Brief regering : Inspanningen van het kabinet gericht op het rapport van de Commissie sociaal minimum Caribisch Nederland
36 600 IV Vaststelling van de begrotingsstaten van Koninkrijksrelaties (IV) en het BES-fonds (H) voor het jaar 2025
Nr. 30
BRIEF VAN DE STAATSSECRETARISSEN VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID EN VAN BINNENLANDSE
ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 6 december 2024
De Commissie sociaal minimum Caribisch Nederland (hierna de Commissie) heeft op 6 oktober
2023 haar rapport «Een waardig bestaan: Een sociaal minimum dat voorziet in toenemend
perspectief op zelfredzaamheid»1 gepubliceerd. De kern van het advies van de Commissie bestaat uit het verhogen van
de inkomens en het verlagen van de kosten van levensonderhoud. Om dit te bereiken
brengt de Commissie nadrukkelijk naar voren dat een betere samenwerking tussen de
openbare lichamen, het Rijk en andere organisaties van essentieel belang is.
Daarnaast heeft de Nationale ombudsman in zijn rapport «De eindjes aan elkaar knopen»,
dat gepubliceerd is op 23 november 2023, ook aanbevelingen gedaan rondom de situatie
van mensen in armoede in Caribisch Nederland. Daarin benadrukt hij dat de problemen
die mensen ervaren verder gaan dan alleen geldproblemen. Het gaat ook om huisvesting,
onderwijs en zorg.
Naar aanleiding van de adviezen van de Commissie is in 2024 een belangrijke extra
impuls gegeven aan het verbeteren van bestaanszekerheid. Deze maatregelen zijn door
het vorige kabinet toegelicht in de eerste reactie van 2 februari 2024.2 In deze tweede reactie zet dit kabinet de visie ten aanzien van de bestaanszekerheid
op Bonaire, Sint Eustatius en Saba uiteen. Met deze kabinetsreactie geeft het kabinet
uitvoering aan de toezegging om voor het eind van 2024 met een vervolgreactie te komen3 en geeft zij een reactie op de aanbevelingen van de Nationale ombudsman.
Het kabinet zet zich, zoals vastgelegd in het regeerprogramma, in om de bestaanszekerheid
en de voorzieningen op Bonaire, Sint Eustatius en Saba te verbeteren en de eilanden
op basis van het principe van «comply or explain» een gelijkwaardig deel van Nederland
te laten zijn. Daarbij heeft het kabinet er oog voor dat bestaanszekerheid meer is
dan het in balans brengen van inkomen en kosten van levensonderhoud. Het gaat ook
over zelfredzaamheid en een goede toegang tot passende ondersteuning, onderwijs en
zorg.
Dit kabinet wil een vangnet bieden voor diegene die dit zelf niet kunnen én ervoor
zorgen dat het leven en ondernemen betaalbaar is. Daarom werken we samen met de eilanden
en andere (sociale) partners aan doenlijk beleid dat dit ondersteunt. Dat wil zeggen
dat we aandacht hebben voor de acties die ons beleid vraagt van de groep voor wie
het bedoeld is, en hoe die samenhangen met de situatie waar mensen in zitten, en wat
dit betekent voor hun doenvermogen. Ook werkt het kabinet aan het vergroten van de
zelfredzaamheid van inwoners door in te zetten op de middellange en lange termijn.
Denk hierbij bijvoorbeeld aan de investering in de haven van Saba en de subsidies
voor landbouw- en wegenbouwprojecten. De effecten van dit soort investeringen zijn
niet direct merkbaar in de portemonnee van de burger, maar geven wel een belangrijke
extra impuls aan de economische ontwikkeling en dragen uiteindelijk bij aan de zelfredzaamheid
van de inwoners van Bonaire, Sint Eustatius en Saba.
De afgelopen jaren is een aantal maatregelen genomen om bestaanszekerheid te verbeteren.
Met name in 2024 zijn grote stappen gezet door het wettelijk minimumloon in twee stappen
te verhogen, zodat werknemers op Bonaire, Sint Eustatius en Saba met een fulltime
baan per 1 juli 2024 tenminste $ 1.750 per maand verdienen. Ook de uitkeringen op
grond van de Wet algemene ouderdomsverzekering BES (AOV), de onderstand en de Wet
algemene weduwen- en wezenverzekering BES (AWW) zijn verhoogd. Stapsgewijs werken
we eraan om het sociale zekerheidsstelsel naar een gelijkwaardiger niveau ten opzichte
van Europees Nederland te krijgen. Een voorbeeld hiervan is het recente wetsvoorstel
Wijzigingswet SZW-wetten BES 2024 (hierna: Wijzigingswet).4 Met deze Wijzigingswet werken we aan modernisering op het gebied van de sociale zekerheid.
Daarnaast wordt ingezet op het verlagen van de kosten van levensonderhoud op Bonaire,
Sint Eustatius en Saba. Voor de lange termijn zijn de eilanden gebaat bij investeringen
die structureel bijdragen aan het verlagen of stabiliseren van de kosten van levensonderhoud.
Dit betreft onder andere de inzet op (sociale) woningbouw op alle drie de eilanden,
de introductie van een vorm van openbaar vervoer, verduurzaming van de energievoorziening
en een gezamenlijke inzet van het Rijk en de eilanden om meer grip te krijgen op de
prijsontwikkelingen van onder andere levensmiddelen en kosten van ondernemen. De effecten
van deze duurzame investeringen zijn niet direct voelbaar. In aanloop ernaartoe zijn
daarom subsidies ingezet voor onder andere nutsvoorzieningen en huurlastenverlichting.
In 2023 was reeds een aantal tijdelijke koopkrachtmaatregelen genomen, zoals de energietoelage
en de extra subsidies op de nutsvoorzieningen. Deze tijdelijke maatregelen lopen na
2024 af.
Het kabinet heeft in deze kabinetsperiode, naast structurele middelen van € 2 miljoen
voor de armoede- en schuldenaanpak, ook € 9,5 miljoen5 structureel gereserveerd voor het versterken van de bestaanszekerheid op Bonaire,
Sint Eustatius en Saba. Het is de bedoeling om deze middelen in lijn met de aanbevelingen
van de Commissie te gebruiken voor de integrale aanpak van bestaanszekerheid.
Onder andere door de koopkracht van zowel gezinnen met kinderen als minima- en middeninkomens
te versterken. Het kabinet werkt daarbij aan het ontwikkelen van specifieke, gerichte,
inkomensafhankelijke maatregelen. De uitwerking hiervan wordt voor de zomer van 2025
door de Staatssecretarissen van Participatie en Integratie en Digitalisering en Koninkrijksrelaties
met de Kamer gedeeld.
Het rapport geeft aan dat het verbeteren van bestaanszekerheid een taak is van eilanden
en het Rijk samen. Deze kabinetsreactie richt zich vooral op de maatregelen van de
ministeries. Ook treedt het kabinet in overleg met de eilandbesturen van Bonaire,
Sint Eustatius en Saba om samen, vanuit ieders verantwoordelijk, de bestaanszekerheid
te verbeteren.
