Brief regering : Verslag Raad Algemene Zaken d.d. 25 juni 2024
21 501-02 Raad Algemene Zaken en Raad Buitenlandse Zaken
Nr. 2916
BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 28 juni 2024
Hierbij bied ik u het verslag aan van de Raad Algemene Zaken van 25 juni 2024.
De Minister van Buitenlandse Zaken,
H.G.J. Bruins Slot
VERSLAG RAAD ALGEMENE ZAKEN VAN 25 juni 2024
Op 25 juni jl. vond de Raad Algemene Zaken (RAZ) plaats in Luxemburg. Op de agenda
stond het voorstel voor een richtlijn betreffende de transparantie van namens derde
landen uitgevoerde belangenbehartigingsactiviteiten (hierna: het transparantieregister),
de voorbereiding van de Europese Raad (ER) van 27–28 juni, en de artikel 7-procedure
aangaande de rechtsstaat in Hongarije. Tevens was er een tweetal AOB’s: over het voorgangsrapport
van het Belgisch voorzitterschap over de toekomst van de EU en over ongewenste buitenlandse
inmenging. Rondom de RAZ vonden Intergouvernementele Conferenties (IGC’s) plaats met
Montenegro, Oekraïne en Moldavië. De Minister van Buitenlandse Zaken nam deel aan
deze Raad en de IGC’s met Oekraïne en Moldavië. De IGC met Montenegro vond de volgende
dag in Brussel plaats, waarbij Nederland werd vertegenwoordigd door de Permanent Vertegenwoordiger
bij de EU.
Transparantieregister
De Raad besprak het voorstel voor een transparantieregister, als onderdeel van het
Defence of Democracy pakket, dat op 12 december jl. is gepubliceerd door de Commissie. De Commissie benadrukt
met dit pakket het belang van het tegengaan van buitenlandse inmenging. Het Belgisch
voorzitterschap deelde vooraf een notitie en vroeg lidstaten te reageren op de vraag
1) of de lidstaten de operationele conclusies over het voorstel zoals uiteengezet
in de notitie kunnen steunen en 2) of de waarborgen tegen stigmatisering van het maatschappelijk
middenveld voldoende zijn.
De meeste lidstaten waren kritisch over de reikwijdte, het harmonisatieniveau, de
administratieve last van het voorstel, en het risico op stigmatisering van het maatschappelijk
middenveld. Veel lidstaten hebben behoefte aan een scherpe definitie en objectieve
criteria. Ook Nederland uitte zich kritisch over het register zoals voorgesteld. Nederland
gaf aan twijfels te hebben over de effectiviteit, de reikwijdte en het harmonisatieniveau
van de voorgestelde maatregelen. Een aantal lidstaten, waaronder Nederland, pleitte
voor het uitvoeren van een nieuwe impact assessment. De lidstaten waren eensgezind dat stigmatisering van het maatschappelijk middenveld
voorkomen moet worden. De Commissie gaf aan een nieuwe impact assessment serieus te overwegen en met aanpassing van het voorstel te komen.
Voorbereiding ER
In voorbereiding op de Europese Raad (ER) sprak de RAZ onder andere over de voortdurende
Russische agressie tegen Oekraïne en de laatste ontwikkelingen in het Midden-Oosten
en Georgië. Voor deze buitenlandpolitieke onderwerpen verwijst het kabinet naar het
Verslag van de Raad Buitenlandse Zaken van 24 juni 2024 waar deze onderwerpen ook
zijn besproken.
Veiligheid en Defensie
Bij het agendapunt veiligheid en defensie ging in het bijzonder aandacht uit naar
de toegang tot financiering van de Europese defensie-industrie. De discussie tijdens
de ER zal verkennend van aard zijn. In plaats van de aangekondigde brief zal de Commissie
de financieringsopties mondeling toelichten tijdens de ER.
Concurrentievermogen
Ook heeft de RAZ in voorbereiding op de ER kort stilgestaan bij het versterken van
het Europese concurrentievermogen, inclusief de mogelijke vervolgstappen ten aanzien
van de kapitaalmarktunie.1
Overig
De RAZ stond kort stil bij migratie als onderdeel van de voorbereiding van de ER.
Ook ging de RAZ akkoord met het voorstel de werking van de Richtlijn Tijdelijke Bescherming
Oekraïners te verlengen tot en met 4 maart 2024. Dit voorstel lag als hamerpunt voor.
