Basisbeurs wordt vanaf 2015 studievoorschot

5 november 2014, wetsvoorstel - De basisbeurs wordt vervangen door het studievoorschot. Het geld dat daardoor vrijkomt, steekt minister Bussemaker (Onderwijs) in kwaliteitsverbetering van het onderwijs.

De basisbeurs voor studenten in het hoger onderwijs gaat per 1 september 2015 verdwijnen. Daarvoor in de plaats komt het studievoorschot, een lening die studenten bij de overheid kunnen afsluiten. Het bedrag dat het kabinet hiermee vrijspeelt, wordt geïnvesteerd in het onderwijs. Denk aan kwaliteitsverbetering van het onderwijs, betere doorstroming van het mbo naar het hoger onderwijs, en meer inspraak van studenten en docenten op het onderwijs. Met de steun van coalitiepartners VVD en PvdA én de fracties van GroenLinks en D66 is er voor dit voorstel een ruime Kamermeerderheid. Maar de overige fracties zijn behoorlijk kritisch.

Toegankelijkheid van het onderwijs

Rog (CDA) en Van Dijk (SP) denken dat minder scholieren de stap naar het hoger onderwijs maken als zij aangewezen zijn op een lening. "Daarover moeten we geen spookverhalen vertellen", reageert Bussemaker. Uit onderzoek blijkt dat jongeren hun keuze daar niet van laten afhangen. Eventuele effecten zullen bovendien voornamelijk tijdelijk zijn. Maar kunnen kinderen uit de middeninkomens nog wel studeren?, vraagt Bisschop (SGP). Omdat de aanvullende beurs en de ov-kaart blijven bestaan, denkt de minister van wel. In reactie op Klaver (GroenLinks) en Van Meenen (D66) zegt de minister toe dat zij de instroom-, doorstroom- en uitstroomgegevens gaat monitoren, want "we willen graag weten wat er gebeurt".

Effecten van een hogere studieschuld

In het nieuwe stelsel zal meer geleend worden, zegt de minister, maar "dat zou net zo normaal moeten zijn als het afsluiten van een hypotheek; het is een investering die zich dubbel en dwars terugbetaalt". Die opmerking vindt Van Dijk onbegrijpelijk: "We komen nota bene uit de grootste schuldencrisis aller tijden". Ook Ouwehand (PvdD) en Beertema (PVV) vrezen dat mensen een leven lang in de schulden zullen zitten. De gemiddelde studieschuld zal volgens Bussemaker inderdaad met €6.000 toenemen tot €21.000, maar omdat er een sociale terugbetaalregeling is, verwacht zij dat studenten dat kunnen dragen. Volgens Schouten (ChristenUnie) is het voor een afgestudeerde advocaat echter veel makkelijker om af te lossen dan voor iemand met een modaal salaris, waardoor de laatste meer rente zal betalen.

Kwaliteitsverbetering en een leven lang leren

De overheid moet voor iedereen kansen creëren om het beste onderwijs te volgen, en die ambitie moet fors zijn, vindt Duisenberg (VVD). Net als Mohandis (PvdA) is hij blij dat dit wetsvoorstel een kwaliteitsimpuls aan het hoger onderwijs zal geven. Schouten vraagt zich echter af of het vrijgekomen geld wel de noodzakelijke verbeteringen oplevert. Dat is het geval, antwoordt Bussemaker. Zo komen er bijvoorbeeld kleinere groepen, extra mentoren voor doorstromende mbo'ers en flexibele curricula. Het kabinet stimuleert dat mensen een leven lang blijven leren. Daarom regelt de nieuwe wet ook dat dertigers, veertigers en vijftigers gebruik kunnen maken van een collegegeldkrediet. Klein (50PLUS/Klein) betreurt dat 55-plussers die kredieten dus niet kunnen benutten. Desalniettemin steunt hij het wetsvoorstel.

De Kamer sprak eerder over dit voorstel op 4 november. Op 11 november stemt de Kamer over het wetsvoorstel en de ingediende moties.

Zie ook:

  • Het overzicht van de laatste debatten in het kort
  • De geredigeerde woordelijke verslagen van Kamervergaderingen (het stenogram). Deze zijn maximaal vier uur na het uitspreken beschikbaar.