
gehouden aan het door de inspecteur vastgestelde vermogen als grondslag te nemen voor
de berekening van de huurtoeslag. Toeslagen zijn bedoeld om de financiële druk te
verlichten voor degenen met beperkte financiële draagkracht zodat men vitale voorzieningen,
zoals huur en zorg, kan betalen. Op grond van artikel 7 van de Algemene wet inkomensafhankelijke
regelingen (Awir) is het recht op toeslagen afhankelijk van de draagkracht van de
burger, waaronder het vermogen. Burgers met een relatief hoog vermogen worden geacht
over voldoende middelen te beschikken, waardoor het recht op een toeslag komt te vervallen.
Dat er huurtoeslag moet worden terugbetaald wanneer de vermogensgrens wordt overschreden,
is daarom een gevolg van de huidige wetssystematiek. Naar aanleiding van een andere
casus is hierover meermaals met uw Kamer gecorrespondeerd. Daarbij is aangegeven dat
de huidige wet- en regelgeving weinig ruimte biedt om in individuele situaties af
te wijken. Voor Dienst Toeslagen bestaat weliswaar de mogelijkheid om in bijzondere
omstandigheden een terugvordering te matigen, maar het enkele feit dat de wettelijke
vermogensgrens is overschreden is daarvoor onvoldoende. Ook is aangegeven dat de beperkte
mogelijkheden tot individueel maatwerk niet ongeclausuleerd kunnen worden toegepast.
In dit licht verwijs ik naar eerdere correspondentie hierover met uw Kamer2.
Het hanteren van vermogensgrenzen kan bij burgers het gevoel van onrechtvaardigheid
oproepen. Een bekend nadeel is dat het gebruik van de vermogensgrenzen als een strikt
alles-of-niets-criterium kan leiden tot terugvorderingen. Hoewel het probleem van
terugvorderingen bekend is, zijn er op dit moment geen concrete plannen om de vermogensgrens
in het huidige stelsel aan te passen. Wel wordt er gewerkt aan het verminderen van
hoge terugvorderingen. Dit vraagstuk speelt ook een rol in het bredere onderzoek naar
de hervorming van het toeslagenstelsel, zoals dat in het regeerprogramma is opgenomen.
De Staatssecretaris van Financiën,
N. Achahbar
Indieners
-
Indiener
N. Achahbar, staatssecretaris van Financiën