Uw Kamer is hier in het verslag van de JBZ-Raad van 13 en 14 juni jl. reeds over geïnformeerd.2
Volgende institutionele cyclus
Bij de bespreking van de Strategische Agenda, die de Europese Raad van 27–28 juni
zal vaststellen, was in de interventies van lidstaten aandacht voor onder meer financiën,
uitbreiding, cohesie, migratie en de groene transitie. Nederland heeft hierbij de
prioriteiten uitgedragen die het kabinet heeft vastgesteld voor de Strategische Agenda3 en tevens het non-paper uitgelicht dat Nederland met andere lidstaten opstelde over
betere regelgeving4. Tevens stond de RAZ kort stil bij de Toekomst van Europa, en de routekaart om het
voorbereidende werk aan EU-zijde voor toekomstige uitbreiding te structureren. Zie
verder onder «AOB Voortgangsrapport Voorzitterschap Toekomst van Europa».
Veiligheidsarrangement EU-Oekraïne
De RAZ ging akkoord met het veiligheidsarrangement tussen de EU en Oekraïne, dat als
hamerpunt voorlag. Deze zal en marge van de Europese Raad van 27–28 juni worden ondertekend.
Dit is een sterk signaal dat de EU de komende jaren achter Oekraïne zal blijven staan.
Uw Kamer is eerder geïnformeerd over inzet en voortgang van dit EU veiligheidsarrangement.5
Artikel 7-procedure Hongarije
De Raad hoorde Hongarije voor de zevende keer in het kader van de Artikel 7 procedure.
De hoorzitting betrof alle onderwerpen uit het met redenen omkleed voorstel dat het
Europese Parlement in 2018 uitbracht. De meeste aandacht ging uit naar de onderwerpen
corruptiebestrijding, mediavrijheid en -pluralisme, de vrijheid van vereniging, academische
vrijheid, de rechten van LHBTIQ+ personen in Hongarije en de naleving van uitspraken
van het EU-Hof en het EHRM door Hongarije.
Hongarije lichtte de stand van zaken toe in de Artikel 7 procedure en liet zich kritisch
uit over de procedure die in Hongaarse ogen wordt gepolitiseerd. Hongarije gaf aan
wel constructief aan de procedure deel te nemen en ging vervolgens in op de actuele
stand van zaken op de verschillende terreinen van zorg. In dat verband stond Hongarije
onder meer stil bij het functioneren van de nieuwe Integriteitsautoriteit, de nieuwe
anti-corruptiestrategie en de nieuwe soevereiniteitswet die beoogt om buitenlandse
inmenging tegen te gaan.
De Commissie gaf een kort overzicht van de recente ontwikkelingen in Hongarije sinds
de laatste stand van zaken bespreking op 15 november 2023 en een korte samenvatting
van de ontwikkelingen binnen het financiële instrumentarium. De Commissie erkende
de geboekte voortgang op het terrein van juridische onafhankelijkheid en benadrukte
dat Hongarije nog stappen moet nemen alvorens de nog opgeschorte middelen onder het
financiële instrumentarium kunnen worden vrijgegeven. Vervolgens ging de Commissie
onder meer in op haar besluit van 6 februari jl. om een inbreukprocedure te starten
tegen Hongarije vanwege de soevereiniteitswet.6 Ook wees de Commissie op de niet-naleving van Hongarije van arresten van het EU-Hof
en het EHRM, en noemde daarbij de op 13 juni jl. door het EU-Hof opgelegde boete en
dwangsom wegens het schenden van het EU-asielrecht.7 Ten slotte gaf de Commissie aan dat Hongarije nog geen stappen heeft genomen om de
problematiek rondom vrijheid van meningsuiting en mediavrijheid te adresseren. De
Commissie concludeerde gelet op het vorenstaande dat een groot deel van de zorgen
uit het met redenen omkleed voorstel nog altijd bestaan.
Tijdens de hoorzitting namen dertien lidstaten actief deel aan de discussie. Luxemburg
intervenieerde namens de Benelux, en lichtte er een aantal zorgen uit, waaronder de
druk op onafhankelijke media en op de rechten van LHBTIQ+ personen. De vragen van
de Benelux-landen waren gericht op de naleving van het bovengenoemde arrest over de
schending van het EU-asielrecht en de bescherming van minderheden. Hongarije ging
uitgebreid in op alle vragen van de lidstaten. Na afloop van de hoorzitting concludeerde
het voorzitterschap dat de Raad zich over de Artikel 7 procedure tegen Hongarije zal
blijven buigen.
