Actueel

Deze hoofdrubriek bevat 2 rubrieken:

Aansluiting middelbaar beroepsonderwijs op de arbeidsmarkt

Waar komen deelnemers aan het middelbaar beroepsonderwijs (mbo) terecht na hun afstuderen? Vinden ze een baan of hebben ze een uitkering? En, wat gaan deze schoolverlaters verdienen? Allemaal vragen die het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW) jaarlijks beantwoordt op basis van CBS-data.

  • Arbeidsmarkpositie van mbo-schoolverlaters een maand na afstuderen cohort 2007/2008 en 2010/2011
    20082011
    Werk82%77%
    Uitkering7%12%
    Uitkering en werk3%4%
    Geen werk/uitkering13%15%

    In 2011 vond 77% van de mbo-schoolverlaters een baan in de maand na afstuderen. Dit is een daling ten opzichte van 2008, toen vond nog 82% een baan. Ook zijn de uitstromers minder gaan verdienen. Een betere aansluiting met de arbeidsmarkt is speerpunt in de begroting van 2015.

    OCW, CBS Brontabel als csv (98 bytes)

Het Ministerie van OCW monitort jaarlijks de aansluiting tussen onderwijs en de arbeidsmarkt. Het onderwerp wordt steeds relevanter omdat de hoge jeugdwerkloosheid deels wordt veroorzaakt door een mismatch tussen het aanbod van afgestudeerden en de vraag van de arbeidsmarkt. In opdracht van OCW bekijkt het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) de arbeidsmarktpositie (werk en uitkering) van alle leerlingen die in het voorliggende schooljaar van het mbo kwamen. Onder 'Zie ook' zijn diverse CBS-gegevens te vinden over de arbeidsmarktpositie van uitstromers uit het mbo in 2011.

Met deze data krijgen we zicht op de kwaliteit van de aansluiting tussen het hele mbo en de arbeidsmarkt. Bovendien kunnen onderwijsinstellingen hiermee betere keuzes maken over het opleidingenportfolio (welke opleidingen ze aanbieden, hoeveel studenten inschrijven, etc.) en kunnen aankomende studenten beter geïnformeerd hun studiekeuze maken.

Deze data dienen verder als input voor de acties van het Sterkteam Aanpak Jeugdwerkloosheid en kunnen worden gebruikt voor de ontwikkeling van studiewijzers (bijvoorbeeld: Kansopwerk.nl) waarin de kans op een baan en stage wordt meegenomen. Naast deze data op stelselniveau is er informatie beschikbaar over de aansluiting op opleidings- en instellingsniveau. Verder wordt deze (jaarlijkse) analyse ook gemaakt voor vo (vso, pro en lwoo) en ho (hbo en wo).

Arbeidsmarktpositie: uitkering of werk?

In het jaar 2011 is het aandeel studenten dat werk heeft na uitstroom uit het mbo 77%. Dit is het laagste percentage sinds 2005. Wel is het percentage nog ruim boven de geadviseerde grenswaarde (of ‘knipperlicht’) voor een gebrekkige aansluiting van het onderwijs op de arbeidsmarkt van 70%. In het rapport ‘Macrodoelmatigheid mbo: inkadering arbeidsmarktperspectief’ adviseert het Research Centre for Education and the Labour Market (ROA) om dit percentage te hanteren.

  • Arbeidsmarktpositie van mbo-schoolverlaters 2005-2011
    WerkUitkeringUitkering en werkGeen werk/uitkering
    200578%10%4%16%
    200680%10%5%15%
    200782%9%4%14%
    200882%7%3%13%
    200978%11%4%15%
    201078%11%4%15%
    201177%12%4%15%

    Het dalende percentage mbo-schoolverlaters met werk loopt gelijk op met een toenemende groep met een uitkering. In 2011 had 12% van de schoolverlaters een uitkering: het hoogst sinds 2009. Onderaan deze pagina is de ‘Monitor Arbeidsmarkt april 2014’ van het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW) te vinden. Hierin staat dat ook de totale werkloosheid en het aantal uitkeringen oplopen sinds 2008. Dit verklaart wellicht ook de ontwikkeling van de arbeidsmarktpositie van de mbo-schoolverlaters.

    Internationaal is het percentage jongeren dat niet werkt of onderwijs volgt in Nederland laag. Zie het eerder gepubliceerde artikel ‘Weinig jongeren aan de zijlijn' over de kansen en mogelijkheden voor jongeren op de arbeidsmarkt en te integreren in de maatschappij.

