Brief regering : Verschillende nucleaire en stralingsbeschermingsonderwerpen
25 422 Opwerking van radioactief materiaal
Nr. 238 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN INFRASTRUCTUUR EN WATERSTAAT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 18 oktober 2018
In het AO van 17 mei 2018 (Kamerstuk 25 422, nr. 224), het plenaire debat van 27 september 2018 (Handelingen II 2018/19, nr. 6, item 9) en andere overleggen heb ik toegezegd uw Kamer te informeren over verschillende
onderwerpen. Hierbij stuur ik uw Kamer de toegezegde informatie.
a) Nederlandse nucleaire installaties
Stand van zaken historisch afval Petten
Op 26 april 2018 is uw Kamer geïnformeerd over de resultaten van het vervolgonderzoek
van de Hoogambtelijke Werkgroep (HAW) nucleair landschap naar de mogelijkheden voor
verbetering van de afvoer van het historisch afval van Petten naar COVRA, en de kabinetsreactie
daarbij.1 De aanjager die de samenwerking tussen ECN/NRG en COVRA moet stimuleren is in mei
2018 door het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat aangesteld en rapporteert
aan de HAW. Mede hierdoor is de samenwerking tussen NRG en COVRA beter gestructureerd
en sterk geïntensiveerd. Sinds mei 2018 is het afvoertempo toegenomen van gemiddeld
5 naar 30 vaten per maand. Dit tempo zal naar verwachting ook in de toekomst worden
aangehouden, tot alle vaten afgevoerd zijn.
NRG heeft in afstemming met COVRA een geactualiseerde planning opgesteld en geïmplementeerd.
Volgens deze planning wordt het laatste historisch radioactief afval uit Petten naar
COVRA afgevoerd in het derde kwartaal van 2026. Daarmee blijven NRG en COVRA binnen
de randvoorwaarden van het eerder door de ANVS goedgekeurde Plan van Aanpak.
Storing kerncentrale Borssele
Op 4 augustus 2018 is de kerncentrale Borssele op veilige wijze automatisch gestopt
na een elektronische storing in het reactorbeveiligingssysteem. Dit systeem zorgt
voor de afschakeling van de reactor en tegelijkertijd de inschakeling van een aantal
veiligheidssystemen, zoals nakoeling en gebouwafsluiting. Het reactorbeveiligingssysteem
is zo ontworpen dat bij een storing de aangestuurde systemen in de veilige toestand
gaan («fail safe» principe). EPZ heeft de oorzaak van de elektronische storing kunnen herleiden tot
een elektronisch onderdeel in het reactorbeveiligingssysteem. Deze analyse is geverifieerd
door de ANVS. Het onderdeel waarin de storing is opgetreden is vervangen en sindsdien
heeft de storing niet meer plaatsgevonden.
De storing heeft geleid tot gevolgschade aan een pomp. Repareren, opnieuw testen en
kwalificeren van de pomp heeft enkele weken in beslag genomen. Daarna heeft EPZ geconcludeerd
dat de kerncentrale gereed was om veilig in bedrijf te gaan. De ANVS heeft intensief
toezicht gehouden op de uitgevoerde analyse van de gebeurtenis, de pompreparatie en
de voorbereiding voor opstart. De nadere analyse van de gebeurtenis door EPZ zal nog
zeker enkele maanden in beslag nemen. Voorlopig is deze gebeurtenis ingeschaald op
INES-0 niveau.
b) Stresstest Borssele
Tijdens het plenaire debat nucleaire veiligheid van 27 september 2018 heb ik toegezegd
de Kamer nogmaals te informeren en een volledig beeld te geven van de «stresstest»
en de stand van zaken van de implementatie van de maatregelen en de veiligheid bij
de Kerncentrale Borssele. Hierover is uw Kamer in de afgelopen jaren (voor het laatst
in de verzamelbrief van september 2017) meerdere keren geïnformeerd.2
Veiligheidsevaluatie en stresstest
Eén van de pijlers van het beleid voor nucleaire veiligheid is het principe van «continue
verbetering». Dit principe is vastgelegd in de Kernenergiewet en de Regeling nucleaire
veiligheid kerninstallaties, en onderdeel van de kernenergiewetvergunning van de kerncentrale.