AOB Buitenlandse inmenging
Litouwen lichtte een voorstel toe om te onderzoeken welke verschillende activiteiten
er binnen en tussen de EU-instellingen plaatsvinden op het gebied van aanpak van desinformatie
en strategische communicatie, in verband met de toegenomen dreigingen op het gebied
van Foreign Information Manipulation and Interference (hierna: FIMI). Dit onderzoek moet bijdragen aan het voorkomen van overlap, het identificeren
van hiaten in de aanpak, en het verbeteren van de coördinatie tussen de verschillende
activiteiten. De Commissie benadrukte dat het risico op het gebied van FIMI niet moet
worden onderschat, en gaf aan dat ook bestaande samenwerkingsnetwerken en het maatschappelijk
middenveld moeten worden betrokken bij het voorgestelde onderzoek.
Het voorstel werd breed gesteund door de overige EU-lidstaten, waaronder Nederland.
Enkele lidstaten benadrukten dat dit onderzoek breed moet worden aangevlogen, waarbij
ook hybride dreigingen, het maatschappelijk middenveld en activiteiten die buiten
de EU worden ondernomen, worden meegenomen. Ook werd benadrukt dat de democratische
weerbaarheid vaker geagendeerd zou moeten worden, bijvoorbeeld in de European Political Community (EPC) of de Raad Algemene Zaken.
AOB Voortgangsrapport Voorzitterschap Toekomst van Europa
Het Belgisch voorzitterschap presenteerde het voortgangsrapport over de Toekomst van
Europa.8 Dit met het oog op de routekaart, die de Europese Raad van 27–28 juni zal vaststellen.
Deze routekaart heeft tot doel om het voorbereidende werk aan EU-zijde voor toekomstige
uitbreiding te structureren. Op basis van bijeenkomsten gedurende het afgelopen half
jaar, stelt het voorzitterschap in het rapport voor om de discussie de komende tijd
te voeren langs vier hoofdthema’s: waarden, beleid, begroting en bestuur. Het rapport
werd door de Commissie en enkele lidstaten verwelkomd als een goede basis om het onderwerp
de komende tijd verder te brengen. Hongarije kondigde aan de discussie tijdens het
aankomend voorzitterschap voort te zetten.
Intergouvernementele Conferenties
Op 25 juni vonden de eerste IGC’s plaats met kandidaat-lidstaten Oekraïne en Moldavië.
Voor deze twee landen betekent dit het formele startschot van de toetredingsonderhandelingen,
nadat eerder beide landen de voor deze fase relevante stappen hebben gezet en voor
beide landen het onderhandelingsraamwerk door de Raad is vastgesteld. Op 26 juni vond
tevens de 16e IGC met kandidaat-lidstaat Montenegro plaats. Tijdens de IGC’s werd stilgestaan bij
de voortgang die de drie landen in de afgelopen periode hebben gemaakt, en de verwachtingen
die gepaard gaan met het verdere toetredingsproces, waarbij de centrale rol van de
Kopenhagencriteria en het voldoen aan de EU-standaarden over de volle reikwijdte van
het EU-acquis werd benadrukt. De drie genoemde kandidaat-lidstaten, die zich in verschillende fases
van het toetredingsproces bevinden, werden door verschillende lidstaten, waaronder
Nederland, opgeroepen werk te maken van de verdere hervormingen.
Kandidaat-lidstaten in Commissie rechtsstaatrapport 2024
In het rechtsstaattrapport van 2024 zal de Commissie voor het eerst landenhoofdstukken
opnemen over vier kandidaat-lidstaten (Albanië, Montenegro, Servië en Noord-Macedonië).
Publicatie van het Commissie rechtsstaatrapport volgt naar verwachting in juli 2024.9 Op 17 juni jl. besloot de Milieuraad dat de betrokken kandidaat-lidstaten éénmaal
per jaar voor een algemene gedachtewisseling over de rechtsstaat tijdens de Raad Algemene
Zaken worden uitgenodigd.10 Om geen afbreuk te doen aan de integriteit van de dialoog over de rechtsstaat tussen
de lidstaten, wordt voorzien in een afzonderlijke sessie tijdens de jaarlijkse horizontale
dialoog, en zullen kandidaat-lidstaten met de lidstaten spreken over de rechtsstatelijke
trends en ontwikkelingen in de betreffende kandidaat-lidstaten. Op deze manier kan
de Raad een bijdrage leveren aan het bewustzijn onder de kandidaat-lidstaten van EU-rechtsstaatverplichtingen,
en de kennis over elkaars rechtssystemen en het onderlinge vertrouwen vergroten. Voor
het toetredingsproces van de kandidaat-lidstaten blijven het jaarlijkse uitbreidingspakket
en de bijbehorende landenrapportages centraal staan.
Indieners
-
Indiener
H.G.J. Bruins Slot, minister van Buitenlandse Zaken