    Monitor Aansluiting Onderwijs - Arbeidsmarkt mbo (OCW, CBS) Brontabel als csv (200 bytes)

Arbeidsmarktpositie: opleidingskenmerken

  • Arbeidsmarktpositie van mbo-schoolverlaters naar sector 2011
    WerkUitkeringGeen werk/uitkeringWerk/uitkering
    bol-vt6710252
    bol-dt6829118
    bbl881356
    extraneï7110223
    Totaal7712154

    In de grafiek en onder 'Gerelateerde grafieken' wordt de arbeidsmarktpositie naar drie opleidingskenmerken getoond: het opleidingstype, het niveau en de sector van mbo-opleidingen. Kijkend naar de sector, valt op dat schoolverlaters uit de beroepsbegeleidende leerweg (bbl) vaker werk hebben dan beroepsopleidende leerweg (bol)-studenten.

    OCW, CBS Brontabel als csv (146 bytes)
    Arbeidsmarktpositie van mbo-schoolverlaters naar niveau 2011
    WerkUitkeringGeen werk/uitkeringWerk/uitkering
    niveau 164331614
    niveau 27015205
    niveau 3838113
    niveau 4816142
    Totaal7712154

    In de grafiek en onder 'Gerelateerde grafieken' wordt de arbeidsmarktpositie naar drie opleidingskenmerken getoond: het opleidingstype, het niveau en de sector van mbo-opleidingen. Kijkend naar het niveau, valt op dat schoolverlaters met niveau 1 (geen startkwalificatie) het minst vaak werk hebben en met niveau 3 en 4 het vaakst.

    OCW, CBS Brontabel als csv (154 bytes)
    Arbeidsmarktpositie van mbo-schoolverlaters naar type opleiding 2011
    WerkUitkeringGeen werk/uitkeringWerk/uitkering
    Landbouw81191112
    Techniek8012134
    Economie7311193
    Zorg en welzijn7711153
    Totaal7712154

    In de grafiek en onder 'Gerelateerde grafieken' wordt de arbeidsmarktpositie naar drie opleidingskenmerken getoond: het opleidingstype, het niveau en de sector van mbo-opleidingen. Kijkend naar het type opleiding, valt op dat schoolverlaters uit de sector landbouw het minst vaak werk hebben en uit de sector techniek het vaakst. Ook het UWV concludeerde eerder al in de notitie ‘Kansrijke beroepen’ dat op middelbaar niveau vooral beroepen met een technische component kansrijk zijn.

    OCW, CBS Brontabel als csv (163 bytes)

Inkomenspositie: hoeveel verdienen ze?

Van de mbo-schoolverlaters uit het cohort 2010/2011 verdient ruim 40% een maand na afstuderen meer dan het minimumloon (≥ 1,2 keer dit loon), ruim 15% ongeveer het minimumloon (0,9 - 1,2 keer dit loon) en bijna 30% minder dan het minimumloon (≤0,9 keer dit loon). Een deel (15%) heeft geen werk en geen uitkering.

Sinds 2009 is de inkomenspositie van schoolverlaters uit het mbo licht verschoven. De groep die minder dan het minimumloon verdient is procentueel iets gegroeid (25% naar 27%) terwijl de groep die meer dan het minimumloon verdient iets kleiner (44% naar 42%) is geworden. De groep met geen werk of uitkering bleef stabiel op 15%.

Inkomenspositie

De inkomenspositie van schoolverlaters wordt bepaald op basis van de inkomstenbron(nen) die de student had in de maand september na het verlaten van school (hier: september 2011). Dit zijn de maandinkomsten van werknemers en zelfstandigen uit werk plus de maandinkomsten uit uitkeringen. Overige inkomsten uit werk zijn buiten beschouwing gelaten. De maandinkomsten zijn geclassificeerd in de minimumloonklassen (ml) gerelateerd aan leeftijd.

Inkomenspositie: opleidingskenmerken

  • Inkomenspositie naar sector (mnl = minimumloon), 2011
    Geen werk/uitkering< 0.5 mnl0.5 -< 0.9 mnl0.9 -< 1.2 mnl1.2 -< 1.5 mnl>= 1.5 mnl
    bol-vt2514291698
    bol-dt11824201324
    bbl5310162046
    extraneï22712131432
    Totaal15819161428

    In de grafiek en onder 'Gerelateerde grafieken' wordt de inkomenspositie naar drie opleidingskenmerken getoond: het opleidingstype, het niveau en de sector van mbo-opleidingen. Kijkend naar de sector blijkt dat, een maand na afstuderen, schoolverlaters uit bbl en extraneï vaker een hoger maandinkomen hebben dan bol-schoolverlaters.

