Nederlandse jongeren scoren internationaal goed
De prestaties van Nederlandse 15-jarigen zijn internationaal hoog. Nederland scoort bij wiskunde ruim boven het OESO-gemiddelde en neemt een uitstekende vierde plaats in. Daarnaast scoort Nederland ook op leesvaardigheid en natuurwetenschappen goed. Opvallend is het lage percentage 'toppers' in Nederland.
Dit blijkt uit het internationaal vergelijkend onderzoek Programme for International Student Assessment (PISA), waarin de vaardigheden van 15-jarigen voor wiskunde, natuurwetenschappen en lezen zijn getoetst. De onderzoeksresultaten zijn 3 december 2013 gepubliceerd. Internationaal wordt PISA gezien als een belangrijke graadmeter voor de vergelijking van vaardigheden tussen landen.
-
Verschil in gemiddeld behaalde wiskundescore met het OESO-gemiddelde verschil t.o.v. OESO-gemiddelde MEX -81 -71 -46 -41 -28 -17 -16 -13 -12 -10 -9 -7 -5 -4 -1 OESO 0 1 5 6 6 7 7 10 12 20 21 24 24 25 27 NED 29 37 42 Z-KO 60
Ook goede prestaties leesvaardigheid en natuurwetenschappen
PISA toetst ook de vaardigheidsniveaus voor natuurwetenschap en leesvaardigheid. Ook hier presteert Nederland ruim bovengemiddeld. Naast een 4de plaats voor wiskunde, staat Nederland voor leesvaardigheid op een 10de en voor natuurwetenschappen op een 8de plaats in de ranking van 34 OESO-landen.
Wanneer rekening wordt gehouden met significante verschillen tussen landen (als een verschil niet significant is, betekent dit dat er een grote kans bestaat dat het verschil op toeval berust), scoren 5 OESO-landen significant beter op leesvaardigheid en 4 landen op natuurwetenschap. Voor de vaardigheid wiskunde scoren alleen Zuid-Korea en Japan significant hoger. Finland, voorheen behorend tot de top, scoort nu lager op wiskunde dan Nederland (maar niet significant lager).
Ondanks de goede positie van Nederland voor wiskunde zijn er duidelijke verschillen zichtbaar in de 4 getoetste wiskundevormen: meetkunde, algebra, statistiek en rekenen. Nederlandse leerlingen staan aan de internationale top voor statistiek en rekenen.
-
Wiskunde: Gemiddeld behaalde scores van landen in de OESO-top 10 niet significant significant OESO Duitsland 514 Belgiƫ 515 Polen 518 Canada 518 Finland 519 Estland 521 Nederland 523 Zwitserland 531 Japan 536 Zuid-Korea 554 OESO 494
-
Figuur 3. Leesvaardigheid: Gemiddeld behaalde scores van landen in de OESO-top 10 niet significant significant OESO Nederland 511 Australiƫ 512 Nieuw-Zeeland 512 Estland 516 Polen 518 Canada 523 Ierland 523 Finland 524 Zuid-Korea 536 Japan 538 OESO 496
-
Natuurwetenschap: Gemiddeld behaalde scores van landen in de OESO-top 10 niet significant significant OESO Australiƫ 521 Ierland 522 Nederland 522 Duitsland 524 Canada 525 Polen 526 Zuid-Korea 538 Estland 541 Finland 545 Japan 547 OESO 501
Trends in gemiddeld behaalde scores
In absolute zin daalde de Nederlandse wiskundescore sinds 2003 significant en sterker dan het OESO gemiddelde. Voor leesvaardigheid en natuurwetenschappen is door de jaren heen geen significante daling zichtbaar, de absolute scores zijn vanaf 2003 redelijk stabiel.
Ondanks de significante daling voor wiskunde, scoort Nederland in 2012 wel beter in de internationale ranking dan in 2009. Dit is vooral toe te wijzen aan de grotere afname van wiskundeprestaties in andere landen, waaronder Finland. Over het algemeen geldt dat absolute scores stabieler zijn dan rangordes, omdat relatief kleine verschillen ook al zijn ze significant, tot grote veranderingen in rangorde kunnen leiden.
Relatief veel excellenten
De behaalde PISA scores worden ingedeeld op een vaardigheidsschaal. Voor wiskunde en natuurwetenschappen zijn er 6 niveaus. Een vergelijkbare vaardigheidsschaal wordt gebruikt bij lezen met 7 niveaus (1a, 1b en 2 t/m 6). Leerlingen die in de hoogste twee niveaus (niveau 5 en 6) scoren, worden door de OESO aangeduid als excellente leerlingen. Leerlingen die vallen in (hoogste) niveau 6 worden hier aangeduid als zeer excellent ('toppers').
In figuur 8 is te zien dat relatief veel Nederlandse leerlingen bij wiskunde de hoogste vaardigheidsniveaus 5 en 6 behalen. Het betreft 19,3% van de 15-jarigen en alleen in Zuid-Korea, Japan en België zijn meer excellente leerlingen. Ondanks deze goede score is dit aandeel significant gedaald sinds 2003.
Bij leesvaardigheid halen veel minder 15-jarigen de hoogste twee vaardigheidsniveaus: 9,8%. Dit aandeel is onveranderd sinds 2009 en leidt tot een 12de positie (figuur 9). Bij natuurwetenschappen gaat het om 11,8% en een 7e positie in de OESO-ranking. Ook hier is sprake van een daling sinds 2006.
-
Trend in Nederlandse wiskundescore en OESO-ranking wiskunde OESO 2003 538 500 2006 531 498 2009 526 496 2012 523 494
Relatief veel excellenten
De behaalde PISA scores worden ingedeeld op een vaardigheidsschaal. Voor wiskunde en natuurwetenschappen zijn er 6 niveaus. Een vergelijkbare vaardigheidsschaal wordt gebruikt bij lezen met 7 niveaus (1a, 1b en 2 t/m 6). Leerlingen die in de hoogste twee niveaus (niveau 5 en 6) scoren, worden door de OESO aangeduid als excellente leerlingen. Leerlingen die vallen in (hoogste) niveau 6 worden hier aangeduid als zeer excellent ('toppers').
Er is te zien dat relatief veel Nederlandse leerlingen bij wiskunde de hoogste vaardigheidsniveaus 5 en 6 behalen. Het betreft 19,3% van de 15-jarigen en alleen in Zuid-Korea, Japan en België zijn meer excellente leerlingen. Ondanks deze goede score is dit aandeel significant gedaald sinds 2003.
Bij leesvaardigheid halen veel minder 15-jarigen de hoogste twee vaardigheidsniveaus: 9,8%. Dit aandeel is onveranderd sinds 2009 en leidt tot een 12de positie. Bij natuurwetenschappen gaat het om 11,8% en een 7e positie in de OESO-ranking. Ook hier is sprake van een daling sinds 2006.
-
Percentage excellente leerlingen wiskunde (niveau 5 en 6) niveau 5 niveau 6 MEX 0,6 0 ZWI 0,9 0,1 CHI 1,5 0,1 GRI 3,3 0,6 TUR 4,7 1,2 SPA 6,7 1,3 ZWE 6,5 1,6 VS 6,6 2,2 HON 7,1 2,1 NOO 7,3 2,1 ISR 7,2 2,2 DEN 8,3 1,7 ITA 7,8 2,2 POR 8,5 2,1 IER 8,5 2,2 SLW 7,8 3,1 IJS 8,9 2,3 LUX 8,6 2,6 VK 9 2,9 OESO 9,3 3,3 TSJ 9,6 3,2 FRA 9,8 3,1 SLV 10,3 3,4 OOS 11 3,3 EST 11 3,6 AUS 10,5 4,3 N-ZE 10,5 4,5 FIN 11,7 3,5 CAN 12,1 4,3 POL 11,7 5 DUI 12,8 4,7 NED 14,9 4,4 BEL 13,4 6,1 JAP 16 7,6 Z-KO 18,8 12,1
-
Percentage excellente leerlingen leesvaardigheid (niveau 5 en 6) niveau 5 niveau 6 MEX 0,1 0 CHI 0,6 0 SLW 4,1 0,3 TUR 4,1 0,3 SLV 4,7 0,3 GRI 4,6 0,5 SPA 5 0,5 DEN 5,1 0,4 OOS 5,2 0,3 HON 5,3 0,4 IJS 5,2 0,6 POR 5,3 0,5 TSJ 5,3 0,8 ITA 6,1 0,6 ZWE 6,7 1,2 VS 6,9 1 EST 7,5 0,9 OESO 7,3 1,1 VK 7,5 1,3 LUX 7,5 1,4 DUI 8,3 0,7 ZWI 8,2 1 ISR 8,1 1,5 NED 9 0,8 POL 8,6 1,4 NOO 8,5 1,7 IER 10,1 1,3 AUS 9,8 1,9 BEL 10,7 1,6 FRA 10,6 2,3 CAN 10,8 2,1 FIN 11,3 2,2 N-ZE 10,9 3 Z-KO 12,6 1,6 JAP 14,6 3,9
-
Percentage excellente leerlingen natuurwetenschappen (niveau 5 en 6) niveau 5 niveau 6 MEX 0,3 0 CHI 1 0 TUR 1,8 0 GRI 2,3 0,2 POR 4,2 0,3 SPA 4,5 0,3 SLW 4,3 0,6 IJS 4,6 0,6 ISR 5,2 0,6 HON 5,5 0,5 ITA 5,5 0,6 ZWE 5,6 0,7 DEN 6,1 0,7 VS 6,3 1,1 NOO 6,4 1,1 TSJ 6,7 0,9 OOS 7 0,8 FRA 6,9 1 LUX 7 1,2 OESO 7,2 1,2 BEL 8,3 1 ZWI 8,3 1 SLV 8,4 1,2 POL 9,1 1,7 IER 9,3 1,5 VK 9,3 1,8 CAN 9,5 1,8 Z-KO 10,6 1,1 NED 10,5 1,3 DUI 10,6 1,6 EST 11,1 1,7 N-ZE 10,7 2,7 AUS 10,9 2,6 FIN 13,9 3,2 JAP 14,8 3,4
Minder echte toppresteerders
Wanneer we kijken naar het percentage top-presteerders (niveau 6) verandert het beeld. Voor wiskunde scoort Nederland met 4,4 procent wel boven het OESO-gemiddelde van 3,3 procent, maar daalt ten opzichte van de bredere groep excellente presteerders (niveau 5 en 6) in de ranking van de 4de naar een 7de plaats. We worden hier ingehaald door Polen, Duitsland en Nieuw-Zeeland.
Ook voor natuurwetenschappen daalt Nederland met het aandeel top-presteerders in de ranking naar een 11de plaats, en blijft met 1,3 procent net boven het OESO-gemiddelde (1,2). Voor leesvaardigheid ligt het percentage 15-jarigen dat de hoogste scores haalt met 0,8 procent zelfs onder het OESO-gemiddelde van 1,2 procent. Nederland zakt dan ook voor deze groep naar een 19de plaats.