Debat over de gesloten jeugdzorg

28 maart 2024, debat – De Kamer debatteert met staatssecretaris Van Ooijen (Volksgezondheid, Welzijn en Sport) over de gesloten jeugdzorg.

Jongeren in de gesloten jeugdzorg voelen zich onveilig, krijgen niet de juiste hulp en hebben te maken met vrijheidsbeperkende maatregelen. Dat blijkt uit verschillende onderzoeken, zoals dat van de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd en van ervaringsdeskundige Jason Bhugwandass. Het kabinet wil de gesloten jeugdzorg hervormen door middel van kleinschaligere locaties en uiteindelijk het aantal plaatsingen terugbrengen tot nul.

Excuses en erkenning

Jongeren zijn beschadigd en op achterstand gezet door trauma, stelt Dobbe (SP). Zij vraagt om excuses en erkenning dat het fout is gegaan in de gesloten jeugdzorg. Ook Crijns (PVV) pleit voor een snelle erkenning van het leed. Synhaeve (D66) benadrukt dat schuld erkennen de sleutel naar herstel vormt. 

Staatssecretaris Van Ooijen wil het proces om tot erkenning van het leed van jongeren te komen, zorgvuldig inrichten. Volgens hem zijn gesprekken met jongeren en de VNG hierbij van belang, net als een onafhankelijk onderzoek.

Afbouw gesloten jeugdzorg

Er zijn continu pleisters geplakt zonder de wond te dichten, zegt Keijzer (BBB), en daardoor zijn de problemen alleen maar groter geworden. De gesloten jeugdzorg functioneert niet, constateert ook Van Houwelingen (FVD). Hij vindt het zorgwekkend dat jongeren er vaak slechter uit komen en pleit voor een verplichte sluiting van gesloten jeugdzorginstellingen.

De gesloten jeugdzorg zit midden in een transformatie, zegt Van Ooijen. Hij benadrukt dat het aantal plaatsingen in de gesloten jeugdzorg afneemt en nog verder moet afnemen. Het doel is om in 2030 zo dicht mogelijk bij nul plaatsingen uit te komen.

De misstanden in de gesloten jeugdzorg zijn onacceptabel en daarom is de afbouw van de gesloten jeugdzorg noodzakelijk, vinden Ceder (ChristenUnie) en Krul (CDA). Wel baart het hen zorgen dat de afbouw stagneert, omdat er niet genoeg alternatieve zorg voorhanden is.

De afbouw van de gesloten jeugdzorg kost soms meer tijd, juist omdat de alternatieven eerst op orde moeten zijn, verduidelijkt de staatssecretaris. Kleinschaligheid benoemt hij hierbij als belangrijk aspect.

Betrokkenheid van ouders

Ouders zijn onderdeel van het perspectief op de toekomst, vindt Tielen (VVD). Zij hebben recht op informatie en betrokkenheid. Ook volgens Stoffer (SGP) is het belangrijk dat intensiever contact met ouders mogelijk wordt gemaakt.

Van Ooijen deelt het belang van de betrokkenheid van ouders. Volgens hem is dit een onmisbare factor voor een stevige toekomst en moet hier altijd sprake van zijn als daarvoor gelegenheid is.

Beknopte parlementaire enquête

Waarom is het zo lang misgegaan? Waarom gebeurt er te weinig, terwijl de signalen zo duidelijk zijn? Dat vragen Bruyning (NSC) en Westerveld (GroenLinks-PvdA, mede namens Partij voor de Dieren) zich af. Zij willen een beknopte parlementaire enquête naar de misstanden in de gesloten jeugdzorg sinds 2008.

De Kamer stemt op 2 april over de tijdens het debat ingediende moties.

Zie ook:

  • Het overzicht van de laatste debatten in het kort
  • De geredigeerde woordelijke verslagen van Kamervergaderingen (het stenogram). Deze zijn maximaal vier uur na het uitspreken beschikbaar.
  • Kijk debatten terug via Debat Direct