In de praktijk betekent het principe dat door de vergunninghouder stelselmatig moet
worden nagegaan of er aanvullende maatregelen moeten worden getroffen om te kunnen
blijven voldoen aan de meest actuele inzichten met betrekking tot de te hanteren veiligheidstandaard.
Een belangrijk instrument om het principe «continue verbetering» toe te passen is
de 10-jaarlijkse veiligheidsevaluatie (10-EVA). De verplichting om deze periodieke
evaluatie en de daaraan gekoppelde maatregelen uit te voeren, is sinds de jaren »90
onderdeel van de vergunning van de kerncentrale Borssele. De meest recente 10-EVA
van de kerncentrale Borssele is in 2013 uitgevoerd. Alle daarbij geïdentificeerde
veiligheidsverhogende maatregelen zijn inmiddels afgerond. De kerncentrale voldoet
daarmee aan de huidige inzichten over veiligheid.
In aanvulling op de gebruikelijke systematische veiligheidsanalyses zoals die in het
kader van de 10-EVA zijn gedaan, hebben de Europese nucleaire toezichthouders, verenigd
in de European Nuclear Safety Regulators Group (ENSREG), naar aanleiding van het ongeval
in Fukushima in 2011 afspraken gemaakt om een zogenaamde «stresstest« uit te voeren
voor kerncentrales. In de stresstest worden de mogelijke gevolgen geanalyseerd van
extreme natuurlijke gebeurtenissen. In aanvulling op de Europese afspraken is in Nederland
ook gekeken naar de mogelijke gevolgen van menselijk handelen (bijvoorbeeld explosies,
schipbreuk en neerstortend vliegtuig). In de stresstest-methodiek wordt uitgegaan
van een steeds ernstigere bedreiging (bijvoorbeeld een steeds hogere vloedgolf) en
wordt verondersteld dat steeds meer veiligheidsvoorzieningen uitvallen. Daarmee wordt
vastgesteld hoe robuust de kerncentrale is en hoe groot de veiligheidsmarges zijn
ten opzichte van de veiligheidseisen waaraan de centrale dient te voldoen.
Op basis van de resultaten en van een inschatting van de waarschijnlijkheid dat een
dergelijke dreiging in Nederland zal optreden, wordt bepaald welke aanvullende maatregelen
dienen te worden geïmplementeerd om de robuustheid van de desbetreffende kerncentrale
verder te vergroten. Deze maatregelen overlappen deels met de maatregelen die in het
kader van de 10-EVA zijn geïdentificeerd, en de implementatie is, voor zover nuttig
en wenselijk, gecombineerd en afgerond. De stresstestmaatregelen hebben ertoe geleid
dat onder meer extra vaste en mobiele mogelijkheden zijn gecreëerd voor de voorziening
van elektriciteit en koelwater. Een andere belangrijke veiligheidsverhogende maatregel
betreft een nieuwe voorziening om aan de buitenkant het reactorvat te koelen.
Zoals eerder aan uw Kamer gemeld3 heeft de stresstestanalyse van de kerncentrale Borssele aannemelijk gemaakt dat de
kerncentrale over voldoende veiligheidsmarges beschikt ten opzichte van de technische
en organisatorische eisen waaraan de kerncentrale op basis van de vergunning moet
voldoen. Er is geen aanleiding om te veronderstellen dat de kerncentrale thans onvoldoende
robuust is vanuit het oogpunt van veiligheid. Stillegging, zoals geopperd in het Kamerdebat
van 27 september (Handelingen II 2018/19, nr. 6, item 9), is dan ook niet aan de orde. Drie onderwerpen vergden nader onderzoek dat in 2019
afgerond zal zijn:
•
Verhoging robuustheid meting waterniveau splijtstofopslagbassin
Het instrument dat de hoogte van het water in het splijtstofopslagbassin meet, is
in de afgelopen tijd vervangen door een ander type dat beter bestand is tegen ongevalsomstandigheden.
Het onderzoek om de robuustheid van het meetsysteem verder te verhogen wordt afgerond
in 2019. Overigens zijn er in het bassin ook andere mogelijkheden aanwezig om het
waterniveau te bepalen
• Extra robuustheidsverhogende maatregelen tegen aardbevingen
Op basis van de stresstest in 2011 zijn al enkele maatregelen geïdentificeerd en geïmplementeerd
die de robuustheid tegen aardbevingen verhogen. In uitgebreide aanvullende studies
zijn in 2017 nieuwe maatregelen gedefinieerd die uiterlijk tijdens de onderhoudsstop
in 2019 worden gerealiseerd. De bestaande veiligheidsmarge voor aardbevingen, boven
de gestelde eisen, wordt hiermee verder vergroot.
