Cultuur in Beeld 2014: Cultuurparticipatie in Nederland onverminderd hoog
Op 1 december verscheen een nieuwe editie van de OCW-publicatie 'Cultuur in Beeld 2014'. De publicatie geeft een overzicht van cijfers over de cultuursector en een duiding van belangrijke ontwikkelingen. Zo blijft de cultuurparticipatie in Nederland onverminderd hoog: gemiddeld bezoekt 89% van de bevolking tenminste één keer per jaar een culturele activiteit onderneemt. Met name hoger opgeleiden zijn actief op het gebied van cultuurparticipatie.
De samenleving in beweging
De kunst- en cultuursector verandert. Grote ontwikkelingen in de samenleving, veranderingen in vrijetijdbesteding, economische ontwikkelingen en de recente bezuinigingen op cultuur zijn de voornaamste veroorzakers van deze veranderingen. Cultuur in Beeld 2014 schetst een aantal maatschappelijke trends en ontwikkelingen en beschrijft hoe burgers, culturele instellingen en overheden daarop reageren.
-
Prognose ontwikkeling samenstelling bevolking 2060 (naar leeftijdsgroep) 80 jaar of ouder 65 tot 80 jaar 20 tot 65 jaar 0 tot 20 jaar 1960 154399 864423 6067390 4331042 1961 160947 887637 6120680 4386744 1962 167529 912524 6180221 4461142 1963 172802 934630 6250368 4532162 1964 177392 955313 6325493 4583772 1965 185782 976752 6418454 4631281 1966 193237 996411 6502011 4685535 1967 200060 1018765 6656926 4659556 1968 208522 1043617 6768800 4640156 1969 215347 1065626 6879747 4637626 1970 221743 1089232 6989040 4657606 1971 228245 1111504 7100852 4678829 1972 235147 1132778 7206888 4694750 1973 240368 1154901 7301153 4691201 1974 249291 1177000 7393772 4670957 1975 258378 1201043 7493439 4646232 1976 268294 1221862 7619313 4624109 1977 277970 1236344 7720976 4579205 1978 290128 1259198 7820254 4528294 1979 300110 1280786 7925095 4479535 1980 311877 1303447 8043905 4431785 1981 323091 1318916 8170781 4395798 1982 335781 1332480 8286782 4330786 1983 345005 1343109 8398677 4252760 1984 357641 1350817 8518581 4167550 1985 370708 1359038 8639581 4084506 1986 382392 1386796 8741612 4018630 1987 392352 1411662 8843088 3968023 1988 405803 1434264 8952570 3922311 1989 418354 1458653 9053532 3874701 1990 427715 1477909 9164745 3822205 1991 437248 1496394 9290639 3786164 1992 444288 1515408 9407215 3762239 1993 456391 1529136 9507185 3746470 1994 464295 1543699 9582405 3751154 1995 475757 1557819 9630391 3760155 1996 481475 1579397 9661408 3771609 1997 487419 1596420 9695904 3787364 1998 493192 1616527 9735303 3809170 1999 496152 1634782 9789449 3839842 2000 500339 1652103 9838500 3873008 2001 516637 1657864 9904521 3908053 2002 531607 1667107 9965935 3940636 2003 543970 1676486 10003117 3968999 2004 558298 1692856 10019321 3987557 2005 573573 1715097 10028899 3987957 2006 587016 1743443 10028125 3975626 2007 600842 1767510 10032537 3957103 2008 615489 1799337 10050123 3940450 2009 631208 1840607 10080387 3933585 2010 647994 1890334 10108327 3928334 2011 667547 1927399 10147034 3913819 2012 686015 2030353 10119226 3894754 2013 704394 2120871 10081647 3870728 2014 719583 2200034 10055089 3849436 2015 735674 2269047 10037292 3828639 2016 751655 2332397 10020682 3815449 2017 769001 2390459 10008975 3804618 2018 785861 2453093 9996353 3794861 2019 807762 2507239 9991140 3780175 2020 830789 2560313 9984904 3765007 2021 856445 2610604 9980829 3745993 2022 877976 2667158 9968663 3731300 2023 903350 2720389 9951649 3718997 2024 936105 2767514 9930420 3708346 2025 973326 2812894 9897738 3705147 2026 1002803 2864396 9858650 3708243 2027 1077422 2873671 9812244 3713803 2028 1142841 2890710 9761639 3722957 2029 1196062 2920553 9711272 3729135 2030 1241171 2958620 9658316 3735649 2031 1280693 2994643 9609795 3743000 2032 1316302 3027760 9561609 3754293 2033 1353767 3054480 9512629 3768257 2034 1387770 3083659 9462949 3781207 2035 1421086 3120564 9405022 3792511 2036 1453842 3149886 9354950 3801203 2037 1487887 3165715 9316695 3807457 2038 1522390 3168419 9291132 3810936 2039 1558052 3151987 9283246 3812142 2040 1596213 3124347 9283901 3811172 2041 1633468 3088281 9293798 3808280 2042 1673994 3046206 9306444 3803614 2043 1714104 3001387 9321985 3797695 2044 1755687 2956051 9336437 3790758 2045 1798330 2908083 9352512 3782911 2046 1836071 2869542 9363939 3774661 2047 1869724 2831979 9378271 3766363 2048 1901164 2791329 9397751 3758236 2049 1932854 2748937 9418462 3750433 2050 1971332 2703305 9435257 3743130 2051 2003991 2665839 9449190 3736501 2052 2027614 2641508 9458319 3730819 2053 2041770 2627660 9465619 3726213 2054 2042102 2627015 9472648 3722867 2055 2036369 2634440 9476774 3720910 2056 2024226 2655084 9473213 3720390 2057 2011254 2677179 9468308 3721319 2058 1997138 2699320 9463951 3723604 2059 1985459 2718867 9459484 3727088 2060 1974213 2739599 9453452 3731619
De samenleving is de afgelopen decennia sterk veranderd in de richting van een samenleving waarin er nog weinig traditionele kaders zijn en veel belangrijke levensbeslissingen door individuen als vrije keuze worden beleefd. Gezag is veel minder vanzelfsprekend geworden.
Als reactie op de internationalisering ontdekken en koesteren steden en regio’s hun eigen culturele karakter. Mensen vinden hun identiteit en geborgenheid makkelijker in hun eigen regio dan in abstracte mondiale verbanden. Dat leidt tot een herwaardering van de streekeigen cultuur, volkscultuur of geschiedenis.
De burger als liefhebber, beoefenaar, vrijwilliger, vriend en gever
De cultuurparticipatie is in Nederland onverminderd hoog: gemiddeld bezoekt 89 procent van de bevolking ten minste één keer per jaar een culturele instelling. Het gaat dan om het bezoek aan podiumkunsten, musea en bibliotheken (Figuur 2), maar ook om film, boeken lezen en luisteren en kijken naar culturele programma’s op radio en tv. Met name hoger opgeleiden zijn actief op het gebied van cultuurparticipatie. Tegelijkertijd blijft de cultuurparticipatie van niet-westerse allochtonen achter bij die van autochtonen.
-
Percentage van de bevolking dat ten minste 1x een voorstelling, een museum en/of bibliotheek bezocht - naar opleiding 2012 po, vmbo, mavo havo,vwo, mbo hbo, universiteit gem. Percentage 74% 90% 98% 89% De figuur toont het percentage van de bevolking dat ten minste 1x een voorstelling, een museum en/of bibliotheek bezocht. Het percentage wordt naar opleiding weergegeven. Het percentage naar inkomen is te vinden onder 'Gerelateerde grafieken'.
Percentage van de bevolking dat ten minste 1x een voorstelling, een museum en/of bibliotheek bezocht - naar inkomen 2012 (gestandaardiseerd) 1-1,5x modaal 1,5-2,5x modaal >2,5x modaal gem. Percentage 85% 84% 91% 95% 89% De figuur toont het percentage van de bevolking dat ten minste 1x een voorstelling, een museum en/of bibliotheek bezocht, uitgesplitst naar inkomen.
Binnen delen van de meer traditionele cultuur is vergrijzing waarneembaar. Musea en monumenten, ballet en klassieke muziek trekken meer bezoekers in de leeftijdscategorie van 65 tot 79 jaar dan voorheen. Voor musea geldt daarnaast dat er een groei is in het bezoek van kinderen en jongeren. Ook bij de populaire vormen van cultuur (cabaret, bioscoop, popmuziek) neemt de belangstelling van ouderen toe. Doordat hier de belangstelling ook onder de jongere leeftijdsgroepen is gestegen, is hier geen sprake van vergrijzing.
De manier waarop mensen deelnemen aan cultuur verandert. Meer dan ooit is cultuurdeelname de uitdrukking van persoonlijk beleefde voorkeuren en keuzen passend binnen een leefstijl, waarbij elementen uit ‘hoge’ en ‘lage’ cultuur gecombineerd worden. De laatste jaren is het aantal vrijwilligers licht gestegen. Dat lijkt ook te gelden voor vrijwilligerswerk in de cultuursector. In de filantropische sector zijn de gevolgen van de economische crisis merkbaar. Tussen 2009 en 2011 liep het totaal aan particuliere giften en giften van bedrijven voor cultuur terug van 454 miljoen euro naar 287 miljoen euro.
Meer cultuuraanbod en -bezoek
Zowel het aanbod van cultuur als het bezoek aan cultuur vertoont in 2013 een positiever beeld dan in de jaren daarvoor (2009-2012). Over het algemeen vertoont de ontwikkeling van het aanbod in de culturele sectoren in 2013 een stijgende lijn. Het aanbod van rijksgesubsidieerde gezelschappen en het aanbod op rijksgesubsidieerde festivals nam tussen 2012 en 2013 toe. Ook bij de andere spelers binnen de podiumkunsten is in 2013 een positieve ontwikkeling zichtbaar.
Bij de bezoeken is een soortgelijke ontwikkeling te zien. Met name bij de rijksgesubsidieerde musea neemt het aantal bezoeken toe. De toename in 2013 is voor een groot deel toe te schrijven aan de heropening van het Rijksmuseum, maar ook bij andere musea neemt het bezoek gemiddeld toe. Dit geldt ook voor het bezoek aan de rijksgesubsidieerde gezelschappen voor podiumkunst. Hoewel de vrije theaterproducenten de afgelopen jaren met een sterke afname in het aantal bezoeken werden geconfronteerd, is de afname in 2013 minder sterk dan in 2012.
Gezelschappen in de podiumkunsten (orkesten, dansgezelschappen, en theatergezelschappen) die het Rijk financiert, bieden ruim de helft van hun aanbod buiten hun eigen standplaats aan. Dit aandeel neemt de laatste jaren iets toe. Daarnaast laten de cijfers over 2013 zien dat met name de zalen in Amsterdam en Utrecht goed bezet zijn. In de regio Oost is de zaalbezetting het laagst.
-
Gemiddelde groei per jaar van bezoek in de filmsector, de musea en podiumkunsten 2009-2013 2009-2013 2012-2013 Film 3,2% 0,9% VSCD -3,1% 0,0% VNPF -3,2% -4,6% Vvtp -6,4% -2,5% Gezelschappen (BIS+FPK) 2,3% 6,0% Festivals (BIS+FPK) 14,0% 8,0% Musea (BIS) 8,9% 26,7%
Het cultuurbeleid van de overheid
In het Nederlandse gesubsidieerde bestel is sprake van een steeds verdergaande samenwerking tussen de overheden. Het aantal instellingen dat het Rijk direct ondersteunt, is de laatste twee subsidieperioden afgenomen. In de periode 2009-2012 heeft het Rijk een grotere rol aan de rijkscultuurfondsen. Momenteel bestaat de culturele basisinfrastructuur (BIS) uit het geheel van instellingen dat een directe subsidie van het Rijk ontvangt, te weten 84 instellingen en 6 fondsen. Gezamenlijk verstrekken de fondsen in 2013 aan 139 instellingen een meerjarige subsidie.
De gemeentelijke uitgaven aan cultuur maken in 2014 gemiddeld 3,4% uit van de gemeentelijke begroting. Tussen 2010 en 2014 namen de uitgaven van Nederlandse gemeenten aan cultuur met 6% af. Een aantal grote gemeenten voert echter de voorgenomen bezuinigingen niet door of investeert extra middelen.
De ontwikkeling van de gemiddelde jaaruitgaven per inwoner in de G4 (4 grootste gemeenten), de G35 en in Nederlandse gemeenten wordt getoond. Voor een gemiddelde Nederlandse gemeente is dit 112 euro.
De G4 besteden per inwoner het meeste aan cultuur: gemiddeld 222 euro per inwoner in 2014. In de G35 liggen de uitgaven per inwoner gemiddeld op een wat lager niveau: 147 euro. De uitgaven per inwoner daalden, tussen 2010 en 2014 gemiddeld met 3%. Sinds 2012 nemen de uitgaven per inwoner in de G4 weliswaar af, (van 243 euro naar 222 euro) maar in de G35 is er een kleine toename in de uitgaven per inwoner, van 143 euro naar 147 euro.
-
Uitgaven aan cultuur per inwoner in de G4 en Nederland, 2010-2014 G4 G35 (excl. G4) Nederland 2010 239 144 116 2011 235 147 116 2012 243 143 116 2013 228 142 113 2014 222 147 112
Meer weten?
De jaarlijkse publicatie Cultuur in Beeld geeft inzicht in de culturele sector op basis van onderzoek en statistische gegevens van het ministerie van OCW, de rijkscultuurfondsen, brancheorganisaties en gemeenten. Heeft u interesse om de publicatie helemaal te lezen? Kijk dan op 'Cultuur in Beeld 2014'.