Brief regering : Rapportage toepassing Wet ongewenste zeggenschap telecommunicatie
35 925 XIII Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat (XIII) voor het jaar 2022
Nr. 8 BRIEF VAN DE MINISTER VAN ECONOMISCHE ZAKEN EN KLIMAAT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 12 oktober 2021
Bij de behandeling (Kamerstuk 35 153, nr. 24) van het wetsvoorstel ongewenste zeggenschap telecommunicatie (Kamerstuk 35 153) heeft uw Kamer het kabinet middels de motie van de leden Van den Berg, Graus en
Van Haga (Kamerstuk 35 153, nr. 18) verzocht om jaarlijks per brief aan de Kamer te rapporteren over de toepassing van
de Wet ongewenste zeggenschap telecommunicatie (WOZT) en de verbodsbevoegdheid zoals
opgenomen in die wet. Met deze brief kom ik aan dit verzoek tegemoet.
Daarnaast heeft uw Kamer het kabinet middels een motie van de leden Weverling, Verhoeven
en Stoffer (Kamerstuk 35 153, nr. 17) verzocht om de Kamer periodiek te informeren over de impact van het wetsvoorstel
op de conform de memorie van toelichting als beperkt ingeschatte administratieve lasten
voor het bedrijfsleven in de telecomsector. In deze rapportage zal ik derhalve ook
aandacht besteden aan de administratieve lasten van het wetsvoorstel.
In deze brief breng ik verslag uit over het eerste jaar na inwerkingtreding van de
WOZT, te weten de periode van 1 oktober 2020 tot en met 30 september 2021. In deze
periode heb ik geen gebruikgemaakt van de verbodsbevoegdheid.
Zoals door de toenmalig Staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat reeds aangekondigd
tijdens het Wetgevingsoverleg van 20 april 2020 (Kamerstuk 35 153, nr. 24), maakt het kabinet graag gebruik van deze gelegenheid om uw Kamer een breder beeld
te geven van de stand van zaken omtrent ongewenste overnames in de Nederlandse economie.
Bureau Toetsing Investeringen (BTI)
Op 1 oktober 2020 is het Bureau Toetsing Investeringen (BTI) operationeel geworden.
Het BTI geeft uitvoering aan de WOZT en is ondergebracht bij het Ministerie van Economische
Zaken en Klimaat. Daarnaast ondersteunt het BTI de feitelijke uitvoering van de overige
sectorale investeringstoetsen, zoals vastgelegd in de Gaswet en de Elektriciteitswet,
en functioneert het BTI als contactpunt voor de Europese FDI-Screeningsverordening1 op grond van de Uitvoeringswet screeningsverordening buitenlandse directe investeringen.
Al het bovenstaande gebeurt in nauwe samenwerking met de relevante andere departementen.
Door tijdig te beginnen met de voorbereidingen, heeft het BTI een vliegende start
kunnen maken toen de wet op 1 oktober 2020 in werking is getreden. Het BTI beschikt
over een eigen website (www.bureautoetsinginvesteringen.nl), waar ook een meldingsformulier beschikbaar is gesteld voor het melden van zaken
op grond van de WOZT. Hierdoor wisten het bedrijfsleven en de advocatuur het BTI goed
te vinden, waardoor in het eerste jaar na inwerkingtreding al vele binnengekomen vragen
konden worden beantwoord. Doordat het mogelijk was voor het bedrijfsleven en de advocatuur
om vragen te stellen over de toepassing van de WOZT voordat een melding werd gedaan,
is het aantal ten onrechte ingediende meldingen beperkt gebleven. Dit heeft een gunstige
impact op het beperken van de administratieve lasten die de WOZT met zich mee heeft
gebracht.
Rapportage oktober 2020–september 2021
In de periode oktober 2020 tot en met september 2021 werden zes meldingen gedaan op
grond van de Telecommunicatiewet, waarvan er twee buiten het toepassingsbereik van
de wet vielen. Daarnaast zijn zeven onderzoeken afgerond op grond van het overgangsrecht
zoals vastgelegd in Artikel 20.16b. Geen van deze uitgevoerde onderzoeken heeft geleid
tot de conclusie dat de investeerders een bedreiging vormen voor het publiek belang
zoals gedefinieerd in de WOZT. In bovenstaande periode heeft zich dan ook geen aanleiding
voorgedaan om gebruik te maken van de verbodsbevoegdheid ex artikel 14a.4, eerste
lid van de Telecommunicatiewet.
Overgangsrecht
Zoals hierboven vermeld, hebben er in deze periode zeven onderzoeken plaatsgevonden
op basis van het overgangsrecht zoals vastgelegd in Artikel 20.16b. Deze onderzoeken
met terugwerkende kracht, die konden worden uitgevoerd binnen acht maanden na inwerkingtreding
van de WOZT, vormen een bijzondere situatie binnen deze wet. Deze bevoegdheid tot
onderzoek met terugwerkende kracht voor reeds verrichte investeringen van voor de
datum van inwerkingtreding van de WOZT is na het aflopen van het overgangsrecht namelijk
niet meer inzetbaar.
Binnen deze overgangsperiode zijn negen telecommunicatiepartijen met bestaande relevante
invloed aangeschreven met een verzoek om aanvullende informatie. De vragen waren gebaseerd
op het meldingsformulier zoals dat geldt voor reguliere onderzoeken. De partijen die
zijn aangeschreven voldeden aan één of beide van de volgende criteria: (1) de partij
had recentelijk (tijdsperiode) een zeggenschapswijziging ondergaan en/of (2) de houder
van zeggenschap kon niet worden afgeleid uit informatie uit het handelsregister van
de Kamer van Koophandel. Twee van de betreffende ondernemingen konden aantonen dat
zij niet boven de drempelwaarden uitkwamen en de bijbehorende onderzoeken zijn afgesloten
zonder nadere actie. De overige zeven partijen zijn getoetst aan de hand van de WOZT.
In geen van deze onderzoeken is een bedreiging van het publiek belang geconstateerd
en er is dan ook geen aanleiding gezien om een verbod of een verbod onder opschortende
voorwaarden op te leggen.
Stand van zaken investeringstoetsen
Zoals door de toenmalig Staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat reeds aangekondigd
tijdens het Wetgevingsoverleg van 20 april 2020 (Kamerstuk 35 153, nr. 24), maakt het kabinet graag gebruik van deze gelegenheid om uw Kamer een breder beeld
te geven van de stand van zaken omtrent ongewenste overnames in de Nederlandse economie.
Tot het huidige stelsel van investeringstoetsen behoren naast de Telecommunicatiewet
ook de Gaswet en de Elektriciteitswet. Ook de Europese FDI-screeningsverordening en
de bijbehorende Uitvoeringswet zien op dit thema. Daarnaast heeft uw Kamer het wetsvoorstel
voor een veiligheidstoets, investeringen, fusies en overnames in behandeling genomen.2 Tot slot werkt het kabinet aan de eerder aangekondigde wetgeving die ziet op een
sectorale toets voor bepaalde ondernemingen die onderdeel zijn van de Nederlandse
defensie-industrie. Ik zal de laatste ontwikkelingen bij deze toetsen kort toelichten.
De FDI-screeningsverordening is op 11 oktober 2020 in werking getreden. Middels de
Uitvoeringswet screeningsverordening buitenlandse directe investeringen, die op 29 oktober
2020 is aangenomen, is de Minister van Economische Zaken en Klimaat aangewezen als
contactpunt. Deze functie wordt in mandaat uitgevoerd door het BTI in nauwe samenwerking
met het Ministerie van Justitie en Veiligheid, het Ministerie van Buitenlandse Zaken
onder de verantwoordelijkheid van de Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking
en de relevante vakdepartementen.
In de periode oktober 2020 tot en met september 2021 is er één melding gedaan in het
kader van de Elektriciteits- en Gaswet. Het uitgevoerde onderzoek heeft geleid tot
de conclusie dat er geen verbod of maatregelen opgelegd hoeven worden.
De nieuwe wetgeving waar het kabinet aan werkt, bestaat uit een brede investeringstoets
en een sectorale toets voor de defensie-industrie. Op 30 juni 2021 is het wetsvoorstel
veiligheidstoets investeringen, fusies en overnames (Vifo) bij uw Kamer ingediend
(Kamerstuk 35 880, nrs. 1, 2 en 3). Er wordt momenteel gewerkt aan de beantwoording van het verslag van uw Kamer.
Daarnaast werkt het kabinet aan aanvullende maatregelen ter bescherming van de defensie-industrie
tegen ongewenste buitenlandse overnames en investeringen. Hierover is uw Kamer geïnformeerd
in de brieven Uitkomsten ex ante analyse van de Nederlandse defensie technologische
en industriële basis van 19 december 2019 (Kamerstuk 31 125, nr. 108) en Voortgang wetgevingstraject sectorale investeringstoets defensie-industrie van
26 juni 2020 (Kamerstuk 31 125, nr. 113). Over de voortgang van het wetgevingstraject sectorale investeringstoets defensie-industrie
bent u op 9 juli 2021 door de Staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat en
de Minister van Defensie geïnformeerd (Kamerstuk 31 125, nr. 120). De verwachting is dat het wetsvoorstel in het eerste kwartaal van 2022 in internetconsulatie
zal gaan. Het besluit hierover is aan het volgend kabinet.
De Minister van Economische Zaken en Klimaat,
S.A. Blok
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
S.A. Blok, minister van Economische Zaken en Klimaat