Amendement : Amendement van het lid Patijn over de bevoegdheid een individueel inleenverbod te kunnen opleggen
36 446 Wijziging van de Wet allocatie arbeidskrachten door intermediairs en enige andere wetten in verband met de invoering van regels voor het verlenen van toelating voor het ter beschikking stellen van arbeidskrachten (Wet toelating terbeschikkingstelling van arbeidskrachten)
Nr. 51 AMENDEMENT VAN HET LID PATIJN
Ontvangen 12 maart 2025
De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:
In artikel I wordt na onderdeel J een onderdeel ingevoegd, luidende:
Ja
Na artikel 14 wordt een artikel ingevoegd, luidende:
Artikel 14bis Verbod op inlenen
1. De toezichthouders kunnen aan een inlener een verbod opleggen om als inlener arbeid
te laten verrichten door een arbeidskracht, indien de inlener een overtreding heeft
begaan in de zin van:
a. artikel 16 van deze wet;
b. artikel 18b van de Wet minimumloon en minimumvakantiebijslag;
c. artikel 18 van de Wet arbeid vreemdelingen;
d. artikel 10:1 van de Arbeidstijdenwet;
e. artikel 33 van de Arbeidsomstandighedenwet.
2. De toezichthouders kunnen voorts aan een inlener een verbod opleggen om als inlener
arbeid te laten verrichten door een arbeidskracht, indien de inlener is veroordeeld
op grond van artikel 225 of 273f van het Wetboek van Strafrecht.
3. Een verbod kan mondeling of bij gedagtekend schrijven worden opgelegd. Een mondeling
verbod wordt zo spoedig mogelijk schriftelijk bevestigd aan de inlener.
4. De toezichthouder kan een door hem op grond van het eerste lid opgelegd verbod intrekken,
indien naar zijn oordeel de overtreding die de inlener heeft begaan voldoende is hersteld.
5. De toezichthouder, die een verbod als bedoeld in het eerste lid heeft opgelegd, is
bevoegd met betrekking tot dit verbod de nodige maatregelen te treffen en de nodige
aanwijzingen te geven.
6. Ieder wie zulks aangaat is verplicht zich te gedragen overeenkomstig een verbod als
bedoeld in het eerste lid en een aanwijzing als bedoeld in het vijfde lid.
7. Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur kunnen nadere regels worden gesteld
over het bepaalde in dit artikel.
Toelichting
Met dit amendement krijgt de Nederlandse Arbeidsinspectie de wettelijke bevoegdheid
om een verbod op terbeschikkingstelling van arbeid (tba) op te leggen bij één bepaalde
onderneming of organisatie. De Nederlandse Arbeidsinspectie kan hierop overgaan in
het geval dat de wetten waarop de Nederlandse Arbeidsinspectie handhaaft niet worden
nagekomen. Daarmee komt er een instrument voor de Arbeidsinspectie in hun gereedschapskist
bij, als er overtredingen worden geconstateerd zoals vastgelegd in de Wet allocatie
arbeidskrachten door intermediairs Waadi, Wet minimumloon en minimumvakantiebijslag,
Wet arbeid vreemdelingen, Arbeidstijdenwet, Arbeidsomstandighedenwet en het Wetboek
van Strafrecht bij de uitlener en/of de inlener. Het gaat hier bijvoorbeeld om het
niet correct uitbetalen van het minimumloon, het niet voldoen aan de regels rondom
inhoudingen op het minimumloon, het laten werken zonder tewerkstellingsvergunning,
verschillende overtredingen uit de Arbeidsomstandighedenwet en mensenhandel.
Bij een verbod op tba is het niet langer toegestaan om bij het betreffende bedrijf
of de betreffende organisatie arbeidskrachten uit te lenen. Daarmee kan de organisatie
dus niet langer arbeidskrachten inlenen. Indiener wil met dit amendement stimuleren
dat er meer rechtstreekse dienstverbanden komen.
Indiener vindt het gerechtvaardigd om in sommige gevallen over te gaan op een verbod
op tba in een bedrijf of organisatie, conform de redenering uit het amendement van
het lid Patijn over de mogelijkheid van een verbod op terbeschikkingstelling van arbeidskrachten
expliciteren. Uit onderzoek blijkt dat werknemers die via tba ergens werken een hoger
risico lopen op ongezonde, onveilige en oneerlijke werkomstandigheden dan wanneer
zij met een directe dienstverbanden ergens werken.
Indiener stelt vanwege de urgentie van het vraagstuk voor deze nieuwe bevoegdheid
eerder in werking te laten treden dan andere onderdelen van de wet. Om de NLA voldoende
voorbereidingstijd te geven stelt indiener een inwerkingtreding per 1 januari 2026
voor.
Patijn
Indieners
-
Indiener
Mariëtte Patijn, Kamerlid