Actueel

Deze hoofdrubriek bevat 2 rubrieken:

Verwachte lerarentekorten aangepakt

In het primair en voorgezet onderwijs zijn verhoudingsgewijs veel leraren ouder dan 55, die naar verwachting de komende jaren met pensioen gaan. Mede hierdoor laat de recente arbeidsmarktraming van Centerdata voor leraren een verwacht lerarentekort op korte termijn in het voortgezet onderwijs zien en vanaf 2016 in het primair onderwijs. In het Nationaal Onderwijsakkoord, de Lerarenagenda, de Impuls tekortvakken, het recente begrotingsakkoord 2013 en de aankomende sectorplannen zijn en worden maatregelen genomen voor de korte en lange termijn.

  • Leeftijdsverdeling leraren in po en vo
    Leeftijdpo 2012vo 2012po 2002vo 2002
    <= 2020,942294262,58502213269,206448184,96979592
    21142,0365763166,8928794860,127404169,1148035
    22400,7527016330,69639811593,597187374,1909065
    23851,7159567561,79535492282,779023601,9231777
    241477,956243829,48654082639,065642759,7617158
    252071,1832451036,0841942908,386793833,8117849
    262699,4331273,9328232908,6703781036,769026
    272986,8583731351,672322849,8327671079,123411
    283086,6053041361,1382362661,3675351093,798625
    292981,259151444,8448822405,5759661109,449555
    303118,6241131452,9582882273,574721070,156944
    313082,0872871426,3002581988,6078421038,748637
    322926,3574891531,2486481782,922074999,3256394
    332635,0228891452,3389121634,4817891033,932902
    342376,190081430,0655551449,2804031001,79332
    352262,2547061310,9656971560,3896891001,66477
    362119,4261731326,4373321587,7005171062,960124
    371968,1214161247,4728981765,311191058,694535
    381925,9227741165,1640271939,9764721205,737085
    391796,19151180,7334781958,5524341118,303125
    401729,3491991209,9013862059,6251081287,047155
    411706,0331021207,7918812242,642971413,138179
    421576,0750951156,6448692593,0599611602,429608
    431572,281871141,5728073088,2188411833,547277
    441491,2704941208,7979773333,0396261870,087142
    451688,5198791178,2722413541,7396062052,574942
    461747,8666121233,6013153829,8912262238,250415
    471919,4581891264,9488353939,8926212371,331924
    482125,1489441428,5744583637,8805822485,849951
    492118,9246521388,8391573358,0633492488,566232
    502176,5207511566,9326273089,3927892518,661431
    512305,0067711664,1034833137,6643482314,184136
    522579,0987751794,1610763076,6482322332,087108
    533036,4510311970,6157482929,9893622299,438064
    543048,9110331931,0382552798,8554912383,01624
    553203,9421952038,4868292698,9822182410,118012
    563366,9407862178,6251282200,5630332162,754277
    573324,7541662228,6935961520,7889311766,330511
    583066,8959322230,561231415,0797931761,921431
    592787,6953592202,4767581139,9687141466,434243
    602338,2369162070,079238943,68237771204,512042
    612177,0788821803,620095281,19701319,8576825
    621696,2508271586,127115139,0507269139,6620656
    63722,2590288743,7606745107,308520283,19444245
    64389,0100091430,032706664,5884238660,96519239
    >= 6532,35108068107,524936930,2597772438,61454799
    OCW Brontabel als csv (2 kB)

Het aandeel 55 plussers in de totale beroepsbevolking is ongeveer 15%. Onder de leraren in het po is dat 25% en in het vo 29%. Tegelijkertijd kent het po veel leraren jonger dan 35 jaar (33%). In het vo bestaat een vergelijkbare situatie maar in minder sterke mate.

Ook in andere landen zien we een vergrijzing van het lerarenkorps. Internationaal heeft Nederland, in vergelijking tot belangrijke vergelijkingslanden zoals België en Finland, een relatief groot aandeel leraren die ouder zijn dan 50 jaar in het po en vo. Daartegenover staat een internationaal bovengemiddeld aandeel jonge leraren.

