Brief regering : Reactie op motie van het lid Bergkamp c.s. over de inzet van gespecialiseerde rechercheurs bij discriminatie (Kamerstuk 30420-324)
29 628 Politie
Nr. 899
BRIEF VAN DE MINISTER VAN JUSTITIE EN VEILIGHEID
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 31 juli 2019
Op 2 juli 2019 is tijdens de stemmingen over het VAO Emancipatiebeleid (Handelingen
II 2018/19, nr. 100) van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW)
de motie van het lid Bergkamp c.s. (Kamerstuk 30 420, nr. 324) aangenomen. In de motie wordt de regering verzocht om een onderzoek uit te voeren
naar ervaringen in het buitenland met de inzet van gespecialiseerde rechercheurs bij
discriminatie en hierbij ook in gesprek te gaan met belangenorganisaties, politie
en OM.
De Kamer heeft daarbij verzocht op korte termijn geïnformeerd te worden over de wijze
waarop de motie uitgevoerd gaat worden.
De Minister van OCW heeft, zoals bekend, in het VAO de motie ontraden (Handelingen
II 2018/19, nr. 99).
Op korte termijn wordt het onderzoek van het WODC naar de speciale behoeften van slachtoffers
van hate crime ten aanzien van het strafproces en slachtofferhulp aan mijn collega, de Minister
voor Rechtsbescherming, aangeboden. Het onderzoek betreft een rechtsvergelijkende
studie naar de procedurele rechten en voorzieningen die in buitenlandse jurisdicties
voor hate crime slachtoffers zijn ontwikkeld, waaronder het inzetten van gespecialiseerde politieagenten.
Daarnaast zijn de onderzoekers in gesprek gegaan met Nederlandse belangenorganisaties,
politie en het OM.
Het concept hate crime is in Nederland niet in het Wetboek van Strafrecht verankerd. Het onderzoek sluit
wat betreft het Nederlandse hate crime beleid daarom aan bij commune delicten die worden gepleegd met een discriminatoir
motief (codis-feiten), zoals vernieling of mishandeling met antisemitische of anti-moslim-motieven
en agressie jegens LHBT.
De uitkomsten van dit onderzoek zal ik betrekken bij de vraag of er een noodzaak is
tot de inzet van aparte, gespecialiseerde agenten in de hier van belang zijnde gevallen.
Ik verwacht uw Kamer na de zomer het rapport en onze reactie hierop te kunnen sturen
en hierbij nadrukkelijk aandacht te besteden aan uw motie.
De Minister van Justitie en Veiligheid,
F.B.J. Grapperhaus
Indieners
-
Indiener
F.B.J. Grapperhaus, minister van Justitie en Veiligheid