• Afronding studie vliegtuigval
De kans dat een vliegtuig neerstort op de kerncentrale is klein. Dat neemt niet weg
dat in het kader van de stresstest onderzoek is uitgevoerd naar de weerstand van de
kerncentrale en de mogelijke effecten van een vliegtuigval. Enkele daarmee verband
houdende maatregelen zijn reeds getroffen en aanvullend onderzoek vindt plaats. De
resultaten worden begin 2019 verwacht. Ik zal u daarover nader informeren.
c) Samenwerken aan nucleaire veiligheid – opvolging aanbevelingen OVV
De Onderzoeksraad voor Veiligheid (OVV) heeft op 31 januari 2018 het rapport «Samenwerken
aan nucleaire veiligheid» gepubliceerd. Aanleiding was de aanhoudende onrust onder
de bevolking in de grensregio’s over de veiligheid van Belgische kerncentrales. In
mijn brief4 van 26 april 2018 aan de OVV heb ik, mede namens de Ministers van Justitie en Veiligheid
alsmede van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, het standpunt van het kabinet weergegeven
over de aanbevelingen uit het dit rapport.
De OVV reageerde begin juli op mijn brief van april. In deze reactie kon de OVV de
verbeteracties die sinds het verschijnen van het kabinetsstandpunt zijn gerealiseerd
of in gang gezet, niet betrekken. Zoals toegezegd in het plenaire debat van 27 september
informeer ik uw Kamer hierbij over de opvolging van de aanbevelingen en stuur ik een
afschrift van deze brief aan de OVV.
De OVV-aanbevelingen hebben betrekking op:
• Verbetering van grensoverschrijdende samenwerking, waaronder de harmonisatie met buurlanden.
• Bovennationale besluitvorming bij een kernongeval in de grensstreek.
• Onderkennen van de zorgen van de burgers over de veiligheid van kerncentrales, door
verbeterde informatievoorziening over vergunningverleningsprocedures en verbeterde
communicatie over incidenten en risico’s (één loket).
In deze brief ga ik in op de uitgevoerde en in gang gezette verbeteracties.
Eerder dit jaar is een grote nucleaire oefening in Nederland geweest waaraan België
heeft deelgenomen. Uw Kamer wordt later dit jaar over de leerpunten uit deze oefening
geïnformeerd. In bijlage 1 van deze brief is een overzicht opgenomen van oefeningen
in het kader van nucleaire veiligheid met België en Duitsland vanaf 2015. In dit overzicht
zijn ook andere deelnemende instanties meegenomen. Met dit overzicht kom ik tegemoet
aan een toezegging aan uw Kamer in het AO van 17 mei 2018 (Kamerstuk 25 422, nr. 224).
Internationale harmonisatie van de crisisbeheersing bij een eventueel nucleair ongeval
dient op meerdere niveaus te worden geregeld. De volgende acties zijn hiervoor gaande:
• Op rijksniveau is Nederland in gesprek met de federale overheden in België en Duitsland
ten aanzien van gezamenlijk oefenen, planvorming, inhoudelijke uitgangspunten, invulling
van maatregelen, crisiscommunicatie en crisisbesluitvormingslijnen.
• De Veiligheidsregio’s in de grensstreek hebben met hun Belgische en Duitse partners
reguliere overleggen over internationale afstemming en samenwerking, zowel op operationeel
als op bestuurlijk niveau. Daarbij wordt ook gesproken over verdere harmonisatie van
de crisisbeheersing bij kernongevallen.
• Nederland is actief bezig het onderwerp harmonisatie internationaal te prioriteren.
Een voorbeeld hiervan is een in november geplande IAEA-bijeenkomst waar een concrete
toets op harmonisatieafspraken met België, Duitsland en Frankrijk wordt uitgevoerd.