Tijdens het debat met uw Kamer over de begrotingsstaten van Koninkrijksrelaties (IV)
en het BES-fonds (H) voor het jaar 20256 op 22 en 23 oktober 2024 is een aantal moties ingediend die zien op de aanbevelingen
van de Commissie. Dit betreft de moties met Kamerstuk 36 600 IV, nrs. 11, 12, 14 en 17. Uw Kamer heeft deze moties aangenomen. Hiertoe een korte reflectie op de moties:
– Het lid White c.s. diende een motie in (Kamerstuk 36 600 IV, nr. 11) die de regering verzoekt om bij de kabinetsreactie op het rapport van de commissie
Thodé met een concreet plan van aanpak inclusief tijdlijn te komen hoe de aanbevelingen
uit worden gevoerd. Het lid White c.s. diende ook een motie in (Kamerstuk 36 600 IV, nr. 12) die de regering verzoekt om in samenspraak met de eilanden te inventariseren wat
nodig is om tot een OV-netwerk in Caribisch Nederland te komen en hierbij de aanbevelingen
uit het rapport «Een waardig bestaan» te betrekken en de Kamer hierover voor de voorjaarsnota
te informeren. Met deze kabinetsreactie geven we gehoor aan beide verzoeken. Hier
zal uw Kamer voor de zomer van 2025 middels de eerste voortgangsbrief over worden
geïnformeerd.
– Het lid White c.s. diende tevens een motie in (Kamerstuk 36 600 IV, nr. 14) die de regering verzoekt om in samenspraak met de eilanden te komen met een plan
van aanpak om het onderwijs en de voor- en naschoolse opvang te verbeteren. Uw Kamer
wordt hierover geïnformeerd via het programma BES(t) 4 Kids, de Wet Kinderopvang BES
en de onderwijsagenda.
– Het lid Bamenga c.s. diende een motie in (Kamerstuk 36 600 IV, nr. 17) die de regering verzoekt om jaarlijks een voorgangsrapportage op te stellen over
het sociaal minimum inclusief de adviezen daarover van de commissie Thodé en om voortaan
bij ieder vierjaarlijks onderzoek naar het sociaal minimum in Europees Nederland ook
onderzoek te doen naar het sociaal minimum in Caribisch Nederland. Zoals aangegeven
zal het kabinet uw Kamer de komende jaren jaarlijks informeren over de integrale aanpak
op bestaanszekerheid voor Bonaire, Sint Eustatius en Saba. Tevens worden Bonaire,
Sint Eustatius en Saba voortaan meegenomen in het vierjaarlijkse onderzoek naar het
sociaal minimum in Europees Nederland. Dit betekent dat u Kamer eind 2025 een eerste
brief over de voortgang zal ontvangen.
In deze brief wordt ingegaan op de belangrijkste thema’s uit het rapport, namelijk:
I) het verhogen van het besteedbaar inkomen, II) het verlagen van de kosten van levensonderhoud,
en III) flankerend beleid dat nodig is voor een integrale aanpak. Bij I) verhogen
van het besteedbaar inkomen staan we stil bij wat het kabinet doet om ervoor te zorgen
dat de effecten van genomen maatregelen op de economie en arbeidsmarkt goed gemonitord
worden. Onder II) verlagen van kosten levensonderhoud zetten we per uitgavenpost uiteen
welke maatregelen getroffen worden om de kosten voor inwoners te verlagen. Dit betreft
de kosten voor woonlasten, nutsvoorzieningen, transport en kinderopvang, zoals ook
aangemerkt door de Commissie. Tevens besteden we aandacht aan het mededingings- en
prijsbeleid. In deze paragraaf worden maatregelen voor de korte termijn genoemd, maar
ook belangrijke maatregelen voor de middellange en lange termijn. Bij III) flankerend
beleid: investeren in integrale aanpak schetsen we maatregelen die voorwaardelijk
zijn voor een integrale doorontwikkeling van het sociaal domein. Denk hierbij aan
het sociale zekerheidsstelsel, beleid voor mensen met een beperking, en de lokale
integrale bestaanszekerheidsprogramma’s op Bonaire, Sint Eustatius en Saba. Ook staan
we stil bij een meer integrale overheidsdienstverlening, digitale ontwikkelingen en
de aansturing en uitvoering van de integrale aanpak.
I. Verhogen van het besteedbaar inkomen
Het wettelijk minimumloon (WML) en de minimumuitkeringen worden per 1 januari 2025
volgens de vaste systematiek geïndexeerd op basis van de ontwikkeling van het consumentenprijsindexcijfer
over het derde kwartaal. Er volgt daarnaast nu geen verdere beleidsmatige verhoging
van het loon en de uitkeringen.
In aanvulling op de verhoging van het WML wordt voorgesteld de belastingvrije som
aan het niveau van het WML te koppelen. Conform het amendement Grinwis7, ingediend op 12 november bij het Belastingplan BES 2025, wordt de koppeling op zijn
vroegst per 2026 ingevoerd. De motie Ceder (Kamerstuk 36 600 XV, nr. 79), aangenomen in de begrotingsbehandeling SZW, verzoekt om een novelle die ertoe strekt
het uitstel van de betreffende maatregelen terug te draaien waardoor de maatregelen
alsnog op 1 januari 2025 in werking treden. Op 17 december 2024 wordt hierover in
het volledige pakket Belastingplan gestemd in de Eerste Kamer.
Inkomensafhankelijke kindregeling
Er is momenteel geen kindgebonden budget in Bonaire, Sint Eustatius en Saba. Naar
aanleiding van een toezegging van de voormalig Minister voor Armoede, Participatie
en Pensioenen, wordt verkend of een inkomensafhankelijke kindregeling kan worden geïntroduceerd.
Lokale omstandigheden zijn van significant belang in de verkenning die momenteel wordt
uitgevoerd. Er wordt daarbij rekening gehouden met de uitvoeringskracht, de schaalgrootte
en de culturele context op de eilanden.
Monitoring effecten op economie en arbeidsmarkt
Het kabinet neemt de geuite zorgen op Bonaire, Sint Eustatius en Saba over de eventuele
neveneffecten voor economie en arbeidsmarkt als gevolg van de forse verhogingen van
het minimumloon die over 2024 hebben plaatsgevonden serieus. In de Kamerbrief van
2 februari 2024 (Kamerstuk 36 410 IV, nr. 43) is gewezen op het belang van goede monitoring. Daarom is het Centraal Bureau voor
de Statistiek (CBS) gevraagd om een economische monitor op te stellen van de economie
van Bonaire, Sint Eustatius en Saba. Gevraagd is om onder andere cijfers over de arbeidsmarkt,
prijsstijgingen, inkomens en inflatie mee te nemen. Hiertoe wordt een nulmeting uitgevoerd,
die periodiek wordt herhaald. Het CBS verwacht de economische monitor op 4 december
te publiceren. Het kabinet zal de monitor voor het debat over het sociaal minimum
Caribisch Nederland aan de Kamer toezenden. Ook voert het CBS op verzoek van SZW een
onderzoek uit naar het aandeel van de lonen in de bedrijfslasten en winstgevendheid
van bedrijven, beide uitgesplitst naar bedrijfstak. Dit is een haalbaarheidsstudie
die zich voor nu focust op Bonaire met de intentie voor eveneens een uitrol op Saba
en Sint Eustatius. De resultaten worden eind dit jaar verwacht. De resultaten van
deze monitor en het onderzoek worden meegenomen om te kijken waar aanpassingen nodig
zijn in beleid en maatregelen. In algemene zin moet daarbij de volgende kanttekening
worden geplaatst. In december zijn nog niet alle data beschikbaar. Het is daarom nog
niet mogelijk om dan al iets te zeggen over de effecten van de minimumloonsverhogingen
in 2024. Deze inzichten worden bij volgende versies van de monitor betrokken.
