Gegevensverwerking in de persoonsgerichte aanpak van radicalisering

13 maart 2024, wetsvoorstel - Een persoonsgerichte aanpak is belangrijk bij de bestrijding van radicalisering. Minister Yeşilgöz (Justitie en Veiligheid) legt in een wetsvoorstel de regels voor de gegevensverwerking daarbij vast.

Op lokaal niveau past men nu al een persoonsgerichte benadering toe bij mensen die dreigen te radicaliseren of al geradicaliseerd zijn. In een zogenaamd casusoverleg bespreken de betrokken partijen welke aanpak gekozen moet worden. Op dit moment gebeurt dat op basis van een convenant. Yeşilgöz legt de bestaande praktijk nu vast in de wet, ook om de gegevensverwerking goed te regelen.

Radicalisering is een proces dat uiteindelijk kan leiden tot terroristische of extremistische activiteiten. Er is daarbij een ideologisch motief op basis waarvan mensen bereid zijn in ernstige mate de wet te overtreden of activiteiten te verrichten die de democratische rechtsstaat ondermijnen.

Waarborgen en evaluatie

Bevat de wet voldoende waarborgen voor mensen die blootgesteld worden aan een persoonsgerichte aanpak? Als je onterecht in de gaten gehouden wordt en het label extremist of terrorist krijgt, is dat een inbreuk op je persoonlijke leven met soms grote gevolgen, benadrukken verschillende woordvoerders. Sneller (D66) wijst op onderzoek op dat punt van de Nationale ombudsman.

Six Dijkstra (NSC) is positief over het wetsvoorstel, maar stelt ook vast dat nooit is onderzocht of een persoonsgerichte aanpak effectief is en leidt tot deradicalisering. Daarom suggereert hij een tijdelijke invoering van de wet, gevolgd door een evaluatie. Na vier jaar kan dan worden bezien of het verstandig is om ermee door te gaan.

Het moet wel werkbaar blijven in de praktijk, zegt Eerdmans (JA21) over ideeën van andere woordvoerders om extra waarborgen in te bouwen. Het wetsvoorstel is bedoeld om de praktijk te codificeren, zegt hij, niet om het moeilijker te maken. We moeten niet de wet "kapotamenderen", zo sluit Helder (BBB) zich daarbij aan.

Reikwijdte

De persoonsgerichte aanpak zou alleen toegepast moeten worden bij mensen die daadwerkelijk een gevaar vormen, vindt Van Nispen (SP), en niet bij mensen die slechts activistisch, lastig of verward zijn. Hij wil de wettekst aanpassen om dit te voorkomen.

We moeten Nederland beschermen tegen extremisme, zegt El Abassi (DENK), maar ook tegen overheidswillekeur. Hij waarschuwt dat vrijheid en privacy onder druk komen te staan door een te grote surveillancemacht van de overheid en van veiligheidsdiensten.

Michon (VVD) vraagt aandacht voor anti-institutioneel extremisme, gericht tegen democratische instituties en processen. Wat haar betreft moet expliciet in de wet worden vastgelegd dat dit ook onder radicalisering valt.

Ontstaat er geen hellend vlak? Faber (PVV) zet vraagtekens bij het voorstel van Michon. Zij vreest dat het ertoe leidt dat kritiek op overheidsbeleid, zoals klimaatbeleid, wordt verboden omdat het desinformatie zou zijn. Het is volgens haar duidelijk dat de grootste dreiging uitgaat van jihadisme.

Van Meijeren (FVD) vindt zichzelf een radicaal, omdat hij een corrupt systeem wil veranderen en zich verzet tegen de gevestigde orde. De definitie van radicalisering in het wetsvoorstel is in zijn ogen veel te breed. Dit zorgt er volgens hem voor dat de overheid de privacy van burgers kan schenden en afwijkende meningen kan onderdrukken.

Bewaartermijn

Persoonsgegevens die zijn verwerkt voor het casusoverleg, mogen niet langer dan noodzakelijk bewaard worden, vindt Mutluer (GroenLinks-PvdA). Vijf jaar na de eerste verwerking moeten ze sowieso worden vernietigd, tenzij er een uitzonderingsgrond is.

Het debat over het wetsvoorstel gaat op een later moment verder met de reactie van minister Yeşilgöz op de inbreng van de woordvoerders.

Zie ook:

  • Het overzicht van de laatste debatten in het kort
  • De geredigeerde woordelijke verslagen van Kamervergaderingen (het stenogram). Deze zijn maximaal vier uur na het uitspreken beschikbaar.
  • Kijk debatten terug via Debat Direct