• Mede naar aanleiding van de leerpunten uit de genoemde oefening zal een herziening
van het Nationaal Crisisplan Stralingsincidenten (NCS) ingezet worden. Hierin zal
de internationale samenwerking en harmonisatie verder geborgd worden
Overleg met de veiligheidsregio’s
Op 9 juli van dit jaar heb ik overleg gevoerd met voorzitters en vertegenwoordigers
van de Veiligheidsregio’s in de grensstreek. Eén van de onderwerpen daarbij was de
informatieverstrekking vanuit de overheid, zowel bij een nucleair ongeval met grensoverschrijdende
gevolgen als bij ongewone gebeurtenissen waarbij geen sprake is van (mogelijke) veiligheidsgevolgen.
De principe-afspraken die zijn gemaakt over de rolverdeling tussen Rijk en regio worden
thans uitgewerkt in een samenwerkingskader. De informatievoorziening aan de bevolking
is daarbij een van de speerpunten.
Ik heb het initiatief genomen voor een vervolgafspraak op 5 december 2018 om met de
voorzitters van de betreffende Veiligheidsregio’s te spreken over de voortgang. Daarnaast
zal ik in november 2018 een werkbezoek afleggen aan Veiligheidsregio Zuid-Limburg
om over bovenstaande onderwerpen nader van gedachten te wisselen.
In het AO van 17 mei 2018 (Kamerstuk 25 422, nr. 224) heb ik toegezegd uw Kamer te informeren over het al dan niet ontbreken van rampbestrijdingsplannen
van de Veiligheidsregio’s. Dit onderwerp is tijdens het genoemde overleg van 9 juli
2018 aan de orde geweest.
Het bestuur van de Veiligheidsregio dient zich adequaat voor te bereiden op risico’s
waarmee men in de regio geconfronteerd kan worden. Alle veiligheidsregio’s zijn verplicht
minimaal eens in de vier jaar een regionaal risicoprofiel op te stellen, en op basis
daarvan een regionaal beleidsplan en een regionaal crisisplan. De regio’s die een
nucleaire installatie op hun grondgebied hebben staan, of waarvan de preparatiezone
voor schuilen hun grondgebied overlapt, hebben in aanvulling op het regionaal crisisplan
een rampbestrijdingsplan gemaakt. De overige regio’s zijn voorbereid middels aansluiting
bij het rampbestrijdingsplan van een buurregio, de jodiumprofylaxe-campagne van VWS
en aansluiting bij de nationale coördinatie van de crisisbeheersing bij kernongevallen
(Nationaal Crisisplan Stralingsincidenten (NCS)). Op die manier kunnen de in het Responsplan
NCS5 genoemde maatregelen – indien nodig – ook in die regio’s worden uitgevoerd.
Het totale overzicht is beschikbaar op het webportaal www.infonucleairrisico.nl.
Informatievoorziening aan burgers/webportaal (motie Beckerman-Wassenberg)
In het Algemeen Overleg van 17 mei 2018 heb ik uw Kamer reeds geïnformeerd over de
lancering van het webportaal www.infonucleairrisico.nl. Op dit portaal is informatie te vinden over onder meer binnen- en buitenlandse kerncentrales,
rampbestrijdings- en crisisplannen en nucleaire risico’s. Met deze website is geborgd
dat iedere belanghebbende zelf kan nagaan welke relevante plannen er zijn. Hiermee
is de motie Beckerman-Wassenberg6 uitgevoerd. Het webportaal zal verder ontwikkeld worden op basis van de resultaten
van een uit te voeren gebruikersonderzoek, gericht op onder meer toegankelijkheid
en vindbaarheid. Ook is de publieksinformatie op www.crisis.nl geactualiseerd, over wat te doen bij een stralingsincident.
Informatie-uitwisseling over ongewone gebeurtenissen in Belgische kerncentrales
De Nederlandse en Belgische autoriteiten hebben afspraken gemaakt over snelle en actieve
publiekscommunicatie bij ongewone gebeurtenissen in kerncentrales. Naar aanleiding
van de ongewone gebeurtenis bij de Belgische kerncentrale in Doel op 23 april 2018
– en de niet geheel naar wens verlopen informatievoorziening – zijn er tussen de ANVS
en de Veiligheidsregio’s Zeeland en Midden- en West-Brabant afspraken gemaakt over
de zogenaamde «back-up loop». De afspraak is om elkaar op korte termijn laagdrempelig
te informeren op het moment dat er een melding binnenkomt, de melding gezamenlijk
te duiden en afspraken te maken over eenduidige publiekscommunicatie.