    OCW, CBS Brontabel als csv (211 bytes)
    Inkomenspositie naar niveau (mnl = minimumloon), 2011
    Geen werk/uitkering< 0.5 mnl0.5 -< 0.9 mnl0.9 -< 1.2 mnl1.2 -< 1.5 mnl>= 1.5 mnl
    niveau 116621161129
    niveau 220917141228
    niveau 311717171731
    niveau 414921161425
    Totaal15819161428

    In de grafiek en onder 'Gerelateerde grafieken' wordt de inkomenspositie naar drie opleidingskenmerken getoond: het opleidingstype, het niveau en de sector van mbo-opleidingen. Kijkend naar het niveau blijkt dat, een maand na afstuderen, schoolverlaters met niveau 3 het vaakst in de hoogste inkomensklassen zitten en schoolverlaters met niveau 1 en 2 het minst vaak.

    OCW, CBS Brontabel als csv (221 bytes)
    Inkomenspositie naar type opleiding (mnl = minimumloon), 2011
    Geen werk/uitkering< 0.5 mnl0.5 -< 0.9 mnl0.9 -< 1.2 mnl1.2 -< 1.5 mnl>= 1.5 mnl
    Landbouw11820161430
    Techniek13613101345
    Economie19922171419
    Zorg en welzijn15921201519
    Totaal15819161428

    In de grafiek en onder 'Gerelateerde grafieken' wordt de inkomenspositie naar drie opleidingskenmerken getoond: het opleidingstype, het niveau en de sector van mbo-opleidingen. Kijkend naar de type opleiding blijkt dat, een maand na afstuderen, schoolverlaters uit de sector economie gemiddeld het laagste inkomen hebben en uit de sector techniek het hoogst.

    OCW, CBS Brontabel als csv (228 bytes)

Arbeidsmarkt- en inkomenspositie: een jaar later

Wat gebeurt er in het jaar na schoolverlaten met de arbeidsmarkt- en inkomenspositie van schoolverlaters?

  • Arbeidsmarkpositie van mbo-schoolverlaters per schoolcohort na uitstroom (t)
    WerkUitkeringUitkering/WerkGeen werk/uitkeringTotaal
    2006/'07785314100
    2007/'08795313100
    2008/'0974741499
    2009/'10747415100
    2010/'117712415108

    De figuur toont de arbeidsmarktpositie van mbo-schoolverlaters per schoolcohort na uitstroom (t). Onder 'Gerelateerde grafieken' is de arbeidsmarktpositie één jaar na uitstroom te zien (t+1).

    OCW, CBS Brontabel als csv (179 bytes)
    Arbeidsmarkpositie van mbo-schoolverlaters per schoolcohort één jaar na uitstroom (t+1)
    WerkUitkeringUitkering/WerkGeen werk/uitkeringTotaal
    2006/'07805313101
    2007/'0877741199
    2008/'0975941199
    2009/'10769411100

    De figuur toont de arbeidsmarktpositie van mbo-schoolverlaters per schoolcohort één jaar na uitstroom (t+1).

    OCW, CBS Brontabel als csv (193 bytes)

Voor jongeren verbetert hun arbeidsmarktpositie globaal genomen iets in het jaar na afstuderen. Ze hebben één jaar later (t+1) over het algemeen iets vaker een baan. Een opmerkelijke uitzondering hierop is te zien bij de schoolverlaters van 2007/2008. Van dit cohort hadden juist minder vaak een baan een jaar na het verlaten van school. Een mogelijke verklaring hiervoor zijn de conjunctuureffecten die in 2008 en 2009 plaatsvonden. Uit cijfers van het CBS blijkt dat de werkloosheid juist in dit jaar begon te stijgen. Verder valt het, sinds 2006/2007 licht dalende, percentage werkenden op.

Tegelijk is ook de inkomenspositie van mbo-schoolverlaters van de afgelopen drie schoolcohorten veranderd. De hoogste inkomensklasse is gekrompen terwijl de laagste inkomensklassen zijn gegroeid.

Er worden drie arbeidsmarktposities onderscheiden: werk, uitkering of geen van beide. Daarnaast is de positie ‘uitkering en werk’ opgenomen. Deze categorie valt zowel onder ‘werk’, als onder ‘uitkering’, waardoor het totaalpercentage van de vier categorieën groter dan 100% is. De getallen in figuur 5 wijken af van de getallen in de overige figuren. Hier is gekozen voor elkaar uitsluitende categorieën, waardoor uitstromers niet meer in meerdere categorieën voorkomen. Vanaf 2014 zal het CBS en OCW deze systematiek voor alle getallen hanteren.

Meer weten?

Op Onderwijs in Cijfers zijn meer cijfers over de aansluiting tussen het mbo en de arbeidsmarkt te vinden.