Brief regering : Nulmeting en monitoring Plastic Pact NL
32 852 Grondstoffenvoorzieningszekerheid
Nr. 112 BRIEF VAN DE MINISTER VOOR MILIEU EN WONEN
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 14 februari 2020
Zoals toegezegd in mijn brief van 20 februari 2019 (Kamerstuk 32 852, nr. 77), informeer ik u hierbij over de voortgang van de uitvoering van het Plastic Pact
NL.
Doel Plastic Pact NL
Op 21 februari 2019 hebben 75 publieke en private partijen – waaronder bedrijven in
de voedsel- en drankenindustrie, supermarktketens, cateraars, verpakkers, festivals,
plasticproducenten, sorteerders en recyclers – het Plastic Pact NL gesloten. Inmiddels
is het aantal ondertekenaars per 1 februari opgelopen tot 100.
Met het Plastic Pact NL hebben partijen zich gecommitteerd om in 2025 alleen plastic
producten en verpakkingen op de markt te brengen die zo mogelijk herbruikbaar zijn,
maar in ieder geval 100 procent recycleerbaar zijn, gebruiken de partijen 20 procent
minder plastic onder andere door meer hergebruik, wordt minimaal 70 procent van de
eenmalig gebruikte producten en verpakkingen gerecycled, en bestaan deze producten
gemiddeld per bedrijf voor minimaal 35 procent uit gerecyclede plastics.
Monitoring van het Pact
Monitoring is een belangrijk onderdeel van het Plastic Pact NL. Zo kunnen we zien
wat de voortgang is en kunnen we bepalen waar eventuele extra actie nodig is om de
ambitieuze doelen te halen. Om dat goed te kunnen doen heeft het RIVM een nulmeting
gedaan. Die meting is belangrijk om de uitgangssituatie te weten en om te zorgen dat
partijen hun gegevens op orde hebben voor de vervolgmetingen waarbij de effecten in
beeld worden gebracht.
RIVM heeft de monitor nulmeting afgerond en deze is bijgevoegd bij deze brief1. U ontvangt hierbij tevens het advies dat de Voortgangscommissie heeft aangeboden
aan de Stuurgroep van het Plastic Pact NL2. Deze voortgangscommissie (hierna: VGC) bestaat uit vertegenwoordigers van het Planbureau
voor de Leefomgeving, (PBL), het Kennis Instituut Duurzaam Verpakken (KIDV) en het
Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM).
De nulmeting beoogt inzicht te geven in de startsituatie waarin partijen zich bevinden
gerelateerd aan de vier hoofddoelen van het Pact, en is gebaseerd op de gegevens die
zij moeten aanleveren over 2017 en 2018. De plastic toepassende bedrijven en de plastic
producerende partijen kunnen data aanleveren over de voortgang. De overige partijen,
zoals brancheorganisaties, kennisinstellingen en milieuorganisaties kunnen dit niet.
Van de 67 partijen die data voor de indicatoren konden leveren, heeft 42 procent dat
nu gedaan. Met de VGC vind ik dit teleurstellend, maar deel ik de inschatting dat
er ook ruimte is voor verbetering.
Om de voortgang van het Plastic Pact te kunnen meten is het noodzakelijk dat in de
komende jaren de deelnemers de gevraagde data gaan leveren.
Aanvulling nulmeting, monitoring komend jaar en vervolgacties
De ervaring in het Verenigd Koninkrijk waar men een jaar eerder ervaring opdeed met
de uitvoering en monitoring van het UK Plastics Pact leert, dat het inregelen van
het proces tijd kost in het eerste jaar. De ontwikkeling van de monitoring is een
iteratief proces, waarbij nieuwe datasystemen opgebouwd moeten worden binnen bedrijven,
waarbij voortdurend wordt geleerd van nieuwe inzichten in wat wel/niet kan met beschikbare
data, hoe de definities geïnterpreteerd moeten worden in specifieke situaties, hoe
tot welk detailniveau gerapporteerd moet worden. We zien nu dat er veel data wordt
gevraagd, mogelijk meer dan in andere vergelijkbare convenanten zoals bijvoorbeeld
door de Ellen MacArthur Foundation.
De VGC en de Stuurgroep concluderen met mij dat de monitoring in het komende jaar
beter kan en moet. Immers, partijen hebben zich gecommitteerd aan de afspraken in
het Pact en ik verwacht dan ook dat in het komend jaar een sterke verbetering wordt
gerealiseerd.
Voor de Stuurgroep van het Plastic Pact is de monitor nulmeting aanleiding geweest
om de volgende maatregelen te nemen:
1. De Stuurgroep gaat in gesprek met de partijen die het afgelopen jaar geen data hebben
aangeleverd. Zij krijgen alsnog de gelegenheid om hun data over 2017 en 2018 aan te
leveren. Ook zal de Stuurgroep met een bericht aan alle deelnemers nogmaals de noodzaak
van datalevering onderstrepen.
2. De Stuurgroep bepaalt in de komende maand samen met het RIVM of en zo ja hoe de monitoring
uitvraag van dit jaar qua effectmeting vereenvoudigd kan worden om tegemoet te komen
aan de roep van partijen om de complexiteit, het aantal datapunten en de administratieve
lasten te beperken.
3. Verder zal de Stuurgroep het proces van uitvraag van datalevering voor de monitoring
over 2019 bespoedigen, zodat partijen ruim voor de zomer weten welke data zij voor
medio oktober dienen aan te leveren. Daarbij zal het secretariaat van het Plastic
Pact samen met de VGC de partijen een betere handreiking bieden om de gevraagde data
aan te leveren.
4. Tenslotte zal de Stuurgroep – conform de aanbeveling van de VGC en in lijn met de
monitoring van het Plastics Pact UK alle Partijen van het Plastic Pact NL verzoeken
om een jaarlijks rapport aan het secretariaat aan te bieden waarin elke partij aangeeft
welke (belangrijke) activiteiten individueel en gezamenlijk met andere partijen het
afgelopen jaar zijn ondernomen en welke resultaten daaruit zijn voortgevloeid, alsmede
welke issues het komende jaar worden aangepakt. De Stuurgroep is ervan overtuigd dat
op deze wijze de dynamiek meer zichtbaar wordt die momenteel binnen het netwerk van
het Plastic Pact NL voelbaar is.
Dynamiek en resultaten
Zoals de Stuurgroep heeft geconstateerd, richt de monitor nulmeting zich met name
op de kwantitatieve stand van zaken. Daartegenover staan de verschillende voorbeelden
van nieuwe initiatieven en ideeën die de deelnemers van het pact ontplooid hebben
om stappen te zetten naar slimmer ontwerp van plastics om in te zetten op meer hergebruik
en minder plastic afval:
• Een supermarktketen heeft richtlijnen opgesteld voor zijn verpakkers welke soorten
plastic en toevoegingen gewenst zijn in welke verpakking en welke uitgefaseerd moeten
worden. Resultaten zijn nu al zichtbaar zoals de aanwezigheid van transparante flessen
met een afneembare «sleeve».
• Een verpakker is samen met een retailer gestart om 100 procent recyclaat toe te passen
in plastic transportverpakkingen en het gebruik van inkt te verminderen om de recycleerbaarheid
van de verpakking te verbeteren.
• Hergebruik modellen zijn in het kader van de «Plastic Promise» succesvol geïntroduceerd
bij festivals waardoor zwerfvuil drastisch is teruggedrongen. Ook (sport)evenementen
kijken nu naar dergelijke mogelijkheden.
• Plastic toepassende bedrijven investeren in nieuwe sorteer- en recyclinginstallaties.
• De eerste chemisch gerecyclede plastics zijn door een chemiebedrijf op de markt gebracht,
mede dankzij samenwerkingsverbanden die deze met afvalverwerkende bedrijven en andere
partijen in de keten is aangegaan.
• Partijen schenken meer aandacht aan het voorkomen van «wegwerpgedrag» door consumenten,
zoals zichtbaar in advertenties van «on-the-go» retailers in diverse media.
Daarmee doet het Pact wat het moet doen: samen de mogelijkheden onderzoeken en benutten
om sneller en breder stappen te zetten dan op basis van de huidige wetgeving verplicht
is. Ik ben dan ook blij dat deze nieuwe initiatieven tussen de partners in het Plastic
Pact zijn ontstaan.
Binnen het Pact zijn vier werkgroepen gevormd rond de thema’s Design for Recycling,
Minder gebruik en Hergebruik, Inzameling & Sortering en Gedrag, Communicatie en Educatie.
Deze werkgroepen werken aan de operationalisatie van de doelstellingen van het Plastic
Pact. Deze werkgroepen zullen ook gevoed worden door andere, nationale en regionale,
publieke en private initiatieven, zoals de CIRCO-tracks die bedrijven stimuleren om
na te denken over een beter, circulair, ontwerp van hun producten en verpakkingen,
zoals de «fieldlabs», geïnitieerd door het «Sustainable Food Initiative», en het Nationaal
Testcentrum Circulaire Plastics.
Tot slot
Ook internationaal en in de landen om ons heen gebeurt veel op dit gebied. Zo heeft
Nederland zich aangesloten bij het internationale «Plastic Pacts network» dat de Ellen
MacArthur Foundation tijdens de World Economic Forum op 23 januari jongstleden heeft
gelanceerd en heeft Nederland in het verlengde daarvan het «Global Commitment for
a New Plastics Economy» ondertekend.
Begin maart ben ik voornemens in Brussel het Europese Plastic Pact te tekenen. Samen
met Frankrijk heeft Nederland het initiatief hiertoe genomen en er zijn steeds meer
Europese landen en bedrijven geïnteresseerd om dit Pact te tekenen. Dit Europese Plastic
Pact is in lijn met de doelstellingen van het Plastic Pact NL en creëert de mogelijkheden
om ook grensoverschrijdend met andere koplopers in Europese landen samen te werken
om de doelstellingen te realiseren. Ik zal u hier binnenkort nader over informeren.
De Minister voor Milieu en Wonen, S. van Veldhoven-van der Meer
Indieners
-
Indiener
S. van Veldhoven-van der Meer, minister voor Milieu en Wonen
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.