Met betrekking tot de zogeheten N0-meldingen vanuit België (inmiddels worden deze
meldingen «Alert»-meldingen genoemd) in het algemeen, en specifiek naar aanleiding
van het incident van 23 april 2018, heeft er op 30 augustus 2018 een zogenaamde «tabletop»
(een bureau-oefening voor crisismanagement) plaatsgevonden met de betrokken Belgische
instanties (Federaal Agentschap voor Nucleaire Controle FANC, Engie, CGCCR en de provincies
Oost-Vlaanderen en Antwerpen) en de Nederlandse spelers (ANVS, Veiligheidsregio’s,
DCC IenW, NCC). De tabletop had als doel om meer inzicht te krijgen in elkaars werkwijze
bij informatievoorziening bij ongewone gebeurtenissen waarbij geen sprake is van een
crisissituatie. Hierdoor is meer begrip voor elkaars positie gecreëerd waardoor tot
werkbare afspraken is gekomen, daar waar deze nog niet helder waren. Hiermee is de
afstemming over publiekscommunicatie van ongewone gebeurtenissen in Belgische kerncentrales
verbeterd. De vervolgstap is om eenzelfde Nederlands-Belgische tabletop te organiseren
voor een ongewone gebeurtenis in de kerncentrale Borssele.
Verbetering informatievoorziening over vergunningverleningsprocedures
ANVS en FANC hebben de afspraak gemaakt de bevolking in regio’s aan de andere kant
van de grens te informeren over toekomstige vergunningverleningsproce-dures binnen
een straal van 20 km. Borging hiervan in wet- en regelgeving, zowel in Nederland als
in België, is in voorbereiding. Vooruitlopend hierop wordt bij nieuwe vergunningprocedures
al overeenkomstig het afgesproken beleid gewerkt.
In september 2018 heeft de Duitse deelstaat Niedersachsen toegezegd uitvoering te
willen geven aan de OVV-aanbeveling omtrent grensoverschrijdende informatieverstrekking
bij vergunningprocedures. Er wordt nog maar één vergunningprocedure voor de kerncentrale
Emsland verwacht, inclusief de grensoverschrijdende procedure voor het milieueffectenrapport.
Er worden afspraken gemaakt tussen de deelstaat Niedersachsen en de ANVS over hoe
concreet invulling wordt gegeven aan de OVV-aanbeveling over informatieverstrekking
over inspraakmogelijkheden voor die procedures.
d) Eindberging radioactief afval
In mijn brief7 van 14 mei 2018 heb ik aangegeven voorbereidingen te gaan treffen om de vorming van
een klankbordgroep eindberging van radioactief afval en verbruikte splijtstoffen te
kunnen starten. Deze klankbordgroep zal het maatschappelijke gesprek over eindberging
van radioactief afval voorbereiden. Het maatschappelijk gesprek zal het proces zijn
waarin alle relevante stakeholders zullen worden betrokken bij het uitwerken van de
route naar een eindberging. Ook de totstandkoming van de klankbordgroep zal een participatief
proces zijn waarin alle stakeholders worden betrokken.
Ik streef ernaar de klankbordgroep medio 2019 te hebben ingesteld.
e) Integrated Regulatory Review Service missie (IRRS)
Follow-Up IRRS-missie Nederland
In 2014 vond een IRRS-missie in Nederland plaats. Deze was gericht op beleid, wet-
en regelgeving, organisatie en taken van de overheid, in het bijzonder van de regulerende
autoriteit (de «regulatory body»). Van 19 tot en met 26 november 2018 zal het Nederlandse
beleid worden getoetst middels een zogenaamde IRRS-Follow-Up-missie. Een team van
experts van het Internationaal Atoomenergie Agentschap (IAEA) zal de voortgang van
de implementatie van de aanbevelingen en suggesties8 van de IRRS-missie naar Nederland uit 2014 beoordelen.
Een aantal aanbevelingen had betrekking op de totstandkoming van een autoriteit op
het gebied van nucleaire veiligheid en stralingsbescherming. Het kabinet heeft deze
aanbevelingen mee kunnen nemen bij de ontwikkeling van de ANVS. Het IAEA-review team
zal dit onderwerp zal tijdens de komende Follow-Up-missie extra aandacht geven. In
aanvulling op het monitoren van de gedane aanbevelingen heeft de ANVS het IAEA gevraagd
om tijdens deze missie in het bijzonder aandacht te geven aan de manier waarop in
Nederland de zogenaamde «special arrangements bij transport» worden geregeld. Dit
ter invulling van de toezegging van de Minister van Infrastructuur en Milieu tijdens
het Algemeen Overleg op 7 december 20169 naar aanleiding van vragen over transport en transportverpakkingen.