Daarnaast voert OCW het meerjarig, koninkrijksbrede programma Strategic Education
Alliance (SEA) uit dat zich richt op het vergroten van het studentsucces van Caribische
studenten. Door middel van het verstrekken van Koninkrijksbeurzen voor uitwisseling
van leerlingen en studenten binnen het koninkrijk, het versterken van het Caribische
onderwijs door samenwerkingen tussen Caribische en Europees Nederlandse onderwijstellingen
en het uitvoeren van arbeidsmarktanalyses wordt door SEA de mogelijkheden voor Caribische
studenten vergroot en de aansluiting van het onderwijs op de arbeidsmarkt verbeterd.
Binnen SEA wordt onder andere het Caribbean Academic Foundation Year (CAFY) gerealiseerd
voor leerlingen en studenten, waarmee zij beter voorbereid doorstromen naar het vervolgonderwijs
op het eiland, in de nabije Caribische regio of daarbuiten. Daarnaast wordt een Caribisch
alumninetwerk opgezet om contact te onderhouden met Caribische studenten, afgestudeerden
en young professionals om hen in het kader van braingain te informeren over eventuele
terugkeer naar de eilanden. Een aantal kennisinstellingen zijn in september jl. bijeengekomen
met de Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen (KNAW) en de Nederlandse
Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek (NWO) om hun samenwerking op onderwijs,
onderzoek en wetenschap verder op te bouwen en te intensiveren, onder meer door het
ontwikkelen van gezamenlijke onderwijsprogramma’s8.
Integrale afweging koopkracht
Het is wenselijk dat verschillende maatregelen ten aanzien van koopkracht voor mensen
op Bonaire, Sint Eustatius en Saba op elkaar worden afgestemd. Doordat er geen raming
van inflatie en lonen voor Bonaire, Sint Eustatius en Saba beschikbaar is, ontbreekt
een prognose van de koopkrachtcijfers. Daarnaast ontbreken onder andere belangrijke
data van inkomensgegevens.
Het kabinet is ervan overtuigd dat het – ook met deze verschillen – mogelijk moet
zijn om koopkrachtmaatregelen beter op elkaar af te stemmen. Het is wenselijk om voor
Caribisch Nederland een vast integraal besluitvormingsmoment te hebben over de koopkracht
in Bonaire, Sint Eustatius en Saba. Het kabinet beziet hoe dit verder vormgegeven
kan worden. Hierin wordt op het terrein van onder meer inkomens, kosten van levensonderhoud
en fiscale maatregelen een afzonderlijke afweging gemaakt voor Caribisch Nederland.
Voor het effectief benutten van het integraal besluitvormingsmoment, zijn goede data
essentieel. Hoewel prognoses over lonen en prijzen vooralsnog ontbreken, kan data
die bij departementen en het CBS beschikbaar zijn (bijvoorbeeld: realisatie opbrengst
rijksbelastingen, maatregelen aan de inkomenskant, subsidies op nutsvoorzieningen)
hieraan bijdragen.
II. Verlagen kosten van levensonderhoud
De Commissie doet de aanbeveling om naast het verhogen van de inkomens, ook structureel
de kosten van levensonderhoud en ondernemen te verlagen om inwoners van het Caribisch
deel van Nederland te ondersteunen. Ook de Nationale ombudsman doet aanbevelingen
rondom hoge particuliere huren en huurbescherming en het belang van openbaar vervoer9. Wonen, vervoer en nutsvoorzieningen zijn samen met levensmiddelen de belangrijkste
uitgavenposten voor inwoners van Bonaire, Sint Eustatius en Saba. Er is al een aantal
structurele stappen gezet aan de kostenkant, zoals subsidies uit de CN-envelop voor
nutsvoorzieningen. Daarnaast worden de kostenposten voor openbaar vervoer en wonen
structureel aangepakt. Deze investeringen vergen echter tijd voordat de kostenverlaging
merkbaar wordt voor de inwoners en hun bestaanszekerheid verbetert. Een aantal kostenverlagende
tijdelijke maatregelen van het koopkrachtpakket uit 2023 loopt in 2025 af. Hierdoor
stijgen meerdere kosten van levensonderhoud begin 2025. Hieronder worden per kostensoort
de verschillende kostenverlagende maatregelen beschreven.
Woonlasten
We werken toe naar een situatie waarin iedereen kan wonen in een woning die past bij
het inkomen, de levensfase of de huishoudsamenstelling. Hiertoe zijn met elk eiland
afspraken gemaakt over het aantal te bouwen woningen in de periode van nu tot en met
2030.
• Op Bonaire is in de Woondeal de bouw van ruim 2.100 woningen vastgelegd. Dit betreft
sociale huur, middenhuur en betaalbare koop.
• Op Sint Eustatius is in een Letter of Intent een bouwopgave van 50 sociale huurwoningen
vastgelegd. Daarnaast is afgesproken dat er 100 bestaande sociale huurwoningen worden
gerenoveerd. Deze maatregel maakt onderdeel uit van de voorjaarsbesluitvorming.
• Voor Saba is in een Letter of Intent afgesproken dat 50 betaalbare woningen gebouwd
gaan worden. Na 2030 zal hiermee naar verwachting voor een aanzienlijk deel in de
vraag naar betaalbare woningen voorzien zijn en is een grote stap gezet richting de
situatie waarin iedereen woont in een woning die past bij het inkomen, levensfase
of huishoudsamenstelling. Ook deze maatregel maakt onderdeel uit van de voorjaarsbesluitvorming.
Bouwen kost tijd en daarom is vraag en aanbod niet direct in een betere balans gebracht.
Het bouwen van woningen is daarom niet het enige dat moet gebeuren. Zolang er nog
niet voldoende sociale huurwoningen gebouwd zijn, is voor mensen met een kleine portemonnee
die moeten huren in de particuliere huursector huurlastenverlichting nodig. Op Bonaire
loopt hiervoor de pilot Bijdrage Particuliere Verhuur (BPV): een vorm van huurlastenverlichting
waarbij huurders een inkomensafhankelijke eigen bijdrage betalen aan de huur. Voor
Saba en Sint Eustatius wordt verkend welke ondersteuning in de particuliere huursector
passend zou zijn. De BPV heeft een semi-structureel karakter: vanaf 2030 zijn er –
als alles volgens planning verloopt – voldoende sociale huurwoningen voor degene die
daar gezien hun inkomen behoefte aan hebben. Huurlastenverlichting in de particuliere
huursector is voor die groep mensen dan niet langer nodig.
Middels de verhuurderssubsidie in de sociale huursector (VHS) wordt op alle drie de
eilanden inkomensafhankelijke huurlastenverlichting geboden aan degenen waarvoor,
ondanks dat zij in een sociale huurwoning wonen, verdere ondersteuning in de huurlasten
nodig is. Met deze twee vormen van huurlastenverlichting beschermen we de bestaanszekerheid
van huurders met de laagste inkomens.
