Brief regering : Schikkingskosten voor het verwijderen van gasaansluitingen
29 023 Voorzienings- en leveringszekerheid energie
Nr. 528
BRIEF VAN DE MINISTER VAN KLIMAAT EN GROENE GROEI
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 9 december 2024
Met deze brief informeert het kabinet de Kamer over een uitgave die in de tweede suppletoire
begroting van het Ministerie van Klimaat en Groene Groei is verwerkt, maar naar verwachting
tot besteding zal komen voorafgaand aan autorisatie van deze suppletoire begroting
door het parlement. Dit is in de ogen van het kabinet onvermijdelijk. Het heeft betrekking
op een schikking die de Autoriteit Consument en Markt (ACM) en de netbeheerders hebben
getroffen om een rechtszaak te voorkomen. Het gaat om een eenmalige uitgave.
In het Klimaatakkoord van 2019 zijn afspraken gemaakt over een duurzame transformatie
van de gebouwde omgeving, waarbij woningen «van het gas af gaan» en overgaan op andere,
duurzame energiebronnen. Wanneer een gebouw aardgasvrij is gemaakt, is het vanwege
de veiligheid nodig dat de gasaansluiting wordt verwijderd.1 Dit is de uitkomst van het onderzoek dat naar aanleiding van de motie van het lid
Yesilgöz-Zegerius c.s.2 is uitgevoerd naar veilige opties voor het langdurig buiten gebruik stellen van gasaansluitingen.
Het fysiek verwijderen van een gasaansluiting brengt kosten met zich mee. Op 12 maart
2019 heeft een ruime meerderheid van de Tweede Kamer de motie van het lid Van der
Lee3 aangenomen om de kosten voor het verwijderen van de gasaansluiting in gelijke mate
te verdelen over de huiseigenaar en de netbeheerder. Dit bleek uiteindelijk niet mogelijk,
omdat het tot teveel onduidelijkheid leidde.4 De Kamer is hier op 18 november 2020 over geïnformeerd.5 Om de onduidelijkheid weg te nemen, heeft het kabinet toen bepaald dat er geen eenmalige
verwijderkosten in rekening worden gebracht bij huiseigenaren voor het laten verwijderen
van de gasaansluiting.
Om dit te realiseren is ingegrepen op de verdeling van deze kosten via de nettarieven.
Daartoe is in de regeling «inzake tariefstructuren en voorwaarden gas» opgenomen dat
de kosten voor het verwijderen van gasaansluitingen voortaan worden opgenomen in het
tarief voor onderhoud en beheer van gasaansluitingen. Naar aanleiding van deze regeling
heeft de ACM de tariefstructuur gewijzigd via een wijziging van de tarievencode gas6 en hebben netbeheerders sinds 2 maart 2021 geen eenmalige kosten meer in rekening
gebracht voor het verwijderen van gasaansluitingen.
Het Hof van Justitie van de Europese Unie deed op 2 september 2021 uitspraak in een
zaak over de onafhankelijkheid van de Duitse energietoezichthouder, die ook gevolgen
had voor de hierboven geschetste gang van zaken in Nederland. Deze uitspraak geldt
met terugwerkende kracht. Volgens de uitspraak hadden regels omtrent nettarieven alleen
door de energietoezichthouder, in Nederland de ACM, mogen worden vastgesteld. Naar
aanleiding van een rechtszaak in Nederland oordeelde op 20 juni 2023 de hoogste rechter,
het College van Beroep voor het bedrijfsleven (CBb), dat de Minister de ministeriële
regeling niet zo had mogen treffen, de ACM de Minister niet op deze manier had mogen
volgen en het besluit zelfstandig had moeten motiveren. Het besluit van de ACM om
de tariefstructuur te wijzigen werd vernietigd.7 Het gevolg was dat de verwijderkosten met terugwerkende kracht niet meer in het nettarief
voor beheer en onderhoud van gasaansluitingen mochten worden opgenomen. De netbeheerders
konden de kosten ook niet met terugwerkende kracht via een eenmalig verwijdertarief
in rekening brengen bij de (ex)klanten.
De netbeheerders hebben vervolgens de ACM aansprakelijk gesteld voor de geleden schade.
Met de vernietiging van het besluit van de ACM door het CBb, de rechter in hoogste
instantie, staat de onrechtmatigheid van het besluit vast. De netbeheerders en ACM
zijn tot een schikking gekomen om een langdurige rechtszaak over het oorzakelijk verband
tussen het besluit en de omvang van de schade te voorkomen. De schikking is getroffen
voor € 89.044.741. Dit is een eenmalige uitgave van de ACM aan de netbeheerders. Het
kabinet voorziet in de benodigde middelen aangezien de ACM zelf onvoldoende middelen
heeft om deze kosten te dragen en omdat de schade samenhangt met een kabinetsbesluit
om te sturen op de verdeling van de kosten. De schikking heeft betrekking op aanvragen
in de periode tot 1 februari 2024.
Per 1 februari 2024 is er een aangepaste werkwijze8 voor het verwijderen van gasaansluitingen waarbij de (voormalig) netgebruiker aangeeft
geen gas meer te willen gebruiken en de netbeheerder er zorg voor draagt dat de gasaansluiting
in het kader van de veiligheid wordt verwijderd. De kosten die netbeheerders daarbij
maken, worden uit de transporttarieven betaald, net als alle andere kosten voor het
beheer van het gasnet. Dit tarief wordt in rekening gebracht bij alle gebruikers van
het gasnet. Wanneer iemand de gasaansluiting op een bepaalde datum wil laten verwijderen,
dan kan daarvoor een verzoek ingediend worden bij de netbeheerder. Omdat de werkzaamheden
dan op verzoek van de consument uitgevoerd worden, moet de aanvrager daar wel voor
betalen.
De Minister van Klimaat en Groene Groei, S.Th.M. Hermans
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
S.T.M. Hermans, minister van Klimaat en Groene Groei