Een andere aanbeveling van de IRRS-missie in 2014 was het opstellen van een overkoepelend
nationaal document waarin het vastgestelde beleid en de strategie voor veiligheid
wordt beschreven. Om hier invulling aan te geven is heeft de Wegwijzer Nationaal beleid
nucleaire veiligheid en stralingsbescherming 2018 opgesteld. De Wegwijzer wordt voorafgaand
aan de komende missie op de website van de ANVS geplaatst.
Op 26 november 2018 zal de voorlopige rapportage van het reviewteam worden gepresenteerd.
Het eindrapport wordt enkele maanden later verwacht. Ik zal uw Kamer daarover terstond
informeren.
Rapport Follow-Up IRRS-missie België
In het plenair debat van 27 september 2018 (Handelingen II 2018/19, nr. 6, item 9) heb ik uw Kamer het rapport over de recente follow-up IRRS-missie in België toegezegd.
U vindt dit rapport op de website van de FANC, het Belgische Federaal Agentschap voor
Nucleaire Controle.10
f) Europees Topical Peer Review
Op grond van de EU-richtlijn nucleaire veiligheid wordt elke 6 jaar een onderwerp
gekozen waarover alle lidstaten aan elkaar moeten rapporteren. Vervolgens toetsen
collega’s en experts uit alle lidstaten elkaars rapporten («Topical Peer Review»).
Als eerste onderwerp is «verouderingsmanagement van kernreactoren» gekozen. Eind 2017
hebben de lidstaten in nationale rapporten beschreven hoe zij met verouderingsmanagement
omgaan. Het Nederlandse rapport is opgesteld door de ANVS en gepubliceerd op haar
website.11 De collegiale toetsing heeft plaatsgevonden in het voorjaar van 2018. Op 28 oktober
2018 zal ENSREG het eindrapport met conclusies, aanbevelingen en een overzicht van
bevindingen per land publiceren.12 Op 22 november 2018 wordt door ENSREG tijdens een publieke bijeenkomst een toelichting
gegeven. De lidstaten dienen uiterlijk in september 2019 bekend te maken hoe zij met
de aanbevelingen omgaan. Ik zal uw Kamer hierover te zijner tijd informeren.
g) Ongewone gebeurtenissen Belgische kerncentrales en kerncentrale Borssele
In het plenair debat van 27 september 2018 (Handelingen II 2018/19, nr. 6, item 9) heb ik uw Kamer een overzicht van het aantal incidenten bij de Belgische kerncentrales
en de kerncentrale Borssele toegezegd. U vindt het overzicht als bijlage 2 in deze
brief.
Bij de Belgische kerncentrales is er geen sprake van een toename in het aantal en
de ernst van ongewone gebeurtenissen, zoals ook de Onderzoeksraad voor Veiligheid
constateert in haar rapport «Samenwerken aan nucleaire veiligheid». Daarbij betreft
het in de afgelopen jaren uitsluitend gebeurtenissen die zijn ingeschaald op (maximaal)
INES-1 niveau: een afwijking aan een veiligheidssysteem, maar de veiligheid is nog
met voldoende marge geborgd. Overigens stelt het IAEA dat INES-inschalingen niet geschikt
zijn voor veiligheidsvergelijkingen van installaties, organisaties of landen. Uit
dit overzicht kan dus zeker niet geconcludeerd worden dat de Belgische kerncentrales
veiliger of onveiliger zijn dan de kerncentrale Borssele.
h) C2000
Tijdens het laatste Algemene Overleg van 17 mei heeft uw Kamer mij gevraagd of in
de grensregio’s grotere zendmasten geplaatst kunnen worden voor een betere dekking
van C2000 (Kamerstuk 25 422, nr. 224). Ik heb toen gemeld dat de verantwoordelijkheid voor het C2000-netwerk bij de Minister
van Justitie en Veiligheid ligt. De Minister van Justitie en Veiligheid heeft uw Kamer
per brief van 5 juli 201813 geïnformeerd over de voortgang rond C2000, waarbij ook dit punt wordt geadresseerd.
De Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat, S. van Veldhoven-van der Meer
Bijlage 1. Overzicht met oefeningen in het kader van nucleaire veiligheid met België
en Duitsland vanaf 2015.
Datum oefening
Scenario
Organiserend land
Deelnemers
2018 NNO «Shining Spring» 7 februari, 16 en 18 april
Ongeval bij Kerncentrale Borssele
Nederland
Nederland
Ministeries: Justitie en Veiligheid, Infrastructuur en Waterstaat, Algemene Zaken,
Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, Volks-gezondheid, Welzijn en Sport, Defensie,
Buitenlandse Zaken.
De Veiligheidsregio’s Zeeland en Midden-West Brabant.
ANVS en alle kennisinstituten van het Radiologisch en Gezondheidskundig Expertise
Netwerk (RIVM, NVIC, KNMI, KWR, Rijkswaterstaat, RIKILT, Defensie, ANVS Task Force).
België
Belgische autoriteiten (CGCCR en FANC), Provincies Oost-Vlaanderen en Antwerpen.
2017, 30 november (crisiscommunicatie)
Klein incident met maatschappelijke onrust en veel media-aandacht Zeeland en MWB,
Noord en Zuid Limburg
Nederland
Nederland
IenW, ANVS, VR Zeeland
België
Belgische autoriteiten (CGCCR en FANC)
2017, 21 november
Kerncentrale Doel
België
Nederland
Veiligheidsregio Zeeland en Provincie Zeeland
België
Belgische autoriteiten (CGCCR en FANC), Provincies Oost-Vlaanderen en Antwerpen.
2017, augustus
(crisiscommunicatie)
Kerncentrale Borssele
Nederland
Nederland
Crisiscommunicatie IenW, ANVS, VR Zeeland, Limburg Noord en Zuid-Limburg, VWS, RIVM,
exploitant, gemeente Borsele.
België
Belgische autoriteiten (CGCCR en FANC).
2016 TIHEX 2016
Ongeval Tihange
België
Nederland
ANVS, RIVM en kennisinstituten, NCC, Veiligheidsregio Zuid-Limburg
België
Belgische autoriteiten (CGCCR en FANC), Provincie Luik.
2016, mei INEX 5
Kerncentrale Emsland
Duitsland en Nederland samen
Nederland
CETsn, ANVS incl. communicatie, DCC IenW, NCC, Veiligheidsregio Twente
Duitsland
Bundesministerium für Umwelt, Naturschutz, Bau und Reaktorsicherheit, Bundesamt für
Strahlenschutz, Bundesamt für Bevölkerungsschutz und Katastrophenhilfe, Niedersächsisches
Ministerium für Umwelt, Energie und Klimaschutz, Niedersächsisches Ministerium für
Inneres und Sport, Niedersächsischer Landesbetrieb für Wasserwirtschaft, Küsten- und
Naturschutz, Polizeidirektion Osnabrück, Amt für Brand- und Katastrophenschutz, Landkreis
Emsland,
2015
Ongeval Studiecentrum voor kernenergie in Mol
België
Nederland
ANVS, RIVM, Veiligheidsregio Brabant Zuid-Oost, DCC IenW, DCC VWS, NCC
België
Belgische autoriteiten (CGCCR en FANC), Provincie
Bijlage 2. Overzicht van INES-1 incidenten per reactor per jaar
NB: er zijn in deze periode geen incidenten zijn geweest groter dan INES-1
Reactor
2013
2014
2015
2016
2017
2018
Kerncentrale Borssele
1
–
1
–
–
–
Doel 1
1
–
–
–
–
–
Doel 2
1
–
–
1
–
–
Doel 1 & 2
–
–
1
–
–
1
Doel 3
1
1
–
2
–
–
Doel 4
2
2
–
–
–
1
Tihange 1
2
–
3
1
–
1
Tihange 2
2
–
–
–
–
2
Tihange 3
1
1
4
3
–
–
Doel+Tihange (beton)
11
X Noot
1
Betreft één overkoepelende gebeurtenis voor de betonproblematiek bij Doel 3 en 4 en
Tihange 2 en 3. De gebeurtenis is ingeschaald op niveau INES-1.
Voor meer informatie zie: https://fanc.be/nl/nieuws/fanc-schaalt-betonproblematiek-doel-en-tihang….
Indieners
-
Indiener
S. van Veldhoven-van der Meer, staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat