Brief regering : Tweede evaluatie Wet afbreking zwangerschap

Nr. 42
BRIEF VAN DE MINISTER VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 26 juni 2020

Hierbij doe ik u het rapport toekomen van de evaluatie van de Wet afbreking zwangerschap
(hierna: Wafz)1. Dit rapport bevat de resultaten van de tweede evaluatie van de Wafz. Het evaluatieonderzoek
is uitgevoerd in opdracht van VWS en ZonMw en is verricht in de periode januari 2019
tot met december 2019 door een multidisciplinair samenwerkingsverband van onderzoekers
van het Amsterdam Universitair Medisch Centrum en onderzoeksbureau Pro Facto.

De Wafz trad op 1 november 1984 in werking en is voor de tweede maal geëvalueerd.
Het onderzoek naar de toepassing van deze wet laat zien dat de belangrijkste doelstelling
van de wetgever – bescherming van het ongeboren menselijk leven en tegelijkertijd
hulp te bieden aan vrouwen die onbedoeld zwanger zijn – wordt gerealiseerd. Klinieken,
ziekenhuizen en abortushulpverleners in die instellingen en de verwijzers zijn op
de hoogte van de in de Wafz en onderliggende regelgeving neergelegde regels en leven
die in het algemeen goed na. Het rapport toont aan dat er sprake is van een stabiele
praktijk op het gebied van de abortushulpverlening.

Daarnaast wordt in het onderzoek geconstateerd dat er op bepaalde onderdelen verbeteringen
mogelijk zijn. De aanbevelingen die in het onderzoek zijn geformuleerd richten zich
onder andere op het verschaffen van helderheid over de begrippen zwangerschap, overtijdbehandeling
en levensvatbaarheid bij abortus, (toepassing van) de beraadtermijn, rollen van verwijzers
en abortushulpverleners, uitbreiding van de kring formele verwijzers en toezien op
neutrale keuzehulp.

Een nadere beschouwing van de conclusies en aanbevelingen volgend uit de evaluatie
van de Wet afbreking zwangerschap ontvangt u van mij in de tweede helft van 2020.

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,
H.M. de Jonge