Om ervoor te zorgen dat de bouw van betaalbare woningen en maatregelen om huurlasten
te verlichten daadwerkelijk leiden tot een situatie waarin iedereen woont in een woning
die past bij het inkomen, levensfase en gezinssamenstelling, zijn diverse randvoorwaarden
nodig. Zo is er een huurcommissie nodig die geschillen kan beslechten en die op basis
van een woningwaarderingsstelsel (WWS) de juiste huurprijs kan vaststellen. Op Bonaire
is er al een huurcommissie actief, op Sint Eustatius is deze in oprichting en Saba
zal een huurcommissie worden ingesteld. Om ervoor te zorgen dat de juiste woningen
op de juiste plek gebouwd worden, is een bredere ruimtelijke koers nodig. Daartoe
is op 21 juni 2024 het Ruimtelijk Ontwikkelingsprogramma Caribisch Nederland (hierna:
ROCN) door de ministerraad vastgesteld. Onderdeel hiervan is een toekomstbestendige
woningbouw die aansluit bij de behoeften. Het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS)
doet daarnaast onderzoek doen naar de woonbehoefte om meer inzicht te krijgen in welke
woningen er gebouwd moeten worden.
De verdere inzet op deze en andere randvoorwaarden is weergegeven in de Beleidsagenda
Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening voor Caribisch Nederland (VRO/CN)10 en de Eerste Voortgangsrapportage Beleidsagenda VRO/CN.11
Nutsvoorzieningen
Elektra
De energierekening bestaat uit vaste maandelijkse kosten voor het netgebruik en een
variabele prijs voor hoeveel energie er gebruikt wordt. Omdat de eilanden geen schaalvoordelen
hebben kost het onderhouden en uitbreiden van de elektriciteitsnetten significant
meer dan in Europees Nederland. Daarom subsidieert het Ministerie van KGG sinds 2014
structureel de vaste netkosten naar het niveau van Europees Nederland. De gemiddelde
vaste netkosten in Europees Nederland waren in 2024 $ 35,15 per maand (€ 32,54). Deze
subsidie wordt voortgezet.
Sinds 2020 was er extra subsidie beschikbaar vanwege ondersteuning door de pandemie
en later de stijgende energieprijzen, waarbij deze vaste maandelijkse kosten volledig
naar $ 0 werden gesubsidieerd. In 2024 werd deze regeling voortgezet via de koopkrachtmiddelen
voor CN die het kabinet met Prinsjesdag had vrijgemaakt. Dit geldt echter alleen voor
kleine aansluitingen, waarmee werd toegespitst op huishoudens. Bedrijven met grotere
aansluitingen profiteren momenteel bijvoorbeeld niet van de subsidie. Deze subsidie
om de vaste netkosten verder te subsidiëren tot $ 0 stopt na 2024.
Ook heeft het kabinet sinds 2022 gerichtere ondersteuning aan huishoudens met een
minima-inkomen aangeboden via een energietoelage. Dit betrof een energietoelage van
$ 1.300 per jaar, per huishouden. Hiervan loopt de subsidie eind dit jaar af. Het
kabinet beziet in hoeverre het de € 9,5 miljoen voor koopkrachtmaatregelen voor 2025
kan inzetten om de tijdelijke maatregelen aan de kostenkant te verlengen, zoals de
energietoelage voor minimahuishoudens.
Een ontwikkeling die op lange termijn kostenverlagende effecten kan hebben is energieverduurzaming.
Het Ministerie van KGG heeft tot nu toe in totaal ongeveer $ 65 miljoen gesubsidieerd
in zonneweides en windmolens op Bonaire, Sint Eustatius en Saba, waardoor de eilanden
nu op weg zijn naar gemiddeld 80% duurzame energie. Op deze manier wordt de afhankelijkheid
van de nutsbedrijven en daarmee de eilanden van externe factoren kleiner, met als
doel het en zullen de tarieven voor vele jaren stabiliseren van de tarieven door lokaal
opgewekte energie. Hierdoor zullen de eilanden op termijn nauwelijks meer afhankelijk
zijn van de volatiele prijzen van fossiele brandstoffen. Op dit moment lopen er meerdere
verduurzamingsprojecten, verdere subsidies worden behandeld op projectbasis.
Telecom
Sinds 2023 is er vanuit het Ministerie van EZ een structurele subsidie voor vast internet
voor alle eindgebruikers, zowel consumenten als zakelijke klanten. Voor Bonaire is
dat $ 25 per aansluiting per maand, voor Sint Eustatius en Saba is dat $ 35. In 2026
wordt de evaluatie van de subsidie gestart, met de centrale vraag of de regeling op
dezelfde wijze moet worden doorgezet, of dat de middelen (deels) anders benut gaan
worden.
In 2024 kwam hier incidenteel $ 15 per eindgebruiker bij uit het koopkrachtpakket.
Deze tijdelijke ophoging van de eindgebruikerssubsidie wordt over 2025 voortgezet.
Drinkwater
Vanwege de kleinschaligheid en dure processen om drinkwater uit zeewater te maken,
zijn de kosten voor drinkwater op Bonaire, Sint Eustatius en Saba hoog. Om inwoners
van Bonaire, Sint Eustatius en Saba tegemoet te komen in de hoge kosten van drinkwater,
is er de afgelopen jaren door het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat subsidie
verleend om de maandelijkse vaste drinkwatertarieven (Bonaire en Sint Eustatius) en
het transport van reverse osmosis water en de prijs van gebotteld drinkwater (Saba)
te verlagen. Dit betekent dat het vaste tarief voor drinkwater op Bonaire en Sint
Eustatius wordt gesubsidieerd naar ongeveer $ 7,50 (in plaats van het werkelijke tarief
van respectievelijk $ 47 en $ 95). Voor Saba wordt de prijs van 3 en 5 gallon flessen
verlaagd van resp. $ 16,28 en $ 18,71 naar $ 2,50 en $ 3,25.
Met het koopkrachtpakket van Prinsjesdag 2023, is de subsidie in 2024 aangevuld, om
de vaste kosten met nog een extra 3 à 4 dollar te verlagen. Deze koopkracht subsidie
om de vaste kosten voor drinkwater te verlagen stopt per 2025.Vanaf 2025 is er in
het regeerakkoord ook een taakstelling op de IenW drinkwatersubsidie gelegd, oplopend
van 4,3% korting in 2025 tot en met 25,9% in 2029. De tarieven van drinkwater stijgen
in 2025 als gevolg van deze kabinetsmaatregelen in totaal met minimaal $ 6 per maand,
naast de verwachte autonome stijging van de vaste tarieven.
Het Ministerie van IenW kan ook subsidies verstrekken voor incidenteel investeringen
in de drinkwatervoorziening van Bonaire, Sint Eustatius en Saba. In 2023 zijn bijv.
de volgende investeringen gedaan: € 450.000 op Bonaire voor het uitbreiden van de
waterproductieplant en vervangen innamepunt en 3,5 miljoen voor het verbeteren en
uitbreiden drinkwaternet op Sint Eustatius. Ook dit draagt bij aan de verlaging van
kosten van drinkwater voor de inwoners.
Transport
Openbaar vervoer
Op Prinsjesdag 2023 heeft het vorige kabinet structureel middelen gereserveerd voor
het openbaar vervoer op de eilanden. In 2024 was er € 800.000 beschikbaar voor het
openbaar vervoer. Vanaf 2025 is dit structureel € 700.000. Met deze middelen worden
de openbare lichamen ondersteund bij de implementatie en exploitatie van openbaar
vervoer, dit met als doel ervoor te zorgen dat de vervoerskosten op de eilanden teruggebracht
worden naar een betaalbaar niveau.
