Commissie stelt proef met parlementaire ondervraging voor

De Kamer kan de komende jaren bij wijze van proef ervaring opdoen met een nieuw onderzoeksinstrument: de parlementaire ondervraging. Dat is de aanbeveling van de Tijdelijke commissie evaluatie Wet op de parlementaire enquête. Een parlementaire ondervraging is een kortdurende parlementaire enquête gericht op het verkrijgen van mondelinge inlichtingen, waarbij personen onder ede worden verhoord en verplicht zijn om medewerking te verlenen. Het is een tussenvorm tussen een gewone hoorzitting of rondetafelgesprek en een meer intensieve parlementaire enquête.

De Tijdelijke commissie evaluatie Wet op de parlementaire enquête kreeg de opdracht van de Kamer om een verkenning te doen naar de mogelijkheden en randvoorwaarden van het horen onder ede buiten de parlementaire enquête, de zogenoemde parlementaire ondervraging. De Kamer had hierom gevraagd in de motie-Segers c.s. (Kamerstuk 33 609, nr. 14). De commissie onder voorzitterschap van Ronald van Raak heeft uitvoerig een aantal varianten onderzocht en verschillende (ervarings)deskundigen uit politiek, wetenschap en ambtelijke dienst geraadpleegd. De commissie heeft overwogen dat een aparte wettelijke regeling voor het binnen kort tijdsbestek horen van personen onder ede thans niet nodig is, omdat de bestaande Wet op de parlementaire enquête 2008 reeds die mogelijkheid biedt. Om dit praktisch vorm te geven doet de commissie in haar verslag een voorstel voor een Tijdelijk protocol parlementaire ondervraging.

Voor het houden van een parlementaire ondervraging is een meerderheidsbesluit van de Kamer nodig. De ondervragingscommissie, die de status heeft van enquêtecommissie in de zin van de Wet op de parlementaire enquête 2008, krijgt de opdracht om in een beknopt tijdsbestek mondelinge informatie te vergaren door middel van het onder ede horen van personen. Het protocol en de bijbehorende toelichting zijn bedoeld als leidraad voor de Kamer en de in te stellen commissie om te komen tot een gestructureerde en met voldoende waarborgen omklede toepassing van het bestaande enquête-instrument in het kader van een parlementaire ondervraging.

Omdat het een nieuwe werkwijze betreft, beveelt de tijdelijke commissie aan eerst vijf jaar praktische ervaring op te doen op basis van het protocol. Daarna is het aan de Kamer om te besluiten of de parlementaire ondervraging een permanente plaats in het parlementaire onderzoeksinstrumentarium moet krijgen.

Het voorstel is op 3 februari 2016 aangeboden aan de Kamervoorzitter, die vervolgens zal bekijken op welke wijze het voorstel behandeld zal worden.

Noot voor de redacties:

De voorzitter van de tijdelijke commissie Evaluatie Wet op de Parlementaire Enquête is bereid om nadere toelichting te geven. U kunt hiervoor contact opnemen met Samira Kleijn, Stafdienst Communicatie, persvoorlichting@tweedekamer.nl en 070-318 2183.