De maatregelen in het Nationaal Onderwijsakkoord (NOA), de Lerarenagenda, de Impuls tekortvakken, en het recente begrotingsakkoord 2013 pakken gezamenlijk de korte termijn problemen van oplopende werkloosheid stevig aan door additionele middelen beschikbaar te stellen voor startende leraren. Daarbij biedt het op langere termijn perspectief voor voldoende goed opgeleide leerkrachten zijn om goed onderwijs voor alle leerlingen en studenten te realiseren.

Daarnaast stellen de sociale partners in zowel het po en vo momenteel een sectorplan op ter ondersteuning van de werkgelegenheid in deze sectoren. Door uitvoering van deze maatregelen zal de arbeidsmarkt voor leraren op de lange termijn zowel kwalitatief als kwantitatief evenwichtiger worden.

Uitdagingen voor het po en vo

Lerarenopleidingen zijn de belangrijkste bron voor nieuwe leraren. Cijfers over de instroom en het rendement van de lerarenopleidingen leveren belangrijke informatie op voor de toekomstige onderwijsarbeidsmarkt, evenals de ontwikkeling van het aantal leerlingen in de verschillende onderwijssectoren.

Het aantal studenten dat start met een lerarenopleiding basisonderwijs is tussen 2005 en 2012 met bijna 38% gedaald. Daarbij daalde het studierendement licht met enkele procentpunten. De dalende instroom vanuit de pabo wordt op dit moment gecompenseerd door een dalende leerlingenpopulatie door de sinds 2000 in gang gezette geboortedaling. Vanaf 2009 daalt het aantal vacatures in het po vanwege de economische recessie en het langer doorwerken van leraren.

De uitdaging voor het po

Voor het po laat de recente arbeidsmarktraming voor onderwijspersoneel een naar verwachting oplopend lerarentekort zien voor de periode vanaf 2016. Het aantal pabo-afgestudeerden zal dan niet langer de uitstroom van de oudere docenten compenseren. Het lerarentekort in het po komt, zonder maatregelen, in 2020 ruim boven de 3.000 fte’s uit; een tekort van zo’n 4%. Het tekort neemt volgens deze raming na 2020 toe, uitkomend tussen 7 en 10 duizend fte's (8-11%) in 2025. Ter referentie, in 2012 bedroeg de werkgelegenheid in het primair onderwijs 94,9 duizend fte's.

  • Raming lerarentekort po in fte's
    popo
    2015-20161300
    202034003800
    2025700010000

    De figuur toont het verwachte lerarentekort in het po in fte's voor de periode vanaf 2016. Deze bevindt zich naar verwachting tussen de aangegeven punten.

    CentERdata Brontabel als csv (58 bytes)

Het po komt daarmee de komende jaren voor zowel een kwantitatieve als een kwalitatieve uitdaging te staan: meer studenten naar de pabo’s te trekken en verhoging van het niveau van de opleidingen. De maatregelen in het Nationaal Onderwijsakkoord, de Lerarenagenda, het recente begrotingsakkoord 2013 en de aankomende sectorplannen zorgen op langere voor voldoende goed opgeleide leerkrachten zijn.

De uitdaging voor het vo

Het voortgezet onderwijs heeft alleen op korte termijn (2014-2017) met tekorten te maken. Daarna ziet de raming er voor het vo anders uit dan voor het po. Door de afnemende leerlingenpopulatie wordt het lerarentekort vanaf 2020 in het vo verwaarloosbaar.

Er worden in vo grote verschillen naar vak gerapporteerd. Met name bij de bèta-technische vakken (waaronder informatica, natuurkunde, wiskunde, scheikunde) en de talen worden de grootste tekorten verwacht. De uitdaging voor het vo is daarmee vooral kwantitatief: meer afgestudeerden met een eerstegraads bevoegdheid en de aanpak van tekortvakken, door onder andere meer afgestudeerden voor het vak te behouden als ze aan de slag zijn. De Impuls tekortvakken moet er in het voorgezet onderwijs voor zorgen dat verwachte knelpunten ten aanzien van de docenten in de bètavakken en de moderne talen zullen afnemen.

Zie ook