• Op Bonaire zijn in het Bestuursakkoord 2024–2027 afspraken gemaakt over de invoering
van openbaar vervoer. Er wordt momenteel aan een voorstel gewerkt voor de introductie
van openbaar vervoer vanaf 2025. Dit is vastgelegd in de uitvoeringsagenda 2024–2025.
• Saba is reeds gestart met een pilot openbaar vervoer, deze wordt in de komende periode
geëvalueerd.
• Sint Eustatius zit nog in de verkennende fase en is de behoefte en mogelijkheden voor
openbaar vervoer aan het inventariseren. Hierbij wordt rekening gehouden met de pilot
die loopt in het kader van maatschappelijke ondersteuning, waarbij mensen met een
beperking, chronische ziekte of ouderen in aanmerking kunnen komen voor een strippenkaart
voor vervoersritten georganiseerd vanuit het openbaar lichaam.
Intereilandelijk vervoer
Ook doet de Commissie de aanbeveling om het intereilandelijk vervoer toegankelijker
te maken. Intereilandelijk vervoer is, net als het openbaar vervoer, een noodzakelijke
voorziening om rond te kunnen komen én te kunnen participeren in de samenleving in
het gehele Caribisch deel van het Koninkrijk.
In juni 2024 is de internetconsultatie gestart voor het wetsvoorstel dat ziet op een
openbaredienstverplichting (public service obligation, PSO) voor het luchtvervoer
om de bereikbaarheid van Saba en Sint Eustatius te borgen. Dit als alternatief voor
het huidige aandeelhouderschap van de Staat in Windward Islands Airways International
N.V. (Winair), de luchtvaartmaatschappij die Sint Eustatius en Saba verbindt met Sint
Maarten. Pas als de wet in werking treedt is het mogelijk om een PSO in te stellen.
Tevens is hiervoor een structurele financiële overheidsbijdrage nodig, waarvoor op
dit moment nog geen financiële middelen zijn.
Voor een verbinding per zee is in 2021 is een tweejarige pilot met een verbeterde
veerdienst gestart (Makana ferry). Deze pilot wordt in 2025 voortgezet. Momenteel
wordt tevens de levensvatbaarheid van de ferry voor de lange termijn onderzocht door
de betrokken ministeries en andere belanghebbenden.
Mededingings- en prijsbeleid
De oorlog in Oekraïne en de energiecrisis hebben ook op Bonaire, Sint Eustatius en
Saba een effect gehad op de prijzen. De Commissie sociaal minimum Caribisch Nederland
noemt het introduceren van het mededingingsbeleid met passend toezicht als één van
de opties om de prijzen te verlagen. Op dit moment is er geen mededingingswet en toezicht
daarop op Bonaire, Sint Eustatius en Saba en is prijsbeleid een eilandelijke taak.
Mededingingsbeleid draagt bij aan betere werking van markten. Een bijeffect hiervan
kan zijn dat de prijzen van afnemers zullen dalen. Vanwege de unieke economische situatie
en de geografische ligging van Bonaire, Sint Eustatius en Saba is het echter niet
vanzelfsprekend dat generiek mededingingsbeleid ervoor zorgt dat markten beter gaan
werken. Zoals de Commissie terecht stelt, zijn er ook andere maatregelen nodig die
op het Europese deel van Nederland niet gebruikt worden, zoals prijsregulering.
Het Ministerie van EZ voert in samenwerking met het Openbaar Lichaam Saba een onderzoek
uit naar de oorzaken van de hoge kosten van levensmiddelen en andere basisbehoeften
op Saba en wat de (haalbare) maatregelen zijn voor het beheersen van de kosten van
levensonderhoud. De resultaten van dit onderzoek worden eind dit jaar verwacht.
Mede aan de hand van de resultaten van dit onderzoek, zal de Minister van Economische
Zaken, samen met de openbare lichamen van Bonaire, Sint Eustatius en Saba, de Autoriteit
Consument en Markt en deskundigen, verkennen wat de haalbare opties zijn om tot een
mededingingskader voor de BES te komen om eventuele marktverstoringen aan te pakken
en de prijzen te verlagen.
Kinderopvang
De Nationale ombudsman12 benadrukt het belang van toegang tot kinderopvang voor jonge kinderen. In 2019 is
op initiatief van SZW het programma BES(t) 4 kids gestart. Vanuit het programma werken
het Rijk (SZW, OCW, VWS en BZK) en de openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en
Saba samen aan het verbeteren van de kwaliteit en toegankelijkheid van de kinderopvang
in Caribisch Nederland. Het doel is dat kinderen (0–12 jaar) door kwalitatief goede
en ontwikkelgerichte kinderopvang perspectief hebben op een betere toekomst en ouders
naar hun werk kunnen.
Dit voorjaar is ook de Wet kinderopvang BES aangenomen door beide Kamers. In deze
wet staan onder andere eisen ten aanzien van de kwaliteit, financiering en het toezicht
van de kinderopvang.
Momenteel werkt de Staatssecretaris Participatie en Integratie aan het Besluit kinderopvang
BES waar de eisen die in de Wet kinderopvang BES staan nader zijn uitgewerkt. Afgelopen
zomer is het conceptbesluit ter internetconsultatie voorgelegd en zijn de betrokken
partijen gevraagd om een uitvoeringstoets uit te voeren.
De afgelopen jaren is de kinderopvangvergoeding voor kinderopvangorganisatie substantieel
verhoogd om zo de kwaliteit van de kinderopvang te kunnen verbeteren. Zoals gedeeld
op 2 februari13, bedraagt de ouderbijdrage vanaf 2027 4% van de kostprijs van de kinderopvang en
is deze niet inkomensafhankelijk. In samenspraak met de openbare lichamen is in de
Wet kinderopvang BES wel de mogelijkheid opgenomen dat voor ouders die zelf deze ouderbijdrage
niet kunnen dragen, het openbaar lichaam deze kan betalen in het kader van lokale
armoedebeleid.
III. Flankerend beleid: investeren in integrale aanpak
De Commissie heeft aanbevolen om naast het verhogen van het besteedbaar inkomen en
het verlagen van de kosten van levensonderhoud in te zetten op flankerend beleid en
te investeren in een integrale aanpak. Bestaanszekerheid is namelijk meer dan alleen
het in balans brengen van inkomen en kosten van levensonderhoud.
Het gaat ook over het kunnen combineren van arbeid, zorg en onderwijs. Zo kan integraal
investeren in kwalitatief goed onderwijs – door middel van de gezamenlijk afgesproken
onderwijsagenda’s14 – bijdragen aan het creëren van een goede aansluiting op vervolgonderwijs en werkgelegenheid.
Maar ook kan het versterken van het sociale vangnet en de zelfredzaamheid van inwoners
helpen met het omgaan met onverwachte tegenslagen in het leven. Daarom werken we samen
met de eilanden en andere (sociale) partners aan beleid wat dit ondersteunt en de
kansengelijkheid bevorderd; onder andere via de meerjarige welvaartsprogramma’s.
Stelsel sociale zekerheid
Met het bij de Tweede Kamer in behandeling zijnde wetsvoorstel Wijzigingswet wordt
een belangrijke stap gezet in modernisering en uitbreiding van het sociale zekerheidsstelsel
in Caribisch Nederland. Het wetsvoorstel ziet onder meer op modernisering van de arbeidsongeschiktheidswetten
en de Wet kinderbijslagvoorziening BES. Dubbele kinderbijslag intensieve zorg krijgt
een wettelijke grondslag en studiefinanciering is geen uitsluitingsgrond meer voor
de kinderbijslag BES. Daarmee wordt aangesloten bij de situatie in de Europees Nederlandse
Algemene Kinderbijslagwet.
Met de Wijzigingswet wordt ook het verlofstelsel van Caribisch Nederland uitgebreid
met onder meer geboorteverlof en kortdurend zorgverlof. Dat is vooruitgang voor werknemers
die zorgtaken hebben en het is opnieuw een stap naar een gelijkwaardig voorzieningenniveau.
Om tegemoet te komen aan de bijzondere lokale context werkt het kabinet bovendien
aan een verlofregeling (gecombineerd met een uitkering) voor de werknemer die begeleider
bij medische uitzending is. Inwoners van Bonaire, Sint Eustatius en Saba moeten voor
complexere medische ingrepen immers uitwijken naar zorgvoorzieningen in de regio of
Europees Nederland. Hierbij vindt het kabinet het belangrijk dat de werkgever de ruimte
heeft om de werknemer bijvoorbeeld een ouder of kind bij te laten staan tijdens een
medische uitzending. Deze maatregel is reeds aangekondigd in het prioritair wetgevingsoverzicht,
waarvan uw Kamer bij brief van 26 april 2024 de meest recente update heeft ontvangen.15
Om mensen die tijdelijk zonder werk zitten beter te ondersteunen, werkt de Staatssecretaris
Participatie en Integratie aan de contouren van een Werkloosheidsvoorziening BES.
In Europees Nederland is er namelijk wel een werkloosheidsvoorziening maar deze ontbreekt
in Caribisch Nederland. Naar verwachting wordt de concept-regeling in 2025 voor consultatie
aan de bestuurlijke partijen in Caribisch Nederland voorgelegd.
Al deze geplande maatregelen gaan op de langere termijn een verschil maken voor de
mensen in Bonaire, Sint Eustatius en Saba maar we kunnen dit niet in één keer uitrollen.
Het invoeren van de maatregelen geeft druk op onder andere werkgevers en de uitvoering.
Daar komt bij dat belangrijke randvoorwaarden die we in Europees Nederland hebben
om de sociale zekerheid goed uit te kunnen voeren, in Caribisch Nederland niet of
in veel mindere mate aanwezig zijn. Het ontbreken van een polisadministratie en een
goede basisregistratie is een van die uitdagingen.
In de nota naar aanleiding van het verslag16 op het wetsvoorstel Wijzigingswet SZW-wetten BES 2024 is benoemd dat wordt gewerkt
aan een vergelijkende analyse van het sociale zekerheidsstelsel, waarbij het huidige
stelsel van Caribisch Nederland wordt afgezet tegenover het sociale zekerheidsstelsel
van het Europees deel van Nederland. Het betreft een feitelijke analyse op hoofdlijnen.
Het kabinet beoogt met deze analyse een fundament te leggen onder het gesprek met
de openbare lichamen over de toekomst van de sociale zekerheid in Caribisch Nederland.
De vergelijkende inventarisatie is een belangrijk instrument om ten aanzien van de
achterstanden die er op de verschillende onderdelen van het stelsel zijn, een onderbouwde
afweging met betrekking tot de prioritering te maken. Daarmee wordt de afweging over
de aanpak van het toewerken naar gelijkwaardigheid en de daarbij te volgen volgorde,
transparant.
Deze vergelijking maakt ook zichtbaar dat het sociale zekerheidsstelsel in Caribisch
Nederland op onderdelen relatief gunstiger is vergeleken met Europees Nederland. Hierbij
is onder meer te denken aan de pensioengerechtigde leeftijd – de leeftijd waarop aanspraak
kan worden gemaakt op AOV BES is in Caribisch Nederland 65 jaar –, het nog bestaan
van een zogeheten «partnertoeslag» in de AOV BES en het in tegenstelling tot Europees
Nederland ontbreken van een activeringsplicht en inkomstenverrekening in de nabestaandenuitkering
(AWW BES). Dergelijke meer begunstigende verschillen dienen ook onderdeel van de afweging
over verdere modernisering van het sociale zekerheidsstelsel te zijn.
Flankerend beleid met oog op personen met beperkingen
Het Ministerie van VWS is bezig met de interdepartementale aanpak VN-verdrag Handicap
om participatie en zelfstandigheid van mensen met een beperking te ondersteunen. In
2016 is het VN-verdrag Handicap aangenomen voor het hele Koninkrijk. Het verdrag kon
toen nog niet van kracht worden in Caribisch Nederland, omdat op dat moment niet kon
worden voldaan aan de burgerlijke en politieke rechten zoals gedefinieerd in het Verdrag.
Ondertussen is in Caribisch Nederland gewerkt aan concrete verbeteringen van de toegankelijkheid
en participatie voor mensen met een beperking samen met de lokale organisaties. Parallel
daaraan is een belangrijke stap gezet richting medegelding, namelijk het wetgevingstraject
van het Ministerie van BZK voor de integrale invoering van de gelijkebehandelingswetgeving
in Caribisch Nederland, waaronder de Wet gelijke behandeling op grond van handicap
of chronische ziekte. Ook treedt op 1 januari 2025 het Besluit Maatschappelijke Ondersteuning
en bestrijding van Huiselijk Geweld en Kindermishandeling BES in werking. Dit Besluit
beschrijft regels die gaan over het ondersteunen van zelfredzaamheid en participatie
van mensen met een beperking, chronische psychische of psychosociale problemen zodat
zij zo lang mogelijk in hun eigen leefomgeving kunnen blijven. Verder vindt er een
herziening van de wetgeving gedwongen zorg plaats.
Tenslotte wordt er op dit moment gekeken of en welke uitvoeringswetgeving verder nodig
is. Een plan van aanpak hiervoor is in ontwikkeling. Beleidsmatig wordt ingezet op
een apart programma gericht op toegankelijkheid en participatie voor inwoners van
Bonaire, Sint Eustatius en Saba. Dit is nu in voorbereiding. Vanuit dit programma
zullen acties worden uitgevoerd die in gezamenlijkheid met partners op de eilanden
zijn vastgesteld.
Integrale lokale aanpak van armoede Bonaire, Sint Eustatius en Saba
Het kabinet stelt structureel € 2 miljoen beschikbaar voor een armoede- en schuldenaanpak
op Bonaire, Sint Eustatius en Saba. Het Ministerie van SZW heeft een subsidie aan
het Nibud verstrekt om hun rol in Caribisch Nederland te versterken, richting de positie
die Nibud in Europees Nederland heeft. Het Ministerie van SZW heeft ook een subsidie
aan de Nederlandse Vereniging voor Volkskrediet (NVVK) verstrekt om Bonaire, Sint
Eustatius en Saba te ondersteunen bij het verbeteren van de schuldhulpverleningspraktijk.
NVVK levert een bijdrage aan de verkenning van wetgeving, de bouwstenen voor schuldhulpverlening
en biedt hulp bij uitvoeringsvraagstukken.
Verder stelt het Ministerie van SZW geld beschikbaar om financiële educatie op scholen
te realiseren. Hiermee geeft het kabinet ook gehoor aan de aanbeveling van de Nationale
ombudsman17 om in te zetten op laagdrempelige schuldhulpverlening.
Het Ministerie van SZW ondersteunt de eilanden in het opstellen van een eiland verordening
voor lokaal armoedebeleid, waaronder materiële ondersteuning en schuldhulpverlening.
Tevens is het Ministerie van SZW gestart met de verkenning van een wetgevingstraject
voor schuldenwetgeving in Caribisch Nederland. Hier worden verschillende partijen,
waaronder schuldeisers, bij betrokken.
Voor Caribisch Nederland zijn in 2022, 2023 en 2024 middelen beschikbaar gesteld voor
het verstrekken van schoolmaaltijden. Het nieuwe kabinet heeft besloten om het verstrekken
van schoolmaaltijden structureel te maken, en hiervoor € 135 miljoen euro per jaar
voor beschikbaar te stellen. Het kabinet werkt dit de komende periode nader uit voor
zowel Europees als Caribisch Nederland. De verwachting is dat schoolmaaltijden in
Caribisch Nederland in 2026 op een structurele wijze gefinancierd kunnen worden. Tot
die tijd is er via een bijzondere uitkering budget beschikbaar voor de openbare lichamen.
Bonaire, Sint Eustatius en Saba hebben het initiatief genomen voor de ontwikkeling
van lokale armoedeprogramma’s. Het Rijk ondersteunt hierbij met capaciteit en financiële
middelen.
Bonaire
Het openbaar lichaam Bonaire heeft een meerjarig programma ontwikkeld: Werken aan
Welvaart en Welzijn Bonaire (WWW Bonaire). Zij werken samen met het Rijk in het programma
om integraal armoede tegen te gaan. Het doel is om te komen tot een integrale, duurzame
aanpak om armoede te voorkomen, bestrijden en verzachten, zodanig dat de bestaanszekerheid
van mensen met een laag inkomen verbetert, kansengelijkheid en zelfredzaamheid wordt
vergroot en iedereen kan meedoen in de maatschappij. De afspraken tussen Bonaire en
het Rijk zijn vastgelegd in bestuurlijke afspraken van mei 2023 en mei 2024. Het programma
is begin maart 2024 op Bonaire van start gegaan.
Sint Eustatius
Sint Eustatius werkt momenteel binnen het brede programma Strong Roots de prioriteiten
uit en zet in op integraal armoedebeleid in samenwerking het Rijk.
Saba
Op Saba wordt eveneens gewerkt aan de ontwikkeling van bestaanszekerheid en sociaal
welzijn als onderdeel van het Community Development Plan. Dit plan wordt op dit moment
door Saba uitgewerkt en afgestemd met de Ministeries SZW, BZK, OCW en VWS. Er wordt
bezien hoe de opvolging verder integraal aangepakt wordt.
Overheidsdienstverlening
De Commissie pleit voor een overheidsbrede samenwerking op dienstverlening volgens
de éénloketgedachte. De Commissie ziet dit als een manier om regelingen voor de inwoners
van Bonaire, Sint Eustatius en Saba toegankelijker te maken. De samenwerking tussen
het Rijk en de openbare lichamen moet er op gericht zijn binnen de kleinschalige context
van de eilanden één loket te introduceren waar de burger terecht kan voor het aanvragen
van alle beschikbare (inkomens)ondersteuning.
Er wordt aan verschillende initiatieven gewerkt. Het uitgangspunt daarbij is dat er
niet per definitie één fysiek loket hoeft te zijn, maar dat er ten minste gezorgd
wordt voor meer synergie tussen de betrokken organisaties en een warme overdracht
tussen organisaties, met inachtneming van de geldende regelgeving over gegevensdeling.
– Het kabinet beziet momenteel, onder regie van het Ministerie van BZK het programma
«Dienstverlening/Loketfunctie van de overheid» en «Digitalisering Caribisch Nederland»,
hoe mensen die problemen ervaren bij het regelen van zaken met de overheid, snel en
goed geholpen kunnen worden.
– Vanuit het programma «Werk aan Uitvoering» (WaU) worden middelen ingezet om de uitvoeringskracht
te versterken, waarmee uiteindelijk de sociale dienstverlening kan worden verbeterd.
Veel stappen zijn te maken in het vergroten van kennis en vaardigheden, het toegankelijk
maken van kennisbronnen, afspraken en werkinstructies.
– Binnen het programma «Verbeteren dienstverlening Bonaire, Sint Eustatius en Saba»
wordt de éénloketgedachte verder uitgewerkt. Hierin wordt samen met het Rijk, in het
bijzonder de Rijksdienst Caribisch Nederland, gewerkt aan het verbeteren van de dienstverlening.
Digitale overheid
De Commissie benoemt het gemis van «voldoende (betrouwbare) data, zowel voor de uitvoering
van beleid als het ontwerpen en onderhouden daarvan.» Het kabinet onderschrijft dat
digitalisering een randvoorwaarde is voor betere dienstverlening, uitvoeringskracht
en voor de introductie van nieuwe regelingen waarin meer gedifferentieerd wordt. Alle
partijen binnen het sociaal domein hebben belang bij meer, betere en sneller toegankelijke
data over de sociaaleconomische situatie van personen en gezinnen en bij digitalisering
van processen.
Digitalisering van overheidsorganisaties in Bonaire, Sint Eustatius en Saba is belangrijk
voor betere dienstverlening. Online dienstverlening is bij de meeste overheidsorganisaties
nu nog niet mogelijk, terwijl digitaal vaardige burgers daarmee sneller krijgen waar
ze recht op hebben. Online dienstverlening verlicht daarnaast de druk op fysieke balies,
waardoor er ruimte ontstaat voor betere baliedienstverlening. Ook kan digitalisering
bijdragen aan betere gegevensuitwisseling. Burgers moeten bij een aanvraag nu nog
te vaak gegevens aanleveren waar andere overheidsorganisaties al over beschikken.
Soms moeten ze daar zelfs uittreksels voor halen, waarvoor betaald moet worden.
Voor uitvoeringskracht is digitalisering ook belangrijk. Veel overheidsprocessen kunnen
efficiënter worden uitgevoerd als deze worden ondersteund met de juiste gegevens en
systemen. Een efficiëntere en betrouwbaardere overheid versterkt de economie. Met
digitalisering wordt het ook mogelijk om overheidsorganisaties vaker op afstand vanuit
Europees Nederland te ondersteunen.
Door gebrek aan digitaal beschikbare data, zijn er in het verleden en op dit moment
veel generieke regelingen geweest. Deze leiden tot een beperkte lastenverlichting
voor inwoners, omdat ze niet inkomensafhankelijk zijn en dus niet toegespitst op de
burgers die kostenverlichting het hardst nodig hebben. Dit kan de houdbaarheid van
deze regelingen onder druk zetten en gaat ten koste van mensen die wel ondersteuning
nodig hebben.
Data als basis voor inkomensafhankelijke regelingen
Het kabinet werkt via het programma Digitalisering Caribisch Nederland aan het op
orde brengen van de digitale overheid. De digitale overheid zal een belangrijke bijdrage
leveren om nieuwe, gerichtere regelingen in het sociale zekerheidsstelsel, zoals een
werkloosheidsvoorziening en een inkomensafhankelijke kindregeling te implementeren.
Voor het invoeren van inkomensafhankelijke regelingen zijn er twee belangrijke aandachtspunten.
Allereerst zijn inkomensafhankelijke maatregelen voor de uitvoering vaak een stuk
complexer en daardoor arbeidsintensiever. De wens voor inkomensafhankelijke maatregelen
moet daarom ook afgewogen worden tegen de beschikbare uitvoeringskracht en uitvoeringscapaciteit
op de eilanden. Ten tweede vraagt het om een andere vorm van toegang tot gegevens
en gegevensdeling dan waar nu mee wordt gewerkt.
Andere onderdelen van het programma Digitalisering Caribisch Nederland die relevant
zijn voor het sociaal domein, zijn:
– De invoering van het Burgerservicenummer in Caribisch Nederland, als randvoorwaarde
voor gegevensuitwisseling over personen, tussen overheidsorganisaties en op termijn
met zorgverleners.
– Bevorderen dat overheidsorganisaties en organisaties met een bijzonder maatschappelijk
belang systematisch de Basisadministratie Persoonsgegevens gebruiken en niet meer
om uittreksels vragen.
– De implementatie van DigiD voor burgers en eHerkenning voor bedrijven, om veilige
toegang tot online overheidsdienstverlening in Caribisch Nederland mogelijk te maken.
– De invoering van basisregistraties en het federatief datastelsel.
– Verbeteringen in de loonaangifteketen, samen met de Ministers van SZW en Financiën,
om de beschikbaarheid en uitwisseling van werk-, loon- en inkomensgegevens voor de
uitvoering van regelingen te vergroten en om betere statistieken te kunnen maken.
Bijvoorbeeld in de vorm van een Polisadministratie en Basisregistratie Inkomen.
– De implementatie van de Basisregistratie Adressen en Gebouwen voor Caribisch Nederland
(BAG CN). Met de BAG CN verbeteren we onder andere de betrouwbaarheid van iemands
woonadres in de persoonsregistratie, waardoor we mensen beter kunnen bereiken. Ook
krijgen we beter zicht op het aantal mensen dat in een woning woont en de eigenschappen
van woningen. Met de BAG CN wordt ook de statistiek over woningen en bewoning structureel
verbeterd.
Aansturing en uitvoering
De uitvoeringskracht op de eilanden is een vraagstuk. Dit kabinet heeft bijzondere
aandacht voor de uitvoerbaarheid van beleid. Dit betekent ook een integrale samenwerking
met de eilanden. Meer integraal samenwerken betekent het over drie eilanden verbinden
van beleid en uitvoering binnen het Rijk, aan Europees en Caribisch kant van de oceaan
en beleid en uitvoering bij de openbare lichamen. Dit op eilanden met ieder een geheel
eigen context en specifieke vraagstukken. Een voorbeeld van deze samenwerking zijn
de integrale programma’s, waarbij niet alleen de focus ligt op de inhoud, maar ook
op de manier van werken. Er wordt hierbij opgavegericht in interbestuurlijke teams
gewerkt met lokaal eigenaarschap.
De afspraken hierover zijn vastgelegd in de bestuurlijke afspraken met Bonaire, Sint
Eustatius en Saba. Elk jaar wordt gekeken of de uitvoeringsagenda voor het komende
jaar aanpassing behoeft.
«Gerichte groei»
Het vergroten van de zelfredzaamheid voor Bonaire, Sint Eustatius en Saba is een belangrijke
en tegelijkertijd geen eenvoudige opgave. Dit kan (deels) bereikt worden via duurzame
economische ontwikkeling. Door aan te sluiten bij de specifieke economische ontwikkelingsstrategieën
voor Bonaire, Sint Eustatius en Saba, het onderzoek naar de fysieke infrastructuur
in Caribisch Nederland, het voornemen om van lenen op de kapitaalmarkt voor de openbare
lichamen mogelijk te maken en de inzet van de RVO voor het gehele Caribisch deel van
het Koninkrijk, wordt er in de versterkingsbehoefte van het huidige economische ecosysteem
voor bedrijven en innovatie voorzien van de drie eilanden.
Wel moet gerealiseerd worden dat Bonaire, Sint Eustatius en Saba kleine eilanden zijn.
De overheid heeft dan ook een groot aandeel in de eilandelijke economie.
De hierboven genoemde economische ontwikkelstrategie kan overigens per eiland verschillen
en op basis van de verschillende strategieën kan bepaald worden wat elk eiland nodig
heeft. De aandachtspunten uit het rapport «Gerichte Groei» van de Staatscommissie
Demografische Ontwikkelingen 2050 (4 juli 2024) worden betrokken bij deze ontwikkelstrategieën.
Doordat de arbeidsmarkt voor economische ontwikkeling een randvoorwaarde is, wordt
de ontwikkeling van de arbeidsmarkt meegenomen in de economische ontwikkelstrategie
voor Bonaire, Sint Eustatius en Saba. Een gerichte migratieaanpak behoort daarbij
tot de mogelijkheden om vitale functies te kunnen vervullen. Voor het realiseren van
kwalitatief goed onderwijs werkt OCW met de eilanden via onderwijsagenda’s per eiland18 en voor een goede aansluiting van het onderwijs op de arbeidsmarkt via het eerdergenoemde
Koninkrijksbrede programma SEA. In de onderwijsagenda’s worden ook de aandachtspunten
van de Nationale ombudsman19 rondom onderwijsmogelijkheden meegenomen.
Tot slot
In de komende jaren werkt dit kabinet aan het verhogen van het besteedbaar inkomen,
het verlagen van de kosten van levensonderhoud en het bevorderen van de integrale
samenwerking tussen het Rijk en de eilanden. Dit met als doel de bestaanszekerheid
van de inwoners van Bonaire, Sint Eustatius en Saba te versterken en de zelfredzaamheid
te vergroten. Belangrijke stappen hierin zijn het verbeteren van de toegang tot data
en het monitoren van de economie. Na de grote stappen in de verhoging van het WML
dit jaar, richt dit kabinet zich op de middellange en lange termijn om de kosten van
levensonderhoud structureel te verlagen. Diepte investeringen in onder andere duurzame
energie en het bouwen van woningen moeten op termijn bijdragen aan een structurele
oplossing voor de kosten van levensonderhoud en de economische ontwikkeling en het
vergroten van de zelfredzaamheid van de eilanden. De doorontwikkeling van het sociale
zekerheidsstelsel, de uitrol van de lokale programma’s op Bonaire, Sint Eustatius
en Saba, een brede inzet op digitalisering en dienstverlening en het toewerken naar
inkomensafhankelijke regelingen zijn noodzakelijke stappen die nu worden gezet om
te komen tot een meer gerichte en integrale bestaanszekerheidsaanpak.
Met de voorjaarsnota van 2025 ontvangt de Kamer een nadere uitwerking van de aanvullende
middelen die dit kabinet gereserveerd heeft voor het verbeteren van de bestaanszekerheid
op Bonaire, Sint Eustatius en Saba. De Staatssecretarissen Participatie en Integratie
en Digitalisering en Koninkrijksrelaties informeren de Kamer volgend jaar over de
voortgang op deze verschillende maatregelen door middel van een voortgangsbrief.
De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,
J.N.J. Nobel
De Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,
F.Z. Szabó
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
J.N.J. Nobel, staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid -
Mede ondertekenaar
F.Z. Szabó, staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.